BOUW IN HET NAUW WONINGNOOD IS EIGENLIJK AL OPGEHEVEN i-JiagBaiBBeassscs&r ■'""iL llltel S -••- 3&tifc 2&! ÜMMÉÜ MÉfl m Binnen korte tijd minstens 50.000 bouwvakkers „overbodig" rnrnrnwemvm, ilhw rt-rj**•*- 'Ji-' ,^»v - - -<v" Nis _y/•-*-;.* Vele jaren, sinds de oorlog, hangt als een donkere wolk het woningtekort boven ons hoofd. Diverse regeringen hebben zich ingespannen om maar zoveel mogelijk woningen te laten bouwen: 100.000 per jaar, 125.000, vorig jaar zelfs 155.000!' Het kon niet op. Dan, plotseling blijkt dat de voorspellingen niet uitkomen, dat de bevolking veel minder snel groeit dan ver- wacht was, dat andere denk beelden ontstaan oyer het slo pen van huizen en hele woon wijken. Dan blijkt dat het niet meer nodig is om zulke gewel dige aantallen huizen te bou wen. De gebakken peren die zich dan aandienen, hebben een ongezonde kleur. Drs. Adrie Buur, economisch adviseur van de federatie van bouwbonden NVV-NKV, noemde dezer da gen het harde cijfer: binnenkort 50.000 arbeidsplaatsen minder in „de bouw". Wij spraken met herfi over de zorgelijke toestand voor de bouwwereld. De heer- Buur somt sombere cijfers op. Er zijn in totaal zo'n 270.000 Nederlanders werkzaam in „de bouw": de' woningbouw, de bouw van kantoren, scholen, enz., en de grond-, weg- en wa terbouw. Van hen zijn er per jaar gemiddeld 25.000 werkloos. Op dit moment zijn het er zelfs 40.000. Omdat het woningbouw programma dit jaar afloopt van 155.000 tot 135.000 en later tot 125.000, vreest de heer Buur dat er in de komende twee of drie jaar nog eens 27.000 arbeids plaatsen zullen verdwijnen. De laatste jaren hebben al 29.000 mensen hun bouwberoep vaar wel gezegd. De meeste werklozen worden nu aangetroffen in de bouwsecto ren buiten de eigenlijke woning bouw waar 90,000 man werken. In de utiliteitsbouw (fabrieken, ziekenhuizen, scholen, enz.) wer ken circa 50.000 mensen. Sinds 1968 is hier de werkgelegenheid met 14.000 plaatsen teruggelo- 1 pen. Een verbetering is in deze sector beslist niet te verwach ten. De grond-, weg- en waterbouw geeft evenmin een rooskleurig, beeld. Binnenkort lopen de Del tawerken en IJsselmeervterken af, de industrieterreinen van de Maasvlakte en Amsterdam-West zijn aangelegd maar komen niet vol, het wegennet behoeft ook nog maar weinig uitbreiding. In deze sektor werken 55.000 per sonen, 10 procent minder dan in 1966. Een groei van enige om vang is niet te verwachten, voor al omdat deze werkzaamheden ten nauwste samenhangen met woningbouw en andere bouw- produktie. Enig soelaas is alleen te ver wachten van de stadsvernieu wing en herbouw. Bij woningre-' novatie zijn thans 4600 man werkzaam. Maar zelfs de rege ringsplannen om in 1977 te ko men tot 50.000 te vernieuwen woningen per jaar, zullen slechts werk bieden aan 10.000 personen. De stadsvernieuwing kan werk voor alle sectoren Drs. Adrie Buur Woningnood is eigenlijk voorbij. meebrengen. Nieuwbouw van. woningen, van andere gebou wen, en grond- en wegenwerken zullen in dit kader moeten plaatsvinden. Er zal echter een vacuum vallen tussen de werk loosheid die op korte termijn komt en het tijdstip waarop de stadsvernieuwing zal worden aangepakt. Bogaers Het is eigenlijk begonnen in de zestiger jaren: voor woning bouw, utiliteitsbouw en grond en wegenbouw braken gunstige tijden aan. In 1962 werd drs. P. Bogaers minister van Volkshuis vesting en pas toen werd de werkelijke omvang van het wo ningtekort in Nederland ont dekt. In het regeringsbeleid wérd grote voorrang gegeven aan bestrijding van de woning nood. Om het tekort aan bouw vakkers op te lossen werd een intensieve wervingscampagne gevoerd, zoietè als „zorg dat je er bij komt". Jonge bouwvak kers kregen vrijstelling van dienst. De elkaar opvolgende kabinetten hebben, tot nu toe, hun best gedaan het aantal te bouwen woningen zo hoog mo gelijk te maken. Vorig jaar wer den dat er 155.000, twee maal zoveel als in 1962. De vraag: blijft er wel voldoende werk, werd in die jaren geruststellend beantwoord met: de behoefte aan woningen is onafzienbaar. Men verkeek zich echter op de levensduur van woningen, die eerder 100 jaar dan de toen voorgestelde 50 jaar is. Men ver keek zich ook op de bevolkings groei die toen op 20 miljoen Nederlanders in het jaar 2000 geschat werd, maar welke voor spelling drastisch moest worden herzien. Ondanks alle optimisme was er in de winter van 1967 al een werkloosheid in de bouw van 40.000 man. In 1970 bleek, dat de raming die het Centraal Planbureau in 1966 voor dat jaar gemaakt had 80.000 ar beidsplaatsen te gunstig was ge weest. Het rapport van het CPB uit 1968 over de economie in 1973 voorspelde 30.000 arbeids plaatsen in de bouw méér; het werden er 30.000 minder. In 1973 nog voorspelde het Planbu reau weer een groei van 50,000 arbeidsplaatsen. Onbegrijpelijk, vindt Buur, en hij twijfelt on derhand aan de kundigheid van het CPB. Een gedegen onder zoek naar de toekomst voor de bouw, dat is momenteel hard en hard nodig, vindt hij; een struc tuuronderzoek dat ingaat op de aard van te bouwen huizen, de wegenbouw, al of niet inpolde ren van de Markerwaard, stimu lering van openbaar vervoer, kostenontwikkeling, enzovoorts. Intussen probeert de overheid een deel van de klappen op te vangen met aanvullende wer ken, zoals de bouw van sport hallen, zwembaden, dorpshui zen, rioleringen en andere ge meentelijke projekten. Aan deze projekten werken momenteel 3600 man. Maar, zegt Adri Buur, dat is geen oplossing, evenmin als het plotseling opgekomen plan woningen te gaan isoleren („een fraai verhaal, maar ik moet eerst de plannen zien"). Het zijn lapmiddelen, meent hij. „Van kleine inspuitingen is geen spontaan herstel te verwachten. In 1972 40.000 werklozen in ja nuari, in 1973 iets minder door aanvullende werken en het bou wen van alvast 5000 huizen van 1974, en nu in januari weer 40.000 werklozen. Nee, dit is een structurele zaak." Geen woningnood Zuiver naar het aantal huizen kijkend, zegt Buur, dat landelijk gezien de woningnood opgehe ven is. Dat betekent dat er al leen nog maar nieuwe huizen moeten komen om de bevol kingsgroei op te vangen en om te slopen huizen te vervangen. Dit aantal schat de heer Buur op 80.000 per jaar. Er worden nu echter 135.000 huizen per jaar gebouwd, over enkele jaren 125.000. Dat is 45.000 te veel; die zouden alleen nodig zijn als er evenzoveel huizen werden afge broken, maar dat waren er vo rig jaar nauwelijks 10.000. En bouwen om te bouwen, om al leen maar mensen aan het werk .te houden, is natuurlijk onzin, vindt hij. Vandaar zijn conclu- sie, dat de woningbouw automa tisch zal terugvallen, met als gevolg onzekerheid voor tien duizenden arbeiders. De laatste jaren zijn tienduizen den weggetrokken uit de bouw. Waar ze heen zijn gegaan, is niet met cijfers aan te tonen. Ver moedelijk hebben de meesten een onderdak gevonden bij ver schillende industrietakken. Een aantal van hen heeft zich laten omscholen via de Centra Vakop leiding. De bouwbonden eisen van de regering dat zij aan het punt van omscholing en begelei ding volle aandacht zal geven. Intussen gaan de Centra Vakop leiding echter ook door met het omscholen van werklozen uit andere sektoren tot bouwvak ker. Wat een omscholing tot werkloze kan betekenen. Beroepskeuze De enige bouwsektor die voor wat extra werk kan zorgen is de woningverbetering, maar ook hier zijn geen tienduizen den bouwvakkers nodig. Drs. Buur: „Het moet natuurlijk niet zo zijn dat er nu opeens niemand meer de bouw in wil. Bouwvakkers moeten er altijd blijven. Maar tot jonge mensen zou ik zeggen: denk nog een paar keer goed na. De komende jaren is er geen enkele zeker heid voor lts-leerlingen dat zij werk kunnen krijgen. De per spectieven in de metaalscktor lijken mij darf nog beter. Laten alleen de meest gemotiveerden voor de bouw kiezen. En, zoals overal, geldt ook hier: de beste vakmensen hebben de beste kansen." Direkteur A. F. Arts van de l.t.s. Sasbout Vosmeer in Delft signa leert dat vooral rond 1968 de animo voor de bouwrichting sterk is gedaald en daarna vrij constant blijft. De belangstelling voor met name de electrotech- niek neemt toe. Van de jongens verder leren. Van hen die het bedrijfsleven ingaan, komt een aantal terecht in een heel ande re richting, zoals de tuinderij. De opleiding aan de l.ts., zo bevestigt hij. is steeds minder, zuiver vakgericht en meer alge meen vormend geworden, om de jongeren meer kansen te ge ven zo nodig van werk te veran deren. De heer Buur: „Over de werk loosheid in de bouw wordt wei nig ophef gemaakt. Als een fa briek met 300 werknemers be dreigd wordt, volgt er een sta king. Maar het kan voorkomen dat in een maand 8000 bouw vakkers afvloeien en dan hoor je niemand. Dat komt ook door de afwijkende structuur van de Jongeren die een bouwopleiding willen volgen moeten hun sombere toekomstkansen onder ogen zien. ze bedrijfstak. Als een bouw werk voltooid is en er is geen nieuw werk voorhanden, gaan de betrokken arbeiders in de WW. Vaak vinden ze na een week wel weer ander werk, maar op deze manier is al meer dan de helft van alle bouwers kortere of langere tijd werkloos geweest. Het wordt in de bouw wereld een beetje als normaal beschouwd. Het hoort er nu een maal bij." beloning, een soort prestatiebe loning. Maar als er tientallen mensen om een baan komen, is men gauwer geneigd werk aan te nemen voor maar de helft van dat extra bedrag. Het komt ook voor dat een werknemer na een poosje weer terug kan ko men bij zijn oude baas, maar dan wel voor 30 gulden in de week minder. Doorwerking Spanning Er zijn nu 40.000 werklozen in de bouw. Een koel cijfer, waar echter een onvermoede hoeveel heid menselijke spanning en leed achter schuilgaat. Er zijn zoal 160.000 gezinsleden direkt bij betrokken. Er zijn spannin gen in de gezinnen, en daarbij komt dat men er maar al te vaak financieel op achteruit gaat. In de bouw-cao is een rninimumsalaris bepaald, met ruime mogelijkheden voor extra Met alleen de werkloosheidscij fers die de heer Buur noemt zijn we er nog niet. Er zijn namelijk ■in Nederland 650.000 werkne mers direct of indirect betrok ken bij de bouw. Daar horen bijvoorbeeld de steenbakkerijen en andere bouwmaterialenin- dustrieën bij, architectenbu reaus, woning- en kantoorin richtingszaken. kantoorperso neel bij bouwbedrijven. Ook hier zullen de gevolgen van de teruggang in de bouw goed ge voeld worden. De transporton dernemingen zullen het even eens merken: 15 procent van alle wegvervoer is ten behoeve van de bouw. Nog niet meegere kend zijn ook de metaalarbei ders die in de bouw werken, ondermeer bij verwarmingaan- lcg. Hoeveel werklozen daarmee buiten de eigenlijke bouw zullen vallen is slechts bij benadering te schatten. Buur: „Misschien nog eens 10.000." Econoom Adrie Buur betwijfelt of de overheid wel de ernst inziet van de toestand. „Ze ha len er argumenten bij als: er komen pendelaars terug, en we hebben een zachte winter. Maar dat zijn randfactoren. Dat raakt niet het werkelijke probleem. En dat probleem is structureel. Als dan het totaal aantal werk lozen in een maand met duizend vermindert en kamerleden dur ven te spreken van „een kente ring ten goede", dan vind ik dat levensgevaarlijk." WILLIBROP.D RUIGROK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 17