éTSSN rnaj*,t ils GARDA- Zonnig paradijs pal naast de deur De grote liefde, die iedere Engelsman meedraagt voor alles wat met stoomtrei nen te maken heeft vindt men bij wijze van spreken in Wales werkelijkheid worden. Een groot aantal enthousiaste amateurs in Wales heeft er namelijk voor gezorgd, dat de stoomlokomotieven kunnen blijven rijden op weliswaar kleine, maar overigens heerlijke trajecten, die de reizigers - waaronder vele toeristen door prachtige gebieden voeren. Sinds men in Wales in de vijftiger jaren startte met het redden van de nog bestaande stoom-lijntjes hebben vooral de amateur-spoorlieden zich heel wat inspanningen getroost, om het stoomtijdperk en de genoegelijke tochten per stoomtraktie op gang te houden. Het is hun wonderwel gelukt. Men moet zich bij dit alles echter niet vergissen. De „Great Little Trains of Wales" (de beroemde treintjes van Wales) zijn nu niet bepaald speelgoed treintjes. Integendeel zij behoren tot een zeer bruikbaar en vooral doelmatig onderdeel van het Engelse openbaar vervoer. Bovendien zijn zij niet alleen nuttig voor de specifieke treinreiziger, maar in het bijzonder geschikt voor het maken van fraaie toeristische tochten-over-de-rail. De vader van al deze treintjes, de belangrijkste dus, loopt door het land van Wales van Portmadoc naar Dduallt. Helaas voor velen is het echte eindpunt bij Blaenau Ffestiniog sinds enige jaren vervallen. Dit zit heel wat treinamateurs zo dwars, dat zij alles op alles zetten, om dit eindpunt weer in de reis te kunnen opnemen. Zij hopen, dat dit in 1978 al het geval zal zijn. En om te laten zien, dat zij heilig in hun doel geloven, hebben zij ten noorden van Dduallt bij voorbaat al een deel van de nieuwe spoorbaan naar het vroegere eindpunt aangelegd. Puffend en kreunend klimt de aamborstige locomotief van de Rheidol- Railway door de wilde vallei naar de duivelsbrug 'De rit in deze trein is een toeristisch genoegen al was het alleen al door de uitnodigende leunstoelen in de trein. Men moet dan wel in de „uitkijkwa- van de eerste klasse plaatsne- ii, direkt op het station van de havenstad Portmadoc, het beginpunt n de reis. Zo genietend en geriefelijk zittend heeft men een extra prachtig uitzicht op de baai van Tremadoc en het hoofd, wendend, op de bergketens van Snow- donia. Daarna steekt het treintje n moet eigenlijk in Engelse termen zeggen „de trein" de heuvelrug bij Traeth Mawr over om bij Boston Lod ge een gebied binnen te lopen, dat zo Italiaans aandoet als een werkelijk Italiaans stukje grond: het dorpje Port Meirion. Dit droomdorpje is nog steeds niet het einde van de verrukkelijke tocht naar Dduallt, want boven Penrhydeutraeth (kunt U dit nog steeds gemakkelijk uitspreken?) loopt de trein het Snow- doniapark binnen om vervolgens naar het bergplateau te klimmen. Een reis om lang te blijven hangen als een van de mooiste tochten, die men zich, ook als vakantieganger kan bedenken. De prachtige gezichten op heuvels, par ken, bergketens en bossen staan daar borg voor. Daartussendoor ligt dan onverwachts een meer verborgen, donker geheimzinnig, romantisch, zoals zoveel in Wales de romantiek ademt. Er is nog zo'n boeiende treinreis te maken, die met de „Welshpool an Llanfair Light Railway", tuffend door een deel van het glooiend achterland van Wales. Deze lijn heeft weliswaar niet het voordeel van de spektakulaire berguit- zichten die je in de meeste andere „Great Little Trains of Wales" krijgt voorgeschoteld, maar de vriendelijke landelijkheid maakt veel goed. De twee originele stoomlokomotieven rij den- hier nog steeds, maar worden aangevuld met materieel van de Ad- mirality-spoorlijn bij Chattenden en een prachtige lok die haar leven in de tweede wereldoorlog begon op de Duitse lijnen. Verder heeft men een serie wagens van de Zillertalbahn uit Oostenrijks Tirol en binnenkort zal ook een herbouwde Kerr Stuart-loko- motief van de Antigua Sugar Compa ny worden ingezet. De Llanfair is dan ook in de allereerste plaats een spoor lijn voor treinenthousiasten. Weer een andere treinreis. De Snow- don, hoger dan elke andere berg in Wales of Engeland, was al enige tijd de meest beklommen berg in de wijde omtrek en dat is de belangrijkste re den voor W. A. Assheton-Smith ge weest om Sir Douglas Fox en Francis Fox over te halen een acht kilometer lange spoorlijn aan te leggen van Llanberis naar de top van de Snow- Een formidabele attractie is ook een rit door de Llech- wedd-mijnen, waar zich een onderaards rijk van immense grotten en eindeloze gangen openbaart don. In 1894 was het werk klaar en de vier uit 1895 stammende lokomotie- ven rijden vandaag de dag, samen met drie zusters die in 1922 werden gecon strueerd, nog dagelijks over de berg rug met een enkele wagon vol passa giers op sleeptouw. Onderweg krijg je ruime uitzichten op de Llanberis pas, en de oranje stipjes die hier en daar op de rotswanden te zien zijn blijken echter bergbeklimmers. Bij dit ritje hangt zo ongeveer alles af van het weer. In het voorseizoen kunnen de treintjes vaak niet hele maal tot op de top doorrijden vanwe ge de sneeuw, ijs of harde wind. Over igens vertrekken ze niet voordat zich 25 passagiers hebben aangemeld. Op een heldere dag is er echter geen mooiere trip denkbaar. Van uit Abergynolwyn begint de miniatuurstoet van de Tal-y-Llyn Railway aan zijn 45 minuten durende rit naar Towyn. Woest kolkende rivieren en kale bergen vormen het schit terende décor van Wales. BARDOLINO In deze tijd van het jaar wil het kostelijke Gardameer in de ochtenduren nog wel eens bedekt zijn door een neveldeken, zoals oorlogsschepen in een cocon worden gewik keld in afwachting van de dagen, dat ze opera tioneel moeten worden. De pittige zon, die zich volgens de natuurwet ten een winter lang heeft moeten beheersen, rekt zich elke morgen echter al behaaglijk uit en priemt met zijn uit gestrekte vingers door het vochtige vlies om te kijken of dit Noordita- liaanse paradijsje, dat zich de Olijven-Rivièra noemt, al klaar is om volledig beschenen te worden ten behoeve van de duizenden, die hier - elk jaar opnieuw - in een milde temperatuur hun in c.a.o.'s vastgeleg de vakantierechten con sumeren. Het scheelt daar aan het Garda meer nu reeds een jas met Nederland en alles wordt er heftig opge poetst en aangeharkt om vanaf Pasen de gast- enstroom hartelijk en zakelijk te kunnen op vangen. De eerste geluk kigen zijn er trouwens al. De zon kan dus zijn bruinend werk gaan doen! Het is een hele plas, dat •Gardameer. Het heeft een oppervlakte van 370 km2, is 52 km lang en op de breedste plek 17 km breed en de grootste diepte is 350 meter. Er helemaal omheen rijden betekent 215 km afleg gen, maar dat betekent ook een dikke tweehon derd kilometer land schappelijk genot. Want het panorama is er ge weldig. Er zijn indruk wekkende bergpartijen langs de oevers met als uitschieter de Monte Baldo aan de oostelijke kant, waar je nu nog sneeuwballen kunt gooien als je er twintig minuten zweven met een kabelbaan vanuit Malce- sine voor over hebt om op de top te komen. Op de vlakke gedeelten en tegen de bergen op ziet men - om maar wat te noemen - geweldige steeneiken, breed uit waaierende oleanders, spitse cypressen, zwaar overhangende palmbo men, kostelijk geurende magnolia's terwijl olij ven, sinaasappelen en ci troenen er op gepaste tijden binnen handbe reik zijn, al is dat niet direct de bedoeling want ze worden voor de han del gekweekt. In het na jaar komen daar dan de wijngaarden bij, waar met name bij Bardolino de rode druiven worden gekweekt die een robijn rode, koppige wijn ople- SPOREN Het zal wel niet vanwege de toeristische attractie zijn geweest, dat dit ge bied in de loop der eeu wen steeds weer door andere volksgroepen werd veroverd. Maar een gelukkig gevolg daarvan is wel geweest, dat er overal langs het meer heel oude neder zettingen, veelal vestin gen ontstonden, die goed geconserveerd zijn ge bleven en nu de charme van het gebied mede be palen. De Romeinen, de Langobarden, de Fran ken, de Venetianen, de Oostenrijkers, ze lieten allemaal hun sporen achter: kastelen, bas tions, kunstvoorwerpen. Elk dorpje - en het zijn er heel wat - ademt een stuk verleden uit en de talloze bezoekers inhale ren die historie weer gulzig. Even dreigde dit uit de hand te lopen, want toen de belangstel ling van de toeristen met succes was gewekt, moest er voor accommo datie worden gezorgd, en dat gebeurde niet al tijd met de grootste zorgvuldigheid, ook al gaf men ook de hotels e.d. een schijn van oud heid. De gemeentebestu ren hadden echter snel door, dat je van het Gar dameer geen Costa Bra- va of Majorca moet ma ken met logiesgiganten Elk dorpje langs de oevers van het Garda-meer draagt nog de spoi rijk, krijgshaftig verleden. Elk dorpje is eigenlijk een bastion geweest. Di in Bardolino bewijst het: een smalle, afsluitbare toegang, uitsparingen voi en kantelen voor het geschut. langs de oevers, zo dat men aan planologie ging doen. Roberto Pasini, planoloog en architect uit Verona, die er nu op toeziet, zei ons dezer da gen: „We moeten de reeds bestaande histori sche en natuurlijke waarden niet mumifice- ren, maar doorslaan naar de andere kant mag evenmin. Daarom wordt de nieuwbouw aan de oostelijke kant meer naar en tegen de bergen op gepland en dan zo ontworpen, dat ze laag blijft en ruim in het groen ligt". Aan de oostkant is dat juist een punt en een mogelijk heid, want daar heeft men tussen meer en ber gen nog vlak land; aan de westkant rijzen de bergen vrijwel meteen uit het water op. De eerste resultaten van die meer planmatige aanpak kan men nu reeds zien: fraaie bunga lowparken en apparte mentsgebouwen temid den van groene gazons en (nu al) bloeiende bo men en bloemen, die - omdat men hier nu een maal wat verder van het meer af woont - alle maal eigen zwembaden hebben. Hier is het goed wonen in (vrijwel) volle dige vrijheid. En omdat het Gardameer meer dan ooit gaat mikken op mensen, die in het voor- en naseizoen hun vakan tie kunnen opnemen, zijn die zwembaden ook bijna allemaal ver warmd. Want het water van het meer heeft heel wat zon nodig om aan genaam zwemwater te zijn. GOEDKOOP Verblijven aan het Gar dameer in voor- en na seizoen heeft merkwaar dige consequenties. Af gezien van het feit, dat de temperatuur er dan voor velen het fijnst is en de ontwakende resp. insluimerende natuur dan een bijzondere be koring uitoefent, is het verblijf er in die perio den - net als in andere vakantiegebieden trou wens - het goedkoopst. Maar meestal kunnen slechts diegenen, die een veer van de lippen moe ten blazen, buiten het seizoen vakantie opne men en die zitten er nu heerlijk voor een habbe- krats. De „gewone" man moet straks de exploita tie goed maken. Niet alleen op het gebied van de planologie heb ben de gemeenten de handen ineen geslagen. Ze doen het nu ook op het terrein van de mi lieubescherming. Dat deden ze toen er mensen opdoken, die vonden dat het meer vervuilde. Nu zijn er evenveel mensen - en nog wel zeer des kundigen - die aantonen, dat het allemaal nogal meevalt en dat het Gar dameer tot de rand toe vol zit met goed zwem water (als het erg ver vuild was zou je trou wens de bodem niet meer kunnen zien, zoals thans, en zouden de dui zenden karpers, forellen, snoeken alen en zeelten er zich niet zo behaag lijk voelen), maar het werd toch wel oppassen geblazen. Want per tra ditie lozen de dorpjes op het Gardameer hun af valwater. In gewone tij den kan het meer dat heel goed aan, maar als b.v. een stadje als Par- dolino in de zomer plot seling van 3000 tot 30.000 inwoners uitdijt kan het allemaal wel te veel worden, want er zijn vele toeristendorp jes. Burgemeester prof. Armando Gallina (33) van Bardolino: „We gaan gemeenschappelij ke zuiveringsinstallaties bouwen. Intussen wordt geen nieuwbouw van ho tels meer toegestaan of men moet een eigen in-, stallatie aanbrengen en er mag geen camping - ook de oude met - meer draaipn zonder dat men .een rioolzuiveringsin stallatie heeft. We heb ben de zaak dus in de hand en gaan steeds ver der met het zuiver hou den van het meer. Wij beramen ook plannen om het gebruik van ple ziervaartuigen in de hand te houden, ook vanwege het gevaar dat ze onder de kust kunnen veroorzaken". FRANCISCUS Wie het Gardameer be zoekt moet het - nu het nog kan beslist gaan bevaren. Bijvoorbeeld om even rond het Isola di Garda te tuffen, waar vroeger momken (inclu sief de H. Franciscus van Assisie) en waar het klooster later werd om gebouwd tot een paleis. Het eiland is nu eigen dom van prins Borghe se, die het Paleis in Ve- netiaansc stijl liet res taureren. Of men vaart langs de Punta S. Vigi- lio, een heerlijk plekje met de Sirinebaai aan de ene en een leuk ha ventje aan de andere kant, een landtong met een kerkje en een villa in een park, waarvan Churchill reeds verrukt was. Men kan ook door varen naar Sirmione, een vier kilometer lang schiereiland, soms slechts 100 meter breed, afgestampt vol Romein se bouwwerken en met aan de rand thermaal- vütcr van graden doen opborre- i. Men heeft er uite- ard prompt een kuu- gemaakt. want dit water is, /egt men, geneeskrachtig, al dan niet verwerkt tot modderbaden. Elders in het meer zijn trouwens evenzovele vrieskoude wellen. ROMEO EN JULIA Men raakt niet gauw uit gekeken aan de Olijven- Riviëra en als men per auto doet I plaatsjes telkens nieuwe ontdekkingen. Men heeft dan boven dien steden als Verona en Venetië binnen rij af stand. Verona met o m. zijn Arena, een Romeins Amphitheater met zo'n 25.000 plaatsen waarin des zomers grootste ope ravoorstellingen worden gegeven, met zijn rijke 'historie en niet te verge ten de nalatenschap van Romeo en Julia (inclu sief hét balcon), als /c ooit»hebben bestaan. Ve netië met zijn indruk wekkende Sint Mareop- lein en kerk en zijn mo gelijkheden om per gon del de stad te doorkrui sen omdat auto's taboe zijn. Men vaart dan wel zo ongeveer door riolen, want wie het water in et vraagt zich af, r de r het Garda zorgen maken. Het ge weldige Gardameer, dat nu de autoweg van de Brenner tot aan Verona helemaal klaar is (het laatste stukje gaat dezer dagen open) vanuit Ne derland als twee mensen beurtelings chaufferen in één dag te bereiken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 17