u WC. el mog- Helmond Kan het misschien beschouwd worden als de voorbode van een naderend onheil? Wanneer we Helmond binnenrijden is het eerste het beste kruispunt geblokkeerd door een langskomende be grafenisstoet. Voorop majorettes, die koket de be nen in de lucht werpen, daarachter een muziek-, korps, vaandels, bombardons en een grote trom. Gevolgd door grijsaards in zwarte, lakense pakken, die telkens uit de pas lopen en met kleine tussen- sprintjes dit euvel weer verhelpen. Ook de confrontatie met Helmond wekt daarna de indruk, dat de dood in dit deel van Nederland definitief heeft toegeslagen. De blauwe borden met „centrum" erop wijzen naar een kaal, troosteloos plein, dat gepavoiseerd is met gesloten winkels. Zelfs restaurateur „Dikke Leo", die achter één van zijn ruiten aankondigt dat zijn „koffie klaar is", houdt de klandizie vandaag voor gezien. Op de horizon proberen kerktorens en fabrieksschoorste nen elkaar ondertussen in lengte te overtreffen. Het zit er dik in, dat de schoorstenen op punten zullen winnen. Aan de Kanaaldijk, waar links en rechts de schroot hopen van de welvaart hoog liggen opgetast, zijn echter de levensgeesten nog geenszins geweken. Op is met rode menie geschilderd „DIT PHILIPS-BEDRIJF IS BEZET". Een plakkaat aan de houten poort meldt exact hoeveel dagen de overname door het personeel nu al aan de gang „Nog nooit heeft een bedrijfsbezetting in Nederland zo lang geduurd", meldt een rijkelijk gesorteerde Annemarie, die als plaatselijke Delilah haar Sam- son-shaggies draait. D^ wanden in de hal, de pers en de gulle gevers van sappig fruit, bloemen en enveloppes met inhoud tracteert op koffie en frisdranken, zijn inmiddels begroeid met kranten knipsels, telegrammen en tekeningen. „Wij hebben Philips bij zijn neus" en „Philips ga je schamen" zijn verdienstelijke produkten van geinspireerde amateurschilders. Dat het de personeelsleden van de Philips-Usfa-ne- derzetting bittere ernst is blijkt voorts uit de borden de volgende bezettingsdagen, die in een hoek liggen te drogen. In elk geval was men vast besloten om het bedrijf tot vandaag bezet te houden, want dat was de trouwdag van blonde monteuse Ria Sprenger en heftruckchauffeur Hans v.d. Waarden burg. Ria vond het een geslaagde (hef)truc om de bruiloft te midden van haar collega's te de hal werd in de voorafgaande dagen druk gedis cussieerd over de wijze, waarop het bruidspaar de nacht zou doorbrengen. „Ze kunnen mijn stretcher wel krijgen", bood deze week een vakbondsbestuur der grootmoedig aan, „ik beo jaren bij de welpen geweest. Ik slaap wel op de grond". Kleine bijzonderheid: het Philips-Usfa-bedrijf is ge vestigd op een terrein, dat tijdens de tweede werel doorlog door de Duitsers was voorbestemd als concentratiekamp. Daartoe lieten ze enorme gevan genisbunkers in de veengrond zakken en daarop bouwden ze bij wijze van vrome list een kapel, die de inwoners van Helmond de indruk moest geven, dat de bezetter hier slechts geestelijke noden wenste te lenigen. gloeilampen Op de elfde dag van de bezetting kreeg monteuse Ria Sprenger verlof om de fa- „briek te verlaten teneinde een wettig hu welijk te kunnen sluiten met heftruck chauffeur Hans v.d. Waardenburg. Daarna werd de bruiloft temidden van solidaire collega's verder gevierd bij het licht van gloeilampen ener bekende fabriek in het zuiden des lands. Achter de gebrandschilderde ramen vecht het Usfa- personeel tegen de oppermachtige gloeilampenbaas uit het zuiden des lands. Toen de bazen Winderhoud en Rooyakkers op dinsdag 12 maart bij de poort verschenen („We waren er om half acht", zegt Annemarie,, „want ze komen toch altijd een kwartier te laat op het werk") kregen ze te horen, dat het bedrijf bezet was. Rooyakkers informeerde nog nieuwsgierig, wat zoiets inhield. En kreeg toen te horen, dat de fabricage van de geheimzinnige meet apparatuur tot nader order zonder hem zou plaats vinden. Met een hartgrondig „wat is dat nou voor flauwekul", keerde hij daarop naar huis terug. Sindsdien worden de ultra sonore lakens uitgedeeld door enkele NKV-bestuurders en het hoofdzakelijk uit vrouwen bestaande personeelsbestand, dat in middels door collega Jeanny verrast is met de „bezettingshanger", die als een koninklijke onder scheiding tussen de progressieve borsten gedragen wordt. De hanger is vervaardigd van materiaal, dat in het atelier voorradig was. „Kunnen we daar nou geen last mee krijgen?" vraagt één der bezetsters nog, waarop een ander honend uitroept: „Ach meid, schei toch uit. Meneer Philips heeft nooit geweten, dat je van zijn waardeloze materiaal nog zulke mooie dingen kunt maken". een zegen Vakbondsleider J. Vianen (sinds een half jaar bij het NKV, daarvóór 16 jaar bij Philips, „ze hoeven me niks te vertellen") acht dit het geschikte moment om uit te leggen, waar het bij deze bedrijfsbezetting om gaat. Toen Philips vier jaar geleden op het terrein van een failliete naaigarenfabriek in Hel mond een atelier voor ultra sonore fabrikaten open de, betekende dit voor de bevolking een kleine zegen. Helmond wordt sinds mensenheugenis geteis terd door zwarte armoe en het leger werklozen heeft in deze troosteloze veengrond altijd op regiments sterkte voortgestrompeld (momenteel zijn het er ruim 1600). De Usfa-vrouwen en -mannen zijn echter vastbeslo ten om zich niet bij dit leger te laten inlijven. „In onze samenleving", zegt Vianen, „mogen onderne mingen doen en laten wat ze willen. Als ze een zaak sluiten gebeurt dat echter altijd op economische gronden. „Sorry" roepen ze dan, „er wordt geen geld meer verdiend. De zaak is onrendabel". Dat een bedrijf als Philips echter ook nog een sociale en maatschappelijke taak heeft wordt gemakshalve over het hoofd gezien. Als werknemer mag je alleen voldongen feiten als kennisgeving aannemen. Mee praten en mee-oordelen is er niet bij. Het wordt de hoogste tijd, dat deze ongezonde situatie voor goed wordt doorgeprikt".' Vianen zet vervolgens de feiten nogmaals op de trieste rij: „Toen Usfa zijn kerkdeuren opende stroomde het werkzoekende vrouwvolk onmiddellijk toe. Van de 24 vrouwelijke personeelsleden zijn er 20 getrouwd en voor hen betekende de komst van Usfa een uitkomst. Omdat het bedrijf immers dicht bij huis ligt hoeven ze geen uren te reizen en kunnen de werktijden zo.worden ingedeeld, dat het eigen huiswerk niet in 'de knel komt. Men verdient bij Usfa met de vrijwel onge schoolde arbeid weliswaar een stralend minimum loon, maar Philips betekent voor Helmond niettemin het licht in de duisternis. Er waren trouwens plannen om het gehele Usfa-bedrijf op den duur in Helmond te situeren. Aan de Kanaaldijk zou een nieuwe fabriek verrijzen, maar die nobele voorne mens werden doorkruist door een oud gemeentelijk bestemmingsplan, dat bedrijfsvestigingen in dit ge bied uitsluit. Daarna was er ook nog sprake van nieuwbouw aan de Noordzijde van de stad, maar ook dat gefluister ging vlot over in totaal stilzwij gen. Sinds 1972 werd er niet meer gesproken over een Usfa-concentratie in Helmond. Men nam ook geen nieuw personeel meer aan en liet het atelier in feite moedeloos aanmodderen. daden volkomen", stelt Vianen voldaan vast) deelde f, dat de Helmondse nederzetting werd opgehe ven en dat de Usfa-activiteiten in Eindhoven (waar al 270 mensen werken in deze sector) geconcen treerd zouden worden. Voor de meeste Helmondse personeelsleden betekent dit een ramp: werken op 15 kilometer van huis leidt onherroepelijk tot ge dwongen ontslagneming. De verhuiswagens stonden al om de hoek, toen op 15 februari in het NKV-ge- bouw in Helmond het Usfa-personeel de mogelijke tegenmaatregelen besprak. Toen viel voor het eerst het geladen woord „bezetting". „De straat op met spandoeken had geen zin", neemt Vianen nog steeds, „een geluks telegrammetje aan de minister evenmin. Hier moest gewoon de Enka-spons over heen. Na een schriftelijke stemming werd besloten om het bedrijf te bezetten. Tachtig procent was Vaksbondsleider J. Vianen in het hol van de leeuwinnen: "er is nog geen dag zon der bier geweest. Soms lijkt het hier net een feestje". voor, tweo onthielden zich van stemming en twee waren tegen. Ik weet nóg niet, wie dat zijn geweest. Want nu de bezetting een feit is zijn ze zonder uitzondering solidair". goederenwagens „Wat we nu van Philips eisen zijn twee dingen: behoud van de werkgelegenheid in Helmond, totdat .de nieuwbouw in Eindhoven een feit is. En daarna vervangende werkgelegenheid in Philipsverband in Helmond voor de Usfa-mensen. De tijd is voorbij, dat je mensen als goederenwagons van het ene spoor op het andere kunt rangeren". De dames rondom hem knikken verzaligd, als hij dfize uit spraak doet. Daarna klappen ze uitbundig voor een zojuist gearriveerde gevoelige brief met ingesloten duiten van de Rotterdammer J. Tuk. Inmiddels heeft Marga twee nieuwe telegrammen op de muur geprikt: „Wensen u alle steun en hopen op gunstige uitslag: Philips Nijmegen, afdeling professionele buizen" en „Houd vol en ga niet aan de haal voor het Philips-kapitaal: Philips Zwolle". „Zo gaat ie goed", roept Vianen, „we hebben er gisteren 8000 pamfletten bij Philips ingejaagd en de eerste resultaten worden al zichtbaar". Daarbij ondervinden we enorme steun van de bevolking Burgemeester Geukens liet de eer ste dag al weten, dat hij onze eisen gerechtvaardigd vond. En de meisjes krijgen bij de bakker gratis brood en net kwam er weer een met een krat sinaasappelen aanzetten. Ook voor nop gekregen. We hebben nog geen dag zonder bier gezeten. Soms lijkt het hier net een feestje". aflossing opheffing De Usfa-vestiging van Philips in Helmond is gevestigd in een nep-kerk, die de Duit sers tijdens de bezetting bouwden als ca mouflage vooreen gepland concentratie kamp. Bij de poort vindt op dat moment de aflossing van de wacht plaats. Ans on An maken plaats voor Ria en Marjan. Als wachthok fungeert een rode DAF met plintverwarming. Want laat er alsjeblieft geen twijfel over bestaan, .dat bezetten nog iets anders is dan ontbering lijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 13