Mensen zijn vaak erg slordig met hun bezit Leven in een commune, maar er moet wel gewerkt worden Schoon water van De Hobhitstee gaat naar het wilde westen Een gebouiv is een nand wat dicht n wet zijn" assmmm TaËtVm WOENSDAG 6 FEBRUARI 1974 LE1DSE COURANT IfAPSERVEEN „De com mune, ja hoor. U volgt de weg nog een kilometertje en slaat dan links af, daar na bij de eerste landweg marliih'naar recllts' Even verder- chter 9 °P staan drie boerderij- Het sps tjes, waarvan u de laatste nog e«moet hebben". De hotel houder in Havelte (Drente) heeft er niet de minste mnpitp mee. Het is duide lijk dat hij vaker de men sen de weg naar de Hobbit- stee heeft gewezen. Hij laat zich in vriendelijke termen over de bewoners uit, van wie hij er enkelen kent. Enige tientallen meters voor de bewuste boerderij wor den we verwelkomd door twee honden, een dalma- tiër en een airedale-terriër die ons luid blaffend bege leiden tot de voordeur. Ze zien er verzorgd uit. De vrouw die zich als Maria voorstelt is minder enthou siast over onze komst en laat dat blijken ook; zoals ze door de telefoon bij het maken van een afspraak er geen doekjes om wond he lemaal geen behoefte te hebben aan publiciteit („die is toch meestal maar negatief" en „de mensen die in ons doen en laten zijn geïnteresseerd berei ken we toch wel") is ze ook nu weinig toeschiete lijk. Diverse vragen wor den met een uiterst achter dochtige blik afgedaan en op andere komt het ant woord „dat het niet van be lang is". tegemoetkomender zijn de overi ge communeleden, van wie Leo zich als spreekbuis ontpopt, hoe- "*wel de meesten er kennelijk weinig voor voeJen uitgebreid te ^■praten. Achternaam willen ze niet prijsgeven ook ad omdat die er niet toe doen. Er is geen be zwaar de naam van Otto Mun ters te vermelden, die de Hofo- biitstee een jaar of drie geleden heeft opgezet; hij is niet aan-, l'e worden ontvangen in de ka mer van Maria. Het is er een beetje rommelig, omdat ze net is verhuisd. Ze legt uit dat de groep onlangs met enkele men sen is uitgebreid, zodat de ruim te opnieuw moest worden ver deeld. In de boerderij wonen op per Jaar) die uitsluitend de afle veringen van het blaadje krij gen. In totaal hebben we een paar hondend donateurs". „Nee, niet iedereen kan ons Drentse water krijgen; we rij den uitsluitend op Amsterdam. nuttig dat Tina eits van haar moeilijkheden vertelt. In gebro ken Nederlands legt ze uit dat het haar wel eens moeite kost de vergaderingen van de groep te volgen. Verder is er niets aan de hand. Het is niet haalbaar voor een En met ouders, hoe reageren die paar litertjes naar zeg Almelo te komen. We hebben het water ook enige tijd in Rotterdam ge bracht. Het water is daar zo vreselijk slecht, weet je, maar dat bleek geen haalbare kaart te zijn, dus zijn we er mee ge stopt. Jammer. Wie ons water afnemen? Nou, particulieren communeleven? Een meisje roept: „Niels, vertel jij eens hoe je ouders er over den ken". Niels zegt niets, en dat is geen wonder ook, want Niels kan niet praten, hij is anderhalf. Het meisje dat het hem vraagt is zijn moeder, Nancy. Naast haar zit haar man. r ook restaurants en macro- Leo: „Mijn moeder zal altijd wel geroerd blijven door mijn jeug dige idealisme en mijn vader, mijn vader zal zich wel afvra gen waar ik mijn goede oplei dingen voor heb genoten. Hij zal het niet begrijpen. Familie- Heden hebben een bijzonder vreemd beeld van een commu ne. Soms kamen hier wel eens ouders kijken, die gaan dan he lemaal gerustgesteld weer weg". biotische eethuisjes. Mensen die vroeger in plaats van leidingwa ter spa of vichy-water gebruik ten. Ja, dat gaat erg goed; er komen er steeds bij. Het water wordt met een elktrisch pomp je uit de grond gehaald. De plaats waar het water wordt ge wonnen is herkenbaar aan een dunne plastic buis, die enkele decimeters uit de grond steekt. We drinken koffie in Maria's ka- De koffiepauze ls voorbij, mer; Bart heeft zijn gitaar meegenomen en tokkelt er onop houdelijk op, af en toe kijkt hij op en lacht een beetje, maar hij zegt niets. Tina, wier ouders in Nieuw-Zeeland wonen, heeft een spinnewiel bij zich en is daarop aan het werk. De anderen zitten in een kring en luisteren naar wat Leo vertelt. Het is behoorlijk koud in de ka mer; het tocht door de kieren en de kachel blijkt niet te branden. Het vriest niet, maar veel zal het niet schelen. Geeft het overwinteren op de Hob- bitstee geen problemen? Leo: „Wegens de kou. bedoel Je? In het schuurtje waar Maria's ka- Nee, 's nachts word ik wel eens wakker met koude voeten, maar verder geen moeilijkhe den. Al je het koud hebt doe je gewoon nog wat aan; ik draag nu drie truien over elkaar en dan mensen gaan weer aan het werk. Leo leidt ons rond en ver telt dat de meeste Hobbitstee- bewoners uit de randstad ko men, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. De leeftijden varië ren tussen anderhalf en 39 Jaar. Ze zijn naar Drente gekomen omdat ze zich niet kunnen ver enigen met het consumptie- en produktiesysteem van de huidi ge maatschappij; geloven dat er De bewoners van de Hobbitstee met enkele dieren. een andere, betere samenle- paraffine wordt gegoten, kaarsen kunnen nu uit de mal len worden gedrukt, hetgeen een aanzienlijke tijdsbesparing oplevert. vingsvorm mogelijk is; geloven in een meer natuurlijke staat van leven dan in de maatschap pij wordt voorgestaan. mer is wonen nog twee andere Van de kaarsenmakerij komen we mensen op de bovenverdieping; in een kleine ruimte is de druk pers opgesteld. De boerderij zelf herbergt zes mensen. Daar naast ls de kaarsenmakerij. Ze in de gemeenschappelijke leef ruimte, waar het in tegenstel ling tot de rest van de Hobbit stee een beetje warm ls. Een kleine potkachel brandt op hout Leo in de kaarsenmakerij. dat moment tien personen; ze zijn er niet allemaal. Leo vertelt dat er een vaste kern is van drie mensen, de anderen komen en gaan weer. Soms blij ven ze een paar dagen en trek ken dan verder, maar dat is van tevoren niet te zeggen, want het is heel goed mogelijk dat iemand een jaar blijft. Of twee jaar. Iedereen is volkomen vrij om te gaan en te staan waar hij wil, maar wie op de Hobbitstee woont moet wel werken: koken, schoon maken, kaarsen maken, auto's repareren ,in de tuin werken. schrijven voor de Drentse Wa terman, tekeningen maken voor hetzelfde blaadje in de drukkerij <er is een offsetpers) o fspinnen. Er is genoeg te doen en dan na tuurlijk nog het water dat de Drentse Waterman eens per week in een tankwagen naar Amsterdam expedieert. Leo: „We verkopen het water niet, maar we hebben dona teurs. De zogenaamde natte do nateur steunt ons met minimaal 7.50 per week en krijgt van ons 25 liter water. Verder heb ben we droge donateurs 15 is het best uit te houden. Je went er op den duur wel aan. En wat betreft het eten, we hebben genoeg groente inge kuild om de winter door te ko men. Verder geen problemen, of heeft een van jullie soms pro blemen?", vraagt hij lachend aan de andere communeleden. „Je kan het nu vertellen". Nie mand reageert. Men acht het worden aan de markt gebracht onder de naam Alladins Won- derkaars („laaf het licht schij nen in je hart"). De verkoop gaat goed; er zijn zoveel bestel lingen dat men de vraag nauwe lijks aankan. De kaarsen wor den van paraffine gemaakt. Kort geleden is een apparaat geconstrueerd van cylinders, kettingen en raderen, waarin de de eerste week erg veel last van hadden was de kou, maar nu merk ik die nauwelijks meer. Wat ik deed? De was be zigheidstherapeute en daarvoor was ik actief met pottenbakken. Daar krijg ik nu eindelijk de tijd weer voor, gelukkig". en rookt. We warmen ons een beetje, terwijl Nancy vertelt Niemand laat zich In negatieve normaal om op een flatje te zit ten en alleen maar te zorgen voor man en kind. Dat ls niet natuurlijk. Het leven vraagt an dere dingen van je. En ik geloof dat het leven en werken op de Hobbitstee daar meer aan beantwoordt. Je moet een hele- boel opgeven om zover te ko men. Dat lijkt misschien niet eenvoudig maar het valt mee. Vergeet niet dat je al geruime tijd met de gedachte leeft er uit Het kopen van die boerderijen te stappen. Als je het dan doet (omdat nog niets definitief is ls de overgang echt niet zo men het niet verstandig de groot meer. Het enige waar we P'aats te noemen, maar het is vol hoewel er altijd nog een plaatsje is voor iemand. Maar het is onze bedoeling te verhui zen. We hebben nu een aantal boerderijen op het oog, waarover we inmiddels in onderhandeling zijn en waar we met veel men sen kunnen leven. Hef wordt een alternatief dorpje, waar we he lemaal naar onze eigen inzich ten kunnen leven". waarom zij en haar man een maand geleden besloten naar Drente te komen. „We hadden een vierkamerwoning In Am sterdam. Erg aardig natuurlijk, maar als je dan over je leven gaat nadenken blijft er toch weinig over. Waar ben Je eigen lijk mee bezig? Ik vind het niet bewoordingen uit over het com- muneleven; ze weten waar ze voor hebben gekozen en zien die keuze niet als een tijdelijke zaak. Leo: „We proberen met elkaar op een alternatieve manier te leven; het is opvallend hoe groot de belangstelling is. Hier in de Hobbitstee zitten we nu eveneens in Drente) kan worden gefinancierd uit de kaarsenhan- del en het leveren van water. Want hoe idealistisch ook, de bewoners van de Hobbitstee komen niet veel verder zonder geld. Of, zoals het zesde num mer van de Drentse Waterman het zegt: „Blijvende resultaten zijn pas mogelijk als er doorge zet wordt; enkelen slagen hierin en laten een alternatieve wijze van leven zien. De inkapselings kracht van de oude maatschap pij Is echter zo groot, dat pas waar mensen samengaan in er enige sprake van verande- leef- en werkgemeenschappen rende leefgewoonten kan zijn". Van een onzer verslaggevers ïoofdcontroleur G. L. Hooft van de Eerste Gecontroleer de Particuliere Nachtvei ligheidsdienst in Den Haag zit op zijn gemak achter het bureau, waarop een ra diotoestel, 'n zend-ontvang- installatie en keurig op een rijtje een batterij "sleutels en bonboekjes. De bonboekjes hebben twee kleuren. Een kleur voor de eerste ronde van zijn n au, nachtwakers en de andere langi voor de tweede, „dan weet de klant dat we twee keer )P eet geweest zijn". Het tweede ;6met wordt pas na de 'engei Pauze O uur 's nachts) uit gereikt. Hooft spaart zijn gte tt - mensen niet: „je kunt de de k» -mensen wel voor de kop kijken, maar niet erin". Waarmee hij bedoelt dat er wel eens kaf onder het bewakingskoren zit. esPrt" Bij de GPN die dateert uit 1907 werken 60 mensen. Het overgro- -te deel hiervan behoort tot de zg. postendienst. Hun taak is het een bepaald gebouw te bewa ken. Een minderheid evenwel .wordt gevormd door de wijk dienst. Zij zijn de mensen die er 's nachts van 21.00 tot 06.00 uur op uittrekken om te waken over qieerdere „panden"; over hen ook gaat dit verhaal. Hun opdracht is om te controle- i ant- ren of de deuren van huizen en totaal ^bouwen gesloten zijn en of nergens licht brandt of juist in bepaalde gevallen weer wel. Als er brand is moeten ze uiteraard direkt rapporteren. De auto's waarmee gereden wordt rijn hel- oranie Volkswagens. Is deze op zichtigheid geen belemmering voor de uitoefening van het be roep? „Ach het is net een me daille, het heeft zijn voor en zijn tegen", zegt Hooft, „we werken preventief, we zijn er niet om de mensen op heter daad te betrappen. Wat dat be treft ben ik trouwens niet zo bij dehand. Ik laat ze rustig lopen hoor. vergeet niet dat we onge wapend zijn." innen lelijk an is Nadat de deur gecontroleerd is, wordt het bonnetje door de brievenbus geschoven. De Nachtveiligheidsdienst heeft haar werk weer gedaan. Met de ene hand professioneel voelen of het pand gesloten is. De andere hand gereed tot het deponeren van het controle-bonnetje. Over de kwestie van de wapens vertelt directeur Luberti: „Dat is een eenvoudige zaak. Alleen zij die een wapenvergunning hebben mogen wapens dragen. En er bestaat geen enkele aan leiding voor ons om wapens te dragen, hoogstens een slagwa pen voor zelfverdediging, maar zeker geen schietwapens. Dat zou voor onze mensen een onno dig risico betekenen. De kans namelijk, dat er op hen gescho ten wordt is dan ook groter. Het gevaarii;ke werk laten we aan de politie over. Als we onregel- matighed n constateren zijn we verplicht dit aan de politie door te geven. We zijn op een be paald terrein een verlengstuk van de politie. We vallen onder de wet op de weerkorpsen. Dit dateert nog uit de tijd toen het dragen van een uniform wettelijk geregeld moest worden in verband met de NSB, dus vlak voor de tweede wereldoor log. We zijn de enige particulie re instelling, waarop het minis terie van justitie toezicht heeft. Het woord „gecontroleerd" uit onze naam slaat hier ook op. We worden namelijk gecontro leerd door de politie. In de praktijk is er een goede samen werk :ng". D? her Ho ft geeft antwoord op de vraag wat voor soort mensen nachtwak r zijn. „tja, studenten, maar jonge knullen hou Je geen drie man den, en dan mensen die ergens anders geen baan kunnen krij gen, of mensen die een eigen bedrijf hebben, dat niet al te rendabel is". Ondertussen zijn wij met de heer Hooft in zo'n oranje auto ge stapt om de aktiviteiten van de eigen mensen na te gaan en hen eventueel te assisteren. „Cen trale de zes melden". De mobilo foon meldt dat er mogelijk iets mis is met 'n andere wagen. De chauffeur meldt zich niet. Hooft neemt onder het rijden de mi crofoon ter hand. Dit zou niet erg zijn afs hij niet rookte. Aan gezien dat wel het geval is zijn er g n handen m er vrij om het VWtje iin een rechte baan te houden. Gelukkig is het al zo stil op de weg. dat een ruk aan het stuur voldoende is om de wagen en inzittenden voor ont sporingen te behoeden. Als we op de plaats van mogelijk onheil komen blijkt de wagen van de waker verlaten. Achter een verlichte hal ligt somber een duister gebouw. We gaan op onderzoek uit. Na een paar mi nuten evenwel horen we een ge rucht en zien de gezochte wa ker. Hij had licht zien branden en dacht alleen de nalatigheid van het personeel was hier de schuld van. Voor hetzelfde geld rvenwel kan er ingebroken zijn. Als we weer in de auto zttcn, zegt Hooft dat de mooiste maar tevens de gevaarlijkste controle de binnencontrole is. Een paar maal gingen wij mee, een don ker gebouw in of een donker steegje door. en kwamen tot de conclusie dat het wel een aparte mentaliteit vereist om dit werk, alleen, nacht in nacht uit te doen. Hooft zegt hierover dat hij een zesde zintuig heeft voor dit soort zaken. „Je voelt het als er Iets niet In orde ls". Later In de nacht vergezellen wij Stef van der Horst. Hij is een nog Jonge waker, die pas kort is tn""»tr~d-n tot de broederschap der narhtbrekers. Hij is de man d onlangs twee inbrekers op heterdaad betrapte. 7e schoten zo langs me heen. Ik wilde er nog achter aan, maar het was ie donker. Verder is het net als in dienst, je maakt niets mee". „Vroeger moesten we stipt op tijd overal zijn. Nu is dat anders. Je verandert je route eens. dat vergroot het verrassingseffect." Hij Is gelukkig met het werk dat hij doet, want nachtmens als hij ls, gehiet hij van de stilte, en de rust die van het slapend stadsbeeld uitgaat. Soms echter ergert hij zich aan de slordigheid van de mensen. ..Je komt om inbraak te signale ren, niet nm deuren te slui ten". Toch komt het vaak voor, dat mensen dat laatste verge ten. ondanks het feit dat er voor een kapitaal In huis of in de zaak staat. Eén uitspraak van Stef is wel erg typerend voor de sfeer, waarin de nachtwaker leeft. „Een gebouw is voor mij een pand dat dicht moet zijn. lik denk er eigenlijk niet aan, dat er overdag mensen in werken en leven." Hij is een dromer, slechts uit rou tine ziet hij de te controleren gebouwen. Met zijn gedachten is hij ver weg. Als er niets ge beurt. en dat is meestal het ge val, dan Is het beroep van nachtwaker een der rustigste bezigheden. Ook deze nachtelijke deurvoelers hebben een tic. Als we namelijk terug zijn wordt met een vak- kund'g gebaar aan de wc-deur gevoeld. Hij moet dicht zijn vanwege een reparatie. Sergei Sltnlakowsl"»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 15