Eén kogel
voor
de eer
van
het dorp
„Ik wilde graag zien hoe andere
blinde kinderen spelen..."
SCHUTTERSFEEST IN
KLEURRIJK LIMBURG
OPRICHTSTER VERENIGING OUDERS VAN BLINDE KINDEREN:
Het pronkstuk van een schutterij: een omvangrijke
koningin, die in haar fantasiejurk op huiveringwekken
de wijze blijk geeft van de krijgszuchtige bedoelingen
van haar onderdanige schutters.
In het Zuidlimburgse dorp
je Wylre vindt vandaag de
i ontknoping plaats van het
I traditionele Oud Limburgs
1 Schuttersfeest. De schutte-
I i rijen Sint Monulphus en
I Gondulphus uit het Belgi-
i j sche Maasmechelen en Sint
I Lambertus uit het Zuid
limburgse Oirsbeek staan
vandaag onder schietbo-
men om in een moordende
spanning „De Oude Lim-
burger", zoals het feest
door de Limburgers wordt
genoemd, naar het eigen
dorp te schieten. De win
naar van het Oud Lim
burgs Schuttersfeest mag
immers het volgend jaar
het gigantische feest van
alle schutterijen uit Bel
gisch en Nederlands Lim
burg organiseren. Een
voorrecht, dat de winnen
de schutterij behalve eeu
wig durende roem meestal
ook nog een boordevol ge-
vulde verenigingskas ople-
vert.
Dat vandaag de twee schut
terijen onder de schietbo-
men aantreden om te be
slissen, wie zich dit jaar
schutterskampioen mag
noemen, komt omdat de
strijd zondag onbeslist
bleef. Ofschoon de schiet-
wèdstrijden tegen half vier
begonnen waren, was men
I toen de duisternis inviel
nog steeds niet „uitgeka-"
veld". Het onverbiddelijke
reglement schrijft in dit ge
val voor, dat de strijd de
eerstvolgende zaterdag
moet worden beslist.
Het Oud Limburgs Schut-
tersfeest is een jaarlijks te-
j rugkerende gebeurtenis
i van niveau. Zondag waren
1 op de sterk glooiende feest-
weide in Wylre 152 schutte-»
I rijen uit de beide Limbur-
gen bijeen. In de eerste
plaats waren ze er natuur
lijk om te proberen „De
Oude Limburger" te win-
nen, maar daarnaast ook
om deel te nemen aan de
talloze bijwedstrijden, zoals
1 „Beste houding in fantasie-
uniform", „Beste vaandel-
i drager", „Mooiste konin-
gin" en „Beste Klaroenbla-
i zer". Juist deze bijwedstrij-
den maken het feest tot een
I aantrekkelijk schouwspel
'r voor de vele tienduizenden
bezoekers. De schietwed-
strijden worden voor de
toeschouwers namelijk pas
spannend en aantrekkelijk,
- wanneer er nog maar een
I paar schutterijen in de
I strijd zijn.
De bijwedstrijden hebben
betrekking op alle denkba
re en ondenkbare facetten
van het schutterswezen. Zo
zijn er exercitiewedstrij
den, waarbij men bejaarde
schutters met een forse
knik in het kruis moeizaam'
strompelend de bevelen
van de commandant uit ziet
voeren. De commandanten
zelf houden onderling ook
wedstrijden om uit te ma
ken, wie het beste comman
deert en de al of niet strom
pelende manschappen het
beste van de ene naar de
andere kant van de stoppe
lige wei schreeuwt. Bij de
vendelwedstrijden wordt
wat moeilijk met grote ge
kleurde vlaggen gemanipu
leerd, waarbij koene boe
renzonen snoekduiken en
koprollen uitvoeren. De
vlag verhuist intussen be
hendig van de handen naar
de voeten en vandaar ver
der naar het middel, de
schouders en andere li
chaamsonderdelen, die met
enige fantasie te gebruiken
zijn voor het zwaaien met
een vlag.
Het meeste bekijks trekken
meestal de wedstrijden van
de mooiste konings- en kei-
zersparen. Voor deze wed
strijden verzamelen zich de
koningen (koning wordt die
schutter, die tijdens het ko-
ningsschieten op tweede
Paasdag het laatste stukje
van de koningsvogel heeft
afgeschoten) met hun ko
ninginnen in dé daarvoor
bestemde wei, om door de
jury beoordeeld te worden.
De koningen met hun ko
ninginnen vormen het visi
tekaartje van de schutterij.
Zij zijn getooid in de
mooiste kledij, die de geza
menlijke leden hebben kun
nen verzinnen. Opvallend
daarbij is het grote smaak
verschil. Bij de ene schutte
rij is het koningspaar zeer
gedistingeerd gehuld m
echte koninklijke kledij,
compleet met kroon. Het
pronkstuk van een andere
schutterij is een omvangrij
ke dame, die in haar fanta
siejurk op huiveringwek
kende wijze blijk geeft van
de krijgslustige bedoelin
gen van haar onderdanige
schutters.
De wedstrijden worden tra
ditiegetrouw vooraf gegaan
door een grote optocht,
waarin de deelnemende
schutterijen zich aan den
volke presenteren. De op
tocht is een veelkleurig
De schutterij Sint Sebastiaan uit het Belgische Grote Brogel draagt de patroonheilige mee in de optocht.
anachronisme, waarin mid
deleeuws geklede schutters
geflankeerd worden door
soldaten uit de napoleonti
sche tijd en krijgshaftige
lieden in modern aandoen
de militaire fantasie-unifor
men. Voorop bij iedere
schutterij gaat een muziek
gezelschap, dat veelal be
staat uit de jongste genera
tie van de schuttersfami-
lies. Het geheel wordt ge
completeerd door vaandels,
bielemannen (zeer streng
kijkende manschappen met
lange plakbaarden en le
vensgrote bijlen), kanon
nen, marketentsters, heili
genbeelden, geiten en ande
re personen en voorwer
pen, die de lange traditie
als bezienswaardig heeft
bestempeld.
Na afloop van de optocht
worden de laatste voorbe
reidingen getroffen voor de
grote gebeurtenis, waar
voor men uiteindelijk geko
men is: de schietwedstrij
den. De uniformkleding,
die tijdens de optocht met
alle overtuiging tot in de
puntjes verzorgd is gedra
gen, verandert op slag in
een chaotisch omhulsel van
het stevige schutterslijf. Al
le kledingstukken, die even
tueel zouden kunnen gaan
klemmen en daardoor een
beletsel zouden vormen bij
het fatale schot, worden
losgeknoopt. Een vast en
uitermate belangrijk onder
deel van de voorbereidin
gen is verder het innemen
van enige hoeveelheden
drank. Voor iedere schutter
van betekenis geldt, dat
zijn schietprestaties beter
worden naar gelang het
aantal glazen bier, dat hij
heeft gedronken. De filoso
fie achter deze eeuwenoude
waarheid is, dat de door
alcohol opgepepte schutter
'minder last van zenuwen
heeft op de beslissende mo
menten, zodat zijn hand
vaster en zijn oog scherper
Voor de schietwedstrijden
vaardigt iedere schutterij
een zestal af, dat uit alle
schotvaardige leden is gese
lecteerd. Het zestal schiet
drie keer op een zestien
meter hoge „boom", waar
op een houten raam is be
vestigd. In het raam zitten
diverse rijen stokjes met
aan de uiteinden stukjes
hout, de zogenaamde „stop-
jes". Het is de bedoeling,
dat ieder zestal met acht
tien schoten achttien stop-
jes afschiet. Wie een of
meer stopjes mist valt af,
terwijl de overige schutte
rijen verder „kavelen" tot
dat er één schutterij is
overgebleven, die foutloos
geschoten heeft
Het schieten gebeurt met
een zestien kilo zware buks,
die vanwege het gewicht
tijdens het schieten op een
standaard rust. De buksen
worden gevoed met loden
kogels, die door de schutte
rijen zelf worden gegoten.
'Het gieten van de kogels is
hét geheim van iedere
schutterij. Wanneer men de
materiaalmeester, die de
kogels in het grootste ge-,
niep vervaardigt, naar het
geheim waagt trekt de man
een gezicht, alsof hem net
gewaagd is de grootste
NAVO-geheimen door te
spelen aan de Russische
minister van Defensie. Hij
wil ten slotte wel kwijt, dat
de kogel precies in de loop
van de buks moet passen
en dat het gieten van de
kogel met behulp van een
mal gebeurt. De rest van
zijn verhaal houdt hij ver
borgen achter zijn vriende-
lijk glimlachend, maar van
slimheid doortrokken ge
zicht.
Rond het schieten is een
ritueel gebouwd, waarin
een stuk eeuwenlange erva
ring is terug te vinden. Al
lereerst dient de schutter
de volmaakte balans met
zijn buks te vinden. De
buks en de schutter moeten
als het ware één geheel vor
men. Zijn achterwerk
steekt hij daarbij op subtie
le maar beslissende wijze
omhoog. Is eenmaal de
ideale positie verkregen,
dan verschijnt een ander
lid van de schutterij met
een paraplu om de licht
sterkte te regelen. Met de
grootste nauwkeurigheid
wordt de paraplu bewogen,
totdat de schutter zijn doel
in het voor hem meest aan
gename licht in het vizier
heeft. Terwijl langzaam de
spanning voelbaar wordt
en iedereen de adem in
houdt, legt de buksmeester
vervolgens de kogel in het
geweer. Het uur van de
waarheid is aangebroken.
Een laatste blik door het
vizier. Een doffe knal en
het stopje verdwijnt.
De eer van het dorp is ge
red, tot het volgende schot.
JAN NIES
Onder de grootste spanning worden' de schietwedstrijden gehouden.
„Praten met andere ouders over je blinde kind beurt je op".
BROEK IN WATERLAND -
„Toen ik Fransje kreeg, kon ik
me niet voorstellen, dat het
kind ooit vrolijk zou kunnen
zijn. Ik wilde daarom niets lie
ver, dan andere ouders van
blinde kinderen spreken. Ik
wilde zien hoe andere kinderen
speelden en of ze dat ondanks
hun blindheid leuk vonden. Dat
betekende een steun voor mij.
Ik geloof, dat het voor andere
ouders van blinde kinderen ook
fijn moet zijn om contact met
elkaar te hebben".
Dit is een uitspraak van mevr.
G. Eïselin-Bosscher in Broek in
Waterland, die een van de initia
tiefnemers is geweest tot de op
richting van de „Landelijke Ver
eniging voor Ouders van Blinde
Kinderen". Zij en haar man
hebben een blind meisje van
bijna 3 jaar oud. Het heet
Fransje en is hun enig kind.
Fransje speelt buiten als het
gesprek plaats heeft. Sinds een
week mag zij van haar moeder
in de buurt van de woning aan
het Oosteinde spelen en ze doet
niets liever. Het mooist vindt ze
het om in de Fiat van mama,
die wegens hoge ouderdom niet
meer in gebruik is, te spelen.
Dat is ook de reden, waarom
het autootje nog niet naar het
autokerkhof is verhuisd.
Waarom besloot mevrouw Eise-
lin een vereniging op te richten,
terwijl er toch al zoveel vereni
gingen en stichtingen voor blin
den in Nederland bestaan?
Mevrouw Eiselin: „Als je een
blind kind krijgt, krijg je wel
hulp van allerlei diensten. Er is
een maatschappelijk werkster,
er is voorzorg voor het kind, dat
nog niet naar school kan en je
kunt zelfs een instructrice thuis
krijgen voor advies.
Maar als ouder heb je er be
hoefte aan met anderen over je
kind te praten. Elke moeder
vindt het fijn met anderen over
de opvoeding van haar kinderen
te praten. Toen ik contact wilde
hebben met andere ouders van
blinde kinderen, bleek dat niet
mogelijk te zijn, omdat ik niet
aan adressen kon komen. Tot
dat ik op een voorzorgsdag, die
eens per jaar door het instituut
wordt gehouden voor ouders
van jonge blinde kinderen,
kwam. Daar maakte ik kennis
met anderen. Eindelijk deed de
gelegenheid zich voor om eens
te praten over je kleine pro
bleempjes: over hoe je je kind
moet laten spelen, hoe het moet
gaan met de vakanties, wat voor
onderwijs je kind kan krijgen.
Ik heb toen aan die andere ou
ders voorgesteld contact met el
kaar te houden en een vereni
ging op te richten, waarin het
voor ouders mogelijk is elkaar
te ontmoeten. Niet op vergade
ringen en lezingen, maar ge
woon bij elkaar thuis of via de
telefoon. Bijna iedereen voelde
voor dit idee. We hebben 660
uitnodigingen verstuurd om de
oprichting tot stand te brengen.
Ik kreeg ruim 100 positieve
reacties en uiteindelijk kwamen
er 25 mensen naar de oprich
tingsvergadering.
We zijn van plan de vereniging
regionaal op te bouwen, zodat
ouders in hun eigen streek mak
kelijk contact kunnen hebben
met andere ouders. Daarbij wil
len wij een krantje gaan uitge
ven".
Toen Fransje werd geboren,
vond ik het heerlijk blinde kin
deren te zien, die wat ouder
waren, zodat ik me voor kon
stellen hoe Fransje op die leef
tijd zou zijn. Ik wilde zo graag
weten wat een blind kind alle
maal kan en of het ook plezier
heeft in zijn leven.
Nu heb ik fijne gesprekken met
ouders. Zo hoorde ik laatst in
een gesprekje met een andere
moeder, dat haar blinde zoontje
op een bouwwerk was geklom
men. Dat is natuurlijk gevaar
lijk... maar het is tegelijkertijd
heerlijk, omdat het kind het on
derneemt.
Zo'n gesprek beurt je erg op.
Het inspireert je bij de opvoe
ding van je eigen kind. Ik wil
mijn kind liefst zoveel mogelijk
in een wereld van zienden laten
leven. Ik wil, dat ze onder zien
den verkeert.
Ik voel niets voor dat sorteren
van mensen: zo van bèj aarden
in een bejaardenthuis en blin
den ook allemaal bij elkaar. Ik
wil, dat ze hier in het dorp
opgroeit met mensen, die zij
kent. Fransje is een verschrik
kelijk vrolijk kind; ze is geestig,
ze is onderhoudend en ze lacht
voortdurend. Van een mevrouw
uit het dorp kreeg ik zelfs de
volgende reactie: „Fransje lacht
altijd. Kan zij soms niet hui
len?"
Heeft u haar ep een speciale
manier opgevoed?
„We hebben van te voren de
afspraak gemaakt haar zo veel
mogelijk vrij te laten. Soms is
dat wel moeilijk. Zoals nu met
dat buiten spelen. Mijn man is
het er nog steeds niet helemaal
mee een-, dat ze zomaar de
stra. op kv-ii gaan. Waar we
altiju g 1 aandacht aan be
steed hebben is aan haar eigen
lichaam en de beweging van
haar lichaam. Daarom is ze nu
misschien motorisch erg goed.
We hebben altijd heel wilde
spelletjes met haar gedaan:'
stoeien, met haar zwaaien. Ze
mocht overal aan hangen en
overal opklimmen, in de kamer
hangen een schommel en een
paar ringen. We hebben daarbij
ook ontzettend veel aandacht
besteed aan het voelen van din
gen.
Zodra ze dingen kon vasthou
den, sleepte ik alles naar binnen
om haar er kennis mee te laten
maken: straatstenen, ijzer, roes
tige voorwerpen, bloemen, gras,
een stomp mes, een zware
klauwhamer, noem maar op. Ze
is nu ontzettend handig met
haar vingertjes.... Kijk, over dit
soort dingen kan je bijvoorbeeld
ook praten met ouders, die net
een blind kindje hebben gekre
gen.
Toen ik Fransje net had, kon ik
me niet indenken hoe het moest
gaan. Ik durfde mijn ogen niet
dicht te doen om me voor te
stellen hoe het is: helemaal niets
zien. Dat is te akelig. Nu denk
ik: „Als ik bij de geboorte had
geweten hoe Fransje nu is, dan
was het toen lang zo erg niet
geweest..."
Ouders, die meer willen.weten
over de vereniging, kunnen con
tact opnemen met mevrouw Ei-
seling, Oosteinde 15 in Broek in
Waterland,telefoon 029031679.
ANNEKE VAN DOK