,Je moet eerst weten wat honger is lOiiai Plan Capelle streeft naar duidelijk leefbare woonruimte GROTE ECONOMISCHE BELANGEN INZET VAN PORTUGESE KOLONIALE OORLOG ARCHITECT BENNO STEGEMAN OTTERDAM Het kan anders. In een gesprek net de Rotterdamse architect B.N.A. Benno Stege- i (43) klinkt dat zinnetje herhaaldelijk. Het kdn iders. vindt hij. In zijn werk is hij daarmee uidelijk bezig, gezien de opzienbarende woning- mwprojekten die van zijn tekentafel zijn geko- >n. Experimentele woningen waarbij niet alleen vormgeving opvallend is, maar ook, en daar echt Benno Stegeman erg veel belang aan het jordachte leefpatroon. En dan nog voor huurprij- die in Nederland onderhand ongekend zijn, in het westen. Kortom huizen, waarbij de i gisteren en vandaag gewoon voor :hut staat. Na woningen in ondermeer Aalsmeer (eengezinswo ningen met een all-in huur tot einde werk 1975 229,- per maand.), Zwolle en Zoetermeer (de witte huizen met oranje koepeltjes) te hebben gebouwd, staat nu Benno Stegemans grootste projekt op stapel: in Capelle aan de IJssel gaan 878 woningen gebouwd worden zoals die er in Nederland nog niet vinden zijn. Verrassend gegroepeerde middelhoge bouw van drie woonlagen, woningwetbouw, v'arie- twee-, drie-, vier- en vijfkamerwoningen tot dakwoningen, voor een gemiddelde huur van 187,72 gulden per maand all-in. Het ministerie van Volkshuisvesting verleende hieraan het predikaat experimenteel", maar hoefde niet met extra subsi die over de brug te komen: het was goedkoop jwioeg. Bij Stegeman kón het anders. „Ik uniek? ja, het lijkt er wel op". ■apelle gaat een nieuwe wijk realiseren, Oostgaar- e, waar in de toekomst 10.000 mensen zullen ivonen. Waar de woningen van Stegeman komen (op augustus wordt de eerste paal geslagen) was al een flatgebouw gepland. De gemeente had de toe- ost. In die u rzame- stemming voor de bouw al in haar zak, maar i gedachten veranderd. Dat daarvoor c contract met 500.000 gulden moest worden afge kocht was geen bezwaar. Capelle maakte daarmee de weg vrij voor een uniek en toch goedkoper lingprojekt. Benno Stegeman: „Dat zouden meer gemeenten moeten doen: als ze zien dat het fout gaat, het roer omgooien". Daar is dan wel moed voor nodig". let plan bestaat uit woonblokken, waarvan de basisvorm achthoekig is. Een woonlaag bestaat uit vier woningen rond een trappenhuis, waarin ook een lift(!). Op de begane grond een woning met grote tuin; de twee woonlagen daarboven zijn telkens wat kleiner en de balcons en dakterrassen ervan steeds groter. Bovenop het blok staat een dakvorm, een soort schaapskooidak, waaronder de liftmachineka- mer en twee driekamerwoningen. Deze woonblokken staanin een C-vorm tegen elkaar. De ruimten in het midden kan een tuin of speel ruimte worden, maar ook denkt men aan de moge- ijkheid er één grote afgeschermde kooi van te maken waarin vogels of andere dieren kunnen leven. Daarover zal met Blijdorp worden overlegd. Tussen de wooncirkels lopen rij- en voetwegen en bevinden zich groenstroken met daarin ruimte voor wandelaars en spelende kinderen. In het centrum hem van het plan komt een open recreatiegebied, een soort buurtpark. Het karakter van de wijk wordt ehoef- bepaald door de veelhoekigheid van de woonblok die ken. Door de terugwijkende en vooruitspringende bebouwing ontstaat een levendig beeld. Er is geen „Na- massale gevehvand zoals bij flatgebouwen. De wan- „Een delaar ziet telkens maar een klein deel, een hoekje het totaal, zodat volgens Benno Stegeman de ing, of maakt t voor stevige de voren, maar wens wat ge- ir. Als ïweest, et. De 1 nodi- heeft. dan ngDen ir J.G. aktivi- 'akan- bloem hele 1500 Dit •veken ook r deze s aan ij een am werd laat al zo de unt u - per kunt Zon- 25,- 1 op :oot Benno Stegeman: Je moet eerst weten, wat wonen is. rt nog bewoners zich niet opgesloten of „massaal" zullen eb wil voelen. me de De Adviescommissie Experimentele Woningbouw :rberg die het plan beoordeelde, had ook waardering voor het dubbele grondgebruik; de woonblokken staan als het ware op een grote betonnen plaat waaronder het gehele rijverkeer zich afwikkelt en waar zich kan' parkeerruimte voor auto's bevindt. De architect maar heeft die extra verdieping benut om er ook een aantal „nog in te vullen" ruimten te situeren, 18 ruimten van 45 vierkante meter. De bewoners moe ien daar zelf maar een bestemming voor vinden. zou een crèche kunnen zijn, een wasserette, winkeltjes, hobby- en jeugdruimten, enz. Eigenlijk had Benno Stegeman nog meer willen doen met dit plan-Oostgaarde. „Kijk, 878 gezinnen, dat zijn minstens 2500 mensen. Een heel dorp. In to'n complex kunnen eigenlijk ook een school, een consultatiebureau, een sportzaal, enz. Het is onzin die apart weer ergens neer te zetten. Financieel is het eveneens gezonder om geintegreerd te bou wen. Maar dat is hier nog niet gebeurd. Daar hadden we wat te weinig armslag voor en te weinig tijd. Flats zijn, dat is wel duidelijk, een verschrik king voor Stegeman. De fantasieloze blokkendozen, die ook vandaag nog worden gebouwd, betitelt Benno Stegeman als „rijp voor de sloop". „Kijk maar naar Zoetermeer, de grootste klungels hebben daar gebouwd. En als ik zie dat bouwconcern X een renovatieplan gaat bouwen in gietbouw, dan vraag ik me af: hoe is het mogelijk. Het is om te huilen. Ik zou dan wel met m'n auto tegen de gevel willen rijden". Stegeman is er van overtuigd, dat er ook in Den Haag met z'n hoge grondprijzen mogelijkheden zijn om, bijvoorbeeld in Waldeck, huizen te bouwen die afwijken van al dat recht-toe- recht-aan-gedoe en toch tegen zeer lage huren. Maar misschien is Den Haag er nog niet aan toe". Het Westlandse De Lier blijkbaar wel, want het bureau Benno Stegeman heeft voor deze plaats een plan klaarliggen van 144 woningen, gelijkend op die in Zoetermeer met een huur van 234,— per maand. Is goede hoogbouw eigenlijk wel mogelijk? „Ja, toch wel. Maar", gaat hij peinzend verder, „die is er nog niet, in Nederland niet en nergens". De manier waarop hij dat zegt, doet vermoeden, dat Benno Stegeman toch iets uit zit te broeden in die richting. Uit de bouwwereld heeft de oud-Oldenzaler Benno Stegeman weinig reacties gekregen op zijn doen en laten, niet positief en niet negatief. Benno Stegeman is in 1948 op een architectenbu reau gekomen. Hij was toen 18 jaar en kwam net van school. Daarna volgde hij avond-h.t.s. en de academie in Amsterdam. Vóór de oorlog, vindt hij, was architect nog een „doorleefd" beroep, maar na de oorlog is dat verwaterd. Van die geëngageerd heid moest telkens een stukje worden opgegeven: het was immers steeds weer te duur. De manier waarop hij nu werkt en de filosofie waar hij vanuit gaat „is gewoon gekomen, is onbewust gegroeid", hoewel er wel iets van de sfeer van de vroegere architectenbureaus in doorklinkt „Ik val misschien uit de toon, maar daar kan ik niets aan doen. Abnormaal? Wij hier vinden alles abnormaal wat allang platgetrapt is. Nee, het gaat er om de mensen steeds bewuster te maken, ze te laten leven, ze bezig te laten zijn. Maar mensen, zitten maar al te vaak vastgeroest, zitten in een tredmolen en zijn moeilijk om te turnen. Ook de mensen in de bouwwereld - ze zitten vast aan de „business" aan bedrijven, aan vriendjes, aan oude ideeën. Maar het kón toch anders? De bewijzen zijn er". Een architect moet volgens Stegeman méér zijn dan iemand die weet hoe je een huis in elkaar zet. „Van een architect mag je verwachten dat hij zijn vak verstaat. Je moet niet aan woningbouw doen als je niet weet wat wonen is. Daarom moet je net zo goed een beetje psycholoog zijn. Je leert het nooit, als je bijvoorbeeld niet weet wat armoede, wat honger is". Toch is het niet zo, dat Benno Stegeman met zijn veertien medewerkers dagen lang over de filosofie van het bouwen en het wonen aan het praten is. Hij verwacht gewoon dat zijn mensen het in hun vingers hebben. Stegeman houdt niet van al te veel praten. Inspraak? Nou goed, maar op een gegeven moment moet er wel een beslissing komen. „Ik wil wel luisteren, maar het moet een keer tot een beslissing komen. Niet almaar blijven praten over het leefmilieu, dan klets je je dood. Niet zoveel blabla. Iedereen schreeuwt, maar er gebeurt niets. We gaan kapot aan het meedenken van iedereen. We moeten eens wat meer vertrouwen in elkaar krijgen. We hebben groot vertrouwen in een dokter, dat zouden we ook in een architect moeten hebben". Toch begrijpt hij wel dat bouwactiviteiten met argusogen gevolgd worden, „want er is veel misge kleund". In het plan Oostgaarde in Capelle is hij gekomen tot een zeer hoog aantal woningen per hectare: 125, terwijl circa 35 woningen per hectare gebruikelijk is! Mede daardoor kan de bouwprijs per woning zo laag blijven. Maar hij gaat er ook vanuit, dat we zoveel mogelijk grond moeten proberen over te houden. Niet verder uitdijen, maar gecomprimeerd bouwen, zonder dat de bewoners last van elkaar hebben. „Kijk, het is een bepaald toekomstbeeld", filosofeert hij voor zich uit. „Wat doen we met de natuur?? In het weinige maagdelijke gebied om ons heen bouwen we maar, leggen we weer nieuwe wegen aan. Maar wat zijn we in hemelsnaam aan het doen? We plegen de grootste roofbouw die je je kunt denken. Maar wij zelf maken óók deel uit van die natuur. We tasten er ook ons eigen leven mee aan. We vergeten dat het om het totaal van het leven gaat. We zijn hier niet zomaar op deze aardbol". En dan terug naar de architectuur: „Dat bouwen wat we nu doen, wat zijn daar de gevolgen van voor het gedragspatroon van de mensen, de medi- sche, de psychische gevolgen? Wat is die mens? Wat zijn de. excessen die door dat bouwen veroorzaakt worden?" Het gaat Benno Stegeman aan het hart. dat we blind dreigen te worden voor hoe het ook anders kan. „Men kont alleen nog maar het verschil tussen eengezinswoningen en flats. In die twee dingen kan men alleen nog maar denken, zo zijn velen afgestompt. Over milieuverontreiniging ge sproken....Nee, wat dat betreft zijn wij gewoon een ontwikkelingsland". „De mensen zijn gewoon te beroerd om andere wegen in te slaan. Maar als je goed nadenkt, moet je tot andere ideeën komen. Heus, het kón anders". willibrord ruigrok DEN HAAG De militaire staatsgreep in Portugal heeft een einde gemaakt aan het langste autoritaire bewind in West-Europa en mogelijk aan de kostbare strijd die Portu gal voert in een verkrampte poging de Afrikaanse over blijfselen van zijn eens zo glorieuze wereldrijk te be houden. De opstand betekent de eerste breuk in het rechtse Portuge se bestuur sinds in 1932 Anto nio de Oliveira Salazar aan de macht kwam en een auto cratisch bewind instelde dat hij gedurende veertig jaar in stand wist te houden. Onder Salazars leiderschap werd de pers gemuilkorfd, politieke tegenstanders wer den in ballingschap gezonden en vormde zich een algemeen gevreesde politieke politie macht. De premier duldde geen verzet tegen zijn vastbe slotenheid de overzeese ge bieden onder de vlag van Portugal te houden. Toen Salazar in 1968 door een hersenbloeding werd getrof fen, waaraan hij later zou overlijden, werd Marcello Jo se Alves Caetano door de machtige vijftien leden tellen de raad van State als zijn opvolger benoemd. De raad genoot daarbij de steun van de traditionele pilaren van de gevestigde orde, de militairen, handel, industrie en banken en de rooms-katholieke kerk, die geloofden dat hij de man was die zo weinig mogelijk dingen zou veranderen. Ondanks de politieke onder drukking kon Caetano wat zijn Afrika-politiek betreft re- kenen op de steun van de overgrote meerderheid van zijn landgenoten. De meeste Portugezen beschouwden de al vijf eeuwen onder Portuge se heerschappij verkerende koloniën Angola, Mozambique en Guinee als een integraal deel van het thuisland, dat ten koste van alles verdedigd moet worden. Men spreekt'in Portugal dan ook niet van koloniën maar van provincies. Voor een van de armste landen van Europa zijn de kosten die voor deze nationale trots be taald moesten worden duize lingwekkend hoog. Het in Londen gevestigde insti tuut voor strategische zaken schat dat Portugal meer dan vijf miljard gulden heeft uit gegeven om de dertien jaar durende oorlog tegen Afri kaanse verzetsstrijders in zijn overzeese gebieden te finan cieren. De Portugezen betalen hiervoor dan ook op een groot aantal consumptiegoederen 15 procent „oorlogsbelasting". In deze oorlog zijn zeker drie duizend Portugese militairen gesneuveld. De koloniale oor log werd niet uitsluitend uit idealistische vaderlandslie vende motieven gevoerd. Er staan andere zaken op het, spel. In Angola heeft men ge weldige voorraden ijzererts gevonden en voor de kust is olie aangeboord. In Mozambi que is men bezig kunstwerken aan te leggen om de Zambezi voor irrigatie en energie te gebruiken. De koloniale oorlogen hebben in Afrika 150.000 man geregelde Portugese troepen voortdu rend in actie gehouden. De helft van het nationale budget is dan ook voor defensie be stemd. De oorlogen begonnen in 1961 in Angola, toen de volksbeweging voor de bevrij ding van Angola de wapent tegen de Portugezen opnam. Twee jaar later begon d( Afrikaanse partij voor onaf hankelijkheid van Guinee-Bis- sau en de Kaap Verdischi eilanden (PAIGC) met guerril la-acties in Guinee. In 196' ontketende het front voor dr bevrijding van Mozambiqui (Frelimo) de guerrilla teger Portugal in Mozambique. Van de drie Afrikaanse gebie den is Angola, gelegen tussei Zaire en Zuidwest-Afrika he grootst met 1,24 miljoen vier kante kilometer. Het gebied i: rijk aan mineralen, diamant koffie en steenkool. Mozambique produceert katocr suiker en steenkool. Het heef voor zijn toekomstige ontwik keling zijn hoop gevestigd 0| de reusachtige Cabora Basse dam, die in de Zambezi word gebouwd. Het gebied ligt aar de oostkust van Afrika er grenst aan Zuid-Afrika, Rho desië, Zambia, Malawi er Tanzania. Portugees Guinee, in het west en, is het kleinst van de drit gebieden. Het heeft een bevol king van ongeveer een hall miljoen, vergeleken met An gola 5,5 miljoen en Mozambi que met 8 miljoen. Het voor naamste produkt is aardno- ten. Het gebied heeft zich eni ge tijd geleden tot de onaf hankelijke republiek Guinee- Bissau uitgeroepen. Het is als zodanig reeds door meer dan 60 landen erkend, maar niet door Nederland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 15