HET WOESTE WILDE WESTEN meer moord dan romantiek (Wit' HET MOOISTE EN DODELIJKSTE GEBIED VAN NOORD-IERLAND; hgf bOGCGItldlICI Y3I1 Armagh Van onze correspondent ARMAGH. Het boerenland van zuid-Armagh is het prachtigste maar ook het dodelijkste van Noord-Ierland. Als je er zo rondrijdt, op een mooie voorjaarsdag, door de slingerende groene valleien, langs heidevelden en rond spiegelende meer tjes, dan vergeet je maar al te makkelijk dat het leven in dit deel van Ierland volledig gekneed en gedicteerd wordt door de IRA. De boerenlui en wegwerkers die even opkijken om de passeren de vreemdeling te begroeten, zijn bijna allen republiekeinen. Hun vriendelijke glimlach verandert al ras in een starre blik als ze horen dat de vreemdeling een Engels accent heeft. Zo'n 25 soldaten zijn met de grootst mogelijke doelmatigheid ver moord in het gebied van Crossmaglen. Het stadje Crossmaglen zelf heeft ongeveer 1300 inwoners en is daarmee het enige echte bevolkingscentrum in de omgeving. Op het stadhuis wappert een illegale Ierse driekleur, die bevestigt wat iedereen eigenlijk al lang weet over de betrokkenheid van het stadsvolk. Het politiebureau, waar een plaatselijk onderdeel van het Britse leger leeft, wordt bijna geheel aan het oog onttrokken door een ondoordringbaar en afschuwelijk lelijk scherm van stalen golf platen, prikkeldraad en zandzakken. Een duidelijke ingang heeft het gebouw niet meer, en de bezoekers die er zo af en toe opduiken, moeten eerst een tijdje buiten heen en weer lopen voor de wacht hen van achter zijn geweerloop kortaf vraagt wat ze willen. Zoals overal in Ierland zijn de troepen ook hier gestationeerd ter ondersteuning van de plaatselijke politiemacht," die in Crossmaglen bestaat uit één enkele agent Deze kan, als hij in functie is, niet meer naar buiten gaan zonder een militaire escorte. Het politiebureau ziet er uit als een naargeestig hol. De voorkant van het oude gebouw is bezaaid met kogelgaten en een nog wat lelijker gat dat de plaats markeert, waar vorig jaar een Russische RPG 7-raket insloeg tijdens een aanval van 23 IRA-schutters. (De plaatselijke IRA-martelaar, Michael McVerry, werd afgelopen november gedood toen hij een* soortgelijke aanval op een andere politiepost leidde). In het bureau hebben de mannen van de "G Parachute Battery, Seventh Battalion Royal Horse Artillery" (oftewel Seven RHA) geprobeerd hun deprimerende omgeving wat op te fleuren met een paar potten verf en wat posters. De meeste mannen slapen in een noodoptrekje in de achtertuin, dat bekend staat onder de naam "hondehok". Enige weken geleden kwamen er in het hondebok twee bedden vrij, toen twee leden van het Seven RHA het leven lieten in een door de IRA opgezette hinderlaag. Een derde man is nog steeds zwaargewond en een vierde liep zo'n zware shock op dat hij de dienst moest verlaten. De aanval werd gevolgd door meer dan honderd anonieme telefoontjes van honende en pestende Noord-Ieren en ook een half dozijn betuigingen van medeleven. De legercommandant in Crossmaglen is een jonge universitair geschoolde kapitein die zich volledig bewust is van de onmoge lijkheid van zijn taak en de kracht van zijn tegenstanders. Met zijn handjevol mannen moet hij de vrede bewaren in dit enorm grote moeilijke gebied, dat bewoond wordt door vijandige, of op z'n best onsympathiek tegenover hen staande, burgers en dat aan de grens ligt van een ander land waarin de vijand bijna zeker kan zijn van haar veiligheid. Het leger probeeit door middel van huiszoekingen, wegposten en het nauwkeurig bewaken van alle grensovergangen enige grip op de situatie te krijgen. Maar in feite kunnen de soldaten slechts wachten op de volgende aanval vn de opstandelingen in de hoop deze keer terug te kunnen slaan. Het enige lichtpuntje is dat er in het gebied van de Seven RHA geen vervelende sektestrijd voorkomt, daar er niet meer dan 104 protestanten wonen. De militaire buitenposten als Crossmagelen en Forkhill, dat een eindje verderop ligt, worden per helikopter bevoorraad, om de simpele reden dat de wegen in Armagh veel te gevaarlijk zijn, zelfs voor pantservoertuigen. De provisionals zijn experts in het leggen van landmijnen en het opzetten van hinderlagen. Het schijnt dat er onder bijna elk stuk weg wel een bom ligt en dat een seintje aan een nabijwonende genoeg is om hem op het juiste moment te laten ontploffen. De soldaten uit Crossmaglen gaan echter geregeld op voetpa- trouille, vaak wel vier dagen achtereen. In de stad zelf is dat een tamelijk ongevaarlijke onderneming omdat de IRA haar akties in bebouwde gebieden zoveel mogelijk beperkt uit angst voor ongelukken. De stedelingen schijnen de soldaten nauwe lijks te zien als deze voorzichtig over het marktplein en door de straten sluipen. In de winkels worden de militairen niet geholpen en herhaalde pogingen van de soldaten om de tijd samen met de dorpelingen door te brengen hebben alle gefaald. Steniging komt ook niet voor, mischien dankzij de strenge familiediscipline op het platteland. Er komen in feite maar erg weinig gewone misdaden en overtredingen voor in dit wetteloze gebied, behalve dan de grootscheepse smokkel uit en naar de Ierse republiek. Deze stroom van goederen, vooral landbouwprodukten en vee uit 'het noorden, en auto-onderdelen uit het zuiden, schijnt voor sommige mensen een fortuin opgeleverd te hebben. Een gedeelte van dat geld gaat weer naar de IRA voor bewezen diensten. Zo profiteert deze organisatie zowel op financieel als op taktisch gebied van de zo gehate grens. Links: Na het vredesverdrag van fort Lara mie in 1868, waarbij de Indianen weer eens toegaven aan de eisen van de blanken voor' de aanleg van wegen door hun gebied, wil den de blanken indruk maken op de In diaanse aanvoerder Red Cloud van de Sioux-Oglala (rechts boven). Zij nodigden hem en andere opperhoofden uit in Was hington: zittend Sitting Bull, Swift Bear en Spotted Tail. Naast Red Cloud een tolk. Red Cloud gaf daarna toe en vertrok met zijn stam naar een nieuw gebied. Rechts: Deadwood was een goudcentrum in het jaar 1876. Meer dan 7000 goudzoekers leefden in deze gammele optrekjes in verband met goudvondsten die de Indianen weer eens noodlottig werden. In de oorlog van 1812 vocht Tecumseh aan de kant van de Engelsen, die zich snel terugtrokken. Een jaar later sneuvelde het opperhoofd in het merengebied. al zo uiteenlopend dat de schrijver al moeite genoeg had enigszins een lijn in zijn ver haal aan te brengen. De opzet van zijn boek is dan ook niet de beste kant. Het Woeste Wilde Westen is een beelddocumentaire, dus weinig tekst en veel foto's en afbeeldingen van schilderijen die het eigenlijke verhaal moe-, ten vormen: het verhaal van Indianen die niet uitsluitend' vreedzaam waren, maar die hun grootste wreedheden van de blanken hebben geleerd en onder druk van die blanken hebben bedreven. Want onder-, ling kenden ze geen vernieti-, gingsoorlogen. De stammen waren niet zo talrijk, en daar mee waren ze al bij voorbaat in de minderheid ze hadden dan ook geen ervaring met het vechten in grotere eenheden. Maar vechtend in kleine groepjes of alleen waren ze niet kansloos. De Indianenoorlogen begon nen al direct bij het optreden van de eerste kolonisten in de oostelijke staten. John Rolfe mocht in Virginia getrouwd zijn met Pocahontas, de doch ter van het Powhatan-opper- hoofd, de daarmee bereikte rust was van korte duur, zoals ook steeds daarna. Na een aantal jaren was het rijk van Powhatan verwoest. Hetzelfde lot ondergingen de Pequotes onder keizer Sassacus in het Connecticut-dal waarna de ge vluchte Sassacus bij de Iroke- zen aan de martelpaal de dood vond, en de stam der Massa- soit in Massachusetts die na een opstand in hun winter kwartieren werden overvallen. Hun opperhoofd „king" Philip kwam door verraad om het leven. In de loop van de achttiende eeuw verplaatste de strijd zich' naar het westen, ondermeer naar het Ohio-dal, waar Shaw- nee-hoofdman Tecumseh ver geefs probeerde de stammen tot een verbond te bewegen, omdat hij merkte dat de blan ken steeds opnieuw de verdra gen schonden en belangrijke jachtgebieden levensvoor waarden voor de Indianen, in- "palmden. Veel verder naar het westen, in Nieuw Mexico, werd de stad Santa Fé een centrum voor de handel tussen pioniers en Mexicanen, het geen grote trecks op gang bracht. Vervolgens waren het trappers die in de Rocky Mountains binnen niet al te lange tijd de bevers uitroeiden en die de weg verkenden naar Californië en Oregon in het uiterste westen. Met economi-, sche omstandigheden in het oosten als oorzaak kwam in de veertiger jaren een ware volksverhuizing naar het verre westen op gang, waarbij goud vondsten nog eens een extra stimulans betekenden. Toen de daar levende Indianen wa ren uitgeroeid of gepacifi ceerd, bleef nog één groot ge bied ter verovering over, het steppengebied waar zich ook de strijd ontwikkelde tussen de grote veeboeren en nieuw- komelingen of „sooners". Het werd een strijd die gepaard ging met veediefstallen, het optreden van desperado's als Billy the Kid, het verschijhen van prikkeldraad en tenslotte het einde van de cowboy met alle geweld van dien. De op de prairie levende Indianen ge heel anders dan hun broeders uit de oostelijke bossen wa ren door de Spanjaarden ver trouwd geraakt met paarden. Tevoren hadden deze noma den te voet moeten jagen, zo Op 16 januari 1891 gaven de laatste Indianen zich over, 200 Indianen, onder wie talloze vrouwen en kinderen, waren in de sneeuw van Wounded Knee neergemaaid door de Hotchkiss-kanonnen. 'Het op perhoofd Big Foot was dood, evenals medicijnman Yellow Bird. Sinds Wounded Knee was er geen opstand meer, op de kleine opleving in 1972 na, waarvan de „schuldigen" thans terecht moeten staan. De laatste wilskracht van de Indianen was gebroken. De gTOte opperhoofden als Crazy Horse, Sitting Bull, Gall, Dull' Knife, Geronimo en Cochise hadden zich onderworpen, of waren gedood, zoals Crazy Horse die met bajonetsteken werd afgemaakt toen hij zich overgaf. Weggestopt in reser vaten leefden een aantal In dianen voort. Wat ze nog had den aan grond en andere be zittingen, was niet interessant meer voor de blanken. Het al meermalen beschreven drama van de Indianen blijft de aandacht trekken. Een ver geten hoofdstuk in de Ameri kaanse succesgeschiedenis krijgt eindelijk de aandacht die het verdient, kennelijk in samenhang met de belangstel ling die de nazaten van de oorspronkelijke Amerikaanse bevolking momenteel voor zich opeisen. „Het Woeste Wil de Westen" (door G. Scho- maeckers; uitg. De Haan, Bus-, sum) brengt het hele drama- nog eens in beeld. De uitmoor ding ging overigens gepaard met andere verschijnselen, zoals het optreden van kolo nisten, de veetransporten, de goudkoorts, de bandieten. Er zouden nog veel meer factoren te vermelden zijn, naar de aangehouden beperking is wel begrijpelijk. De omstandighe den waaronder de ondergang van het Indianenras in Noord - Amerika plaats greep, waren De Apachen geven het op. In de zomer van 1886, na uitzinnige moord- en plunderpartijen, geven Geronimo en Nanchez hun verzet op, om de lange tocht te beginnen naar hun verbanningsoord in Florida. dat zijn een armoedig bestaan leidden. Met hun paarden ver beterde hun leven aanmerke lijk, omdat met name de bi sons onder hun bereik kwa men. Hun behendigheid op paarden bleek steeds opnieuw,- en toen zij ook betere wapens kregen, zoals Winchester-repe- teerbuksen, slaagden zij er in bij de slag bij Little Big Horn- de troepen van de beruchte Indianenjager George Custer tot de laatste man neer te schieten. Deze slag in 1876 was hun grootste, maar ook hun laatste belangrijke wapenfeit Het reservaat of de dood was de keus die restte aan de stam men van de Sioux en de Cheyennes. In de jaren ervoor was het tot wrede moordpar tijen gekomen, zoals de af slachting van 500 Indianen door de Coloradotroepen van kolonel Chivington, om slechts een van de opvallende gruwel daden te noemen. Aan de slag bij Little Big Horn, namen be halve Sitting Bull, die nog uit geput was van een zonnedans, alle grote aanvoerders van die dagen deel: Gall en Crow King van de Sioux, Inkpaduta van de Yanktonnai, Lame Deer en Hump van de Minneconjuu, Crazy Horse van de Oglala en Two Moon van de noordelijke Cheyenne, met een totaal van ongeveer 3000 krijgers. Na die slag kwam het tot een verdrag, omdat de Indianen merkten dat zijn nooit een slag konden winnen zonder tot een nieuwe slag aanleiding te geven de blanken wisten nooit van op geven. Alleen de armoedige Apachenstam in de bergen van Nieuw Mexico en Arizona, met ondermeer de befaamde opperhoofden Cochise, Nans, Victorio en Geronimo onder wierpen zich later, om te wor den overgebracht naar reser vaten in Florida. Het was het einde van een .eeuwenlange geschiedenis van moord en bedrog, omgeven door een waas van valse ro mantiek. De verovering van het Wilde Westen is gepaard gegaan met alle elementen die een eeuw nadien nog aanlei ding geven tot film- en tv-hel- dendom. De werkelijkheid daarentegen was schrijnend en wreed. Want de belofte van „life, liberty and the pursuit of happiness" in de grondwet van 1776 heeft voor roodhjii- den nooit gegolden. PAUL TONY Vier dode bandieten na een korte loopbaan: Bill Powers, Bob Dalton, Grat Dalton en Dick Broadwell na een mislukte bankowrval in Coffeyville in Kansas, De Daltons behoorden tot de laatste outlaws van het wilde westen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 15