Rondom William Byrd
de Hartebrugkerk
in
KUNST
OP
ZICHT
Nieuwkomers
in Leiden
voeren hun
plannen uit
NNELIES DOEWES
OONT STERK
WISSELEND WERK
De andere kant van
Herman van Veen:
Jan Schmitz en
Ton Beckers
r"
De Bastaard
afgelast
ZATERDAG 19 JANUARI 1974 LEIDSE COURANT kUflSt
LEIDEN Toegevoegd aan
Leids initiatief op muziek
gebied zijn twee nieuwko
mers die beiden reeds de
handen ineen hebben gesla
gen, vastbesloten om ook
in de naaste toekomst hun
plannen te verwezenlijken
teneinde het muziekleven
hier ter stede flink te hel
pen opdraaien.
Het zijn de nieuwe dirigent van
het Leids Kamerkoor, Ton Beck
ers en de dirigent-organist van
de Hartebrugkerk Jan Schmitz.
Beiden kennen elkaar goed en
het contact was er dan ook on
middellijk, nadat zij hun intrede
in Leiden deden. Jan Schmitz
heeft sinds 1 november van het
vorige jaar zijn hart verpand
aan zijn orgel in de Harteibrug-
kerk, nadat hij 25 jaar de St.
Jacobuskerk in de Parkstraat in
Den Haag was trouw gebleven en
deze verliet, omdat de kerk ge
sloten zou worden, hetgeen op
het laatste ogenblik toch niet
gebeurde. Maar toen had Jan
Schmitz zijn ja-woord al in Lei
den uitgesproken, hetgeen, zoals
het zich laat aanzien, tot veler
vreugde.
Ton Beckers, 28 jaar oud, verliet
het vorige jaar het Koninklijk
conservatorium in Den Haag
met een diploma orkest én
koordirectie op zak en leidt
reeds vijf koren. Geen grote ko
ren: zijn belangstelling is nu
nog gericht op de Barok. Zo be
horen tot zijn wensen de Johan
nes-Passion van Baoh maar dan
in een zoveel mogelijk authen
tieke benadering waar het de
instrumentatie betreft. Vocaal is
dit nliet te verwezenlijken, om
dat Bach dit werk heeft ge
schreven voor jongens- en man
nenstemmen. En dan verder
"Dido and Aeneas"van Purcell,
een opera met een kleine bezet
ting.
Zondagmiddag om drie uur zal
men Jan Schmitz en het Leids
Kamerkoor onder leiding van
zijn nieuwe dirigent kunnen ho
ren in de Hartebrugkerk in een
programma "Rondom William
By I'd".
Jan Schmitz ziet veel mogelijkheden in zijn orgel in de Hartebrugkerk
Ton Beckers, de jonge dirigent van het Leids Kamerkoor heeft vele
plannen, maar wil vooral „fijn muziek maken".
i William Byrd, geboren in Lincoln
(1543) dn Engeland, heeft vooral
bekendheid gekregen in de groep
van de Virginaldsten, componis
ten die zich hebben toegelegd op
het schrijven van muziek voor
het virginaal later spinet ge
noemd. Maar de betekenis van
Byrd is minstens zo belangrijk
als componist van kerk- en or-
ern- gelmuziek. Hij was organist van
de Lincoln Cathedral en later
van de Queen Elisabeth's Cha
pel Royal in Londen. Hoewel hij
Katholiek was, heeft hij ook
veel muziek geschreven jiroor de
Anglicaane kerk.
Byrd was een leerling van Tallis,
eveneens met Gibbons Dowland,
John Buil en Farnaby behoren
de tot de Virginalisten. Kenmer
kend voor hun stijl was de hoog
ontwikkelde variatievorm op ge
lijkblijvende bassen, de zoge
naamde "Grounds", waarin
vooral Farnaby een meester-
was. En hun versieringstechnie
ken, typerende begeleidingsfigu
ren en het programmatische ka
rakter van hun werken (The
Bells van Byrd is daarvan een
voorbeeld). Zij schreven verder
veel Madrigalen.
Het Leids Kamerkoor zal enige
delen jvan de Mis "Sine Nomi
ne" van Byrd ten gehore bren
gen. Hij schreef er drie: een
drie-, een vier- en een vijfstem-
mige Mis. Voorts zingt het koor
nog 2 liederen van Henry VIII.
Jan Schmitz voert werken uit
van Byrd (waaronder The
Bells), van Farnaby en John
Blow. Een interessant program
ma, dat beslist de moeite waard
is. Dit concert vormt een onder
deel van een reeks, waarvan de
baten bestemd zij nvoor de res- concert dat om drie uur in de
tauratie en uitbreiding van het Hartebrugkerk begint, gaarne
orgel. Daarom bevelen wij dit aan.
LEIDSCHENDAM In het stiltecentrum „De Schakel" (Winkelcen
trum Leidsenhagc) exposeert tot 7 februari a.s. de Haagse schilde
res mevr. Annelies Doewes een aantal schilderijen en enkele teke
ningen, overwegend naakten met daarnaast een aantal „geklede' fi
guren en enkele architectuur-schilderijen.
De naakten zijn van zeer wisse
lend gehalte, althans picturaal
gezien, want op de weergave
van de vrouwelijke psyche en
anatomie valt niets aan te mer
ken. De toets is nogal wild,
soms bij het schijnbaar slordige
af, terwijl de achtergronden
door een nogal sterk gevarieerd
niet altijd gelukkig gekozen kleu
rengamma de figuur soms, naar
mijn smaak, wat al te sterk
overheersen, soms zelfs ietwat
in de kleurenmassa doen ver
drinken.. Ook de kleur van de
objekten is niet altijd gelukkig
geslaagd, soms zelfs uitgespro
ken lelijk met groene en/of
paarse bijschilderingen.
Dat neemt niet weg, dat er toch
wel enkele zeer fraaie stukken
bij zijn (maar waardoor dan
deze expositie als geheel een al
te kwalitatief-variabel gezicht
vertoont).
De kijker wordt soms getroffen
door een heel mooi en gaaf
schilderij, terwijl daar vlak
naast een slechte uitschieter
hangt, die hem een desillusie
bezorgt. Ik geloof daarom dat
de schilderes te weinig zelfkri
tiek heeft. Ook wat het tentoon
stellen van eigen werk betreft
toont zich „in der BeschrSnkung
der Meister".
Maar er hangt ook een goed
bloemstuk van zonnebloemen in
een wat eigenaardig-strakke
compositie, maar wel zeer aan
trekkelijk. Enkele portretten,
zoals „Marten" en „Theo met
gitaar" zijn eveneens mooi ge
troffen. Aantrekkelijk zijn ook
een tweetal schilderijen van het
H. Geest-hofje.
Haar tekeningen verraden onmis
kenbaar de invloed van haar
leermeester Paul Citroen, het
geen niet wegneemt dat het
fraaie prenten zijn met een per
soonlijke inslag. Ik wijs daarbij
op een groot staand naakt in
rood krijt, op „Gitaarspeler" in
zwart Siberisch krijt en vooral
op „Lezende oude dame", een
met wit fraai opgehoogde krijt-
schets, waar niemand voor mo
del heeft gestaan, zoals mevr.
Doewes mij vertelde.
WILLEM PRINS
:-'J' irïK
Overleefde
kunst van
Sierhuis
bij LAK
LEIDEN - In het Academiege
bouw aan het Rapenburg expo
seert de schilder Jan Sierhuis
een zestal non-figuratieve schil
derijen uft de zestiger jaren. We
kunnen dat werk thans beschou
wen als een nabloei van de
non-figuratieve schilderperiode
en het blijkt bij de bezichtiging
nu, dat die kunst ons thans toch
maar weinig meer zegt, hoezeer
het kan zijn dat ze toch voor de
maker veell heeft betekend. Het
werk mist echter toch wel sterk
het vermogen tot overdracht
aan de beschouwer omdat het al
te sterk persoonlijke uitingen
van de maker blijft En dat on
geacht titels als „Aan het
strand" en „Cyprus". Slechts
werken als „Twee figuren" kun
nen dat nog enigszins, omdat de
compositie dat ook visueel kan
weergeven. Ontroeren doet het
niet meer. Tot uiterlijk 15 febr.
kan men het werk gaan zien, al
is het mogelijk dat deze ten
toonstelling in verband met
werkzaamheden in het gebouw
eerder zal moeten worden afee-
broken.
WILLEM PRINS
Leidse
bioscopen
agenda
LEIDEN Herman van Veen heeft zich de afgelopen jaren steeds
meer laten kennen als het enfant terrible van de Nederlandse klein
kunst. Na een uitermate succesvolle periode kwam hij tot de ont
dekking dat het misschien veel leuker was om te doen wat hij zelf
wilde dan om altijd maar weer toe te geven aan de smaak van het
grote publiek. Dat hl) hierdoor misschien een deel van zijn aanhang
van zich vervreemdde, liet hem blijkbaar koud, en ook dit seizoen
gaat hij door met het betreden van paden die hij volledig zelf geko
zen heeft.
De Nèderlandse kleinkunst ver
keert momenteel In een ware
bloeiperiode. Het echte cabaret
wordt drukker beoefend én trekt
meer bezoekers dan ooit tevoren,
randfiguren als Jasperina de
Jong, Marjol Flore e.a., wier op
treden meer de kant van de tour-
dechant uitgaat, trekken overal
volle zalen en dan Is er boven
dien nog een grote groep die zich
vooral in kleine zalen bezighoud
op het grensgebied tussen caba
ret, show, toneel en mime. Een
duidelijk voorbeeld van deze laat
ste groep Is Hans Otjes, die za
terdag 20 januari met zijn pro
gramma 'Hans Otjes en Cartoon
optreedt In het LAK-theater. Wie
na Wlm Kan, Sieto Hoving, Don
Quishocklng en Tekstpierement
weer eens om een heel andere
soort humor wil lachen, kan bif
hem terecht.
Door omstandigheden zijn de uit
voeringen van „De Bastaard"
in het Theater de Steeg afgc-
last. Dit geldt voor de uitvoe
ring vanavond en volgende
week vrijdag en zaterdag.
Bernard en Ursula Schultze expo
seren hun werk van 1 februari
tot 17 maart in Museum Boy
mans-van Beunlngen te Rotter
dam. Bernard toont zijn „Woud
der Mlgrofs" een serie van fan
tasie-objecten en zijn echtgenote
heeft een reeks „dozen van
Pandora" gemaakt die zij „Dro
men In veren en bont" noemt.
Deze tentoonstelling is Ingericht
In de nieuwe vleugel van het
museum.
Peter Blokhuis is de exposant in
de Galerie Pulchrl Studio te
Den Haag van 26 januari tot en
met 14 februari. Hij komt daar
uit met olieverven, gouaches en
aquarellen.
De jongste vrucht van zijn werkzaamheid is tevens de vervulling van
een wens, die al geruime tijd bij hem leefde: het schrijven en re
gisseren van een toneelstuk. Het resultaat is „De Spinse", een spel
in „Vier verwevingen", dat op maandag 28 Januari in het Rijnlands
Lyceum zal worden opgevoerd met in de hoofdrollen Marlous
Fluitsma, Els de Boer en Joost Nuissl.
De vreemde naam „De Spinse" heeft in feite een eenvoudige verkla
ring. Het gegeven voor zijn stuk vond Herman van Veen namelijk
in de Griekse mythologie, waarin melding werd gemaakt van een
meisje, dat door de godin Pallas Athene als straf voor haar ver
waandheid tn een spin werd veranderd. De schrijver zegt hierover
zelf: „Dat meisje zat toen met het probleem: ze had een menselijk
verleden en een „spinse" toekomst. En dat speelt nu als een rode
draad door het hele stuk heen: die hele problematiek van het mi
lieu en de toekomst. Het gaat niet over een mens of over een spin,
maar over iets daartussen in."
ur!'nS ^en sc&ne u f De Spinse van Herman van Veen
i'