Ohrid
nuchtere
kaaskop
gaat in
Macedonië
voorde bijl
(Inafe
EXCLUSIEF
BIJ
HOTELPLAN
OHRID - Ruim drie uur
na het vertrek van een
altijd tochtig Schiphol
glijdt de Transavia-
Boeing over de woeste,
bruine bergen van Mace
donië. Voorin bij de pan
try, die volgens schema is
volgestort met ondrink
bare koffie en bleke bo
terhammen in plastic re
genjassen, laat schrijver
A. den Doolaard spon
taan zijn veiligheidsriem
vieren om door het raam
de eerste, vage contouren
op te vangen van het
land van zijn jeugd: een
meer, bedekt met de dons
van ochtendnevel, daar
omheen loodrechte rot
sen, die het water in de
houdgreep houden als een
steile wandrijder in zijn
tent op de kermis.
Als het toestel lager zakt
de stewardess verzoekt
nu ook het roken te sta
ken. Op welk griezelig ro
bot-instituut leren deze
meisjes eigenlijk zó te
praten door een neus van
gezandstraald ijzer - zie je
witte vlekken op de flan
ken. Op die hoogte lijken
het nog communicantjes,
die aarzelen op hun eerste
tocht naar de communie
bank. Maar als eenmaal
de daling is ingezet wor
den het toch vanzelf hui
zen, schuren, slordig in de
dorre grond geprikt door
een planoloog met ruimte-
Den Doolaard is de eerste
passagier, die Ohrid ziet
liggen. Het kan nauwe
lijks een verdienste wor
den genoemd, want het is
inmiddels de tiende keer,
dat hij zijn stulp in de
lage landen inruilt voor
dit vergeten, doodarme
paradijs in het zuiden van
Joegoslavië.
Voor het eerst ging hij er
heen in 1932 om een
jeugddroom te verzilver
en. Ook toen was hij al
een tegendraadse zwer-
Tour-operator Hotelplan (Laan van Meerdervoort 30
in Den Haag, telefoon 070—631550) heeft Ohrid als
exclusieve bestemming in zijn lijvig vakantiepro
gramma. „Een absolute topper", zegt directeur Hans
Roothaert, „Macedonië biedt de fijnproever en de
avonturier ongehoorde mogelijkheden om van zijn
vakantie één doorlopend feest te maken".
Een acht-daagse vliegvakantie naar deze bestem
ming kost vanaf 435 gulden. Men heeft voor deze
prijs de retourvlucht, transfer en een appartement
met gezellige salon, ruime slaapkamer, badkamer
met toilet en een woonkamer/keuken. Prefereert
men een hotel dan heeft men de keuze uit vijf
mogelijkheden, variërend van het eenvoudige Pala
ce II (vanaf 470 gulden) tot hotel Desaret (vanaf
509 gulden).
Aan alle Hotelplangasten wordt op de dag na
aankomst een gratis stadsbezichtiging te Ohrid aan
geboden, inklusief de entrees van diverse monumen
ten en aansluitend een lunch in een restaurant, waar
de eigen Nederlandse hostessen de onontbeerlijke
informaties over stad en omgeving geven. Bij de
excursies die gemaakt kunnen worden is onder
meer een dagtocht per boot naar Sveti Naum met
forellenlunch en een dagtocht met muilezels de
bergen in, waar een picknick wordt georganiseerd.
Ook kan men naar Edessa in Griekenland.
Ohrid zelf heeft een aparte, boeiende architectuur,
die de laatste jaren zorgvuldig wordt geconserveerd.
Een wandeling door de wirwar van dalende en
stijgende stegen en straten is al een belevenis op
zichzelf. Dat geldt ook voor een bezoek aan de
wekelijkse markt, waar Macedoniërs van heinde en
verre hun koopwaren luidkeels aanbieden. Voor
cultuurliefhebbers zijn er de kostbare kunstschat
ten, fresco's en ikonen in de vele oude kerken,
musea en kloosters.
De natuur rond het meer is ook bijzonder boeiend
en in het water komen ondanks de ook hier dreigen
de vervuiling nog steeds dieren voor, die overal in
de wereld nog slechts als fossielen worden aange
troffen.
Een meer, bedekt met de dons van de
ochtendnevel tussen loodrechte rotsen die
het water in de houdgreep houden.
ver, een avonturier met
permanente geeuwhonger
naar de horizon. „Het
enig verschil is, dat ik in
die tijd geen veer had om
weg te blazen. Ik heb die
eerste reizen dan ook lif
tend en lopend moeten
maken. Dagen in je dooie
eentje door een uitgestor
ven land dwalen. Hopen,
dat je tegen de avond een
boerderijtje vond, waar je
tussen de vlooien en de
luizen in het hooi mocht
slapen. En als het donker
was werd je uitgenodigd
om bij het vuur te komen
zitten en dan ging de
kruik met wijn rond en
werd het brood verdeeld.
De boer sneed de hompen
tegen zijn borst in zo eer
lijk mogelijke parten en
de wijn dronk je uit de
kruik, die werd doorgege-
Nu stap je 's morgens om
acht uur met je gele tasje
belastingvrij vuurwater in
een vliegtuig en even over
elven ben je op de plaats
van bestemming. Dat is
de hoge prijs, die een
mens voor zijn welvaart
moet neertellen. Als je
vandaag nog een luis wilt
dooddrukken, moet je
vriendschap sluiten met
een museumdirecteur.
Paradijsje
Ik prijs me dan ook ge
lukkig, dat ik de tijd nog
heb mogen meemaken,
dat je je uit de naad
moest lopen om in een
aards paradijs te komen.
Ik herinner me, dat ik op
één van mijn reizen naar
Joegoslavië onderweg
voor vijftien gulden een
ezel kocht. Dat geld had
ik uit mijn mond ge
spaard, maar het was wel
harde noodzaak, want ik
had blaren als biljartbal
len onder mijn voetzolen.
Op die wrakke ezel ben ik
daarna als een nauwelijks
geloofwaardige Messias
het beloofde land binnen-
geschommeld. Ik heb dat
beestje in Ohrid overigens
met zeer gering verlies
weer van de hand kunnen
Die eerste reis naar de
stad aan het meer in Ma
cedonië resulteerde na ja
ren koppig schrijfwerk in
de bestseller „De bruiloft
der zeven zigeuners", die
inmiddels aan zijn der
tiende druk toe is. In dit
boek projecteert Den
Doolaard zijn eigen drif
ten in de hoekige figuur
van Branco Marjovitsj,
die een zwak heeft voor
drank, muziek en vrou
wen. Wat dat laatste be
treft laat den Doolaard
hem volledig aan zijn
trekken komen, want tij
dens een tocht naar Ohrid
wordt Branco reddeloos
verliefd op de studente
Dusjka.
Na 251 dichtbedrukte pa
gina's is eindelijk het ho
ge „ja-woord" er uit, doch
niet, nadat zeven zigeu
ners de lievelingsliederen
hebben gespeeld, die voor
Branco zoete herinnerin
gen oproepen aan zeven
verloren geliefden, die hij
avondvullend heeft be
mind. De uitgever noemt
het ingebonden werk op
de flap „een feestelijk en
kleurig boek" en de
schrijver is geneigd hem
gelijk te geven. „Het is
namelijk niet mijn ver
dienste, maar die van Joe
goslavië. Dit is bij uitstek
een land voor zwervers,
vechters en halve en hele
idealisten. Als je gevoelig
bent vooi* het coloriet van
dit volk word je er door
Hotelplan heeft in Ohrid permanent de beschikking over ervaren Nederlandse hostesses,
die de gasten wegwijs maken in het ruige Macedonische rijk.
verblind. Zelfs de nuch
terste kaaskop met maar
één gram avontuur in zijn
donder gaat in Macedonië
voor de bijl. Hij is redde
loos verloren. En als hij
terugkeert op zijn schre
den en naar moeders pap
pot vlucht zit hij gegaran-
deerd opgescheept met
een heimwee voor het le-
Memenriolen
Den Doolaard spreekt uit
ervaring, want ondanks
de vele reizen, die hij na
zijn pelgrimage in 1932
nog heeft gemaakt „ja
zeker, ik heb ook de stin
kende mensenriolen van
Chicago en Calcutta ge
zien" ging hij telkens
terug naar de plaats,
waar hij eens over schreef:
„een grauwig witte stad
van brokkelige huizen, in
vooroverhellende rijen
langs de heuvel gebouwd,
die als een kaap in de
wijde vrede van een
blauw bergmeer vooruit
steekt: dat is Ohrid, de
oude middeleeuwse kei-
zersstad, door de Grieken
gebouwd, door de Romei
nen bevestigd, door de
Slavische heiligen Kli-
ment en Naum met witte
kloosters omsprenkeld,
door de Noormanne ge
plunderd, door de Ser
viërs heroverd, door de
Turken geknecht en geha
vend, tot het in de twintig
ste eeuw de zuidelijkste
stad in Groot-Servië
werd. Heden is het een
grensplaats zonder grens-,
verkeer, een stadje, dat
met zijn oude luister is
weggezakt naar het uiter
ste puntje van een op
bloeiend rijk, dat bruggen
en spoorwegbouw nood
zakelijker acht dan het
restaureren van oude ker-
Bierbuiken
Klopt - die ruim veertig
jaar oude beschrijving
nog steeds?
Over het gekerfde hoofd
van Den Doolaard waait
een vermoeide glimlach.
„Eigenlijk moet die rij no
dig worden aangevuld",
geeft hij toe, „na de Tur
ken zijn de toeristen geko
men. Bleekgezichten uit
het rijke Westen, badgas
ten met bierbuiken en
Mercedes Benzen, die de
stad opnieuw met hun
tiende penningen hebben
gebrandschat.
Toen ik hier een paar jaar
geleden een hotel binnen
stapte begroette de por
tier me in vrijwel vlekke
loos Nederlands. Ook hij
had inmiddels als gastar
beider de zegeningen van
onze vaderlandse wel
vaart mogen proeven.
Toen hij mijn naam hoor
de, wist hij ook nog te
vertellen, dat ik een aar
dig boek over zijn stad
had geschreven. „Mijn he
mel", dacht ik, „daar be
gint het al. Laat God in
elk geval verhoeden, dat
dit land hetzelfde afschu
welijke lot treft als de
Spaanse Costa Brava.
A. den Doolaard op zijn vliegende praatstoel in de Boeing in gesprek met onze redakteur
Leo Thuring. „Laten ze in hemelsnaam van Ohrid gauw een nationaal park maken".
Laat hier het dynamiet
niet de rotsen splijten om
plaats te maken voor be
tonnen hotelbunkers.
Laat Ohrid asjeblieft blij
ven, zoals ik het eens ge
vonden heb. Er moet in.
deze wereld toch één plek
kunnen overblijven, die
kan dienen als Gods ver
wilderde achtertuin".
Vrome wens
Terwijl hij spreekt, verra
den zijn sceptische ogen,
dat hij het zelf als een
even vrome als loze wens
beschouwt. Ohrid anno
1974 is allang niet meer
de ongeslepen diamant,
die hij in 1932 tussen de
bergen heeft gevonden.
Toen kon hij nog moeite
loos uitweiden over een
vervallen huis, met mu
ren, waar de kalk afblad
derde en dat met treurige,
lege vensterglazen over
het water staarde. Hij
hoefde maar rond te kij
ken, zijn pen in de inkt te
dopen en de volzinnen
kwamen vanzelf:
„het huis rustte voor drie
kwart op de hellende oe
ver en hing verder als een
vogelnest tegen de uitge
vreten kalkrots aan, die
steil naar het doorzichtige
water omlaagstortte. Het
rode pannendak stond te
gen stapelwolken, de dun-
gekalkte muur van bak
steen en gehouwen steen
door elkaar trok een kar
telende streep over het
bewogen watervlak, zodat
rotswoning en bergmeer
in hun romantische onre
gelmatigheid bij elkaar
schenen te horen".
Eenzame reiziger
Elke keer als Den Dool
aard in de afgelopen veer
tig jaar terugkeerde naar
Ohrid zocht hij tevergeefs
naar dingen, die hij mate
loos had leren liefhebben.
Aanvankelijk was hij in
het witte rijk aan de oe
ver van het bergmeer een
'eenzame reiziger, maar
gaandeweg volgden
steeds meer avonturiers
zijn uitgeslepen spoor
naar de horizon.
Den Doolaard haalt de
schouders op. Zegt: „en
nu zijn we zover, dat er
elke week een Boeing 707
de lucht in moet om al
leen al de liefhebbers uit
Nederland naar mijn ge
liefde te brengen. Tel uit
je winst zwerver. Mis
schien heb je dan toch
voor niks geleefd".
Tevoren heeft hij al met
goed volgehouden wal
ging bekend, dat hij iri
een afschuwelijke wereld
leeft. „Ik heb altijd gepro
beerd om mijn idealisme
niet kwijt te raken. Maar
als je over de zeventig
bent ga je toch twijfelen.
Je kijkt om je heen en ziet
de droefenis, die wij men
sen van de schepping ge
bakken hebben. Je hebt
met je bescheiden midde
len gevochten tegen uit
buiting, tegen het verne
derende kolonialisme. En
wat ben je er mee opge
schoten? De nieuwe gou
verneurs-generaal zijn de
directeuren van de multi
nationals. De heren in de
"decente pakken, de olie
sjeiks en de chemische
reuzen, die exact het mo
ment kunnen bepalen,
waarop een president ver
moord moet worden, zo-
Helaas hebben wij met
zijn allen deze schande
veroorzaakt. Wij Neder
landers zijn met onze hele
persvrijheid altijd te
zachtzinnig geweest te
genover de gezagdragers,
de mensen aan de kraan.
We hebben ze opgezadeld
met een macht, die ze
brooddronken heeft ge
maakt. De gevolgen zie je
ovesal om je heen.
Helaas moet ik bekennen,
dat ik te moe of te teleur
gesteld ben om terug te
vechten. Bij elk nieuw ka
binet dat in Nederland
opduikt, haal ik alleen
mijn schouders op. „Weel
een miskleun", denk ik
dan, „als ze maar met hun
poten van Ohrid afblij
ven. Laten ze er gauw een
nationaal park van ma
ken. Laten ze deze unieke
stad beschermen, koeste
ren, alsof het hun liefste
kind is".
Teken aan
de wand
Na de landing verlaat hij
als eerste het vliegtuig.
Op de trap blijft hij staan.
Hij kijkt onrustig om zich
heen met tranende ogen,
die nog niet gewend zijn
aan de felle zon.
Daarna loopt hij lang
zaam, maar kaarsrecht
naar het stationsgebouw,
waar sinds kort een direc
teur zetelt die vroeger de
monumenten van Ohrid
onder zijn zorg had. Toen
hij dat in het vliegtuig
telde voegde hij er aan
toe: „het zoveelste teken
aan de wand vriend".
De douanier geeft hem
een warme hand, als hij
zijn paspoort over de ba
lie schuift.
Het lijkt of Den Doolaard
weer thuis is.
Het kerkje op een rots aan het meer van
Ohrid.