1974
grote belevenis: bekende men
sen uit alle werelddelen. Erg
leuk. Zo ontmoette hij er eens
een sjeik met acht vrouwen op
een zondagmorgen.
Aan het lesgeven heeft John
een grote club vriendinnen en
kennissen overgehouden. Nu
en dan geeft hij op verzoek
nog wel ergens aan huis les,
met een gezellig avondje
eraan: „Niet zo beroepsmatig
is dat. Ik ben helemaal niet
zakelijk. Veel te royaal ben ik
geweest. Alles gaf ik maar
weg. Gekke toestanden waren
dat: vrouwen werden verliefd
op me en anderen pikten ach
ter mijn rug de bloemen mee.
Tja, oloemen. Als me vra
gen: wat wil je hebben voor jo
verjaardag, zeg ik: ach, geef
me maar bloemen, liefst rozen.
Eens kreeg ik er bijna 500. Het
is leuk om bloemen te krijgen.
Grappig eigenlijk, hè? Vindt u
het leuk, op uw verjaardag
een pak kranten te krijgen? Ik
bedoel maar. Zo geniet je dub
bel van je eigen vak".
John vindt, dat hij een beroep
heeft dat vrij zeldzaam is in
ons land. Hij maakte boeket
ten voor leden van 't Konink
lijk Huis. Voor Beatrix eens
een boeket in Biedermeier-
vorm van een nieuw soort lila
rozen met kersenrode Ixia,
voor Margriet een stuk van
gele Duisbergrozen met lelie
tjes van dalen, zalmroze Co-
diaeum en eveneens zalmkleu
rig lint. Bij de geboorte van
Willem Alexander feliciteerde
hij bloemrijk en ontving daar
voor (portvrij) vanuit Draken-
steijn een kaartje „met harte
lijke dank voor de mooie bloe-
men bij de geboorte". Van
Beatrix en Claus kreeg hij een
foto met opschrift „met alle
bewondering". De koninklijke
bedankjes stapelden zich op.
John heeft er een paar inge
plakt: „je kunt wel aan de
gang blijven".
Het corps diplomatique was
bij zijn schikdemonstraties
kind aan huis. Als je de foto's
bekijkt lijkt het alsof wijlen de
hertog van Baena, Spaanse
ambassadeur, niet bij hem
was weg te slaan. „Mijn lezin
gen zaten altijd stampvol.
Vreemd eigenlijk, een goede
solist ziet vaak een halflege
zaal vóór zich. In het Kurhaus
maakte ik zelfs modeshows,
voor elke japon een aparte
corsage; het waren er wel hon
derd met voor een kwart mil
joen gulden aan juwelen erbij.
Ik maakte ook voor mijn ple
zier etalages, met eigen mate
riaal. Dat doe ik niet meer, dat
I is te duur geworden".
John Berserik weet, dat er
I grote belangstelling voor het
John Berserik temidden van bloemen in het afgelopen dinsdag doorde koningin
geopende Keukenhof
bloemschikken bestaat. „Maar
het is wel kostbaar. Er zijn
weinig winkels waar je bloe
men los kunt kopen. Je hebt
de mensen op je cursussen
eigenlijk een beetje verwend
met leuke blaadjes, aardige
takjes. Dat is bezwaarlijk. Een
takje orchideeèn met een takje
rhododendronblad erbij, iets
anders was er niet. Men wordt
te weinig geholpen aan mate
rialen waar men iets mee kan
doen. Je bent zo 15,20 gulden
kwijt om iets aardigs bij el
kaar te zoeken, eenvoudige
prunustakjes met wat narcis
sen en een bosje tulpen. Zoiets
remt de mensen af'.
Dit jaar wordt het de Keuken
hof voor Berserik. Hij gaat er
om te beginnen shows voor
maken. Hij was b.v. op de
Bedrijfsauto in de RAI, de Ro-
kabeurs in Utrecht, de Vakan
tiebeurs en de Tuinbouwten
toonstelling te Delft. „We had
den kleine shows op de RAI
en bij de Kat-Expo in het Con
gresgebouw. Een tijdje terug
ook was ik in Munster en
daarna maakten we op een
boot in Rotterdam een mini-
Keukenhof en voeren ermee
naar Mainz om ook zo'n show
te doen. 's Nachts terugvaren
en onderwijl verversen".
Dinsdag jl. ging Keukenhof
zelf open. Toen stond John in
de grote kas met veel bloem
stukken en in het paviljoen
voor de bloem sierkunst. Er
kwamen erg veel bloemen van
grote kwekers: „Na een dag of
vijf maken we het allemaal
weer opnieuw; dat bloemwerk
moet een visitekaartje blijven
voor kwekers en Keukenhof.
Je krijgt van die grote opge
maakte stukken, een paar dui
zend narcissen in een stuk van
twee bij twee meter, met groen
afgewerkt. Duitsers vinden
zoiets ongelofelijk mooi. Je
werkt er met de allermooiste
materialen: prachtige kraag-
halsnarcisscn, de mooiste fre
sia's en de grootste, bijzondere
irissen, tulpen, alstroemeria
(lelie-aehtige bloem), met de
houtgewassen uit het park, het
jonge groen, de berkeboomp
jes. berberis, rhododendrons,
erica-soorten en zulk soort
dingen meer. Je gaat in die
tuin op een nette manier wat
takjes knippen: jong goed in
het jonge voorjaar".
Deze door en door Haagse
bloemkunstenaar als hij er
gens anders gevestigd zou zijn,
kreeg hij binnen een week
heimwee heeft geen auto.
„Ik vind de bustocht naar Lis-
se geweldig. Je ziet- dan de
natuurontwikkeling op z'n
mooist eigenlijk. Ik kijk graag
om me heen hoe alles gebeurt
Keukenhoftijd is een heerlijke
tijd. Oude mensen, jonge zie je
er, uit alle windstreken. Engel
se vrouwen in pasteltinten,
Easter parade; Amerikanen
met grote schoenen, de Duit
sers zijn vaak te herkennen
aan de hoedjes of de vrouwen
in de rouw met zwarte kousen.
Scandinaviërs lopen er met
lichte haren. Prachtig vind ik
dat, kleding en ipenscn obser
veren, te kijken hoe ze er bij
staan".
John Berserik maakt tevoren
geen plannen: „Het komt zó
bij me op. Ik weet vooraf niet
wat ik zal gaan maken, het
werk groeit als je ermee bezig
bent. Het ligt dikwijls aan het
karakter van het materiaal,
het is een meespolen met de
vorm van een tak. Op de keu
kenhof kun je je helemaal uit
leven als bloemenman en men
sen zijn altijd nieuw. Zonder
dit plezier zou je hier niet aan
moeten beginnen. Het zijn hele
dagen, dat je er staat, van 8
uur 's morgens tot 's middags
6, vooral straks op de topda
gen. het gekke is, dat je steeds
meer aardigheid erin krijgt
terwijl je bezig bent. Als ik
eenmaal de smaak te pakken
krijg met die corsages, weet ik
niet meer van stonDen".
TON PIETERS
DEN HAAG Op bezoek bij
een van Nederlands bekendste
bloemsierkunstenaars. Geen
enkel bloemetje in de doorlo
pende kamers van de comfor
tabele flat aan de Haagse Es-
camplaan. Vreemde gewaar
wording. Eenzaam staat een
palmachtige Dr'essena tegen
de muur, naast het stenen
beeldje van een soort aalschol
ver, die wat triest is weggezakt
op z'n zwemvliezen. „Ik houd
niet van planten in huis. Van
middag ziet het er anders uit.
Dan komt een vriendin een
paar antieke schalen met bloe
men vullen en die zetten we
zó op deze wachtende voetjes.
Na vijven krijg ik bezoek van
mensen van het Nederlands
Congresgebouw. Een man of
veertig met de directie. Alle
tweehonderd uitnodigen ging
niet. Je moet een keuze doen".
Dat was de situatie een p'aar
weken geleden, op het officiële
afscheidsborreltje van het
Congresgebouw, waarvoor
John F. Berserik ruim vier
jaar heeft gewerkt. „Het was
een fijne tijd. Hoe dan ook".
Inmiddels is bloemschikker
Berserik aangetrokken door
de Keukenhof die haar 25-ja-
rig jubileum gaat vieren.
Rondom staan nogal wat
sculptures van vogels, ver
vaardigd door beeldhouwster
Tosca van den Haak, met wie
John veel heeft samengewerkt
op exposities. Aan de wanden
tekeningen en schilderijen van
bevriende kunstenaars: „Er
hangt een kapitaaltje aan
kunstwerkjes in m'n flat". Co-
rine Franzen-Heslenfeld, die
reliëfjes maakte voor het
Leidse stadhuis bij de restau
ratie na de grote brand, goot
in gips John's kop, die nu op
een witte slaapkamerkast
staat Hij kreeg die kop een
tijd geleden in het Congresge
bouw en heel wat mensen zei
den toen: kijk, daar heb je de
kop van Kennedy. Hetzelfde
profiel, ongeveer dezelfde
haardos. Dus tóch de kop van
John. John Berserik glimlacht:
„zo is het".
Het levende beest komt even
kennismaken. Het is mooie
Jaap, een glanzende kater, die
door John van onder z'n slaap
hokje is weggehaald. Jaap
rekt zich uit en verdwijnt
weer. Dag Jaap. Berserik, met
z'n veertig en een half jaar,
zorgt tussen het schikken door
voor de huishouding: „Van
morgen was ik er om 6 uur
uit Ik heb een hekel aan stof,
hou van netjes. Het is te com
bineren met mijn werk". 1
Geleidelijk aan heeft John'
Berserik zich ontwikkeld tot'
de grote versierder van con
gressen en festivals. Op z'n
dertiende spijbelde hij van
school en mocht het bloemen-
vak in. Na een teleurstellende
avond-tuinbouwschool (voor
de diploma's) liep hij de school
voor bloemsierkunst af en
haalde een vakdiploma in
Aalsmeer. „Ik begon toen aan
wedstrijden mee te doen. Drie
jaar achtereen won ik de eer
ste prijs en de tweede en der
de erbij. En dan die eervolle
vermeldingen. Dan hou je wei
nig collega's over. Je hoorde
al gauw: zie je, daar heb je
hém weer, die zal wel vriend
jes hebben. Het zal wel talent
zijn, en plezier ook. Bloemen
zijn m'n hobby".
Berserik werkte enkele jaren
in verschillende bloemenzaken
en begon zo'n beetje les te
geven. Het werden zeer vele
lessen in bloemschikken.
Overal zat hij: op huishoud
scholen, op cursussen aan de
volksuniversiteit, op particu
liere clubjes en personeelsver
enigingen. Dertien jaar lang.
Daarna begon hij samen met
de leerlingen tentoonstellink
jes in te richten. Toen hij in
1969 met lesgeven ophield had
hij zo'n 13.000 dames de kunst
van het schikken bijgebracht.
De 13.000 vrouwen van Berse
rik. Hij is ertussen opgegroeid,
evenals trouwens tussen de
ambassadeurs en andere di-
plomatiekelingen. John moet
op abonnementsconcerten
die hij graag bezoekt altijd
knikken en vriendelijk blijven.
„Ik heb het niet zo erg op die
belangstelling. Je bent een
stuk vrijheid kwijt. Je kunt je
niet terugtrekken in een hotel
letje tussen de vennetjes of je
ontmoet er oud-leerlingen".
In het Congresgebouw kwa
men de grote versieringen,
zoals op het Wereldvoedsel-
congres, waar hij 15.000 bloe
men van de Nederlandse Bloe
misterij verwerkte. John intro
duceerde er de mini-Keuken
hofshows, organiseerde ten
toonstellingen met droogbloe
men. Feesten aan de lopende
band in het gebouw: enorme
partijen bloemen rond partij
en met duizenden mensen. In
de weekeinden trok hij naar
de Keukenhof om er te de
monstreren en bij de opening
te helpen. Een jaar of zeven
geleden was dat al. Keukenhof
is voor Berserik alle jaren een
V.
„zijn 13.000 vrouwen"