ïfi
PROBLEEM VAN VOORJAARSMOEHEID
Hebben schoonheid en overgang iets met elkaar te maken?
Zonnen op zee
VOOR DE VROUW
1974
VRIJDAG 29 MAART 1974 LEIDSE COURANT
Dr. P. Pereira d'Oliveira vindt
de „overgangsleeftijd voor de
vrouw nu niet bepaald de pret
tigste periode van haar leven. In
een lezing „Wat heeft schoon
heid en overgang met elkaar te
maken?" binnen het kader van
het 25 jarige bestaan van de
Alg. Bond van Schoonheidsinsti
tuten: „Anbos" vertelde zij aan
een groep schoonheidsspecialis
ten wat zij ervan dacht. „Als je
praat over de menopauze moe
ten juist de mannen luisteren,
want de vrouw moet in die tijd
juist extra verwend, gevleid, be
mind. lief toegesproken .vriende
lijk behandeld worden en schou
derklopjes verzamelen. Soms
een vrome wens, want juist als
de vrouw het aantal kruisjes
heeft dat bij de overgang hoort,
worden de mannen onattent. De
vrouw gaat zich overbodig voe
len. haar leven heeft een holle
klank gekregen ep ze denkt:
„waar vecht ik eigehlijk voor?"
Het langzamerhand verminderen
van de uitgooi van hormonen
maakt haar depressief en extra
gevoelig. „Ik maak in mijn da
gelijkse praktijk van huisarts
mee, dat de vrouw zich in die
jaren allesbehalve happy voelt
en een stuk zekerheid komt ha
len bij adviezen. Is die fase nu
zo bijzonder? Nee, er zijn voort
durend faseveranderingen in het
leven van de vrouw. De puber
teit is ook zo lekker nie.. Een
meisje met acné kan daar hele
maal van in de war zijn, zelfs al
is zo'n meeëter met de loep nog
niet te vinden. Als iemand in
zo'n fase is, voel je de zekerheid
wegglippen die nodig is voor het
zich welbevinden. Wat de meno
pauze betreft, herinnert Dr. Pe
reira aan de herfst. „Die kan
prachtig zijn met de veelkleurig
heid in de natuur, het zwiepen
van de bomen in de wind, maar
zo ziet een vrouw het niet zelf.
Bovendien komt er wat minder
response op de organen, die het
uiterlijk regeren: meer onge
wenste haargroei, drogere huid,
borstklieren en baarmoeder rea
geren anders".
Het vreemde is, volgens Dr. Pe
reira, dat echter de overgang
vijf jaar verschoven is. Na de
oorlog was die gemiddeld om
streeks het 45e jaar. Nu om
streeks het 51e.
(Er zijn vrouwen die op hun 56e
nog niet aan de menopauze toe
zijn). Opgepast moet men dan
ook worden niet allerlei klachten
en klachtjes op die periode te
schuiven, terwijl er nog hele
maal niets aan de hand is. Onre
gelmatige bloedingen leiden
meestal de periode in. Maar het
blijft zaak deze in de gaten te
houden. £n van de andere kant
niet elke onregelmatigheid in de
menstruatie gedachteloos op de
menopauze te schuiven. Elke
druppel bloed tussen de men-
struaties verloren verdient de
aandacht van de arts. Er kan
iets mis zijn en bij tijdige con
statering is men de diagnose
„ernstig gevaar" twee jaar
vooruit. Vooral baarmoederhals
kanker, om het gevreesde woord
nu maar eens te noemen, is veel
al te genezen wanneer de aan
leg tijdig wordt ontdekt. Omdat
schoonheidsspecialistenklanten
vaak tijdens het relaxend mas
seren en genieten van de behan
deling „loskomen" en in de
schoonheidssalon als een soort
moedersubstituut confidenties
doen, ziet Dr. Pereira hier een
braakliggend terrein om de
vrouw ook psychisch een riem
onder het hart te steken en te
adviseren naast het opkikkeren
van haar gezicht, wat zeer be
langrijk is. „Iemand die zich
goed verzorgd weet, gaat mak
kelijker onzekerheden te lijf,
dan iemand die zich verslonst".
Volgens dr. Pereira merkt 10%
van de vrouwen niets van de
overgang. En dit zijn de vaak
hardwerkende vrouwen met gro
te gezinnen of die in het arbeids
proces. Dit lijkt sluitend,
maar is het niet. Veel bezige
bijtjes hebben er ook ellende
mee (congesties, moeheid, prik
kelbaar, spoken zien). Bijzonde
re moeilijkheid is de pil. De
pilslikkende vrouw weet nooit
wanneer de overgang begint.
„Beroerd is als de menstruaties
elkaar te snel opvolgen (wat ook
kan). Deze vrouwen lopen alle
maal in de bloedarmoede. Iede
re vrouw in deze fase balanceert
op de rand van de aenemie. Er
hoeft maar iets te gebeuren als
ze zo vaak menstrueert, een
griepje, een tijdje slecht eten, of
ze tuimelt in de bloedarmoede".
Haar advies: op tijd naar bed,
je laten ontzien door echtgenoot,
hameren op begrip van de kin
deren. Maar je niet slachtofferig
voelen. „Als de bloedingen te
zwaar zijn zal de arts wel eens
overgaan tot cureteren (schoon-
schrappen van de baarmoeder)
met een bloedtransfusie er ach
teraan omdat de vrouw er zo
vodderig bij ligt. Hoofdzaak
blijft: je niet opwinden over iets
waaraan toch niets te verande
ren valt. Je moet maatregelen
nemen en er niet nog eens moei
lijkheden bij maken".
In normale gevallen zijn de
maatregelen jezelf goed verzor
gen en je inprenten: „vóórdat
de overgang begon was ik 50
jaar en een normale vrouw, nu
Zachte aanraking is rustgevend. In Amerika bestaat een nieuwe psy
chiatrische therapie, een bijeenkomst "(Encounter"), waarin mensen
elkaar ontmoeten en aanraken. Een bezoek aan de schoonheidsspe
cialiste is wel geen therapie, maar in de verte toch verwant aan
verkwikkende 'lieflijke bejegening'
drie weken later, nu ik merk
dat het begint ben ik niet op
slag en stoot een ander. Het
hoort bij het leven". „Blijf je
zelf en ga een gevoel van onbe
vredigd zijn niet compenseren
door bevrediging van de maag.
Dan beland je bij het kopje kof
fie met de slagroompunt bij de
buurvrouw. En dan kan je pas
denken, „wat ben ik tocm een
lummel". „Het helpt ook moei
lijkheden met elkaar door te ne
men, „ze opnemen met een an
der", vindt deze ervaren huis
arts. „Daarvoor is een zee van
manieren. Soms zie ik foeilelijke
vrouwen in de overgang, die het
enig met hun man hebben. Maar
zo'n man kijkt dan niet alleen
meer naar het uiterlijk. Je hebt
zoveel met elkaar meegemaakt.
Het gaat daar niet meer in
hoofdzaak om. Je hebt het goed
met elkaar. Ellendig vind ik die
snoezige jongens, die met hun
snoezige meisjes alleen maar
eer willen inleggen. Je ziet al
vroeg, de dialoog, het innerlijk
komt er niet op aan. Dat wor
den de vrouwen die later het
meest zullen lijden onder de
overgang, omdat hun man de
belangstelling verliest en niet
van zins is een handje te helpen.
Die vrouven leven dan voortdu
rend in angst hem te verliezen.
Net verkeerd. Een vrouw moet
in de menopauze niet twiife'en
aan haar capaciteiten. Sexueel
hoeft ze ook helemaal niet afge
daan te hebben. Er zijn vrouwen
die op latere leeftijd tot groter
bloei komen. Ik heb een man in
mijn praktijk gehad die er juist
over klaagde dat zijn vrouw zo
grote sexuele behoefte had.
„Mijn hemel, ik kan er niet te
genop", zei hij...
De vrouw in de overgang moet
geprezen worden. Prof. Groen
heeft in dit verband in het Wil-
helminagasthuis interessante
studies gedaan, mede in ver
band met de waterhuishouding.
Eens kwam bij hem een vrouw
van 300 pond met verzoek of hij
geen vermageringskuur voor
haar wist? „De Prof. riep dat
hij gewoon „op haar h«d zitten
wachten". De patiënte werd kos
teloos opgenomen in een spe
ciaal ingericht paviljoen waar ze
de eerste weeek slagroom, vette
karbonades en ijs mocht eten
totdat ze niet meer kon. Na een
week buffelen moest ze op
dieet: het ging om vergelijkin
gen te treffen met wat naar bin
nen en weer naar buiten ging.
De hele kuur door kwamen er
zes doktoren, die alsmaar vrien
delijke, vleiende opmerkingen
maakten. „Is dat het portret
van uw dochter? Precies dezelf
de charmante oogopslag als die
van u". „En deze foto, is dat
uw moeder? Een geweldige
vrouw! Iedereen was lief voor
de patiënte, ook de zusters. Ze
verliet het ziekenhuis met een
gewicht van 150 pond..
Natuurlijk vindt Dr. Pereira dit
verhaal niet maatgevend voor
medische aanpak van dikkerds
in de overgangsjaren. Maar het
zegt wel iets, is haar mening.
„Sommige jongeren voelen iets
van het „lief zijn voor elkaar".
Ze eten met z'n tweeën van een
appel en delen een zakje patates
met z'n zessen" (alleen heerst
er in een hele klas dan wel eens
de ziekte van Pfeiffer Deel
van het „lief zijn" wil Dr. Pe
reira op de schouders leggen
van alle mensen in de buurt van
de vrouw in haar moeilijkste ja
ren. Dan komt ze die op een re
delijke manier door.
Tiny Francis.
NU OOK
COLA
ENUREEN
HEERLIJKE
CITRUSDRANK
waf. Snel een jurkje aangeschoten over de bikini. Een zusterlijk geheel.
Speciale bekoring van uni, vooral in combinatie met 'kanten' tussen zetsels. Zwart en wil tegen een ach
tergrond van diepblauwe zee.
Watersport is een hobby voor
mensen die rust zoeken. Het
bruisende boegwater, het knab
belen van de golfjes langs de
scheepswand geeft het gevoel in
een andere wereld te zijn met
een scheepsdek onder de voeten
en de zon boven het hoofd. Twe-
ka heeft met haar collectie bad-
goed dan ook terdege rekening
gehouden met de zeilboot en het
motorjacht, waar het badpak rol
van betekenis speelt, vooral om
dat je op het water nog bruiner
wordt dan op welk strand ook.
Zelden gaf een badmodejaar
meer gevarieerde halslijn te
zien, die de zon optimaal kans
geeft te bruinen. Strapless, dun
ne bandjes, geen bandjes of qua-
si-straps en vooral geen zwaar
„hang-en-sluit-werk", dat in je
huid kan prikken als je lekker
aan dek ligt op je rug of je
buik. Soepele stoffen, zo elas
tisch dat er voor de long Torso
figuren geen extra modellen no
dig zijn omdat de nieuwe lycra
soorten steunen en tegelijk naar
alle kanten rekken, zijn troef.
Er hoeven nauwelijks meer
funotiemodellen te worden ge
maakt, hoewel ze natuurlijk wel
in de collectie voorkomen.
In 1974 stijgen bij de Tweka-ver-
koop de twee-delige modelletjes.
Druks als motief worden 1/3
meer in aantal verkocht dan vo
rig jaar. De kleuren royal red,
capri, black, lemon, emerald, de
diagonale blok/streepdessine-
ring. het groen, azalea en plati
num staan dan ook fleurig tegen
de witte zeilen, tussen het touw
werk, op de planken van het dek
en tegen de railing, hekwerk
tussen schip en water. Het is
goed roeien in „go along"
(palmboomdessin) een badpak
uit 100% Br:-Nylon, een soft mo
del dat een strikje heeft op de
beha. Het hele oerwoud is voor
de druks 1974 uitgekamd: Afri
kaanse tafrelen, jungle-flora,
moesonregens, maar ook heelal-
motieven en kosmosprints.
T.F.
Draperingen vooral bij de
beha zullen
veel
worden gezien.
Het kan niet geloochend worden dat sommige perso
nen in het voorjaar veel te kampen hebben met een
gevoel van loomheid. Hoewel dit fenomeen weinig
beschreven is in de medische literatuur is het een
vrij voorkomend iets dat zeker verband houdt met
het terug tot leven komen van de natuur. Allerhande
niet-medische weekbladen en tijdschriften hebben er
jaarlijks een vette kluif aan. Maar veel wijzer wordt
men niet van deze lectuur.
Neuro-endocrinologie is een moeilijk woord dat zeker
enige uitleg vergt. Daaronder verstaat men het do
mein van de geneeskunde waar de tak van de ze-
nuwz ekten (neurologie) en deze van de endocrinolo
gie (leer van de hormonen) met eikaar in contact
komen en elkaar beïnvloeden.
Voortdurend, worden we gebombardeerd met een
aanhoudende stroom van uitwendige prikkels di«
onze hersenschors bereikt via onze zintuigen. Onze
hersenschors seint deze prikkels door naar lagere
hersencentra, ondermeer naar de hypotalamus, het
gebied waar ons emotieleveai, onze driften en in-
s'.inkten gelocaliseerd zijn
Deze hypotalamaire streek staat in zeer nauw con
tact met ons klierstelsel voor inwendige afscheiding
(hormonaal stelsel). Immers, de hypotalamus prik
kelt de hypofyse, de orkestmeester van onze hormo
nale klieren, gelegen onder de hersenbasis in de on
middellijke omgeving van de hypotalamus. De hypo
fyse zelf dirigeert de werking van al de overige in
wendige klieren zoals de schildklier, de pancreas, de
testikels, 'de eierstokken, de bijnieren en de bij
schildklier.
Zoals alle andere diersoorten is ook de mens onder
worpen aan de periodieke veranderingen in het na
tuurgebeuren zoals dag en nachtritme, de zonne-uit--
barstingen, die ieder elf jaar een hoogtepunt kennen,
en het afwisselen van de seizoenen. Sommige dieren
kennen in dit verband een sterk uitgesproken veran
dering in hun stofwisseling en in hun waaktoestand.
Denken we even aan de winterslapers waarbij de
stofwisseling op een heel laag pitje gaat branden en
I
het bewustzijn overgaat in een diepe slaap. Bij da
mens is dit niet zo uitgesproken maar toch kunnen
we ons niet helemaal onttrekken aan de cyclische
veranderingen van de natuur.
Doen we dit toch dan is het meestal met schade en
schande. Zo is het bekend dat het groeihormoon ver
mindert met de slaap, dat de bronsperiode bij som
mige proefdieren achterblijft in de duisternis en dat
de bijnier een rol speelt in verband met het gestoord
dag- en nachtritme bij mijnwerkers. De mens onder
gaat blijkbaar ook de periode van stilstand van de
natuur gedurende de wintermaanden. Wegens de
koudere temperatuur draait onze schildklier in het
winterseizoen op hogere toeren, maar onze bijnieren,
onze hypofyse en onze geslachtskiieren doen het
meestal wat kalmer aan. Onze hersenen worden
mmder getroffen door lichtprikkels, we hebben min
der beweging, we zitten in oververwarmde lokalen,
de samenstelling van de lucht is anders(dikwij!s te
droge lokalen). Zeker spelen ook psychische faktoren
een voorname rol, misschien wel de belangrijkste.
We slepen ons door de lange trieste winter en begin
nen vroegtijdig te dromen van de toekomstige va
kantie en het mooie weer. Vroeger heeft misschien
ook de voeding een rol gespeeld, hoewel we van
mening zijn dat de huidige voedingsgewoonten deze
factor geneutraliseerd hebben. Immers, de moderne
conserveringsmogelijkheden verschaffen ons alle fa
ciliteiten van een gevarieerde voeding waarin het
niet ontbreekt aan voldoende vitaminen.
Teenslotte mogen we niet vergeten te vermelden dat
vele virus-aandoeningen, o.m. de gewone verkoudhe
den en de griep een lange periode van abnormale
vermoeidheid kunnen nalaten die in het voorjaar ge
makkei jk verward kan worden met de zogenaamde
voorjaarsmoeheid.
De geur en de kleur van de eerste bloem in het
voorjaar werken sterker op ons in dan in de zomer
maanden. Het herleven van de natuur beinvloedt on
getwijfeld ons organisme. Alles fleurt op, krijgt
kleur en geur en lokt een gepast antwoord uit. De
aanpassing van ons organisme vergt echter een ze
kere inlooptijd. De loomheid verandert niet van van-,
daag tot morgen in paraatheid. Vandaar een niet
ev.-nwijdig lopen van de lichamelijke fitheid en de
cyclische verandering van het seizoengebeuren. Het
mooie weer lokt reeds, maar de fiets staat nog met
slappe banden en onze tennisracket hangt nog aan
de haak. Daarom waarschijnlijk dit ellendig gevoel
van de zogenaamde voorjaarsmoeheid. Gelukkig we
ten we tevoren dat alles goed afloopt. Speciale be
handeling is naar onze mening niet nodig. De beste
oplossing lijkt ons zo snel mogelijk in te spelen op
de ver?nd.*r!ngen in de natuur. Méér beweging,
méér contact niet de natuur, méér sport, wat min
der ve gadcriu n minder eentonige tv-avonden
br --n mees jI wel de oplossing. Zich volproppen
met nutteloze vitaminen is overbodig. Een extra-va
kantie zou waarschijnlijk ideaal zijn, maar die heeft
niet iedereen.