ACHTERVOLGING MET EN ZONDER KLEREN ZATERDAG 16 FEBRUARI 1974 LEIDSE COURANT PAGINA DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD PAULUS DE BOSKABOUTER - Het Blokkenplan H-96 De twee wijze vogels waren zeer in hun schik. Wat hebben we dat ouwe loeder fijn beetgenomen hé?" riep Salomo. „Nog al wel zo tamelijk", bevestigde Oehoeboe- roe. „En nog altijd heeft ze er geen idee van waarom haar toverspreuk zo uitpak te". „Wat was er dan met die tover spreuk"? vroeg Paulus. „We hebben er een beetje aan geknipt", lachte de uil. „En geplakt", vulde Salomo aan, „nadat ik het slot herschreven had". Op dat moment gaf Eucalypta, die al een poosje één oog open had. zo'n snerpende gil dat de vogels haar van schrik pardoes lieten vallen. Krenge- lementen"! loeide de heks. „Dat was dus de oorzaak van al die mislukkingen". „Dat was het, „riepen de vogels glunderend. JN het dorp was een mooie bruiloft gevierd. Het jonge paar had alleen oog voor el kaar. Vaders, moeders, ooms en tantes waren tevreden Maar de vrienden van de bruidegom en vriendinnen van de bruid had den dol plezier: ze zongen, dans ten, maakten grappen en ga ven met schitterende ogen kus sen op gloeiende wangen. Aan het slot van het feëst gooide de bruid haar witte bloemenkrans- je tussen de samengedrongen meisjes. Wie het kransje op- Ving, zou de eerstvolgende bruid zijn. Brunetta ving het op en stond er verbaasd van. Ze had nog niet eens een vrijer gekoVen! Maar de vriendinnen sloten haar in 'een kring en zongen: „Meisje neem nu een besluit, G'auw ben jij de nieuwe bruid." Er dansten op die bruiloft twee jongens, die best met Brunetta wilden trouwer^: een Vrolijke muzikant in arme kleren, maar met veren op de hoed, en een houterige schutter in een prach tig uniform, die studeerde voor 'veldwachter. en de schutter om Brunetta over te halen hèm te kiezen? 's Morgens, 's middags en 's a- vonds speelde de muzikant zoe te wijsjes, nu eens op de klari net, dan weer op de cither, 's Morgens, 's middags en 'sa- vonds loste de ander schoten met zijn geweer. Maar de schutter die voor veldwachter studeerde, begreep wel dat je een meisjeshart niet zo gemak kelijk op hol brengt met knal lende schoten als met zoete lie deren. Daarom plukce hij vook glanzende kersen uit zijn vaders boomgaard en bracht een mandvol bij het meisje. Hoe kon de muzikant nu weer een mandvol kersen overtroeven? Met een bos rozen natuurlijk. Maar de arme muzikant had geen vader met een boomgaard en geen moeder met een bloe mentuin en toch vertelde hij rond: ,,Ik ga Brunetta bedelven onder de rozen." Dat kwam de i schutter ter ore en aangezien j hij voor veldwachter studeerde, i begreep hij dat hij de muzikant I misschien op diefstal zou kun nen betrappen. Heel vroeg op een mooie morgen sloop de mu zikant naar de tuin van de bur gemeester die zelf nooit vroeg opstond, al stond zijn tuin vol met de mooiste rozen. De schut ter had dit wel voorzien en lag Oplossing vorige week op de loer. Nauwelijks had de muzikant fluitend enkele be dauwde rozen met dikke knop pen afgesneden, of hij voelde een ferme hand op zijn arm: „Halt of ik schiet!" Maar de dief wist wel beter. Voor het afplukken van bloemen word je niet doodgeschoten. Hij wilde zich losrukken, maar de schutter greep hem bij zijn hemd. En één, twee, drie: lós knoopte de dief zijn hemd en liet de schutter ermee in zijn handen staan. „Hier!", schreeuwde de toekomstige veldwachter en greep de muzi kant bij zijn broek. Eén twee, drie! Los waren de knopen van de broek. De rozendief sprong v uit de broekspijpen en liet de schutter achter met hemd en broek. Zelf koos hij het hazen pad. Het was heel ongelukkig, maar hij kon alleen vluchten in de richting van Brunetta's huis. Achterna gezeten door de schut ter, rende hij daar regelrecht het achtererf op. Toevallig was daar ook de moeder vroeg opgestaan. Zij wilde d'.e dag de kleren uit de kasten halen om ze buiten te laten luchien. Juist had zij aan de waslijn achter het huis de kleren van haar dochter gehangen, ook een ge bloemde mantel en een ge bloemde muts met stroken. Gelukkig was de moeder weer even naar binnen toen de muzi kant kwam aanstormen. Meteen zag hij wat hem te doen stond: hij grister wat van 't lijntje en schoot iets aan dat op een schort leek. Het was de ge bloemde mantel, maar jongens zien dat niet zo precies en in vliegende haast trok hij de mantel dan ook' achterstevoren aan. Gauw de muts op het hoofd, vlug de omheinde boom gaard in, hekje dicht, op een bankje zitten en doen of je een meisje bent dat in de ochtend zon zit te slapen. Twee seconden zat de rozendief als meisje in de boomgaard of de schutter kwam aan. Hij was het spoor bijster geraakt. Waar moest hij de dief zoeken? Rond speurend zag hij de geliefde Brunetta in de boomgaard zit ten. Hij legde zijn houterige ar men over het hek en begon schutterig: „Eh, eh, uhumm, Bru, Brunet, heb je ook soms een rozendief gezien?" De muzikant deed of hij een meis je was. Hij stond op, wendde het hoofd af en keerde de muzi kant de rug toe, om goed te la ten merken: „Ik, Brunetta, wil niets met je te maken hebben". Met mooie kleine pasjes liep hij weg. Maar de mantel die hij achterstevoren droeg, hing aan de achterkant open en daar zag de schutter een blote gespierde rug, sterke kuiten en schuiten van schoenen! „OEOEOEHH!" brulde de schut ter en hij knalde een schot in de. lucht. Dat kostte tijd. De muzikant die begreep dat hij herkend was, nam een emmer vol groene afgevallen appeltjes die onder een boom stond en smeet die naar het hoofd van zijn vijand. Een regen van ap pel-kogels kwam op de toekom stige veldwachter neer en de emmer viel over zijn hoofd. Het duurde weer even voor hij zich van de emmer had bevrijd en over de pijnlijke plekken had gewreven. Intussen was de mu zikant met een sprong over het hek aan de overkant, cp de weg naar de rivier gekomen. Met grote voorsprong bereikte hij BR 3*743 Maak zelf een puzzle. Teken figuur A over je mag het ook groter doen en plak dat op karton. Dan de stukjes een tot en met vijf uitknippen. Kun je nu de figuurtjes maken die bij B staan getekend? Volgende week zie je welke stukjes je had moeten gebruiken als je er niet uit kunt komen. Je hebt vast en zeker geleerd dat je de rechterhand moet geven als je iemand begroet. Waarom nou juist de rechterhand, heb je je misschien al eens afgevraagd. Dat is al een gebruik van vele duizenden jaren geleden. Toen waren de mensen nog niet zo ont wikkeld als nu. Ze dachten dat iedereen, die ze niet kende, een vijand was. Als teken dat men geen vijand was, gaf men de rechter hand, want in die hand droeg men altijd het wapen, al was dat in die oude tijd dan ook een knots. Snel nam men het wapen dan in de andere hand, waarmee nooit het wapen werd vastgehouden. En zo is het altijd de rechterhand gebleven want men heeft heel lang een wapen in die hand gedragen. SUSKE EN WISKE - „Het Ros Bazhaar" het water. Daar lag een dode boomtak. In een wip kleedde de vrolijke mu zikant die boomtak aan met de gebloemde mantel en muts en schoof dit namaak-meisje in het water. Hij verstopte zich in het struikgewas om de schutter af te wachten. Daar kwam hij aan- gelopperen. Verwilderd keek hij in het rond. Kon een muzikant zomaar in de lucht oplossen? Maar wat dreef daar in de ri vier??? Zijn beminde Brunet ta. De dappere schutter trok zijn mooie uniform uit, legde het keurig opgevouwen aan de kant en dook houterig in het water om de drenkeling te redden. Maar toen hij tot de ontdekking kwam met een boomtak van doen te hebben, werd hij zo ra zend dat zijn bloed gekookt zou hebben, als het water niet zo koud was geweest. Intussen had de rozendief snel dat prach tige uniform aangetiokken en was naar het huis gesneld waar nu Brunetta bezig was met de kleren. „Nu hoef je niet meer te kiezen, Brunetta!", riep hij. „Ik blijf muzikant, maar als een schut- tersuniform je zo bekoort, ga ik wel bij een schuttersvereni ging." „Hemeltje", sprak Brunetta, „ik houd veel meer van muziek dan van knallen. Ik zie nu dat ik ook veel meer houd van jouw veren- hoed dan van dit uniform. Ik houd ook het meest van jou zoals je bent." Brunetta nam dus het besluit: Zij werd muzikantenbruid LUCKY LUKE - DE PREMIEJAGER AFLEVERING 56 Als je een feestje hebt, moet je eens als gedachtenlezer op.treden. Zeorg ervoor dat je 'n assistent hebt, iemand dus (he je helpt. Het gaat zo. Je gaat op de gang staan en binnen wordt door de anderen overlegd wat een van hen in gedachten zal nemen. Stel dat Annemieke er is en zij mag iets in gedachten nemen. Ze kiest: een flets. De gedachtenlezer komt binnen, Iaat zich blinddoeken, gaat rustig, met de benen over elkaar, op een stoel zitten en de assistent, de helper, begint. Wil Anne mieke een pop? Gedachtenlezer: neen. Wil Annemieke een springtouw, een zak met knikkers, een nieuwe jurk. De gedachtenlezer zegt steeds nee. Dan vraagt de helper: wil Annemieke een fiets. En de gedachtenlezer zegt natuurlijk: ja. ledereen denkt dat de helper een seintje heeft gegeven. Maar het is juist andersom. Als de gedachtenlezer een seintje geeft, door bijvoorbeeld langs zijn neus te strijken of aan zijn oor te krabben en hij moet dan tevoren afspreken met zijn helper welk gebaar hij maakt stelt de helper de goede vraag. Dan kun je zonder aarzelen „ja" zeggen. Rose kwam binnen. „Zeg Rose, Alice beschuldigt mij er van, dat ik een man in mijn kamer had", zei Sarah, listig de aanklacht verdraaiend. „Ik zei alleen maar stemmen..." Ach doe niet zo stom Alice", aei Rose. „Je hebt ge droomd". „Nee, dat heeft ze niet", zei Sarah plotseling. Ze keken haar allemaal aan. „Ze had gelijk. Ze heeft stemmen gehoord". „De jouwe?" „Ja". „Van wie nog meer?" „Kunnen jullie het niet raden. Niemand van jullie?" Je kon een speld horen vallen. „Van Emily" zei ze kalm. „Ik heb contact met haar gehad. Ik wou het niet zeg gen. k heb die kracht in me". Ze wilci?n het niet geloven. „Moet ik het bewijzen?" „Ja, bewijs het maar", zei Rose. Sarah beloofde dat ze het diezelfde avond na het eten zou bewijzen. Een van de nuttigste lessen, die Sarah van madame So phie had geleerd, was sfeer te scheppen voor een sean ce. Ze nam heel veel moeite om de tafel, de stoelen en de kaarsen precies op hun plaats te zetten. Ze mengde de mogelijk gelovigen mrs. Bridges en Doris, om en om met de ongelovige Rose en Edward en de twijfelen de Alice. Toen het grote licht uit was, maakte ze een hele nie van het aansteken van de kaarsen. „Ik vind het eng, Ik vind het eng," piepte Doris. „Houd je mond of je gaat naar bed," zei de kokkin. „Wat zou mr. Husdon ervan zeggen?" „Die zit in Schotland, daar kan die zeggen wat hij wil". Mrs. Bridges zat duidelijk volspanning te wachten. „Het lukt je toch niet," zei Rose. „Wacht maar eer.: af". „Heb je niet iets van de overledene nodig?" Edward hoopte het medium van haar stuk te brengen door onnozele vragen. „Ik heb een knoop in haar kamer gevonden". Sarah hield hem in de hoogte. „Lieve hemel, ze kan het echt," mompelde mrs. Bridges, hetgeen Sarahs kans op succes aanzienlijk verhoogde. „De handen aaneenf'uiten," commandeerde Sarah. Ze deden het in stilte. „Te vee licht". Dit was een van madame Sophies geliefde trucjes om de spanning te verhogen. „Dan kunnen we haar niet op de vingers kijken," zei Ali- oe. Doris draaide de gasvlam bij de haard uit. Sarah sloeg plotseling driemaal hard op de tafel, waardoor ze alle maal opschrikkten. Toen keek ze omhoog en viel in trance terug in haar stoel. Ze keken aandachtig naar haar. „Haar lippen bewegen. Ze probeert Iets te zeggen," fluis terde Doris. „Ssst". „Ik ben Albert Moffat," klonk het zacht. „Wie is Albert Moffat? vroeg Edward oneerbiedig. „Ik ben Albert Moffat, Sarahs vader in een ander be staan. Ik zal Emily nu bij Sarau brengen". „Grote God," zuchtte mrs. Bridges. Ze waren allemaal, behalve Rose, erg gespan nen. Sarah begon te schokken. „De tafel be weegt". „Danst". Het was ook zo. Plotseling klonk er een bel. „Genade", kreunde mrs. Brid ges. „Het is de zitkamer. Ik moet naar boven", zei Rose. Ze stond op maar mrs. Bridges duw de haar terug in haar stoel. „Houd je mond Rose", siste ze. „Ik, Albert Moffat, door middél van mijn eertijds aardse dochter Sarah, breng ik u Emily. Hoor je mij Emiiy"? „Ja, ik hoor u Albert Moffat". Het was precies Emily's stem die over de tafel klonk en Sarahs mond had niet bewogen. „Ze heeft gesproken", hijgde mrs. Bridges. „Genadige hemel. Zij is hier"! ,,Heb je een boodschap voor iemand rond deze tafel"? vroeg Sarah kalm. Emily's stem antwoordde: „Ik heb een paar boodschappen". „Vertel ons de boodschappen". „Ik ben hier gelukkig, help mij", klonk het in Emily's Iers accent. ,,En ik vergeef hem". „Ze bedoelt William", zei mrs. Bridges. „Ze vergeeft William. Ach Emily, lieve kind, vergeef mij ook. Ik had je moeten helpen met een vriendelijk woord. Neem die last van mij af". Er heerste doodse stilte. „Ik verheef u mrs. Bridges. Ik vergeef u allen", zei da stem van Emily. „God zegen haar, zegen haar". Mrs. Bridges brak in snikken uit. Em'ly zei niets meer. Na 'een poosje durf de Edward het licht aan te stken. Sarah zat in elkaar gezakt, bewusteloos op haar stoel. Op raad van mrs. Bridges mocht niemand haar aanraken. Een paar mi nuten later kwam ze bij. Het vreemde was, dat ze zich niets kon herinneren. Ze moesten haar over Albert Moffat en Emily vertellen. En dat was volgens mrs. Bridges het beste bewijs, dat Sarah een echt medium was. Na de seance behandelde het hele personeel, behalve Rose, Sarah met ontzag. De volgende dag kwam Allee na het ontbijt naar haar toe en vroeg of ze haar wou helpen, contact roet haar moeder op te nemen. Sarah beloofde haar best te zullen doen. Enkele ogenblikken later kwam tot Sarahs verwondering Edward en vroeg fluisterend een onderhoud onder vier ogen. „Wie is er dood IA jouw familie? Ik moet vlug beginnen met contact te maken". Maar Edward was nog steeds een ongelovige. Hij beken de dat hij de tafel had bewogen en wilde meedoen met de opvoering. Sarah was oprecht beledigd. Zij riep de andren bijeen en lichtte ze in over Edwards monsterlij ke voorstel. Mrs. Bridges was woedend. Sarah bood aan opnieuw contact met Emily op te nemen op voor waarde dat Edward werd uitgesloten. Zij voelde dat dit eindelijk Rose aan haar kant zou brengen. Het vreemde nieuws van beneden was spoedig tot boven doorgedrongen. Elizabeth was er door geinitrigeerd, maar haar broer helemaal niet. Hij zei: „Het kan mij nets schelen of ze jouw bescher melinge is, maar ze moet eruit". „Waarom"? „Omdat ze de hele staf in rep en roer brengt. Ze zijn he lemaal van de kook. Je kunt bellen tot je blauw zlu en er verschijnt niemand". ,,'t Is toch maar een onschuldig vermaak".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 19