w wi plaats Gelatenheid Nederland in maakte van de bezetters voor verzet Spionage in bezet Nederland tussen medio 1941 - medio 1942 Concurrentie van geheime diensten ten koste van mensenlevens DONDERDAG 2 MEI 1974 LEIDSE COURANT Vandaag verschenen: dr. L. de Jong: „Het Ko ninkrijk der Nederlan den in de Tweede We reldoorlog", deel 5b Staatsdrukkerij en Martinus Nijhoff. Den Haag. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Bezet Nederland heeft tussen medio 1941 en medio 1942 vooral in het teken gestaan van de Jodenvervolging; van het op treden tegen de kerken en de gelijkschake ling van onderwijs en organisatie. Bezet Ne derland kreeg toen ook te maken met duide lijke tekenen van verzet van de kerken, van kunstenaars en van illegale groepen. Maat ook kwamen tn die periode de eerste gehei me agenten van Londen naar bezet gebied. Om hier op enkelen na de cel of nog ergei de dood te vinden. Zelfs in die moeilijke p riode uit de menselijke geschiedenis speelde bij deze geheime opdrachten en diensten naijver, concurrentie, wantrouwen en vooral competentiestrijd de hoofdrol. Ten koste, zoals later zou blijken, van vele mensenle vens. Dit maakt het lezen van deel 5b uit het standaardwerk van dr. L. de Jong. „Het Ko ninkrijk der Nederlanden in de Tweede We reldoorlog", dat vanddag verschenen Is, tol een weliswaar boeiende, maar vooral trieste bezigheid. Het verzet van de kerken nam in de tweede helft van 1941 duidelijke vormen aan. Hel ontstond vooral door de pogingen van de be zetter allerlei confessionele organisaties en instellingen gelijk te willen schakelen. Dr. L. de Jong behandelde dit in deel 5a van zijn tholieke kerk betreft. In deel 5b, het zojuist standaardwerk al uitvoerig voor wat de ka- verschenend deel, besteedt de ateur vooral aandacht aan de Hervormde en de Gerefor meerde kerken, waarbij de figuur van de be faamd geworden dominee K. H. E. Graven- meyer sterk naar voren springt. Deze man. rechtlijnig van opvattingen, heeft binnen de Hervormde Kerk en het verzet van deze kerk tegen de bezetter een zo belangrijke rol gespeeld, dat daarvan een sterke impuls uit gegaan is naar vele andere dominees, ge meenteleden en andere Nederlanders. Wel licht is hij vergelijkbaar, ook in zijn karak ter, met aartsbisschop De Jong van Utrecht, die voor de katholieke kerk en voor vele an dere Nederlanders geleidelijk aan, na veel innerlijke strijd, een voorbeeld geworden is van geestelijke en daadwerkelijk verzet. In één adem moet daarbij genoemd worden de P.n rmollftt nafsr Titnc J:. .1. verbod j i J 1 5W vVL' ;V rlpi (TTPPn U.U c.lLt/p Klein facet uit de tragedie van de Nederlandse Joden als zieleleider een voorbeeld geworden Is van het geweldloos verzet tegen de vijand. Deze Titus Brandma (die ais martelaar in een Duits concentratiekamp overleden is) is met al zijn lichamelijke gebreken een van de groten van Nederland in 1949—1945 gewor den. Dr. L. de Jong laat daarover geen twij fel bestaan. Vele ouderlingen, dominees, priesters zijn trouwens een voorbeeld geweest getuige de gegevens: In totaal werden tijdens de bezetting van de ongeveer 2000 hervormde predikanten er 136 kort of lang gevangen gehouden, 12 van her kwamen om in concentratiekampen. Tot eind 1942 werden er 67 gearresteerd, de meesten wegens illegaal werk. Bij de gereformeerde dominees lag het cijfer zeer hoog. Van de 500 predikanten werden er honderden gearres Carmeliet pater Titus Brandsma die als geestelijk adviseur van de katholieke pers en teerd en kwamen er zeker 20 om. Van de naar schatting 5000 katholieke geestelijken werden er meer dan 400 gevangen gezet, i er 49 om het leven kwamen. Pater Titus Brandsma: doodgemarteld in Duits concentratiekamp Door da angst, die vooral in begin 1942 bij de Duitsers ontstond over een mogelijk twee de front van de geallieerden Amerika be gon zich steeds sterker met de oorlog te be moeien moesten onder meer de Neder landse beroepsmilitairen uitgeschakeld wor den. Toen daama bleek, dat steeds meer mi litairen zich in het daadwerkelijk verzet be gaven werden de beroepsmilitairen opgeroe pen, zich voor krijgsgevangenschap te mel den. Op 15 mei 1942 werden als gevolg daarvan 2027 officieren adelborsten en cadet ten naar kampen in Duitsland overgebracht Een klein aantal had zich niet gemeld en daarvan deden velen later van zich spreken in hun actief verzet als illegaal werker of als geheim agent voor de geallieerden. De houding van kerken en van de kunste naars die zich begin 1942 moesten melden als lid van diverse Duits-opgezette organisa- ties de houding ook van velen uit he. vroegere politieke maatschappelijke en be drijfsleven begon de bezetter in die periodt zo te irriteren, dat medio 1942 een groot aan tal gijzelaars opgepakt werd: 460 in mei 1942, en 599 in juli 1942. Er waren er al meer opgepakt, maar zieken, ouderen en Neder landers die belangrijk waren om het leven in het land op gang te houden waren reeds vrij gelaten. Bij de gijzelaars bevonden zich Nederlanders uit alle rangen van de maatschappij, met ve lerlei functies ook. In Noordholland alleen aJ werden bijvoorbeeld tien burgemeester gegij zeld. Allen onder het motto, dat wanneer er verzet kwam in Nederland telkens een aan tal gijzelaars gefusileerd zou worden. Hef waren geen loze woorden, want inderdaac zijn enkele gijzelaars gefusileerd. Maar in die tijd ook al verschillende verzetslieden, zoals de communist Sneevliet en zijn groep en kort daarop 96 andere verzetslieden. Een groot aantal kunstenaars weigerde zich te schikken naar de bevelen van de bezetters en meldden zich niet voor de Duitsgezinde kunstenaarsorganisaties. Onder hen de be faamd geworden Amsterdamse beeldhouwer Gerard van Veen, die later als verzetsheld •gefusslleerd is. Hij leidde onder meer de grote overval op het register van de burger lijke stand in Amsterdam. Onder hen was concerten bleef geven, vooral in huiskamers ook de zangeres Jo Vincent, die desondanks van concertminnende mensen In geheel Ne derland. Niet voor geld, maar voor levens middelen. „In Oud-Wetering kreeg ik 200 eie ren, twee pond boter, een kaas en twee pan- kalere jonge hanen. In Hillegom een mud tarwe, een ton kolen, vijf liter oïie, een kruik jenever voor mijn man." Zij zong letterlijk voor haar levensonderhoud. Er kwam één lichtpunt: want op 25 Juli 1942 besloten Amerika en Engeland in Frans Noord-Afrika te landen. Het zozeer verlang de „Tweede Front" werd een feit. Een feit werd ook, dat bijvoorbeeld In Nederland de angst zich toen al meester maakte van vele Duitsgezinde Nederlanders, zoals de NSB bijvoorbeeld. Deze angst zorgde ervoor, dat steeds meer Nederlanders zich daadwer kelijk gingen verzetten tegen de vaak on menselijke voorschriften van de bezetter. Dat zouden de jaren hierna duidelijk maken Dominee K. H. E. Gravenmeyer: rechtlijnig strijder tegen de nazi's Van een onzer redacteuren DEN HAAG De spionage ln bezet Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog is één grote zwarte bladzijde ln de geschiedenis geworden. Er zijn velerlei oorzaken aan te wij zen, waarom deze spionage tot mislukking gedoemd werd. Vooral de rivaliteit tussen de verschillende geheime diensten in Londen, die voor bezet Ne derland werkten, het gebrek aan voldoende kennis met wat er in bezet Nederland omging en de gebrekkige manier waarmee de geheime agenten moesten werken, zijn daarvan de grote oorzaken. De grootste fout in Londen is echter ge weest, dat men verzuimd heeft zich te houden aan de securi ty-check van de naar Neder land uitgezonden geheime agenten. Deze agenten moes ten, wanneer zij door de Duit sers gevangen genomen waren en wanneer zij gedwongen werden met het uitzenden door te gaan, een veüigbaldscode gebruiken het waren maar enkele tekens in de boodschap pen, maar voldoende om in Londen alarm te kunnen slaan. Helaas heeft men dit met voor bijzien van alle voorschriften, op een enkele uitzondering na, nagelaten. Met alle rampzalige gevolgen vandien voor de later uitgezonden geheime agenten. De spionage naar bezet Neder land en de contra-spionage in Nederland door de Duitsers zal in de geschiedenis bekend blij ven als het England-Spiel van de Duitsers Giskes en Schreie- der. Toen de Nederlandse ge heime agent Lauwers gevan gen genomen was, begon dit England-Spiel, omdat Londen schromelijk verzuimd had de security check van Lauwers te benutten. Nadien zijn nog vele geheime agenten gevangen ge zet en na de oorlog pas bleek hoe verwoestend dit Duitse op treden op de spionage-activitei- ten gewerkt heeft. De parle mentaire Enquête-Commissie heeft kort na de oorlog hiervan uitgebreide verslagen gepubli ceerd eri dr. L.' de Jong heeft leze verslagen samengevat in deel 5b van zijn standaard werk „Het Koninkrijk der Ne derlanden in de Tweede We reldoorlog", welk deel vandaag verschenen is. Uit deze samenvatting blijkt, dat de activiteiten en de con tra-bewegingen zich vooral ge concentreerd hebben op weste- lijk-Nederland. Dit kwam voor al omdat de persoonsbewijzen waarmee de geheime agenten voorzien waren, niet deugden. Bekend werd maar al te snel, dat zij zich in Pijnacker kon den vervoegen bij dokter Bolle en gemeente-secretaris Heu- kels, die voor goede persoons bewijzen zorgden. Daar kwa men geheime agenten van ver schillende bureaus uit Londen terecht, waardoor zij teveel van elkaar eisten. Het grootste gevaar bij spionage. Bovendien hadden de Duitsers een viertal Nederlandse agenten in dienst, de Haagse Politiemannen Poos en Slagter, verder de beruchte Ridderhof en de allerberucht- ste Van der Waals. Deze heb ben de dood van heel wat ver zetsmensen en geheime agen ten op hun geweten, doordat zij steeds dieper in de verschil lende groepen wisten door te dringen. Als gevolg van dit alles bleek eind 1942 nog maar nauwelijks een behoorlijke lijn met Lon den te werken, zelfs niet meer dan medio 1940, ln de eerste maanden van de oorlog. Tus sen juni 1941 en Juni 1942 wer den van de 32 door Londen naar Nederland uitgezonden agenten die bijna allen per parachute boven bezet gebied afgezet werden er zes niet gearresteerd. Twee kwamen om bij hun pogingen naar En geland terug te keren, zodat er 26 in handen van de Duitsers vielen. Deze mensen waren uitgezonden door vijf verschil lende geheime diensten: twee Engelse en drie Nederlandse bureaus, die elkaar in hun naijver voortdurend de eer, maar niet de mislukking be twistten. „Hun onderlinge con flicten twisten en intriges zul len wij in deel 9 schetsen" al dus dr. L. de Jong. Aan de Abwehr van de Duit sers hebben verschillende Ne derlanders meegewerkt, niet alleen de bovengenoemde agen ten, maar bij voorbeeld ook de nsb-hoofdcommissaris van de Haagse politie, mr. P. Hamers en verschillende anderen. Daarnaast echter waren er de inspecteurs van de Haagse po litie, A. Moonen en F. Klijzing, die tal van geheime agenten uit Londen geholpen hebben. Vooral de mensen van de groep Erik Hazelhoff. Roelfze- ma, die vanuit zee bij Scheve- ningen of Katwijk aan land ge zet werden. Moonen heeft zijn werk met zijn leven moeten betalen. Als avontuur zijn de activitei ten van de groep-Hazelhoff- Roelfzema het boeiendst ge weest. Deze groep had toe stemming gekregen de agenten met een motortorpedoboot naar de Nederlandse kust bij Scheveningen over te brengen, waarna de agenten met een roeibootje bij de Scheveningse pier op het strand gezet zou den worden. Compleet in avondkleding, omdat ze dan de rol konden spelen van uitgaan ders, die teveel gedronken hadden. Daarom ook werden ze tevoren rijkelijk met sterke Eric Hazelhoff-Roelfzema: de va rende en soms ook zwemmende spion tijdens de 2e Wereldoorlog en schrijver van o.m. „Render vous in San Francisco" en Sol daat van Oranje". drank besprenkeld. Bij deze groep heeft vooral de Haagse politie-lnspecteur Moonen een belangrijke en zeer riskante rol gespeeld. Ook Leidse en Delftse studenten hebben aan de spionage-actlviteiten deelge nomen als assistenten en tech nici. Enkele keren kwam de motortorpedoboot bij Katwijk en bij Noordwijk voor de kust, maar de meeste overtochten konden tot een goed einde ge bracht worden, hoewel de meeste agenten hun verblijf In bezet Nederland maar kort konden benutten. Eén episode uit dit avontuur over zee bij Scheveningen, dat voor de geheime agenten veel gevaren in zich gehouden heeft: „De landingsoperatie had In middels tot een hoogst kritieke toestand geleid. Pas om half twaalf waren Hazelhoff Roelf- zema, Krediet (geheim agent en zoon van een Wassenaarse arts) Goodfellow (een Engelse begeleider) en Van der Reyden in de roeiboot gestapt. Ze kwa men onverwacht in een sterke tegenstroom terecht en kort voor twaalf uur was de roei boot In de branding omgesla gen. Van der Reydens (geheim agent) zender en de twee rie men waren zeewaarts gedre ven. Krediet was bijna ver dronken toen hij ze, vergeefs, achterna gezwommen was en toen men tenslotte de roeiboot op he tdroge had. kon men niet meer vertrekken: de rie men waren zoek. Krediet en Goodfellow bleven bij het boot je wadrten .Hazelhoff. Roelfze ma bracht de kletsnatte Van der Reyden (zonder zender) naar de Gevers Deynootwe&en vertelde h< nacht kon doorbrengen. Van der Reyden snelde weg. kwam Tazelaar en Dogger (beiden geheime agenten die naar En geland zouden terugkeren) te gen, vroeg hun de weg, maar wisselde verder geen woord met hen, maakte zich dus ook niet als geheim agent bekend en deelde niet mee dat Hazel hoff Roelfzema zich nog op het strand bevond. Ergens op dat strand vond Hazelhoff, die langs de waterlijn naar de roeiboot terugliep, de twee rie men die aangespoeld waren. Samen met Krediet en Good fellow kon hij door de bran ding komen en de motortorpe doboot weer bereiken. „Om 1 uur a.m. waren we aan boord terug. 1 uur 5 sliepen we alle drie." „Drie nieuwe tochten volgden: jp 20 december, op 22 decem ber en op 11 Januari. Op 20 de cember was de motortorpedo boot weer te laat en kwam hij bij Katwijk terecht in plaats van bij Scheveningen. Op 22 december constateerde men veertig mijl uit de kust daf het weer veel te ruw was voor de roeiboot, zodat men terugkeer de. Op 11 januari (een barre winter was Inmiddels gevallen) stonden Hazelhoff Roelfzema en Krediet bijna een uur lang op het Scheveningse strand niemand kwam er opdagen. (ZIJ zouden agenten en Frans Goedhart en Wiardl Beekman naar Londen nemen). Zij had den toen nieuwe zenders voor Terlaak en Van der Reyden bij zich. Die poogden zij te begra ven, maar hun scheppen, die „een heidens kabaal" maak ten, stuitten af op het bevroren zand. Ze moesten de koff^rtiw met de zenders weer meene men. Naar het strand zwem mend was Hazelhoff Roelfze>- •m*—overigen» bijna verdron- ken. „De reddinjfsgordel deug- de geheelniet, gezien die kalm met ml] zonk."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 11