Tien
nazi-
moorden
per
Film-impressie van de massa-executie in de steengroeve van Ardeantine. De SS schoot er 335 onschuldige Romeinse burgers in koelen bloede
dood als represaille op een, eerder gepleegde aanslag op een groep Duitse militairen.
Richard Burton
als beul Kappler.
kelijk 80, later 50, daarna 30 Romeinse burgers
gédood worden. De collaborerende Romeinse
stadsbestuurders kronkelden zich in alle bochten
om het aantal „vonnissen" te drukken. Eindresul
taat van de verhitte debatten tussen Rome en
Berlijn was, dat voor elke dode Duitser tien
Italianen gefusilleerd zouden worden. De eerst
aangewezen SS-officier bedankte voor die op
dracht.
Na die weigering werd Gestapo-kolonel Herbert
Kappler met de uitvoering van het vonnis belast.
Kappler had zich tot dan toe beziggehouden met
het opstellen van lijsten.
Dit was al moeilijk genoeg, vertelt Katz, de bedoe
ling was dat de ter dood veroordeelden die in
Romeinse gevangenissen op hun terechtstelling'
zaten te wachten het eerst genomen zouden wor
den. Dat waren er maar drie. Toen kwamen de
andere gevangen aan de beurt. Mensen die min
of meer toevallig vast zaten, die niet eens ver
hoord, laat staan berecht waren. En toen de lijst
nog niet het vereiste aantal namen telde werd de
rest aangevuld met Joden".
Mensen van allerlei rang en stand: militairen,
juristen, middenstanders, kinderen. Er waren va
ders met hun zoons bij, broers en jongens van
vijftien, achttien en negentien jaar. Vanwege een"
in de haast gemaakte ..telfout" waren het er
uiteindelijk 335. In gesloten vrachtauto's werden
de veroordeelden de volgende ochtend vroeg naar
de executie-plaats gereden. Kappler en zijn onder-:
geschikten volvoerden het karwei eigenhandig.
Moedig, gelaten, zonder paniek of zinloos verzet
ondergingen de onschuldigen hun lot. Het waren
335 nekschoten.
Het Vaticaan wist ervan, zegt Katz nog even
vastberaden als in 1967 toen zijn boek verscheen
en hij over dit facet fel aangevallen werd. „Ik heb
mijn bronnen zo gedetailleerd mogelijk weergege
ven. Het Vaticaan noemde mijn boek leugenachtig.
In een later stadium wenste men geen enkel
"commentaar meer te geven. Er zouden tegen-docu--
menten aangedragen worden, maar die zijn nooit
op tafel gekomen.
„Ik blijf erbij dat een hoge Duitse militair vlak
na de aanslag het Vaticaan inlichtte".
Dat zou de SS-kolonel Dollmann zijn geweest,
maar hij was onkundig van de represaille beweren
opponenten van Katz.
De prelaat die het eerst geinformeerdl zou zijn
was pater Pankratius Pfeiffer, contactpersoon tus
sen Vaticaan en Duitsers. Pfeiffer is kort na de
oorlog gestorven. „Och, voor mij is dit trouwens
niet zo belangrijk. Natuurlijk wordt dit facet in
de publiciteit er extra uitgelicht en vindt het
Vaticaan het hoogst onaangenaam dat er op deze
wijze over de paus wordt geschreven, maar ik heb
in de eerste plaats een documentaire over Ardeati-
ne geschreven. Het feit dat het Vaticaan geïnfor
meerd was is voor mijn een detail, zeker geen
hoofdzaak".
Dat is het wel voor de gravin Rossignani, een nicht
van Pius XII. Zij heeft een aanklacht ingediend
tegen Carlo Ponti, echtgenoot van Sophia Loren,
en producer van deze film. Op 12 februari zal de
„zaak" voorkomen in Rome. De gravin wil film
en boek verboden zien.-„Ik heb officieel niets van
een aanklacht gehoord, ik wacht maar af", zegt
Katz. Hij heeft zelf meegewerkt aan het script van
de film en vindt dat de film het boek goed
benadert. Ponti zorgde voor een sterke bezetting
van zijn film: de Griek Cosmatos als regisseur,"
Richard Burton (een huisvriend van de Ponti's)
voor de rol van Kappler en Marcello Mastroianni
in de rol van de priester die de massamoord
probeert te voorkomen en er uiteindelijk zelf een
van de slachtoffers van wordt. Onder de slachtof
fers was inderdaad een 55-jarige priester. En
daarop zou de overigens verder verzonnen figuur
•van de door Mastroinanni vertolkte priester geba
seerd zijn.
Kappler zit nog steeds gevangen in Italië. Hij
krijgt een pensioentje uit Bonn, zou overdreven
godsdienstig zijn geworden en is er vast van
overtuigd dat hij binnen afzienbare tijd vrij zal
komen.
Zijn gevangenschap en eventuele vrijlating zijn net
zo omstreden hier, als die van de „drie van Breda"
in Nederland. „We hebben van de autoriteiten geen
toestemming gekregen om met Kappler te praten",
aldus Katz, „Hij blijft voor de buitenwereld onbe
reikbaar". Vorig jaar trouwde Kappler in de ge
vangenis met een 49, jarige Duitse fysiotherateute,
Annelise Wenger die haar man regelmatig bezoekt
Afgelopen zomer werd zijn in Italië gearresteerd-
wegens een winkeldiefstal. De aanwezigheid van
Kappler in een Italiaanse gevangenis is nog altijd
een teer en daarom weinig besproken punt in de
huidige Duits-Italiaanse betrekkingen.
Schrijver, regisseur, producer en acteurs ontken
nen dat ze het drama Ardeatine verfilmd hebben
vanwege het financiële voordeel. „Het ging ons om
de waarheid, en je kunt die het beste aan een
breed publiek vertellen als je klinkende namen
gebruikt", aldus de regisseur.
Op het filmfestival van Moskou werd de film
stevig bekritiseerd. Nadien ook in Italië. Niet
alleen vanwege de plausibele passages over het
Vaticaan, maar ook omdat de figuur van oorlogs
misdadiger Kappler veel te humaan zou zijn uitge
beeld. Een Italiaans blad merkte naar aanleiding
daarvan cynisch op, „dat kennelijk geen enkele
Duitser en uiteindelijk misschien alleen de paus
het bloedbad heeft gewild"....
Dit „nietes-welles" tussen Vaticaan en Katz terzij
de, blij ft er een gedetailleerd boek en een sobere
film over een onuitwisbaar drama. Zeker geen
groots spel van de hoofdrolspelers, gelukkig ook
geen vals sentimenteel spektakel. Beklemmende
climax van de film blijft de lijst met 335 namen
van onschuldig doodgeschoten Romeinen.
Frans Wijnands
Putten, Oradour, Ardeatine. Bijna elk land dat
in de oorlog door de nazi's onder de voet werd
gelopen, heeft z'n massagraf. Ook Italië, ondanks
de aanvankelijke lotsverbondenheid met de Duit
sers. In maart 1944 schoot de Gestapo in Rome
335 mannen en jongens dood. Eén voor één,
met een pistoolschot in de nek. Die zinloze massa
moord vond plaats in de „Fosse Ardeatine", vlak
bij de beroemde Via Appia. In dat Zuidromeinse
stadsdeel, vol met historische catacomben en veel
prozaischeri 1 steengroeven, vonden de SS-ers een
bijna natuurlijk massagraf voor hun honderden
onschuldige en weerloze slachtoffers. Springla
dingen zorgden na de moordpartij voor de nodige
aardverschuivingen, doodgravers zouden dagen
werk hebben gehad om het enorme graf te dich
ten. Met mijnen ging het vlugger, maar evenmin
afdoende.
Na de oorlog groeven de Romeinen hun vermoor
de medeburgers op en bouwden een indrukwek
kend mausoleum waarin nog altijd 335 gelijke,
stenen graftombes staan. Sindsdien is Fosse Ar
deatine een tperistische bezienswaardigheid ge
worden, zoals de uitgestrekte oorlogsgraven in
Normandië en elders in Europa. En die belangstel
ling zal ongetwijfeld stijgen sinds de film is uitge
bracht die het verhaal van de massamoord vertelt.
Een navrant en van Vaticaanse zijde altijd fel
ontkend detail in het boek (en in de film) is, dat
het Vaticaan en Paus Pius XII geweten zouden
hebben van de op til zijnde represaillemaatregel.
„Daar neem ik vooralsnog geen woord van terug..
Aan onbewezen ontkenningen heb ik geen bood
schap. Ik wil wel overtuigd worden van het tegen
deel, maar »dan bijvoorbeeld aan de hand van
originele Vaticaanse documenten en archiefstuk
ken. Maar die archieven blijven dicht", aldus
Robert Katz, net de veertig gepasseerd, Amerikaan
van origine maar sinds jaren woonachtig en werd-
zaam in Rome.
Robert Katz, getrouwd en vader van twee kinde
ren, schreef „Dood in Rome", het boek waarin
oorzaak en gevolg van de massamoord bij Ardeati
ne op documentaire wijze verteld worden.
Katz groeide op in New-York. Hij studeerde er.
enige jaren aan het Brooklyn-college maar behaal
de er geen graad. „Ik vond werk als fotograaf,
documentaire-foto's en zo. Vandaar rolde ik als
vanzelf in de journalistiek en ik ben me daarna
gaan interesseren voor historie. Op de ontvankelij
ke leeftijd yan midden-twintig zag hij voor het
eerst Europa. Rome ervoer hij als een verademing
en hij bleef er jaren. In die periode maakte hij
de herdenking van de twintigste verjaardag van
de slachting bij Ardeatine mee. „Het interesseerde
me. Die plechtigheden ,en die sfeer maakten grote
indruk op me. Ik ontdekte tot m'n verbazing dat
er eigenlijk nooit een afgerond verhaal of een
complete studie oyer die nazi-misdaad geschreven
was. Misschien mede daarom ben ik er toen aan
begonnen".
Op dat moment begon Katz zijn veelomvattende
research: in Rome, In Italië en later ook in
Amerika waarheen hij voor twee jaar terugkeerde.
In 1967 vestigde hij zich opnieuw in Rome. Daar
vertelt hij nu dat hij niet gehinderd werd door
een aantal „belastende" omstandigheden toen hij
aan zijn boek begon. „Ik was geen Italiaan, geen
Duitser en niet katholiek. Ik kon dus objectief
werken. Ik wilde een documentaire schrijven, geen
geromantiseerd verhaal". Daarin verschilt zijn
boek dan ook met dat van bijvoorbeeld Cornelius
Ryan (De langste dag). „Ik raadpleegde archieven
en documenten, sprak met veel mensen, maar heb
jiooit m'n fantasie laten werken".
In die periode van research zocht Katz uiteraard
contact met het Vaticaan, maar het antwoord dat
hem „binnen 48\iur" beloofd werd, moet nog altijd
komen. Volgens door veel historici betreurd ge
bruik, blijven de Vaticaanse archieven wat betreft'
de jongste 50 jaar geschiedenis, gesloten. „Er zijn
nadien wel documenten betreffende de tweede
wereldoorlog door het Vaticaan gepubliceerd",
vertelt Katz; „maar ze hadden geen van alle
betrekking op het drama-Ardeatine". Katz rondde
zijn werk af, ook zonder de archieven van het
Vaticaan in te zien, en dat is hem nadien doorlo
pend verweten.
Hoe kwamen de nazi's tot hun moordpartij in
Rome? Op die vraag is een nauwkeurig antwoord
te geven, dankzij veel bekende feiten. In de loop
van 1943 al organiseerde zich in Italië het verzet
tegen de Duitsers. Ook in Rome 'kwam het her
haaldelijk tot verzetacties met medeweten en met
goedkeuring van de geallieerden. De bedoeling
ervan was, de Duitsers te overtuigen dat Rome
geen veilige doorvoerstad was voor de bevoorra
ding van hun fronten bij Anzio en dieper zuid
waarts waar de geallieerde landingen hadden uit
gevoerd.' Na munitie-opslagplaatsen, voedseltran-
sporten en benzine-voorraadstations werd in
maart '44 een aanslag gepleegd op een groep
marchanderende SS-ers. Robert Katz tekent hier
bij aan: „Er is wel eens beweerd dat het hier een
soort wilde terreur-actie betrof. Dat is niet waar.
Het was een door de geallieerden gesanctioneerde
actie van het officieel erkende verzet in Rome. Er
is ook niet geschoten op jonge, onbewapende
soldaten, maar op keiharde SS-ers."
Rond drie uur ontplofte een bom die verstopt was'
in een vuilniskarretje dat door verzetsmensen in
de straat waar de Duitsers zouden passeren, was
geplaatst. Het paniekerige verzet van de onthutste
militairen na de explosie werd door de verzetsstrij
ders in de kiem gesmoord. De Duitsters telden ter
plaatse 31 doden, tientallen gewonden. De overval
lers wisten allen te ontkomen.
De Duitse stadscommandant van Rome was buiten
zichzelf van woede. Hij rapporteerde de aanslag
onmiddellijk aan Berlijn waar op het allerhoogste
niveau represailles werden bevolen: genadeloos
hard. Voor elke gedode Duitser moesten aanvan-
Filmbeeld van het moment van de aanslag in de Via Rasella.