Mooi grafiek van Hans van Efferen VIJF BALLETTEN VAN AVOND IN PREMIERE KUNST OP ZICHT kunst Commode LEIDSE COURANT WASSENAAR In de Wassenaarse Open bare bibliotheek wordt tot en met 2 fe bruari a.s. een tentoonstelling gehouden van etsen, litho's, tekeningen en enkele schilderijen van de kunstenaar Hans van Efferen, voormalig leerling van Paul Citroen. Van Efferen doet zich in zijn werk kennen als een artist, die vooral in de portretkunst hoge ogen gooit en daarin althans gezien deze collectie zelf ook wel de meeste be vrediging zal vinden. Hij heeft ontegen zeggelijk een geheel eigen handschrift en van de invloed door zijn leermeester is dan ook betrekkelijk weinig te be speuren. Vooral onder de kinderportret ten zijn echte juweeltjes. Van Efferen hanteert een wat decoratieve stijl in een soms wel wat wilde struc tuur maar waarin hij het karakter en de gesteltenis van zijn sujetten soms frap pant weet te treffen. Verschillende malen heeft hij zich zelf af gebeeld samen met zijn leermeester Ci troen. Op een dezer dubbelportretten is Van Efferen verantwoordelijk voor zijn eigen portret terwijl Citroen dat is voor het zijne. Daardoor is de prent zelf na tuurlijk wat onevenwichtig omdat de twee tekenstijlen zo heel verschillend zijn, maar door die diversiteit is het een merkwaardige prent geworden, omdat daarin de twee stijlverschillen van de meester en de leerling zo nadrukkelijk worden geëxposeerd. De wat wilde stijl van Van Efferen komt eveneens en nog nadrukkelijker tot uiting in enkele tekeningen, die hij soms licht ophoogt met kleur. Het zijn enkele landschappen en een tweetal architec tuurtekeningen, waarvan mij de laat- sten door hun monumentaliteit het mees te konden bekoren. Mooi is ook een prent van ert jongen aan een tafel, als ook „Jongen met appel" en „Liggende jongen". Heel mooi is ook de ets „Vrouw aan het venster", gezien in een fraai clairobscur. Enkele naakten konden mij minder boeien. Ze zijn wat hoekig en missen naar mijn smaak althans het vloeien de van het lichaam. Er hangen op deze tentoonstelling ook en kele schilderijen. Van Efferen gebruikte hiervoor een overwegend wat matbruine kleur, waardoor het geheel wat eentonig wordt. Wat meer kleur toont „Annema- rie tekenend", maar „Wevende vrouw" lijkt mij beslist beneden de maat van Van Efferens kunnen. Maar al met al is het toch een tentoonstel ling van overweggend voortreffelijk werk, getuigend niet alleen van gedegen technisch vakmanschap maar ook van een grote en boeiende artisticiteit. De tentoonstelling blijft nog tot 2 febr. WILLEM PRINS LEIDEN „Je vraagt maar een eind weg, maar je moet 't niet erg vinden als ik doorga met m'n werk". Marjolein Briër is op de hoge polen van haar oranje vloerbedekking in kleermakerszit bezig met het afspelden van een oranje broek. Toevallig is het middag, maar evengoed had het na middernacht kunnen zijn, want „La Briër" is dag en nacht met haar kostuums aan de gang. Vanavond is die ar beid vergeten. Op de aula-Bühne van het Rijnlands Lyceum wappe ren en fladderen de gewaden in een kleurrijke compositie, of het zijn de donkere vlerken van angstaanjagende mythologische vogels. Vanavond is het weer actie voor Briër en haar dansgroep-nieuwe samenstelling. Marjolein heeft maar liefst vijf kersverse balletten in première gebracht. Haar dadendrang is zelden zo groot geweest: vijf choreografieën in nog geen vijf maanden tijd, ingestudeerd en wel, tientallen kostuums ontworpen en vervaardigd; allemaal home made, bij Marjo!ein thuis. Dit artikeltje hoeft van haar geen oppepper te zijn: het lyceum theater is voor hedenavond schoon uitverkocht; „Je doet maar", zegt ze. Geen verkoop praatje dus ditmaal, maar een signaleren. We signaleren een fenomeen op basis van enthou siasme, inspiratie en werklust. „Ik heb 't creatievermogen van het jaar 2000. Zo voel ik me nu een beetje", vertelt Marjolein tussen het afspelden (spelden- doos is herhaaldelijk zoek) en het stikken door. In de jaren '71 en '72 heeft ze lang geteerd op haar succesvolle Mauthausen- cyclus en de gospels. Het reper toire is omgegooid, evenals haar uit dertien leden bestaande groep, die in november in De Kuip te Noordwijk een geslaag de „try out" heeft gehad: ama teurs die professionals tot be wondering brengen. „Splinternieuw gaan in wereldpre mière Waves of hope en Play it. Voor mijn balletten heb ik geen speciale voorkeur. Ik tracht zo veel mogelijk elk stuk z'n eigen atmosfeer en eigen kosmos te laten uitstralen. Geen is verge lijkbaar met een ander. In deze balletten probeer ik ook steeds weer een nieuwe kant van de diamant te ontdekken, een nieu we zijde van mezelf ook. Zo zie ik telkens opnieuw een andere kleur, een andere glitte ring". Marjolein Briër is niet veranderd: ze houdt zich totaal vast aan haar filosofietjes, haar leven en gelukzaligheid. Ze meent, dat het geloof in haar creaties onderhevig is aan im pulsen: „Daar moet je op het juiste moment gebruik van ma ken. Zoiets kun je niet dwingen. In een periode van persoonlijk gelukkig zijn produceer ik min der. Als ik eenzaam en leeg ben in m'n soul, in m'n kern, des te meer kan ik me uiten op mijn eigen wijze. Het komt en gaat, als eb en vloed van de zee. De laatste tijd is het vloed voor mij, het overspoelt me nogal. Dat kan morgen weg zijn; de impuls heeft nu een hoge fre quentie". Een consequent gevolg van deze Briërse wijsbegeerte komt tot uiting in haar jongste ballet waves of Hope: „Voor het publiek zal het misschien vrij visueel zijn, maar in wezen gaat het om de tragiek van ons leven waarin je bijna verdrinkt. Maar altijd is er iets waaraan je je kunt optrekken, dat is de hoop die je hebt om door te hebben, haar eigen balletten on der woorden te brengen. Dat valt best mee, maar we begrij pen haar wel. „En waarom? Omdat het diep uit mijn ziel komt wat ik maak. Daarom creëer ik ook: om me te uiten. nog drie balletten maken. In die maand hoopt ze met de groep voor een week of vier een Indo nesische toemee te gaan ma ken. Leidse schouwburg-direc teur Hans van Dam bereidt de zaak in de archipel voor. Wik- gaan, elke dag. Zonder hoop is het einde in zicht. Je kunt er weer uitkomen, gescheurd of niet gescheurd. In Waves of hope zijn het drie mannen, total Toss. Maar ze verdrinken niet. ze niet kunnen komen, maar de Ze zien in de verte land waar drenkelingen putten uit de hoop de kracht om verder te gaan. De vrouwen symboliseren het eeuwig doorrollende water, de rouw en dynamiek, maar het zijn ook de kraaien die op hun prooi wachten". Ik maak, en een ander vraagt dan altijd: wat maak je? „Een choreografe achter de naaima chine. De naald spiest fluwelen linten aan wijde mouwen. Een eervol handwerk, zoals men eens decor maakte voor de se natoren van het oude Rome, met de purperen zoom langs hun toga. Het in elkaar zetten van kostuums ontspant haar: „geeft weer spatie om te kun nen denken. En als ik dan fou ten maak, ben ik er zelf bij om ze te verbeteren". Marjolein zegt er moeite mee te Bruisende Marjolein wil voor juni kend en wegend heeft ze een programma samengesteld. „Aanvankelijk zou Mauthausen erbij zijn, maar in Indonesië wil men niet. dat de naam van Mi- kos Theodorakis wordt genoemd. Nou, dan laat ik dat maar val len. Ik ben niet politiek gèricht, ik heb een linker- en een rech terhand. Het ballet Murderers Home kon überhaupt niet, dat betekent discriminatie, gevange niswezen. Daarom neem ik dat ook niet mee, om misverstan den te voorkomen. Brown Baby dat dan weer door Amy Ta- lahaturuson, als ze zelf haar baby heeft, gedanst wordt kon beter in Inaunesië een an dere naam krijgen; Two diffe rent worlds, hebben we het nu maar genoemd. Ik hoop dan met een vrij neutraal program ma van alles af te zijn", aldus Marjolein, met wie je alle kan ten uit kunt, als haar kunst er maar niet onder te lijden heeft. Het is nog niet zover. Vanavond danst de groep vrij uil. Het j zijn, behalve Marjolein, Christi ne Gans, Pieternel Spruijten- burg, Lilian Dool, Toos Geybels, i Nora Schonlau, Trudy Bekcma, Janna van Duyn, Kenny Lalo- pua, Albert van Nierop, Ton van Slingerland en Rudi Ber- j nard. Een uitverkocht huls voor I Play it, May be the morning, I People in twon, Waves of hope, Brown Baby, Valery (waar we j nog steeds een vorkeur voor hebben). Live it up en This is my theme. Ersnt in schoonheid en luim volgens een typisch I Briër-recept. TON PIETERS In deze rubriek wordt de lezer de gelegenheid geboden te weten te komen welke „curio sa" hij tussen zijn spulletjes heeft. Hier toe hoeft hij alleen maar een beschrijving met eventueel een foto van zijn geliefde voor werp op te sturen aan: „Vertrouwd met oud", red. Leidse Courant, Kort Rapenburg 2, Leiden. Het voorwerp zal door een deskundi. ge beoordeeld en in deze rubriek besproken worden. Dit meubel is een zgn. commo de. Hieronder verstaat men een laag kastje met 2 tot 4 la den, in een enkel geval zitten er twee deuren voor. Het woord „commode" 'betekent in het Frans „handig, gemakke lijk". Men zal een dergelijk voorwerp tegenwoordig niet meer zo handig vinden, dat men het die naam zal geven. In de tijd dat het ontstond, was het echter een aanzienlij ke verbetering van de toenma lige bekende meubelen. Men kende tot het eind van de ze ventiende eeuw aan bergmeu belen eigenlijk alleen kisten, kasten en dressoirs. Een der gelijke „kist" met laden werd dus uitermate praktisch geacht b.v. voor het opbergen van lijfgoed. jedurende de middeleeuwen v/as de kist het belangrijkste meubelstuk, men borg er alles in op en soms wérd hij ge bruikt als bank. De eerste kis ten waren niet veel meer dan uitgeholde boomstammen, la ter werden ze uit losse delen samengesteld. Ze werden ook wel als kotfers gebruikt. Een Bourgondische vorst nam bijna zijn gehele huisraad mee als hij een bezoek bracht aan een van zijn kastelen. Voor derge lijke tochten waren dus heel wat kisten nodig. Vooral in Italië zijn in de vroege renais sance zeer fraaie kisten ge maakt. Zij heten „cassone", zij werden rijk gesneden en/of beschilderd. Deze werden vaak als huwelijksgeschenk gegeven en zijn dan voorzien e (J van taferelen uit de mytholo gie die betrekking hebben op liefde en huwelijk. In Neder land hebben vroege kisten vaak briefpanelcn. Dat kisten erg belangrijk waren, blijkt ook uit het feit dat men in die tija geen meubelmakers had, maar kistenmakers, n de zeventiende eeuw raakte het gebruik van de kast alge meen verspreid en in de acht tiende eeuw waarin zeer veel meubeltypes werden ont worpen ook de lago laden- kast. De naam „commode" komt In Frankrijk het eerst in 1711 voor. In Nederland date ren de eerste ladenkasten uit het tweede kwart van de acht tiende eeuw. Aanvankelijk ver tonen ze veel overeenkomst met de onderstellen van kabi netten. Ze worden in de mees te gevallen afgedekt met een marmeren plaat, n Frankrijk zijn er in de rege ringsperiode van Lodewijk XV veel commodes gemaakt. Men had toen een model met twee aan de voorkant gebolde laden op hoge poten. Zij werden .vaal getooid met inleg-, lak- verk en marquetterie. Om dit werk op «e geboctt opper vlakten aan te brengen was een kunststuk van de meubel maker en toonde zijn vakman schap. Onder invloed van het klassicisme worden de vormen eenvoudiger en recht. In de empire werden de commodes versierd met zuilen naast de laden en soms met koperbe- slag. De ladenkast van de foto dateert uit do biedermeiertijd, 2e kwart 19c eeuw. Een ver want meubel is de hoge laden- kast. Deze heeft dezelfde vorm als de commode, maar heeft 7 of 8 laden. De eerste dergelij ke kasten stammen uit het laatste kwart van <le 18e eeuw. Zij worden in Nederland „chiffonières" genoemd. Dit is eigenlijk foutief. In Frankrijk verstaat men onder chiffoniè res kleine, draagbare laden- kastjes op hoge poten. De hoge ladenkast heet daar chiffonier. Deze woorden zijn afgeleid ven chiffon-lap. n de empire en biedermeiertijd hadden commodes( secretaires cn chiffonières vaak dezelfde basisvormen cn versierselen. Er bestaan b,v. ook secretai res en chiffonières met dezelf de bovenla en dezelfde ver sierselen van de zijstijlen als de commode op <je foto. De waarde van deze commode is 250,-. Het is alweer enkele Jaren gele den dat we het Rotterdams Danscentrum voor het laatst in Leiden hebben zien optre den. Als gevolg daarvan zul len de Leidse balietliefhebbers a.s. vrijdag (1 februari) in het LAK-theater kunnen kennis maken met een totaal ver nieuwd programma, dat o.a. vermeldt: „Events" van Shel don Ossosky, „Sfreefwalks" van Dick Swanborn en „Deep Canticia" van Gene Hill Sa- gan. Het vierde nummer, dat deze Jonge en moderne groep hier zal presenteren, was bij het ter perse gaan van dit blad nog onbekend, maar de kans is groot dat dit de pre mière wordt van „De hoeren van Babyion". LEIDEN - Het betere kluchtwerk staat de afgelopen jaren duidelijk in het centrum van de belangstelling. Niet alleen is het een genre dat bijna overal volle zalen weet te trekken, maar bovendien is succes altijd gegarandeerd, hoe amateuristisch de uit voering ook is en hoe erg er op het toneel ook geschmierd wordt. Voor de totale structuur van het Nederlandse toneelwereldje heeft dit meer gevolgen ge had dan men aanvankelijk zou veronder stellen. Het makkelijke succes dat met dit vrolijke amusementswerk te behalen viel leidde uiteindelijk tot een grote, stroom vrije producties, die dermate verzekerd waren van de publieke belangstelling, dat ze het zonder overheidssubsidie konden stellen. Een logisch uitvloeisel van deze ontwikkeling is dan. dat op een gegeven moment zo'n lach-of-dk-schiet-gezelschap probeert terug te kruipen naar de volJe subsidieruif, i.e. het gezelschap „Podium" van Bob de Lange. Met het „Theater van de Lach" van John Lanting zal het zo'n vaart niet loj>en. Zelfs de artistieke pretenties en de sociale moti vate van „Podium" ontbreken hier geheel. Het enige doel van Lenting er. de zijnen is om met een ijzersterke succesformule vol le zalen te trekken en daarin zijn zij tot op heden uitstekend geslaagd. Typerend voor de mentaliteit achter het geheel is dat in de vooraankondigingen de naam van de schrijver van het stuk van volgende week zonder blikken of blozen wordt weggelaten. Het enige wat ik u er daarom over kan vertellen is, dat u volgende 'veek zaterdag in het Rijnlands Lyceum kunt gaan lachen oin „De grote versierder" met in de hoofd rollen John Lanting en Joop iXKlerer, De regie is in handen van Aicxar.de- Dor'. PAUL KGREM!OF „Zie-zo-zee" in première in Microtheater De amateur-toneelvereniging Im perium heeft in de loop der Ja ren een bedrevenheid gekregen in het organiseren van work shops en het produceren van collages, waar menig beroeps gezelschap terecht jaloers op zou kunnen zijn. Meestal wer den deze collages echter opge bouwd rond een gegeven, dat duidelijk mogelijkheden bood voor dramatisering: de 80-jarige oorlog, het werk van E. A. Poe, de Griekse tragedie, enz. Vanavond (26 Januari) gaat ln het micro-theater in de Vestcstraat echter een productie van start, die minder duidelijke dramati sche uitgangspunten heeft: „Zie - zo - zee". Het zal niet de eer ste keer zijn, dat de zee op het toneel een centrale rol speelt (men denke o.a. aan Shakespea re en Hetjermans), maar het mag wel uniek genoemd worden dat de zee op het toneel een hoofdrol vervult. Waartoe het zilte nat Imperium (dat voor deze geicgT.hcid on- J der leiding stond var. Niek Pan- eras) geinspii^trd heeft: kunt u I zelf iedc.e vrijdsg- en zaterdag- I avond tot cn met Z maart in de 1 Veiiertraat gaan con-tateren. Paul Korerhof

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 5