GEEN ZWARTE LACHT MEER... De trieste en harde waarheid van Mozambique LUTHERSE SYNODE: INVESTERINGEN NIET TERUGTREKKEN DPR Rotterdam niet over een nacht ijs bij H advies investeringen KERK EN WERELD KORTE METTEN Kard. Mindszenty: oostpolitiek van Vaticaan fiasco Enkele dagen uit het dagboek van de missionarissen van de missiepost Inha- minga in Mozambique. Een dagboek, dat op kleine velletjes bij elkaar geschreven was en zorgvuldig op geheime plekjes be waard bleef. Ondanks fouillering op het vliegveld konden de missionarissen het toch meenemen naar Nederland. 5 Januari 1974: De missie-overste, pater José Martens, wordt bij de DGS ontboden. Vóór het ver hoor ziet hij kans te spreken met het ge vangen genomen stamhoofd van Masand- za. Deze verklaart verschrikkelijk te lij den te hebben. Ook hoort J. Martens de angstkreten van vrouwen, die aan de achterzijde van het politiebureau gemar- teld worden. Als het hoofd van de politie. Gorgulho, zich bewust wordt van de aan wezigheid van de missionaris, stuurt hij iemand weg om het martelen te laten on derbreken. 21 januari 1974: Verschillende kinderen, o.a. Temo Lole 8y2 jaar oud, worden opgepakt en ver hoord door DGS-agenten teneinde te we ten te komen of him ouders voedsel geven aan de vrijheidsstrijders of dat vrijheids strijders al eens bij hen thuis geweest zijn. De methode om via electrische schokken op oren en hoofd bezwarende beschuldigingen af te persen, wordt ook op deze kinderen toegepast. 7 februari 1974 Een patrouille van het leger ziet bij de winkels van Cundue enkele mannen vluchten die voor vrijheidsstrijders wor- den aangezien. Bij de achtervolging zien de soldaten een man, bewaker van de houtopslagplaats bij het station, voor zijn hut zitten, Zeca Thombo, samen met zijn vrouw Farenca Thombo, zijn schoonzus Flora Thombo en de kinderen Carlos. Rita Rufa en Chana. De man wordt in zijn arm geschoten, zijn vrouw gedood, de schoonzus ontvlucht met een beenschot. De soldaten dragen de gewonde man en de gedode vrouw de hut binnen en steken deze in brand. Wan neer de man tracht via een losgerukte plank te ontsnappen, wordt hij opnieuw ontdekt door de soldaten die hem een ko gel door de rechterborst schieten en hem halfdood slaan. Een genadeslag met de kolf van het geweer wordt hem bespaard omdat de soldaten denken, dat hij reeds dood is. De soldaten trekken weg. maar enkele mensen uit de omgeving redden de man en hij wordt overgebracht naar het ziekenhuis van Inham inga. 9 februari 1974: De directeur van de cementfabriek van Nova Maceira, de heer Goys ing., ziet op de steengroeve van Muanza tijdens een bezoek aldaar de lijken van 12 Afrikanen liggen, die gedood zijn door blanke solda ten en die daar blijven liggen tot af- schrikwekkend voorbeeld voor de zwar. ten. De heer Goys verneemt daar ook dat er een ontstellend groot aantal mensen in het achterland van deze steengroeve zou zijn vermoord door het leger en de bur gerwacht (OPV). Er is sprake van meer dan 3000 doden. De heer Jacinto, verant woordelijk Portugees op deze steengroe ve, wordt door de heer Goys te verstaan gegeven dat het zo niet kan voortgaan. 18 februari 1974: Wij vernemen op het gemeentehuis dat de stamhoofden van Nhaminga, Chiquire. Nhansole, Muanandimai, Goinha, Nha- thadza en van de hele verdere hoek van Goronga verdwenen zijn Men verwacht dat ze met al hun mensen naar het Freli- mo gevlucfit zijn. Het betreft hier meer dan 12.000 mensen, die zich diep in de rimboe hebben teruggetrokken. De DGS van Inhaminga wil zich ontdoen van een deel van de gevangenen, die in de afgelopen weken zijn bijeengebracht in de gevangenis van het leger en in die van de DGS. Naar schatting 35 Afrikaanse mannen, onder wie gevangenen uit Ma- tondo en Cherimadzl worden op een vrachtwagen geladen en weggevoerd naar een plaats in het oerwoud, langs de weg die achter het ziekenhuis van Inframlnga loopt in de richting van Thombo la Mphale en Masandza, terwijl een bulldo zer zich via het vliegveld een weg baant door het oerwoud in dezelfde richting. Ter olaatse wordt door de bulldozer en grote kuil gegraven waarin de mannen worden gefusilleerd en begraven. Het transport, het verplaatsen van de bulldozer en fusil leren wordt door soldaten van het leger uitgevoerd. 20 februari 1974: Opnieuw worden een dertigtal mannen met de vrachtwagen richting Massandza en Thombo la Mphale afgevoerd, om daar eveneens vermoord te worden. Alles ver loopt op dezelfde manier als de eerste keer. Onder hen bevinden zich mannen en longens, afkomstig uit Inhaminga, Muan za, Massandza. Mbawa, Codze, Nhamabe- re, enz. 23 februari 1974: Weer wordt een vrachtwagen, vol met ze ker 48 gevangenen naar 'tzelfde bos ach ter het ziekenhuis tussen de wegen naar Massandza en Thomo la Mphale afge voerd. De gmngenen worden gefusil leerd. 7 maart 1974: In de vroege ochtend trekt de blanke be volking op naar de kazerne van de para chutisten om 5 gesneuvelde vrijheidsstrij ders, twee gevangenen en hun wapenuit rusting in feestelijke overwinningsvreug de te komen bewonderen. Om 11.30 uur wordt door de buren een maaltijd aan geboden aan de overwinnaars en hun auto riteiten. Stamhoofd Pangacha wordt uit de gevangenis van de DGS gehaald om de gesneuvelden en levenden te identifice ren. Hij wil geen van hen bekend maken, ondanks het feit dat twee van zijn zonen Dimingos Moises Pangacha en Marcos Molsés Pangacha daar voor zijn voeten liggen. Ook zijn reeds gehuwde dochter Bawtina Mousés Pangacha, die haar va der tijdens zijn gevangenschap dagelijks voedsel brengt, wordt thuis opgehaald om na haar vader de lijken te Identificeren. Zij herkent haar twee broers en maakt dit bekend. Daarna wordt ook zij gevan gen genomen en later samen met haar vader, de gevangen vrijheidsstrijders cn enkele andere gevangenen ge/usilleerd. Stamhoofd Pangacha, gewond maar nog in leven wordt in het massagraf mee be graven. 15 maart 1974: Weer een vrachtwagen vol gevangenen vertrekt naar de bekende plaats om ze daar op dezelfde wijze te vermoorden. BEN KLAASSEN de houding van het Vaticaan niet wijzigden, noch de inhoud van het concordaat tussen het Vaticaan en Portugal? Van Kampen: „De eerste getuige nissen van de Engelse pater Hastings en de missionarissen van het Spaanse Burgos waren eerlijk, maar konden gemakke lijker terzijde worden geschoven met de dooddoener van „ze heb ben het van horen zeggen". Dat is in ons dagboek niet het geval. Men zal hier niet omheen kun nen. Dit wordt bekend. Met dit dagboek hebben de Portugese hlsschopen hun gezicht verloren. Wat ons betreft moet er onder hen ook nog een coup plaats vinden. Er is al gedemonstreerd ln Quelimane door de mensen, die hun eigen bisschop terug willen. En daarmee bedoelen ze mgr. Manuel Vieira Pinto, die in maart werd uitgewezen nadat ook hij overtuigd was van het schandelijke optreden van de Portugezen". De meest merkwaardige dingen kunnen gebeuren in Mozambi que. Sinds de missionarissen „verdacht" zijn omdat ze niet de zijde van de blanken kiezen, worden ze door de burgemees ter niet meer erkend als bemid delaar in loonconfiicten. 'n Brief met klachten, bedoeld voor do bisschoppenconferentie, werd door de betreffende bisschop nooit op die conferentie inge bracht, maar bleef ongeopend in zijn bureaula liggen... Zwarte jongens, die dienen ln het Portugese leger, worden ingezet op die plekken en tegen die mensen waarvan ze van kinds been af geleerd hebben ze te baten omdat ze tot een andere stam behoren. En de analfabe ten, ze weten niet beter; ze do den hun zwarte broeders „en krijgen waarschijnlijk voor elke dode nog een fooitje ook" voegt Willem van Kampen er zuchtend aan toe. De Spierdijker Is bedroefd. „Ik ben een Westfries en meestal kalm. Maar in de laatste weken hadden we het niet meer van de spanning. Slapen deed ik slecht en 's morgens was ik meestal zo misselijk dat ik stond te kok halzen of zelfs stond te braken. En in de andere vleugel van het gebouw merkte je dan dat het daar al niet veel anders was. Wij worden er ziek van, de zwarten alleen maar bedroefd. Het is lang geleden dat ik een zwarte echt heb zien lachen. Ze huilen ook niet want ze durven niet eens hun gevoelens prijs geven, zo bang zijn ze. Maar als je dan weer een jonge vrouw zag terug komen van de gevangenis met de spullen van haar man. dan wist je hoe Iaat het was. Het duurde meestal twee. drie dagen dat ze eten naar de ge vangenis behoefden te brengen, dat de gevangenen dan onder elkaar deelden. Maar na die paar dagen kreeg zo'n vrouw meestal de borden weer mee te rug. Er werd verder niets ge zegd, maar ze wist wat er ge beurd was. Geen man van tus sen de 19 en 30 Jaar is zeker van zijn leven". Naar de mening van de missiona rissen van Inhaminga is cr dringend behoefte aan een inter nationale onderzoekcommissie om de hele situatie ln Mozambi que eens van alle kanten te be kijken en te beoordelen. „Geen Nederlanders zouden daarin moeten zitten, maar ik denk aan Denen, Tsjechen en Cana dezen bijvoorbeeld", zegt broe der Van Kampen. Op de politieke aspecten wil hij verder niet zo diep Ingaan, al hoewel: „Zoals Nederland des tijds Indonesië moest loslaten mede onder druk van Engeland en Amerika, zo verdenken wij nu beide laatste landen ervan druk op Portugal uit te oefenen om de huidige situatie te hand haven. Want Mozambique is een rijk land". IAVEL Willem van Kampen is nerveus, Na een inlands sigaartje „nee, aan 'n Hollandse ben ik nog niet toe'' verijlt de ene sigaret na de andere in de zwoele Bra bantse lucht rond het klooster in Bavel, terwijl de 50-jari- ge Spierdijker zijn verhaal doet. Het verhaal van Mo zambique, de Portugese kolonie, waar Willem van Kam pen 16 jaar geleden arriveerde als broeder van de Con gregatie der Heilige Harten. Vorige maand vertrok ook hij van de missie-post Inhaminga. Eén van het Neder landse vijftal dat zeker wist zo niet langer te kunnen wer ken. Een bezield kwintet dat zich niet wilde laten misbrui ken door de Portugese kolonisatie-politiek. |espannen doet Willem van Kampen (broeder André) zijn verhaal. Hij maakt zinnen niet af soms, weigert andere momenten gemompelde woorden hardop te herhalen en raakt duidelijk ontroerd als de moord op Bastiana (dag boek 7 maart 1974) ter sprake komt. Hij voegt eraan toe dat het dagboek „in feite maar een tipje van de sluier op licht". Enkele weken al zijn ze in Nederland de missionarissen José Martens, Antonio Verdaasdonk en Joodo Matéus van Rijen, de ontwikkelingshelper Joao Tielemans en broeder André van Kampen. Hun voornamen zijn omgebogen tot een Portugese versie van het Nederlands origineel, hun mentaliteit echter blééf er een van de echte christen. Zij hebben die weken in Nederland benut om zich rustig te bezinnen op de manier, waarop ze het nieuws, hun nieuws bekend zouden maken in de wereld. Zij deden het in over leg met deskundigen zorgvuldig, maar daarom niet min der hard. En het moment van openbaarmaking stelden zij vast in samenspraak met enkele in Mozambique ge bleven Afrikanen, die in die korte spanne tijds gelegen heid moesten vinden een vluchtweg te zoeken. Want, zo veel stond en staat nog voor iedereen vast: wie in de laat ste maanden met de missie-post in Inhaminga in contact is geweest, wordt door de Portugese overheersers be schouwd als terrorist. En daarop kan de doodstraf staan. let mag om al deze redenen niet verwonderlijk heten dat Willem van Kampen wat voorzichtig is in zijn uitlatingen. Maar zelfs tussen de voorzichtig gekozen woorden valt een even harde, als trieste waarheid te herken nen. De waarheid van de haat, de terreur en de daaraan inhe rente willekeur. Portugal knecht de Afrikaanse bevolking van Mozambique, moordt deze uit als er ook maar sympathie met de bevrijdingsbeweging Frelimo wordt verondersteld en rekent nog altijd op daarbij de mis sionarissen en hun helpers te mogen gebruiken als medeuit voerders van een bar en boos beleid. andaar het getuigenis van de mensen van de missiepost Inha minga. Een getuigenis, dat ook is verzonden naar het Vaticaan, de Portugese bisschoppen dat in de afgelopen dagen in En geland is gepresenteerd aan de pers. fillem van Kampen komt pas laat in het gesprek een beetje cp z'n gemak. Aanvankelijk be- I ptrkt hij zich tot: „Elke neger 's direct verdacht bij de poli tie". Op zich een harde uit spraak, maar in de concrete si tuatie te weinig zeggend. Een concrete situatie die de missio narissen verhinderde direct con tact met de Frelimo te onder houden. „Ze kwamen zelfs niet om geneesmiddelen. Bang dat ze ons in moeilijkheden zouden brengen". ihaminga kwam in het najaar 1973 in de frontlijn te liggen van de oprukkende Frelimo-bewe- ging en het zich verdedigende Portugese leger. )e missionarissen kwamen in een moeilijke positie te verkeren. Ze weigerden de Portugezen te steu nen in hun onderdrukking van de zwarte bevolking en ze maakten zich daardoor prompt verdacht. Er volg de feitelijk huisarrest en de blanke bevolking keerde zich af van de missiepost. Ook de zwar te bevolking deed dat uit puur zelfbehoud, „want" zegt broeder Van Kampen, „iedereen van de missie werd als een terrorist beschouwd". Er vond zelf een huiszoeking op wapens, munitie en mijnen plaats, „maar daar voor waren ze op de verkeerde plaats, want alleen de blanke bevolking mocht wapens hebben om zich te verdedigen". De missiepost functioneerde al lang niet meer in de traditionele zin van het woord als „zieltjes- veroveraar". Van Kampen: „Wat heb je eraan om maar te gaan dopen. Dan krijg je volle doopboeken en lege kerken. Zonder een bepaald welvaartsni veau kun je geen goed christen zijn". Maar zelfs de ziekenhulp aan de Afrikaanse bevolking werd door de blanken uitgelegd als „contact met de Frelimo". De fragmenten uit het dagboek geven weer wat er allemaal ge beurde in Inhaminga, „een plek waarvan men nooit het bestaan zal kunnen ontkennen", zoals de missionarissen hebben aange toond met een situatieschets en hun getuigenis. Een enkel woord van broeder Van Kam pen kan daaraan nog worden toegevoegd: „Nadat we wisten dat er veel zwarten gevangen waren genomen, vernamen we kort daarna alweer dat de ge vangenis leeg was. En dan wis ten we dat ze allemaal waren vermoord. Zonder een andere beschuldiging dan de verden king van leugenachtigheid, omdat elk contact met de Freli mo werd ontkend. Zo'n ontken ning waar of niet waar was voldoende voor terechtstel- dit nieuwe rapport, nadat eerde re getuigenissen van moordpar tijen in Wiriyamu en Tété in Broeder André van Kampen met inlanders. feite niets uithaalden, althans De Diocesane Pastorale Raad Rotterdam is bij het bespreken van de vraag of het bisdom via zijn aandelenpakket zich in moest laten met het beleid van ondernemingen, die in (Zuide lijk) Afrika werken (zie ons blad van gisteren) niet over één nacht ijs gegaan. Er bleek veel meer tijd nodig dan voor dit onderdeel van de vergadering was uitgetrokken, deels doordat sommigen von den, dat er te weinig informa tie voorhanden was, deels om dat anderen de gevolgen onder ogen wilden zien dan wel hun twijfels hadden over de juist heid van het benutten van de aandelen voor dit specifieke doel. Op dit laatste aspect van de zaak werd om zo te zeggen „beroepshalve" gewezen van de zijde van het Dioce saan Financieel Beraad. De betreffende gelden van het bis dom, zo redeneerde men, zijn bedoeld om het bisdom in al zijn reilen en zeilen te doen functioneren. De taak van een goed beheerder is dan het ver mogen zodanig te beheren, dat het zo goed mogelijk bij dit doel aansluit. Koppelt men het aan het optre den op aandeelhoudersvergade ringen dan wordt het gebruikt voor een ander doel dan waar voor het is bijeengegaard. Dat kan mede tot gevolg hebben dat sommige gelovigen hun bijdrage zullen intrekken, wan neer zij zien, dat deze wordt gebruikt voor economische po litieke doeleinden, hetgeen weer gevolg heeft voor het ei genlijke doel van de beleggin gen, namelijk het functioneren van het bisdom. Daarmee kwam de vraag aan de orde of Investeren waarde vrij Is. Het Diocesaan Be stuurscollege beantwoordde die vraag bij monde van mgr. Si- monis ontkennend. Het is een menselijke daad en die heeft gevolgen, zo stelde de bis schop, die wees op de encyclie ken Pacem in Terris en Popu lorum Progressio, waarin het racisme duidelijk wordt ver oordeeld. Waar er een duidelijke samen hang Is tussen investeren en racisme moet het mogelijk zijn om vragen te stellen. Dit geldt overigens voor tal van vormen van onrecht en we dienen ons ook op andere zaken te wer pen aldus mgr. Simonis, die hierbij met name noemde „het afschuwelijke kwaad van de abortus provocatus". De noodzaak om zich ook te gen onrecht elders in de we reld uit te spreken werd later ook door leden van de D.P.R. naar voren gebracht. In dit verband deelde mgr. Simonis mede dat het bisdom besloten had een gift van duizend gul den over te maken aan een or ganisatie als Amnesty Interna tional dat onrecht overal ter wereld aanklacht, ongeacht de drs. H. van der Ven stelde in de loop van de discussie nog, dat het Diocesaan Bestuurscol lege al een jaar bezig is met opinievorming over de investe ringen en het meent dat het inderdaad moet vragen naar wat er met de middelen van het bisdom gebeurt. Hij zag daarbij echter wel allerlei complicaties. Met name kan de vraag naar desinvestering opkomen en dat is geen geringe zaak. Zijn er wel sohone aandelen, zo vroeg hij zich af en wat moet je doen als je je op dit pad be geeft? De oplossing zal zeker ook moeten worden gezocht in het gedrag van iedereen als consument zo meende hij. 11 een voorlopige peiling heeft de synode van de evangelisch lutherse kerk zich uitgesproken tegen de resolutie van de We reldraad van kerken uit 1972, dat buitenlandse investeringen ln Zuidelijk Afrika moeten wor den teruggetrokken, omdat zij leiden tot versterking van een blank minderheidsregiem in hun onderdrukking van do meerderheid der bevolking in dit gebied. De stemverhouding was twintig tegen dertien. Met zeventien tegen zestien stemmen heeft de synode aan de leden van de kerk ontraden naar Zuidelijk Afrika te emi greren. De synodeleden waren het erover eens dat de kerk wel politieke uitspraken mag doen. Medewerksters van de We reldraad van Kerken en ande re internationale interkerkelij ke organisaties die in gebou wen van de wereldraad ln Genève zijn gevestigd, hebben een eigen actiegroep gevormd. Zij vinden, dat in het oecume nisch centrum in Genève de structuren en mogelijkheden ontbreken om de speciale wen sen van de vrouwen aan de orde te stellen. Gewezen wordt op de ondergeschikte positie van het merendeel van het vrouwelijk personeel in het in terkerkelijke centrum. De gemeenteraad van Rome heeft zijn goedkeuring gegeven aan de bouw van een moskee en een daarbij beho rend cultureel centrum. De moskee, de eerste in Rome, komt in het noordelijk deel van de stad. Het ontwerp voor moskee en centrum, waarvan de bouw ruim vijftig miljoen gulden zal kosten, is van de Tunesische architect Abdelma- jid Bouzid. De ambassadeurs van alle islamitische landen in Rome, zijn officieel van de plannen en van het ontwerp op de hoogte gesteld. De Tsjechische schaak grootmeester Ludek Pach- mann, die sinds hij naar de Bondsrepubliek is uitgeweken onder druk van het Oostblok niet aan internationale tour- nooien mag deelnemen, heeft de gedwongen rust benut om een boek te schrijven. Het be schrijft de weg, die Pachmann heeft afgelegd van overtuigd marxist tot overtuigd christen. Het verschijnt als pocket in de herfst bi] Herder onder de titel „God Iaat zich niet verban nen". In het afgelopen jaar is voor ruim veertien procent meer aan bijbels, nieuwe testa menten, bijbelboeken en an dere tekstgedeelten verspreid dan in de voorgaande pcr'ode van twaalf maanden, zo meldt het nu in Stuttgart gevestigde hoofdbureau van de samenwer kende bijbelgenootschappen. Het totale aantal steeg van 218.429.595 tot 249.152.091 exem plaren, „Een grote stap vooruit ln ons groeiproces", zo noemde prof. dr. H. Berkhof het besluit van de Raad van Kerken om de aangesloten geloofsgemeen schappen ter discussie een zo genaamde handreiking bi] het 6tatuut van de raad aan te bic den. Het document telt driedui zend woorden cn draagt als ti tel „Eenheid in Christus en maatschappelijk engagement". Het document Is een bezinning op de eenheid cn de gemeen schappelijke verantwoordelijk heid van de kerken. Prof. dr. J. P. Boendermaker wees erop dat ook zw'Jgen een politieke beslissing zou rijn. Prof. dr. Ch. Llndijer, die ra cisme een vloek noemde, vond dat neen zeggen tegen de reso lutie van de Wereldraad van Kerken verraad Is. Daartegen werd door andere synodeleden opgemerkt dat men door de investeringen te rug te treken te grote risico's neemt en de consequenties van het besluit niei kan overzien en dat 't dus niet gaat om loya liteit teegnover de Wereld raad van Kerken. Prc,f. dr. J. Kooiman meende dat do reso lutie van de Wereldraad een goed signaal ls. Steun daaraan te verlenen ls een effectief pressiemiddel. De vroegere primaat van de katholieke kerk ln Hongarije kardi naal Mindszenty heeft de Oosteuropese politiek van het Vaticaan een fiasco genoemd. Hl) zei dit ln New York bij rijn verblijf ln de Verenigde Staten, dat tot eind Juni duurt. De kardinaal meende, dat de politiek van het Vaticaan de kerk achter het ijzeren gordijn geen verlichting had gebracht cn geen verbetering betekent voor do culturele ontwikkeling van de bevol king. Ook in zover de politiek niet de vrije rechten van de bevol king had bewerkstelligd was zij een mislukking. Wat zijn memoires betreft zei kardinaal Mindszenty, dat zij eerst in het Engels zouden verschijnen en wel in november. In de me moires, die voornamelijk in de Amerikaanse ambassade In Boe dapest zijn geschreven, zal de kardinaal uitvoerig ingaan op zijn correspondentie met het Vaticaan. Weliswaar heeft dit tegen cn. kele gedeelten van het boek bezwaren ingebracht, omdat ze wel licht kunnen leiden tot aanvallen op hem en de kerk. maar de' kardinaal had intussen deze bezwaren beantwoord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 7