het portret van een huwelijk utopisch spel van constant persoonlijke poëzie vmr velen i» mi r af afe» ft*,-,. „r-Vias De dichters om wie het wezenlijk gaat hebben een iBigen ritme, misschien niet dadelijk, maar wel na itnige tijd. Of ze zich uiten in classististische of traditionalistische vormen en maten, met rijm of tonder rijm, doet daar niets aan af. Ieder geslaagd fers van hen en zelf het minder geslaagde - is tr aan te herkennen. Iferzenschrijvers die dat niet hebben, kunnen lieve, rriendelijke mensen zijn, of ploerten, beschaafd of onbeschaafd, redelijk of onredelijk, vrolijk of somber, geëngageerd of vrij, de mode volgend of "ouderwets", Set zijn niet de dichters om wie het wezen'ijk gaat. Hun werk bezit niet de bci.via'de int i« die de roornaamste n liet merkwaard Wen kan d. ran twee dicVortw a (cheen, een zuidafnkaanse en een holland*. Hun onderwerp is zelden groots of bijzonder ongewoon. Zij hebben het beiden over sterk met h persoon verbonden voorvallen en ze hebben de nei ging die ervaring te objectiveren, als het ware in een .ander te verplaatsen, om ze beter te kunnen zien. De zuidafrikaanse dichter Elisabeth Eybers spreekt soms van jij in de zin van ik of men, om zichzelf tegenover zichzelf te stellen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in een van haar sterkste gedichten: Getij. Gety. Eens in 'n etmaal nog éltijd die nulpunt van wanhoop. Totaal Oorrompel en onbereid sink jy terwyl jou bloed wegtregter cn langsaamaan weer opstoot. Jy weet dit gaan vanself wel weer oor, jy vermoed dit gaan oor tot die volgende naai. en later - dit weet jy vir goed, als die afgrond jou agterhaal Men kan dit met reden strikt persoonlijk vinden. Maar tegelijkertijd is het ook onpersoonlijk of voor velen geldig Het is juist voorname poëzie die deze eigenschap gewoonlijk vertoont. Als men dit vers goed heeft gelezen en het eigen ritme er in heeft ontdekt, zal men de gedichten van Elisabet Eybers voortaan gemakkelijk herkennen. Zij heeft het vrijwel altijd over zichzelf of wat haar zelf aangaat, maar er is steeds die meergeldigheid, een spiegelend lot als in Naamlose Sonnet. Het staat in de bundel Kruis of Munt, die bij Querido te Amsterdam verscheen. Hij was van die begin af nooit geneig om wat ook hom ontroer te formuleer- nou merk sy weer hoe selektief hij swyg wanneer hij uit sy verre ryk weerkeer Waar slegs die taal wat handeling begelei gewissel word. Dade is sy gebied. hulle spreek vanzelf; wat hij hegeer verkry hv me er daad. Hij laat sy wil geskied Soms l i per in v vooruitstri wendheid en vind terloops erposing in haar skoot pliglpleg ingloos bedroe indertyd daarna bevorder tot bedrogsgenoot Een blaker nog sy selfgebaande weg sonder die sjibbolet van goed en sleg. Bij de hollandse dichteres Ida Gerhardt vindt men uiteraard een ander ritme, maar de instelling, de neiging tot objectivering, dat persoonlijke onpersoon lijke treft men ook bij haar. Bij Polak en Van Gennep te Amsterdam kwam van haar een gewijzigde her druk van Het Levend Monogram uit, de bundel waarmede zij voorgoed de aandacht op zich vestigde. Bij haar en in dat titelgedicht vindt men het religieuze besef, dat men bij Elisabeth Eybers niet aantreft. Het monogram is de vis het symbool voor Christus. De vis gestrokken door mijn hand en even vrij nog van de golven zal straks gewist zijn van het strand en door de grote vloed bedolven. Vita Sackville-West is vooral bekend geworden door twee van haar boeken, de romans The Edwardians en All Passion Spent, Verbrande Hartstocht, Waarin ze de hogere kringen van haar tijd beschrijft, door haar boek over Jeanne d'Arc dat getuigt van de wil tot objectiviteit, maar dat toch zeer persoonlijk is en door enkele verzen over de natuur en het natuur leven in Engeland. Ze woonde een tijd lang op het Kasteel Knole en later met haar man Harold Nicolson op het kasteel Sissinghurst, waar ze de tuinen van aanlegde. Ze kende dus het leven op het land en de natuur en ze hield van dat leven. Ondanks haar boek over Jeanne d'Arc in wie ze de heldin bewonderde, was ze niet gelovig. Haar man Harold Nicolson, ook een bekend auteur, was een diplomaat in verschillende plaatsen op de wereld, maar Vita ging gewoonlijk niet met hem mee. Éen groot gedeelte van hun leven leefden de echtge noten dus gescheiden van elkaar. Ze hadden twee zoons, Benedict en Nigel. De jongste zoon Nigel gaf nog tijdens het leven van zijn vader een deel van diens dagboeken uit. In die uitgave blijkt het huwelijk tussen zijn ouders, die lang niet altijd samen waren, een bijzonder gelukkig huwelijk ge weest te zijn. Bij Weidenfeld and Nicolson te Londen is nu een nieuw boek van Nigel Nicolson verschenen, dat hij Portrait of a Marriage noemde en dat over dat huwelijk handelt. Het bestaat uit papieren van zijn moeder die hij na haar dood in 1962 vond, en om die papieren van autobiografische aard begrijpelijker te maken heeft Nigel Nicolson ze met tussenteksten en andere ontle ningen aan elkaar verbonden. Hij heeft dat met zorg gedaan, al blijkt hij een bekwaam maar geen groot schrijver en is het in zijn werk meer om de stof dan de stijl te doen. Op het eerste gezicht lijkt de publicatie haast sensa tioneel en de publicatie door een zoon haast oneerbie dig. Maar al spoedig blijkt dat het de zoon niet te doen is om zijn moeder, die zich betrekkelijk weinig met haar kinderen bemoeide, in haar afdwalingen te kijk te stellen, maar juist om haar, door haar te laten zien als ze was, te rechtvaardigen. Zijn boek is geen blijk van rancune, maarjuist het tegendeel. Het is bedoeld als een eerbetoon, en het is Nigël te doen om te tonen dat dit portret van een huwelijk, het portret van een gelukkig, zelfs in bepaalde zin van een ideaal huwelijk is. Zijn moeder zelf maakt het in haar autobiografisch geschrift wel zeer duidelijk, dat de beide echtgenoten in de gebruikelijke zin van het woord niet bepaald trouw waren. Zij vertoonden beide homofiele kenmerken en ze gaven aan die neigingen toe. Harold met vrienden op zijn diploma tieke posten, Vita met enkele vriendinnen voor wie ze een grote hartstocht opvatte. Ze was een tijd lang verliefd op Rosamond Grosvenor en tussen haar en Violet Keppel ontstond een zeer hartstochtelijke verhouding, een verhouding "op le ven een dood". Ze vluchtte verscheidene malen me) Violet Keppel, maar ze kon er toch niet toe komen om haar man beslissend te verlaten. Van zijn moeders zijde stamde ze af van een Spaanse balletdanseres en misschien had ze van haar de hartstocht geërfcf, die haar leven in het begin van haar huwelijk zo moeilijk en bewogen maakte. Violet Keppel pleegcfé geen zelfmoord, maar trouwde later. Vita Sackville-West vertelt over deze verhouding zeer openhartig, maar toch met een grote gereserveerd heid. Later werd ze nog verliefd op de romanschrijfc ster Virginia Woolf, maar hoe die relatie was blijft onduidelijk. Nigel Nicolson stelt vast, dat Virginia Woolf eerder koel dan sensueel was. Maar ook dit bracht het huwelijk geen schade, ondanks alles hielr den Vita en Harold van elkaar hun leven lang. JOS PANHUIJSEN. Maquêtte voor een zigeunerkamp, 1956 De relatie tussen beeldende kunst en Holland Festi val is altijd wat vaag geweest. Soms waren er tentoonstellingen die toevallig tijdens het festival gehouden werden en daarom werden uitgeroepen tot festival-gebeuren, maar andere jaren bleef deze tak van kunst helemaal buitenstaan. Dit jaar viel de opening van het Holland Festival samen met het openen van de Constant-tentoonstelling in het Haag se Gemeentemuseum en de expositie werd daarmee duidelijk een der hoogtepunten van Holland Festival 1974. Hoogtepunt, want Constant is een uniek kunstenaar en het project dat hij toont - New Babylon - is een volkomen uniek project waaraan hij al twintig jaar werkt, zij het dat de naam New Babyion eerst in 1960 voor het eerst in een tijdschriftartikel werd gebruikt. Constant A. Nieuwenhuys, geboren 1920, was destijds het brein achter de Nederlandse sectie van de Cobra-beweging die in zijn stormachtige korte bestaan streefde naar een totale omvorming van de maatschappij, óók van de kunst. ZIGEUNERKAMP Toen Cobra verdwenen was gingen de meeste deelne mers, Karei Appel bijvoorbeeld, op goudgerande lauweren rusten. Constant niet. Die hield zijn sociale vuur brandende en bleef in goede Cobra-traditie naar vernieuwingen zoeken. Geleidelijk aan ging hij min Sectorengroep in landschap der schilderen en zich meer met ruimtelijke proble men bezig houden. Een keerpunt betekende voor hem de belevenissen van zigeuners in het Franse Alba. Die zigeuners waren gewend om tijdens hun omzwer vingen neer te strijken onder de overkapping van de veemarkt, die alleen op zaterdagen wordt gebruikt. Daar legden zij hun vuren aan, hingen hun tentzeilen op en schiepen zich met afvalmateriaal ruimten om te leven. De autoriteiten verboden het tenslotte. Con stant ontmoette hen in 1956 toen ze armzalig kam peerden op een stukje grasland. Hij ontwierp een mobiel zigeunerkamp dat onder één afdak tal van leefvormen mogelijk zou maken. Het plan werd niet gerealiseerd, maar voor Constant was het de aanzet tot ontwerpen van andere ruimtelijke constructies van een nieuwe stad, een nieuwe wereld, een nieuw Babylon EEN SPEL Dat New Babylon is eigenlijk een serieus bedoeld spel. Constant ziet in de toekomst een wereld die zozeer gemechaniseerd is dat vrijwel geen menselijke arbeid meer verricht hoeft te worden. In die wereld, gebaseerd op de ideeën van Marx, zal de mens vrij zijn om te spelen, niet geplaagd door de druk van de arbeid, ongekend welvarend. Er zal geen religie meer zijn, en ook geen stad, woning, straat, sportveld etc. Er zal geen recreatie meer zijn uitsluitend creatie en dit dan in een procés waaraan iedereen deel kan Het klinkt allemaal even utopisch als absurd. Con stant is zich van het een als het ander goed bewust. Hij bepaalt zich daarom tot grote lijnen en laat moeilijke tussenvraagjes buiten beschouwing. In de grote lijnen heeft hij inmiddels die utopische wereld al op poten gezet in maquettes, tekeningen en schilde rijen. Modellen die bedoeld zijn om hoog boven een groene aarde als enorme ruimteconstructies te verrij zen, volgestopt met alle technisch vernuft waarover de mensen van morgen zullen kunnen beschikken. Ruimten waar zij met elkaar kunnen communiceren en spelen, waar het leven op een hoger plan geleefd wordt dan ooit eerder in de geschiedenis der mensen mogelijk was. Die maquettes, tekeningen, prenten en - vooral recent - schitterende schilderingen hebben dus een „diepere betekenis" en die maakt het nodig dat de expositie met veel teksten wordt begeleid. Die teksten staan in de uitstekende catalogus en zijn meer dan volop aanwezig op de tentoonstelling. Men hoeft overigens geen utopist, marxist of wat dan ook te zijn om het afgezien van al die teksten een erg fijne tentoonstelling te vinden. Want Constant heeft een plan, een nogal radicale sociale instelling, een intellectuele bezetenheid ook. Maar hij is, mis schien ondanks zichzelf, op de eerste plaats kunste naar. Zijn maquettes, hier soms getoond en belicht zoals men het juwelen doet, zijn ruimtelijke construc ties van grote estetische waarde, zijn aquarellen en DEURENLABYRINT Een al wat ouder idee van Constant, dat New Baby lon een labynntvorm moet hebben die vertragend werkt op de gang van de mens (dan wordt het voortbewegen, een extra-spel zoals men nu op vakan tie door een toeristisch stadje zwerft) is op de tentoon stelling gerealiseerd met een „deurenlabvrint" ruimte met vele dëuren die volkomen identiek zijn, maar die twee aan twee gemonteerd zijn. Als men een deur opendoet verandert men tevens de erachterliggende ruimte. Dat is een spelletje dat leuker wordt naarma te er meer mensen aan deelnemen. We hebben met genoegen deuren geopend en gesloten. New Babylon zal wel nooit voorbij het maquettesta dium komen. Misschien kan het wel ideeën aanreiken aan mensen die de echte maquettes van de wereld van morgen moeten maken. Minstens het idee dat die wereld mooi en speels moet zijn. De tentoonstel ling blijft tot 1 september in het Gemeentemuseum te zien. T/m 3 augustus kan men in Den Haag ook terecht bij Galerie Nouvelles Images, Westeinde 22. Daar zijn veertien aquarellen en veertig etsen van Constant te zien en te Hoop. Vg. etsen zijn prachtig. Constant is zonder meer een van onze voornaamste grafici. En het stemt tot vreugde dat hij de laatste jaren weer meer is gaan schilderen, want, als gezegd, die schilderijen zijn schitterend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 16