Aardolie is
een levenszaak
Spoedige vrede aan het oliefront?
WERELDMACHT OLIE
DONDERDAG 24 JANUARI 1974
LEIDSE COURANT
PAGINA 6
DE AARDOLIE DIE WE HEBBEN
Olieveldc
4Wé
rJmWi
"Gapan
AHantisctte Oceaan
SHIte Oceaan
flNDIAj
"[nigeria
V%jpONESIË^I
BEWEZEN OLIERESERVËS(l972)
in miljard ten
MIDDEN- ^B-5 Y
oostenuêêêêêêtêm s~f% m
afrika—11 f as-r,'/:-
sowjetunie 10.2 j jzk
n.-amerika h6,3
iatjns-amer 4,5
C H1 NA1 De we-eld verbruikt
r. 1 VF.RSEN 3 9 jcKriijks^SmiljomHon
VERKLARING: V
Aardolieveld
W/7/A Globaal gebied
a Aardolie indezeebc
^^^fkonHnenhaa^iah)
Argentinië
DE MACHTIGEN
CANADA'
SOWJETUNIE
DE arabische olielanden
zouden ii miljard dollar
b'j banken in met westen
hebben v/aarvan 9miljard
dollar in zwitserland.
japan
|ïS;ARASJj:
.INDIA
de opec-landen beheersen
85-90%vah beolie-uitvoer
in de wereld
BRAZILIË
de wereldkoopvoardij -
viool- heil 40% tahkers
DE 5 GROOTSTE
TANKER VLOTEN 1973
(in miljoen Ton)
LIBERIA |HBi29
JAPAN ■■14
VERKLARING:
»OPEC-landen (organisatie van
aardolieproducerende-exporHanden)
Deze landen stellen zelf de olieprijs jy^
- - - AUSTRALIË
OAPEC-landen (Arabische orga-
nisatie van aardolieproducende- e
DE 10 GROOTSTE
INDU5TRIERE.UZEN
sterk afhankelijk
van ae ccrdche-
perzië(iran)
DE GROTE ZEVEN
Genevè besloot. Ook de verkla
ring van Yamani dat de olieprij
zen verlaagd moeten worden, is
een teken van welwillendheid
van Saoedi-Arabië.
De wil van de Verenigde Staten
om de chaos te bezweren kan
volgens insiders In Londen ook
worden afgelezen uit het feit dat
Washington zijn best doet om
sommige van de wensen van de
Opec te verwezenlijken. Het top-
overleg op 11 februari van de
consumerende landen is immers
precies wat de producerende
landen voor ogen staat: het leg
gen van de basis voor een sy-
iteem, waardoor de prijs voor
ruwe olie vastgesteld zou kun
nen worden zonder de bemoeie
nis van de grote maatschappij-
Hugo Perez de la Salvia, minis
ter van mijnzaken in Venezuela,
stelde dat in Geneève erg duide
lijk: „De oliemaatschappijen
zijn geschikte partners waar het N'
marketing en transport betreft.
maar het onderhandelen doen
we liever met de consumerende 1
landen". Of met andere woor-
den: de Opec wil af van de aan H*
inflatie onderhevige overeen
komsten met de grote maat-
schappijen. Onderhandelingen
met de consumerende landen [In
zouden de olieproducerende lan
den betere garanties kunnen op
leveren voor een voldoende hoog
inkomen, ook op lange termijn.
Fundamenten D
De deskundigen in Londen vin
den overigens niet dat de olie
maatschappijen het verdienen
om als „zwarte Pieten" te wor
den afgeschilderd. Men wijst
erop dat zij, hoewel zeker niet -
uit altruïstische overwegingen,
erin geslaagd ziin alle landen
naar evenredigheid van olie te
voorzien.
Wat dat betreft vinden de ex
perts dat de regeringen van de
diverse landen nog wel iets te
leren hebben. Dat zou zeker gel
den voor de beheerders van de
nationale schatkisten, die, zo
vindt men, best eens met min
der genoegen zouden kunnen ne
men dan de ongeveer zestig pro
cent accijns, die nu op oliepro
ducten wordt geheven. De ver
wachting is dan ook dat er op 11
februari in Washington onder
leiding van Amerika zal worden
gestreefd de fundamenten te leg
gen voor een constellatie, waar
in alle drie partijen (de produ
cerende landen, oliemaatschap
pijen en consumerende landen)
aan hun trekken kunnen komen
terwijl toch de olie niet zo duur
wordt dat de wereldeconomie
gevaar loopt.
Gezien het feit dat de drie par-
tijen elkaar sinds medio oktober r
wat macht betreft niet veel
meer ontlopen, concludeert men
in Londen, dat er eigenlijk geen
reden meer is, waarom niet bin- t
nenkort de mammoettankers 1
met Arabische olie weer rustig
en zonder geheimzinnigheid zul-
len kunnen pendelen tussen bij
voorbeeld Ras Tanura 'Saoedi-
Arabië) en Rotterdam.
De natuur had ruim 400.000
jaar nodig om de hoeveelheid
aardolie te vervaardigen die
wij in één jaar verbruiken. En
dan is nog geen rekening ge
houden met de tientallen mil
joenen jaren die nodig zijn
voor er aardolie kan ontstaan.
Desondanks is aardolie niet
schaars. Nevenstaande kaart
laat zien waar thans aardolie
wordt gevonden en waar wij
nog aardolie kunnen ontdek
ken.
De bewezen aardolie reserves
worden op 300 miljard ton ge
schat. Deze hoeveelheid zal,
indien er geen verbruiksbeper-
king komt, over dertig jaar op
zijn. Dan zitten wij nog niet
zonder olie want de wereld
heeft onbekende oliereserves in
gebieden die de halve aarde
beslaan. In deze, op de kaart
gearceerde gebieden, kan nog
aardolie worden ontdekt. Deze
nog onbekende oliereserve in
o.m. leisteen en onder de zee
bodem, wordt heel voorzichtig
geraamd op 7001100 miljard
ton. Een grote, maar toch ein
digende voorraad. Daarna is
het op.
De olie-uitvoerende landen rea
liseren zich heel goed dat hun
rol als belangrijke grondstof-
fenleverancier niet blijvend
kan zijn. Een aantal olie-uit
voerende landen heeft In 1961
een organisatie opgericht on
der de naam OEC. De OPEC-
landen beheersen 85 90 pro
cent van de wereld-uitvoer.
Voor de olie-uitvoerende lan
den wordt het nu belangrijk
om hoge prijzen te maken en
gelijktijdig de olieproduktie
niet te snel te laten stijgen.
Immers, olie onder de grond is
straks veel maar waard dan
olie boven de grond, al zullen
de olielanden wel oppassen om
de aardolie duurder te maken
dan andere, toekomstige, ener
giebronnen.
De toepassing op grote schaal
van nieuwe energietechnieken
als bijvoorbeeld olie uit lei
steen, „witte steenkool", zonne-
energie en atoomcentrales
vraagt nog wel 1040 jaar ont
wikkeling. Dat er in de toe
komst andere energiebronnen
zullen komen is zeker. De
vraag is alleen wanneer? In
dit kader is het tekenend dat
olieconcerns nu reeds belangen
verwerven in de steenkool.
Produktie
Het Midden-Oosten is nog
steeds de grootste olieprodu
cent ter wereld (895 miljoen
ton in 1972). De Arabische lan
den produceren zelf maar 20—
25 in eigen bedrijven. De
rest is in handen van buiten
landse maatschappijen. Deze
hebben echter vaak te maken
met staatsdeeiname of een
overkoepelend olieconsortium
van het betreffende Arabische
land.
Het Is de raffinage die aardo
lie waardevol maakt. Behalve
benzine halen de raffinaderijen
nog ongeveer 1500 bijprodukten
uit aardolie. De belangrijkste
raffinagecapaciteit ligt echter
niet in de Arabische landen
maar in andere gebieden. De
OPEC-landen streven thans
naar de uitbreiding van hun
betrekkelijk geringe raffinage
capaciteit.
De wereld telt ruim 200 we
reldconcerns. Hun totale omzet
bedraagt 800—900 miljard gul
den. Hiervan komt ongeveer
196 miljard gulden op naam
van zeven olieconcerns. Er be
staan veel meer oliemaat
schappijen, maar deze „Grote
Zeven" beheersen het grootste
deel van de wereldmarkt, al
ligt hun kracht vooral in het
vervoer, de verwerking en de
verkoop van olie. De jaarlijkse
omzetten van de oliemaat
schappijen zijn vaak hoger dan
de staatsuitgaven van een
klein land.
De Grote Zeven zijn afzonder
lijke concerns, maar in de
warwinkel van de voor zeer
velen volslagen onbekende
olie-exploratie bedrijven, blij
ken er toch veel gekoppelde
aandelenbelangen tussen de
olieconcerns te bestaan. Con
currenten of niet, op een be
paald moment vinden de con
cerns elkaar via een andere
maatschappij. Het schema in
de kaart geeft daar een klein
en zeer onvolledig beeld van.
Uiteraard is alles rond de aard
olie ook van veel belang voor
de industrie. Zo blijken o.m.
de tien grootste industriecon
cerns, zie de grafiek rechts
van de kaart, sterk betrokken
bij het beschikbaar zijn van
olie willen zij op het huidige
peil blijven draaien.
Aardolie blijkt naar alle kan
ten een wereldmacht die geen
grenzen kent. Aardolie is voor
lopig nog een levenszaak voor
de hele wereld want er Is nog
geen betaalbare goed transpor
teerbare vervanging.
Londen De ondergang
van het avondland door een
niet geleste dorst naar ruwe
olie lijkt momenteel niet
meer zo erg waarschijn
lijk. Uit de haven van Rot
terdam komen steeds hoop
voller berichten. De Arabie
ren worden vriendelijker.
Mahmoed Rabbani, consul
van Koeweit in Den Haag,
begint zelfs naar Nederland
te glimlachen. In Rome zei
sheik Yamani, olieminister
van Saoedi-Arabië dat er nu
meer ruwe olie naar West-
Europa stroomt dan in sep
tember voor het uitbreken
van de energiecrisis. In
Londen, het bestuurlijke
centrum van West-Europa
voor olie, gaan de deskundi
gen zelfs nog een stap ver
der. Zij verwachten dat
binnen een maand voldoen
de Arabische olie op de gol
ven zal zijn gegoten om
rustig vaarwater te garan
deren voor de schepen van
staat van de Westerse geïn
dustrialiseerde landen. Ook
menen deskundigen dat de
prijsspiraal voorlopig niet
hoger zal kronkelen, 1,75
gulden voor een liter benzi
ne, zoals onlangs in het
vooruitzicht werd gesteld,
noemt men belachelijk. De
nieuwe lijstprijs van 11,65
dollar per barrel Opec-olie
zou aan de benzinepomp
een prijsverhoging van
„slechts" acht cent behoe
ven te betekenen om de ho
gere kosten voor de olie
maatschappijen te dekken.
Een spoedige vrede aan het
oliefront, met name een onon
derbroken, voldoende en niet on
mogelijke dure aanvoer naar de
consumerende landen, verwach
ten de Engelse experts op grond
van het feit dat Amerika zich in
de strijd heeft gemengd.
Dit verklaart men aan de hand
van een rapport van het Inter
nationaal Monetair Fonds, waar
in wordt voorspeld, dat, als er
niets verandert, de consumeren
de landen dit jaar een gezamen
lijk verlies te wachten staat van
niet minder dan 65 miljard dol
lar. Een starre houding van de
olie producerende landen
(OPEC) zou voor de industrie in
Japan en West-Europa, die al
leen maar tot bloei heeft kunnen
komen dankzij goedkope olie,
een nekslag betekenen. De we
reldomvattende malaise, die
daarvan het gevolg zou zijn, is
de reden waarom Amerika zich,
beijvert om orde op oliezaken te
stellen.
Het Witte Huis zou dat op twee
manieren proberen te bereiken.
Ten eerste door druk uit te oefe
nen op de Arabische olieprodu
centen.
Eerst kwam er de verklaring
WIE IS WIE
""en z'jn vaak intens vervlochten
onvolledig schema geeft een
de vervlechtingen van wester"
tschappuen met diverse 0n0er-
het midden-oosten.
van James Schlesinger, de mi
nister van defensie, die de Ara
bieren militaire interventie in
het vooruitzicht stelde, als de
economie in de consumerende
landen ontwricht zou dreigen te
worden. Vervolgens opperde vi
ce-president Gerald Ford de mo
gelijkheid om in de Arabische
landen de voedselvoorziening te
verstoren. Tenslotte riep Presi
dent Nixon de belangrijkste con
sumerende landen op voor een
energieconferentie, waar de
voorbereidingen zouden kunnen
worden getroffen voor recht
streekse onderhandelingen tus
sen de westerse landen en hun
in de OPEC verenigde leveran
ciers.
Deze derde actie van het Witte
Huis wordt in Londense kringen
evenzeer gezien als een pressie
middel tegen de OPEC als wel
als de tweede manier, waarop
Amerika chaos en recessie pro
beert te voorkomen.
„De voorziening van olie en de
monetaire problemen illustreren
bij uitstek hoe afhankelijk de
landen in de wereld van elkaar
zijn geworden, hoe onmogelijk
puur egoistische politiek is en
hoe dodelijk het is voor een ie
der om een volkomen onafhan
kelijke koers te varen. Dit (de
energiecrisis) in het bijzonder is
een zaak, waarbij het algemeen
belang ook ieders eigen belang
is". Deze woorden zijn van Hen
ry Kissinger, de minister van
buitenlandse zaken van de Ver
enigde Staten.
Hij verwees naar de pogingen
van Japan, Engeland, West-
Duitsland en Frankrijk om zich
via „zelfzuchtige" bilaterale
ruilhandelsovereenkomsten met
Arabische landen zeker te stel
len van voldoende olie. Mede uit
wat Kissinger zei concludeert
men in Londen dat Amerika bit
tere ernst maakt met het door
dringen van West-Europa en Ja
pan van de noodzaak om nu
meer dan ooit de handen ineen
te willen slaan.
Ironisch genoeg, zo zegt men in
Londen, is het eens tJ meer
Amerika, dat West-Europa er
aan, moet herinneren dat er
zoiets bestaat als de Europese
Gemeenschap. Overigens hebben
ook de Arabische landen belang-
sche verdragen met de EEG als
stelling getoond voor economi-
geheel.
Gewillig
Ondanks alle huiveringwekkende
grote obstakels acht men in
Londen de kans toch vrij groot
dat Amerika met zijn econoroi-
sche partners over de oliehin
dernis zal komen. Dit omdat
Washington de steun zou hebben
van Saoedi-Arabië- Men is er
vrijwel zeker van dat koning
Feisal, als dank voor de dien
sten van Henry Kissinger tijdens
de jongste Israëlisch-Arabische
oorlog en tijdens het huidige
vredesoverleg, bereid is presi
dent Nixon te helpen bij het nor
maliseren van de oliesituatie.
Zoals bekend is de energiecrisis
en de daaruit voortvloeiende
prijsexplosie van ruwe olie het
gevolg van de embargo's van
produktievermlnderingen (hoe
gering ook) door de Arabische
leden van de Opec, verenigd in
de Oapec. Saoedi-Arabie nu zou
als enige producent in staat zijn
om de olieprijs te manipuleren.
Als de Aramco (Arabian Ameri
can Oil Company) eigendom van
Standard Oil of California, Texa
co, Esso en Mobil Oil) de kra
nen wijd opendraait, dan zouden
de andere producenten zich wel
moeten aanpassen aan de (ge
matigde) opvattingen van ko
ning Feisal. Anders zouden zij
verdrinken in de relatief goedko
pe Aramco-olie.
Wat betreft de gewilligheid van
Feisal ten opzichte van Nixon*?
wensen, zou weinig twijfel be-
hoeven te bestaan. Zie: de on
verwachte produktieverhoging
door de Oapec per 1 januari en
de stabilisering van de prijzen,
waartoe de Opec vorige week in
Onder de zeebodem ligt nog veel olie verborgen. De oliemaatschappijen stellen alles in het werk om deze voorraden te exploreren, vooral in het gebied van de Noordzee. Deze week nam de olie
maatschappij B.P. op het Britse continentale plat twee nieuwe exploratie-platforms in gebruik waarmee men onder de meest moeilijke omstandigheden nog kan boren op een diepte van 200 meter. Deze
platforms kosten 60 miljoen gulden per stuk.