Zuster
tekende
haar
klooster
rijk
„Hummeltjes" veroveren
nog steeds de wereld
HOGE
RAAD
WEES
FAMILIE
AF ALS
ERF
GENAMEN
Siessen Vraagt men iemand tegenwoordig wie;
Bertha Hummel is, dan staat vooral de jonge
generatie nog al eens met de mond vol tanden,
maar laat men een van haar tekeningen zien,
dan verschijnt er in de meeste ogen onmiddel
lijk een blik van herkenning. Bijna iedereen
heeft wel eens de guitige kindertjes met bolle
wangen, gezond en vrolijk van top tot teen en
vaak in gezelschap van goddelijke engeltjes of
grappige dieren gezien. Wegens de voorkeur, die
een bepaald genre van haar prenten genoot en
nog steeds geniet, is Bertha Hummel echter al.
te zeer vereenzelvigd met de schepper van welis
waar vermakelijk, maar vooral onschuldig te
kenwerk. Het woord „kitsch" slikten de kenners
weliswaar al gauw in, maar dat van „kunst"
konden zij ook niet over liun lippen brengen.
De verwarde tijd, waarin zij leefde is er' de
oorzaak van, dat er biografisch nauwelijks iets
over haar bekend is, maar gesprekken met tijd
genoten openbaren een volkomen ander beeld
dan dat van het ongecompliceerde meisje, dat
anderen met haar tekeningen „alleen maar"
vreugde wilde bereiden. Haar stokoude overste
in sacrale formuleringen: ^,De oorlog is niet
zonder sporen aan haar voorbij gegaan. Zij was
nauwelijks hier bij ons in Siessen of het klooster
werd al op l^st van de nazi's opgeheven. Er bleef
haar geen andere keus dan weer terug naar huis
te gaan, maar onophoudelijk schreef zij ons
brieven of wij geen kamertje voor haar vrij
•hadden, want alleen hiér voelde zij zich werkelijk
thuis. Nu hadden wij voor de afwikkeling van
administratieve zaken een klein gedeelte van het
klooster mogen behouden en op haar bidden en
smeken vonden we nog een vertrekje. Zo kwam
ze terug, maar de oorlog, de verdrijving en alle
ellende waren teveel voor haar geweest. Zij stierf
al in 1946".
'Een zelfportret van de in 1909 geboren Bertha
Hummel uit haar gelukkig lijkende studietijd in
München, waar zij leerde schilderen en een
diploma cum laude verwierf, toont een gaaf
meisjesgezicht, maar een dat wetend en met een
lichte trek van smart in de wereld kijkt. Waar-,
om? Zij had alles wat zij begeerde en kon
ondanks de zorgelijke periode van tussen de
beide wereldoorlogen vier jaar lang onbekom-'
merd aan de kunstacademie leren en werken.
Hier echter ontstond het conflict, waaraan zij ten
gronde dreigde te gaan. De keus tussen een
bestaan als moeder of als kunstenares dreigde,
haar te breken, omdat beide opgaven in haar
ogen onverenigbaar leken.
Als enig alternatief vond zij het klooster, maar
haar verlangen naar kinderen bleef zij in de
korte tijd, die haar vergund was, in ontelbare
tekeningen uitschreeuwen. Het was zo sterk in
haar, dat zij volwassenen nog maar. onbeholpen
kon uitbeelden. In,kinderen drukte zij de vreug
den en angsten van grote mensen uit, maar zij
kon ook satirisch en kritisch tekenen. De com
mercie hield echter voor het nageslacht de „lie
ve" Hummel in leven, misschien niet ten onrech
te, want het lieftallige domineerde zeker in haar.
Deze commercie leidde ook tot het conflict, dat
Bertha Hummel eigenlijk pas voor het eerst in
het nieuws bracht, hoewel miljoenen al decennia
lang van haar tekeningen genoten hadden.
De regelmatig rinkelende kassa in het klooster
van Siessen was een wanklank in de oren van
Bertha's broer, die niet van zakelijke inzichten
gespeend is en haar 90-jarige moeder daarom
influisterde de auteursrechten aan een Ameri
kaanse firma te verkopen. Moeder Hummel
meende inderdaad de wettige erfgename te zijn
en plaatste haar handtekening onder een profij-
Bertha Hummel met kinderen in de kloostertuin van Siessen
telijk contract, dat de Amerikanen haar aangebo
den hadden. Dat was in 1970 het begin van een
juridisch geschil, dat pas vier jaar later beslecht-
zou worden en waaraan uiteindelijk vijf profes
soren te pas moesten komen om als deskundigen^
de basis van een rechterlijk vonnis te leggen.
Met Bertha Hummels kloostercontract en de
verzekering aan haar familie: „Mij behoort niets,
ik kan jullie alleen maar met gebeden helpen"
tastten de Franciscanessen en de Duitse houders
van de licentie moeder Hummels bevoegdheid
om als erfgename op te treden aan. In eerste
en in tweede instantie stelden de rechtbanken
de moeder echter in het gelijk, maar met de
taaiheid van nonnen brachten de Franciscanes
sen de affaire voor de Hoge Raad. Hier voltrok
zich een wonder, waarin mogelijk de engelachti
ge Bertha haar hand gehad heeft. Tegen het
advies van vijf hooggeleerde juristen, die hun
mening op het profane Duitse recht gebaseerd
hadden, oordeelde de wereldlijke Hoge Raad
voor het eerst in de Duitse geschiedenis niet
volgens het burgerlijk wetboek, maar volgens de
kerkelijke,- om niet te zeggen goddelijke, „Codex
Juris Canonici". Niet de moeder, zo luidde het
onaantastbare vonnis, maar de Franciscanessen
zijn de rechthebbenden. In het klooster van
Siessen, waar de lucht gemengd is met het azuur
van het nabije meer van Konstanz, hieven de.
nonnen, volgens moeder overste, niet het cham-:
pagneglas, maar een lofzang ten hemel.
En de familie wordt met een kluitje in het riet
gestuurd? Moeder overste: „Niet helemaal. Toen
zuster Innocentia nog leefde, werden alle licen
ties aan een Münchense uitgeverij gegeven en die
had weer een contract, dat wij de auteursrechten
zouden krijgen. Na haar dood hebben wij echter
de familie op haar verzoek de nagelaten tekenin
gen geschonken en die ontvangt nu ook de
rechten ervan. Wij hebben aan haar broer ook
een licentie gegeven voor het maken van Hum
melkaarsjes en bovendien hebben wij de familie
ook wel eens iets toegestopt".
Zoals de „Zusters van het arme kindje Jezus"
niet zo onbemiddeld zijn als haar naamgever, zo
zitten ook de Franciscanessen' van het bisdom
Rottenburg er warmpjes bij. Maar men mag dit
niet misverstaan. Zij investeren hun vermogen
niet om er materiële, maar eeuwige rente uit te
trekken. Moeder overste, wier enige sieraden
haar deugd en de bruidsring van Christus om
haar slanke vingers zijn: „Wij hebben van' het
geld kleuterscholen, kindertehuizen, bejaardente-
huizen, gymnasia en andere sociale instellingen
opgericht. Alleen hier al in het afgelegen Siessen
hebben we 180 meisjes op een zogenaamd op-
bouwgymnasium en dat hebben we evenals ande
re scholen en gebouwen allemaal zelf betaald.
Bovendien onderhouden we in deze onderbevolk-
te streek op onze kosten een veertigtal genees
kundige posten met een bezetting van ongeveer,
honderd deskundigen, die hier eerste- en ambu
lante hulp verlenen. Na de oorlog, toen de meeste-
van onze kloosters verwoest waren, hebben we
die allemaal zonder enige hulp van de staat weer
op moeten bouwen. En tenslotte hebben we 150
zusters naar Brazilië en Zuid-Afrika uitgezonden.
Die worden niet -alleen door ons betaald, maar
wij helpen de arme bevolking daar ook met
kleren en levensmiddelen".
Bertha Hummel, die het allemaal mogelijk ge
maakt heeft, moet wel in de hoogste tariefgroep
van de hemelse loontrekkers ingedeeld zijn.
Sinds zij in 1931 op 22-jarige leeftijd naar het
klooster ging en hier in 1934 geprofest werd,
konden de nonnen in het Siessense kasboek aan
auteursrechten-inkomsten van bijna tien miljoen
mark noteren. Mogelijk kunnen ze het zichzelf'
niet meer voorstellen, dat zij zich aanvankelijk
met hand en tand tegen deze geldzegen weerden.
Bertha's eigenlijke taak in het klooster was het
geven van lessen in de schone kunsten, maar in
de zeldzame verloren uurtjes, die een klooster
te vergeven heeft, vluchtte zij naar haar cel om
met het uizicht op de glooiende heuvels van het
Zwabisch land haar kinderliefdé in weke lijnen
en zachte pasteltinten uit te drukken. De kieskeu
rige en vooral voorzichtige moeder overste be
keek haar werk echter met scheve ogen, want
kinderen en dieren vormden het centrale thema,
en niet engeltjes en crucifixen. Haar religieus
'geoefende blik zag in deze produkten misschien
wel een al te wereldse wulpsheid toen zij weiger
de bij de geboorte van de wereldberoemd gewor
den Hummelpostkaart vroedvrouw te spelen. Za-*
kenlieden met een fijne neus hadden al gauw
lucht gekregen van de aantrekkingskracht, die
het geheel nieuwe karakter van de prentjes op
brede kringen moest uitoefenen, en vroegen moe
der overste daarom toestemming de tekeningen
als kaarten en boekillustraties te mogen drukken.
De nuchtere kroniek vermeldt, dat het van alle
zijden bovenmenselijke overredingskracht gekost
heeft om haar ertoe te bewegen het „nihil obstat"
voor deze profane ontwikkeling te geven.
Voor de tweede keer' wilde zij geen krimp geven
;toen er op een goede dag van het jaar 1934 een
zekere heer Goebel op de kloosterpoort aanklop
te en verzocht of hij van Hummels modellen
porceleinen beeldjes mocht bakken. Tegen deze
triviale bekoring verhief moeder overste nog
resoluter dan tevoren haar bezwerende handen,
maar Herr Goebel had een doorslaggevend argu
ment. Zijn porceleinfabriek was door gebrek aan
werk ten dode opgeschreven en nu dreigen er een
paar honderd arbeiders werkloos te worden". Als
curiste in de leerschool der heiligen durfde moe
der overste de verantwoording hiervoor niet op-
zich te nemen. Zij werd andermaal week, maar
gaf het strenge bevel, dat elk beeldje eerst ter
expertise naar het klooster gezonden zou worden.
Tot .op de dag van vandaag produceren de
uitgeverijen „Ars Sacra" in München, Fink in
Stuttgart en de fabriek van Goebel in Coburg
hun- prentjes en beeldjes. Over de hele wereld,
met inbegrip van het communistische oosten
waar de religie zoals bekend het best bewaard
wordt - zijn zij nog enorm populair.
Zelfs de in veel opzichten blase geworden kunst-
Zelfportret van Bertha Hummel op jeugdige
leeftijd
smaak heeft de liefde voor de schepseltjes van
zuster Innocentia niet uit kunnen roeien. Het
meest van allen hebben de Amerikanen de
smaak wel te pakken gekregen. Zij zijn de
grootste importeurs van de „Hummeltjes" en
'overal in het land richten zij „Hummelcubs" op
om de bewondering tot een soort cultus te ver
heffen. Zuster Innocentia zelf zou echter een
waarschuwend woord gesproken hebben. Zij ap
pelleerde wel aan het eeuwige kinderlijke en
pure in de mens, maar gaf hieraan toch niet zo
maief gestalte alsof het eeuwig onbedreigd was.
FRANS WENNEKES
Het klooster in Siessen, waar Bertha Hummel haai tekeningen maakte
Een typische Hummel