BIESBOSCH IS DOOD Recreëren tussen de brandnetels LEVE BIESBOSCH Ml- Klaverjassen meer dan een gezellig kaartrondje LAGE ZWALUWE - Op 2] november 1970 werd het] doodvonnis voltrokken aan, de Biesbosch. Een van dej laatste zoetwatergetijdege-; bieden van Europa ging toen; door het sluiten van de Ha- ringvlietsluizen voorgoed! verloren. Het is nu te laat is hét dat] wel ooit? om daarover te; huilen. Velen hebben in de afgelopen jaren met verbe tenheid in hun stem of hun gdschriften hun ongenoegen uitgesproken over het verlies van een zo uniek landschaps- gebied, dat tevens gelegen heid gaf tot een bijzondere! vorm van waterrecreatie.; Om nog maar te zwijgen; over het verlies van flora en- fauna. Waar zijn de ganzen,, waar is de trekvis, waar zijn; de zandplaten? Zij die dit belangrijk 'achtten hebben zich met vele ande-i ren geërgerd aan de kille be-; rekening van rijkswaterstaat. Een man van die dienst zei, immers keihard in 1970 dat! er in feite niets verloren gaat: door de Deltawerken. De vis sers krijgen immers hun deel, en voor de scheepswerven wordt toch gezorgd? Ja en gaat u zo maar door. Het was met een grote scheut nostalgie, dat ik eindelijk, zo' veel jaren na het doodvonnis, weer eens een dagtochtje- Biesbosch gemaakt heb. En laat ik het maar meteen zeg gen: van die oude, eigen- Biesbosch van weleer is niets; meer over. De weidsheid; wordt doorsneden door de] vele meters hoge dijken van, de spaarbekkens, regelrecht' gevolg van het Rotterdamse; drinkwaterprobleem,ont staan door de vervuiling van' de Rijn. De statige rietlanden; zijn brandnetelwoestenijen; geworden, de grillige grien den worden overwoekerd. En; laten we niet gespecialisperdl gaan doen of het wilgenroos je nu wel of niet in de ene1 polder meer voorkomt dan in; de andere, en of er nu eeni paartje bruine kiekendieven' meer broedt, ja of neen, het] ruige uitdagende landschap] van enkele jaren terug is niet meer. Basta. De Biesbosch is dood, leve de Biesbosch. Dat is de ge-j dachte waarmee enerzijds' natuurbeschermers kram-j pachtig blijven pogen om het] nieuwe Biesboschlandsehap te beschermen om te redden] wat te redden valt, en waar mee, anderzijds, de econo misch achteruit geholde ge-, meentei\ aan de Brabantse Biesboschkant trachten zo-- veel mogelijk recreanten naar het gebied te krijgen. Een contradictie? Zeker,- maar, zo zegt men dan, er worden maatregelen geno men. En dat moet gebeuren in het planologische vlak. Het hart van de Biesbosch,' zo zegt men, moet worden beschermd door de aanvoer lijnen van recreanten zo lang mogelijk te maken. De grote dijken, zo zegt men, van de spaarbekkens hier is toch geen natuur meer te verpes-- ten moeten van strandjes: en beplanting worden voor zien. Dan blijft de zonzoeker daar wel achter, zo zegt men. Verder geen woonarken,1 geen verblijfsrecreatie, op* vaartuigen. En dan, zo zegt - men, nog wat meer „recrea tiezeven" als dat mogelijk is. Dat zijn de gedachten die de- planologen lang hebben ge-: pland met stranden, een ho tel en watersportfaciliteiten. Aan de noordkant riviertje de Amer komt een groot strand dat vanuit Made. en Drimmelen per veerboot, bereikbaar zal zijn. Dat is nog toekomstmuziek. Ja, wat zal die toekomst zijn? Watersport is het woord dat steeds meer in een adem met de Biesbosch zal worden ge noemd. In de toekomst zullen de mogelijkheden nog 1 den uitgebreid, maar nu al heeft Made en Drimmelen een van de grootste jachtha-' vens van West-Europa met ligplaats voor 1200 jachten. Er worden kruisers en 16-, kwadraats zeilboten ver huurd en u kunt er, evenals in Lage Zwaluwe en Hank, terecht voor het huren een roeiboot, met of zon .buitenboordmotor; met rondvaartboten vanuit Made en Drimmelen en Lage Zwa luwe worden tochten door de Biesbosch gemaakt. Hoeveel scheepjes kunnen er nog bij- Een bui drijft boven de Biesbosch koesterd en in vele gevallen nog koesteren, want de amb telijke molens malen lang zaam. Hoe het zij, langzaam komen de voorzieningen tot stand die de nieuwe Bies bosch weer tot ëen geheel eigen gebied kunnen maken. Er komen nog zeldzame vo-, gels voor als de kwak en de taling, de meerkoet, grutto, tureluur, plevier en reiger. "Op hun verre trekroutes strijken er ganzen en zwanen, neer en de aalscholver broedt in dorre bomen. Niet minder talrijk zijn de plan ten en bloemen: dotter, kat- testaart, wilgenroos, akker-. windè, pijlkruid, valeriaan en waterkers. Vissers, zeilers, motorboot- vaarders kunnen er nu te recht Het recreatieschap „Nationaal Park de Biesbo sch" voorziet binnen een tiental jaren de ontwikkeling' van verscheidene jachtha vens. Rondom het hart van de Biesbosch zijn groot scheepse voorzieningen ge-. en wat blijft er dan van de natuur over. Wat die rondvaarten betreft: een van de bestaande dag tochten van de Nederlandse Spoorwegen .u weet wel: treinkaartje kopen en een dagje wegwezen namelijk die naar het autotron in Dru- nen, is nu uitgebreid met een autobusrit van Den Bosch naar Lage Zwaluwe en van- ,daar met een rondvaart door. ide Biesbosch. Sporen, bus-, sen en varen. Mijn liefje wat, .wil je nog meer op één dag. Tegen de tijd, dat de kinde ren beginnen te dreinen: „Mama, d'r staan hier alleen maar brandnetels", kunt u ze weer stilhouden met ze mooie oude auto's te beloven bij Lips in Drunen. En daar belooft u in elk geval niets teveel mee. Maar alla, recreëren tussen brandnetels heeft ook zijn; bekoring. Hoewel.wat zon de toch van die Biesbosch. GERARD CRONE.; Het riet van de Biesbosch gedoemd te verdwijnen Jos Achterberg MEDEMBLIK Wie met Jos Achter berg (36) begint te praten over klaver jassen kan uren bezig zijn. Want als men denkt dat klaverjassen gewoon maar een gezellig kaartrondje is, dan kan de Medemblikker jachtbouwer (hij is voorman in de houtafdeling van Conyplex) wel wat anders vertellen. Hij heeft zelfs een reeks van boeken staan, allemaal over het onderwerp klaverjassen. Jos Achterberg is in april in Utrecht klaverjaskampioen van Nederland ge worden en heeft vorige week in Man chester deelgenomen aan het Europees kampioenschap klaverjassen, waar hij als 2e is geëindigd. In Utrecht was hij de beste van zo'n 700 deelnemers. Het was bepaald geen uitschieter want in 1972 en 1973 eindigde Jos Achterberg op de tweede plaats en op het Europees kampioenschap dat vorig jaar in Parijs wercl gehouden legde hij eveneens be slag op de tweede plaats. Het blijft niet bij Manchester want half juli mag Jos naar Zwitserland en hij. verheugt zich al wanneer hij aan vol- gend jaar denkt. Dan zal namelijk voor het eerst in Nederland, en wel in de •RAI te Amsterdam het wereldkam pioenschap klaverjassen worden gehou den. Deze organisatie is opgedragen aan de Nederlandse Klaverjas Federatie waar 16.000 leden bij zijn aangesloten.- 'Voor dit wereldtoemooi bestaat een enorme belangstelling. Volgens Jos, die overigens deze berichten uit de eerste hand heeft omdat hij lid is van het landelijk bestuur en van de technische commissie, zijn er nu al inschrijvingen binnengekomen uit Nieuw Zeeland, Ca nada. Australië. Amerika, Engeland, Duitsland en Zwitserland. Zoals bekend viert Amsterdam volgend jaar stadsfeesten (700 jaar stad) en de organisatoren van het gigantisch toer nooi ondervinden de grootst mogelijke medewerking onder andere van het ge meentebestuur van Amsterdam. Het RAI-complex wordt voor dit evenement helemaal gratis aangeboden. Televisie omroepen gaan er uitgebreide reporta ges van maken, verschillende grote be drijven zullen als sponsor gaan optre den. Het belooft iets bijzonders te wor den want naast het wereldtoemooi zal men nog verschillende andere klaver- jasdrives voor o.a. bejaarden organise ren. Jos weet daarbij te vertellen dat er in Nederland ongeveer 80.000 spelers in clubverband zijn en dat er in huis' zo'n vier miljoen mensen de klaverjas- kunst machtig zijn. Reeds op zesjarige leeftijd was Jos Ach terberg klaverjasser. Een wonderkind ate het ware want overdag zat hij op de kleuterschool en 's avonds mocht hij met vader en moeder meedoen aan wedstrijden die door zijn club, SJC te Noordwijk werden georganiseerd. In de loop der jaren sleepte hij overal eerste prijzen weg en vanaf 1964 mocht hij meedoen aan nationale wedstrijden. Nu weet hij alles van klaverjassen, zo ook dat het kaartspel in feite zijn oorsprong heeft gevonden in China. Een eerste vereiste is dat men goed kan rekenen en dat men goed kan onthou den. Wanneer Jos aan een wedstrijd bezig is, bestaat er buiten zijn tafel geen andere wereld meer. Uiterst geconcen treerd speelt hij. Hij praat met niemand en drinkt alleen maar een beetje fris drank. Zijn er enkele slagen gevallen dan weet Jos precies hoe de kaarten in zijn viertal verdeeld zijn. Met de nationale en internationale toer nooien gaat het iets anders dan bij de plaatselijke klaverjasclub. Men krijgt de kaarten in eén portefeuille aangebo den en Jan speelt niet tegen Piet maar „noord" speelt met „zuid" en „oost" met „west". Het gaat er ook niet om wie de .winnaar van de tafel wordt want alleen de verschillen van punten worden ge teld. Men speelt vijf spellen per tafel jen zo moet men tien tafels hebben gehad. Na vijftig keer gespeeld te heb ben worden plus- en minpunten geteld en op die manier is Jos vorige maand Nederlands kampioen geworden. Jos is nu weer terug uit Manchester on* zich in de problemen van de Nederland se federatie te storten. Problemen niet alleen met de voorbereiding van het wereldkampioenschap maar ook nog. over de vraag (Jos noemt het een strijd) die momenteel speel} wat nu het echte klaverjassen is. het Amsterdamse of het Rotterdamse. De klaverjassers weten waar het over gaat. met het Rotterdams- klaverjassen hoef je de slag van de maat niet af te troeven, met het Amster damse wel. Zo zie je maar weer dat niet alleen op voetbalgebied van een strijd tussen Amsterdam en Rotterdam spra ke is. Zelfs nog met klaverjassen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 15