De kleermaker en zijn klan ten die op dieren leken fe ZATERDAG 19 JANUARI 1974 LEIDSE COURANT PAGINA 14 DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD ©PIB SSé.S. fiZSo-A - Vandaag geen opgave maar wel veel tekenwerk. Je ziet vijf poppen dat eenvoudig doen door in te vullen t maar er is slechts een pop volledig getekend. Als je eerst uitzoekt je de poppen groter tekent, welke pop dat is, moet je de-andere precies zo natekenen. Je kunt r het is natuurlijk fraaier als Er was eens een dorpskleermaker die veel plezier had in zijn werk: hij nam de maat van lan ge en korte, dikke en dunne he ren. Hij knipte en naaide de stof, zette knopen aan en perste de nieuwe kleren op, waarna hij ze bij de klanten thuis bracht, Hij had nog het meeste plezier, als hij daarna zo'n heerschap in het keurig pak op straat zag lopen. ,,Ik alleen weet, hoe die heer er zonder kleren uitziet. Dan is hij lang zo mooi niet! Maar kijk eens wat een deftig man hij nu is: dat komt alleen door mijn pak!". Dat dacht hij dan en zo was het ook. De kleermaker had dus een heel eigen kijk op zijn klanten. Voor al op drie rijke heren, die bij zonder veel nieuwe kleren bij hem bestelden. De een was sta tig als een ooievaar. De ander opgeblazen als een kikker. De derde glad en kronkelig als een slang. Wat vreemd toch dat mensen hem zo vaak aan dieren deden denken... Maar hierdoor kreeg de kleermaker weer ple zier erin te kijken naar dieren, waarop zijn beste klanten le- 2 liggen niet voor het oprapen maar misschien kun je er toch wel aankomen, aan een denne- appel. Daarvan is een grappig figuur te maken, zoals je op de tekening ziet. Het hoofd is een eikel of hazelnoot en de muts is gemaakt van een leeg beuke- nootje. Hoe moeilijker het is om aan die spullen te komen, des te leuker is het als je ze eindelijk hebt en die vrolijke snuiter kunt maken. Neus, mond en ogen met een ballpoint op de hazelnoot of eikel tekenen. En dit is iets heel bijzonders: een poppenkast. De kast zelf is niet moei lijk want daarvoor gebruik je een schoenendoos die je op zijn kant zet. In de bovenzijde een stuk wegsnijden om de poppen te laten spe len. Aan de achterkant van de doos teken je het decor, zoals dat heet. Dus een kasteel of een bos, net wat je nodig hebt. Je kunt ook verschillende decors tekenen op de maat van de doos en die er dan afwisselend inzetten. Maar dan moet je precies de maat nemen te voren. Van zacht papier maak je de gordijnen. Als je heel handig bent, kun je een rails maken zodat het gordijn echt open en dicht kan. En nu de peppen. Dat is zo simpel. Je knipt de figuren ergens uit, bijvoorbecU ..t een stripverhaal, en plakt ze op karton. Om ze t<? laten staan, .no je naar het voorbeeld kijken. Aan de achterkant moet je een kle.n haakje plakken waaraan je het touwtje vast kunt maken om de ppen vast te houden. En nu maar poppenkast spe len. Speel r s en stripverhaal na. Een ander kan dan de tekst voor lezen die uitbeeldt met je eigengemaakte poppen in je eigen poppenthc .er. ken: naar ooievaars, kikkers en slangen. In zijn vrije tijd ging hij dikwijls bij een vijver zitten, Daar sprongen en zwommen en kwaakten kikkers. 'sZomers kwam er ook wel eens een ooie vaar aanvliegen om zo'n kikker op te slokken. Maar een slang had hij tot nu toe nog niet kun nen ontdekken. Op een dag nam hij een stopfles mee naar de vijver en ving er een prachtige, opgeblazen kik ker in. Die nam hij mee naar huis. Daarna rustte hij niet voor hij ook een slang kon vangen. En ja, op en dag kronkelde een gladde slang door het gras. Snel gooide de kleermaker er een doek overheen en stopte het beest in een stopfles. Ook die ging naar huis. Daar stonden de stopflessen naast elkaar: de slang kronkelde of sliep, maar de kikker deed niets anders dan met bolle ogen, dik opge blazen, kijken naar de slang. De dorpsmensen kwamen al gauw te weten dat de kleermaker in zijn achterkamer griezelige beesten in stopflessen bewaarde en zij zeiden dat hij een tove naar wasIntussen verlang de de kleermaker ontzettend naar een ooievaar: dan had hij de drie evenbeelden van zijn rijke klanten bij elkaar. Maar een ooievaar vang je niet in een stopfles, aarom probeer de hij iets anders. Hij legde een groot wiel op de nok van zijn dak boven het achterkamertje. Op dat wiel maakte hij een nest van takken. Hij hoopte, dat er in het voorjaar een ooievaars- paar op zou willen neerdalen. En wat denk je? Nauwelijks was het voorjaar aangebroken, of er kwamen twee ooievaars op het nest wonen. „Ooievaars brengen geluk, zeiden de dorpsmensen, „en geluk bete kent veel geld". Vanaf die dag stond de kleermaker bekend als een rijke tovenaar. Die faam drong zelfs door tot de grote stad... grote stad. Twee dieven hoorden goede en bovenste-beste. maar ook slechte. Dieven bijvoor beeld, kunnen zichzelf en hun buit goed verstoppen in steegjes en keldertjes en zolders van de grotw stad.Twee dieven hoorden spreken over de kleermaker die zó rijk was, dank zij toverkun sten met kikkers en slangen, dat de ooievaars het van zijn dak riepen. Die twee besloten de kleermaker zijn geld af te ne men. Op een stille middag stapten zij bij de kleermaker binnenTerwijl de een voor de deur op de uit kijk bleef staan, vroeg de an der: „Ik wil graag een pak la ten maken voor een deftige bruiloft. Wil t u mij eens wat stoffen laten zien?" Dat wilde de kleermaker zeker. „Gaat u met mij naar de achterkamer, daar bewaar ik de stoffen voor feestkleren." Natuurlijk ging de dief naar de achterkamer: daar zou vast de geldkist bewaard worden! Hij liep met de kleermaker mee en de vriend die op de uitkijk stond floot. Dat was het teken: „voor uit maar, alles is Veilig!". Toen greep de dief in de achterkamer het arme kleermakertje beet en gaf hem harde klappen met een rol stof voor feestkleren, en hij riep: „Je geldkist of je leven!!" De bange kleermaker zou heus zijn geldkist gegeven hebben, ofschoon die echt niet zo vol was als de dieven en de dorps mensen wel geloofden. Maar in zijn zenuwachtigheid gooide hij een stopfles om. De fles sloeg in stukken en de slang kronkelde eruit! Juist toen de dief zich bukte om de gevallen rol weer op te nemen, beet het ondier hem in de hand. De kleermaker had altijd gedacht dat het een ongevaarlijke slang was. Maar neelDit was juist een gevaarlij ke adder. Hij beet en liet niet los, de dief brulde en de kleer maker steunde. Van al dat lawaai in die achterka mer werden de ooievaars op het dak erg onrustig. Ze klappa-Jen met hun vleugels en klepperden met hun snavels. Maar toen de dief naar buiten kwam hollen met een slang aan zijn hand, zag een van de ooievaars dat. Hij schoot als een pijl naar be neden, pikte de slang en slokte hem naar binnen! De dief was van de adder verlost, maar het gif van de beet begon al te wer ken. Zij hand zwol op, gloeiende steken vlamden door zijn arm. Brullend van pijn en angst vloog de dief ervan door. „Naar de dokter", riep hij zijn vriend toe, „naar een dokter", In één ruk doorhollend kwamen zij bij een dokter in de stad. Die moest natuurlijk precies weten wat er gebeurd was, an ders kon hij de goede medicijn niet geven. En zo kwam het hele verhaal aan het licht. De dief kon nog juist op tijd gered worden door de goede medicijn, maar het slechte tweetal moest voor die overval boeten in de gevangenis. De arme kleermaker, die niet eens had geweten dat hij al die tijd een gevaarlijke adder in zijn stopfles gekoesterd had, was wel genezen van zijn liefde voor slangen. En toen de kik ker, die altijd maar stil, met bolle ogen en mooi opgeblazen, naar de slang had zitten kijken, begon te kwijnen omdat hij niet meer wist waarheen hij kijken zou, liet de kleermaker die kik ker maar weer los bij de vijver. Voortaan lette hij bijzonder goed op twee van zijn drie beste klanten: op de heer die mèt of zonder kleren, zo sprekend leek op een opgeblazen kikker. En op de heer die mèt of zonder kleren sterk deed denken aan 'n gladde, kronkelige slang. Dan herinnerde hij zich de twee beesten in de stopflessen, en was tevreden over zijn kennis van mens en dier. Maar de ooievaars streken trouw elk voorjaar op het nest neer. Daar legde het vrouwtje eieren, jongen kwamen uit, leerden vliegen en vlogen weg. Dat was voor de kleermaker elke zomer een plezier. Hij had tenslotte ook altijd het meest gehouden van de klant die leek op een statige ooievaar. Oplossing vorige week Er zaten 35 vissen in het net. PAULUS DE BOSKABOUTER - Het Blokkenplan H-72 Het inslapen wilde niet lukken. Toen het eerste morgenlicht in de heksehut door drong, had Eucalypta nog geen oog dicht gedaan. „En toch maak ik me zorgen voor niks," zo probeerde de heks zichzelf gerust te stellen. Die toverspreuk is in orde, de blokken liggen waar ze wezen moeten. Er kan niks misgaan. Alleen heb ik helemaal niet geslapen, ba!" „De zon komt op, Oe- hoeboeroe," sprak Salomo, de raaf, „en daarmee breekt er een bijzondere dag aan. Voor ons, voor Paulus en vooral voor Eu calypta." Nogal wel zo tamelijk," lacht Oehoeboeroe. Op dat zelfde moment onl waakte Paulus uit een diepe kaboutei slaap. „Hè, wat ben ik lekker uitgerust zie hij, terwijl hij zich behaaglijk uitrekti SUSKE EN WISKE - „De Gladde Glipper" LUCKY LUKE - DE PREMIEJAGER AFLEVERING 32 Ze sloeg 'haar eunm om Rose heen. ,,Rose, ik houd erg veel van je en het spijt mij dat ik zo on mogelijk was. Ik weet, dat het ellendig was voor vader en ik zal het proberen goed te ma ken. Maar fik zal niet altijd onderdanig blijven Rose. Er is iets mis, en er komen nieuwe ideeën, nieuwe mensen naar voren, die iets wil len veranderen. Ik begrijp het niet allemaal. Ik ben in de war en onzeker. Maar eens zal ik het wel begrijpen". „Het spijt me, miss Elizabeth. Ik ben buiten mijn boekje gegann". Rose had geen woord gehoord van wat Eliza beth had gezegd. „Ach donder op met je boekje". „Miss l'izabeth"! Maar Elizabeth lachte alweer. „En nu zal ik voor jouw plezier moed vatten en naar vader gaan Geef me een zoen". „Droog je tranen, en leid mij naar de slacht bank'! Hand in hand gingen ze naar boven. Rose deed de deur van de serre open. Richard Bellamy was wakker, Elizabeth vloog in zijn ar men en Rose deed de deur dicht. Ze rekte zich uit en geeuwde. Ze voelde zich alsof zij een week niet had ge slapen. Het was niet ongebruikelijk, dat jonge meisjes op een bal flauwvielen. Ze waren niet gewend aan de hitte in de balzaal en de nauwe korsetten en toen dit als reden werd gegeven voor Elizabeths gedrag, werd dit onmid dellijk geaccepteerd. In de familie werd er natuurlijk breeduit over gepraat en de enige, die daar niet bij be trokken werd, was Elizabeth zelf. Bellamy gaf zichzelf en zijn vrouw de schuld, dat ze hun dochter in een situatie hadden geplaatst waar ze nog niet tegen opgewassen was, en hij weigerde Elizabeth voor haar gedrag te berispen. Lady Marjorie was het hier niet mee eens. Ze vond dat haar dochter verwend en eigenwijs was en een flink pak slaag verdiende. Al leen in haar boudoir vergoot ze bittere tranen, dat nu net zij met zo'n lastig misbaksel van een dochter zat opgescheept. Ze belegden een familieraad met tante Kate en tot lady Marjories verdriet was deze het met Richard eens en raadde aan Elizabeth nog maar eens een jaartje de wei in te sturen om wat volwassen er te worden. Alhoewel, om verschillende redenen waren ze het er allemaal over eens dat ze een dergelijk voorval als op het Lon- donderry-bal niet nog eens konden riskeren. Elizabeth werd voor de rest van de zomer naar familie gestuurd, waar ze het heerlijk had in een oud vervallen kasteel tje aan de westkust van Ierland. Ze kon er vissen, paardrijden, zwemmen en picknicken en deed daar nie mand kwaad met haar Duitse filosofentheorieën Toen ze in het najaar terugkwam naar Londen, was alles vergeten en vergeven. Het leek of ze een nieuwe blad zijde had opgeslagen. Ze vulde haar dagen met lezen, pianospelen, musea bezoeken en naar concerten gaan. Aangezien jonge meisjes niet alleen naar zulke dingen mochten gaan, kreeg Elizabeth toestemming Rose mee te nemen en Rose was best bereid uren en uren naar Beethoven te luisteren, als ze haar naaiwerk maar mee mocht nemen. In de herfst wendde de publieke opinie zich steeds meer af van de conservatieve partij, die heel lang aan de macht was geweest en helde over naar de liberalen. De conservatieven hadden een aantal tussentijdse verkie zingen verloren en Winston Churchill had zijn beroem de wandeling in het Parlement naar de liberalen ge maakt De algemene verkiezingen zouden plaatshebben begin 1906 en mr. alfour een zeer kundig diplomaat, had de visie dat de enige hoop op herverkiezing voor zijn partij was het land eerst gedurende een paar maanden r voorproefje te geven van een liberale regering. Alvorens af te treden wilde hij zijn land dn een ga staat van verdediging brengen. De steeds groeiei angst dat Duitsland bezig was uit zijn schoenen groeien werd versterkt door de dreigementen van keizer aan het adres van Frankrijk in Tanger. Dat een van de redenen waarom Balfour het comité-ge raai van defensie had versterkt met de ijzervreter John Fisher. Richard Bellamy was reeds lang lid van dit comité had zich intens beziggehouden met de plannen en ontwerp van het eerste van Fishers grote oorlogssc pen, The Dreadnought. Begin december was deze bi klaar en stonden drie zusterschepen op stapel. T( pas trad de conservatieve leider af. Dit betekende Richard Bellamy niet langer minister bleef maar in het comité bleef zitten. De koning vroeg mr. Cai bell-Bannerman. de liberale leider, een interimregei i te vormen Op een koude middag kwamen Elizabeth en Rose te van een concert waar een beroemde Duitse zangei Elena Gerhardt, was opgetreden. Toen ze de zitkamer binnenkwam zat daar een keuri elegante jongèman bij haar moeder thee te drinken, werd voorgesteld als baron Klaus von Rimmer, haar zei, dat ze elkaar eens op een feest bij de Win' steins in Duitsland hadden ontmoet. Het bleek dat de baron uit een bankiersfamilie kwam een paar weken in Londen was om iets van het Eoi se bankwezen te leren. Hij putte zich uit in ven schuldigingen, dat hij zo brutaal was geweest zott een officiële aankondiging een bezoek te brenget „Het is helemaal niet brutaal", zei lady Marjorie vri delijk „Wij zijn blij u te ontvangen, nietwaar Elizabeth"? „Ze gaf haar dochter een bemoedigend knikje. Elizabeth dacht: „Moeder is altijd blij iemand met broek aan te ontvangen, hoe vervelend en kruiperig? E ook is —als hij maar rijk en van goede familie is". n Ze zei: „Wij zijn niet allleen blij, maar ook bijzor# vereerd, dat de baron ons heeft uitverkoren. Wij V ben nauwelijks een paar woorden gewisseld bij de V tersteins"... Soms kon lady Marjorie haar dochter met plezier moorden. „Elizabeth"!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 14