Kleinkunstenares schoot als een komeet omhoog Romantische en Haagse Schoo! in 'Galerie 1900' 4 Nederlands zangtalent te weinig op de voorgrond KUNST OP Trio van Dijk in „Rijnlands" kunst Bernard Kruyzen zingt Faurè 19 eeuwse kachelketels O ZATERDAG 12 JANUARI 1974 LEIDSE COURANT Bernard Kruysen, een van Nederlands grootste zangtalenten. LEIDEN Vele keren hebben we gal gespoten manier waarop onze Nederlandse vocale tale solisten aan de kant worden gezet ten behoeve van commerciële belangen bij het aantrekken van buiten landse interessant klinkende namen, die meer „ver koopbaar" zijn. Bij kennismaking blijkt vaak, dat de artistieke prestaties niet evenredig zijn. Maar dan is het te laat om te constateren, dat er op die plaats Ne derlands talent oneindig meer te bieden zou hebben ge had. Tot dit Nederlands talent behoort Bernard Kruysen, een groot en veelzijdig interpretator. Hem werd in Frank rijk de Grand Prix du Disque Lyrique toegekend voor zijn aandeel in Fauré's Requiem. Parijs gaf hem ook de „Orphée d'or" voor zijn vertolking van de liederen van Schumann. Het lijkt ons daarom noodzakelijk om hier nog eens de aandacht te vestigen op deze formida bele bariton. Hij werd als zoon van een Nederlandse schilder in Mon- treux geboren en groeide op in de Provence. Zijn muzi kale opleiding kreeg hij in Parijs, waar hij reeds in 1959 de „Grand Prix d' excellence de la Mélodie Fran- gaise" alsmede de „Grand Prix Gabriel Fauré" kreeg toegewezen. De Franse regering zond hem naar Londen voor een herdenkingsconcert van Debussy, gevolgd door eenzelfde concert in Portugal. Niemand minder dan Francis Poulenc was zijn begeleider tijdens een Debus sy Festival in Menton. Nu woont Bernard Kruysen in Den Haag. Prijzen zijn hem in eigen land nooit toegekend, want die zijn er niet. En horen doen wij hem hier in Nederland veel en veel te weinig. Maar zijn magistrale bijdrage in de „Dodendans" van Honegger kortgeleden bij het af scheidsconcert van Herman Strategier met het Neder lands Madrigaalkoor staat in ons geheugen gegrift. Van vrij recente datum is van hem uitgekomen een plaat met liederen van Fauré. met name de cyclus „La bon ne chanson", deux-Mélodies op. 76 („Le parfum impéris- sable" ein „Arpège"), trois MéMies op. 85 („Dans la foret de septembre"), „La fleur qui va sur l'eau" en „Accompagnement"), alsmede Mirages op. 113. Zijn vertolking is ook hier superieur. De begeleiding van Noël Lee is artistiek gelijkwaardig. En wij zouden deze plaat graag willen aanbevelen. Maar dan dient men bij aankoop de plaat in zijn geheel uit te luisteren, omdat het exemplaar dat wij hebben ontvangen van niet al te beste kwaliteit was. B. Rijnders OEGSTGEEST De komende week brengt ons een theaterge beurtenis, die niet van enige be langrijkheid ontbloot is. Op za terdag 19 januari zal het Leidse publiek namelijk in het Rijn lands Lyceum kennis kunnen maken met de cne-woman-show van een zangeres, die geduren de de afgelopen jaren als een komeet aan het firmament van de Nederlandse kleinkunst om hoog is geschoten: Marjol Flo re. Velen zullen waarschijnlijk haar naam al kennen. Ieder op treden van deze artieste, of het nu solo is of met een groep, roept grote hoeveelheden posi tieve reacties op, en bovendien heeft zij een feilloos functione rende publiciteitsmachine ach ter zich, die haar al lang voor haar grote show van start ging, alom grote bekendheid had ver schaft. Dat Marjol Flore uiteindelijk in de Nederlandse kleinkunst is te rechtgekomen, mag wel in grote mate aan het toeval geweten worden. Als dochter van de chansonnière Frangoise Flore groeide zij op in Frankrijk, Duitsland en Engeland en het behoorde dus absoluut niet tot de onmogelijkheden, dat zij haar carrière in het buitenland had gemaakt. Gelukkig (althans voor het Neder-, Marjol Flore, landse publiek) kwam zij in i Shaffy en Rotterdams Toneel nu alleen op de planken. 1966 na allerlei omzwervingen op de Akademie voor Klein kunst in Amsterdam terecht. Spoedig daarop werkte zij al met Ramses Shaffy samen in het programma „Shaffy Canta te" en toen al was het de insi ders duidelijk, dat hier een zan geres aan de gang was. die in de komende jaren nog herhaal delijk van zich zou doen spre ken. Enkele minder opvallende activiteiten, zoals de medewer king aan het cabaret „Vrouwen, vrouwen, vrouwen" en de musi cal „De laatste dagen van Ischa" (Rotterdams Toneel), vormden in dit verband een overgangsfase die tenslotte zc«u leiden tot het bijna unieke solo programma dat in februari 1973 in het Shaffy Theater te Am sterdam in première ging en dat nu eindelijk ook in Leiden te zien, maar vooral te horen zal zijn. Bij dit optreden, waarvoor Marjol Flore niet alleen een deel van de teksten, maar ook een deel van de muziek zelf schreef, wordt zij bijgestaan door René Mesritz (basgitaar), Robert Meinema (slagwerk) en bovenal Nico van der Linden (piano), die maandenlang met haar aan de samenstelling van deze tour- de-chant gewerkt heeft en ook enkele composities op zijn naam heeft gebracht. Paul Korenhof OEGSTGEEST - Het Trio Louis van Dijk concerteert morgen middag in de aula van het Rijnlands Lyceum. Aanvang 14.00 uur. Het concert, dat door K en O wordt georganiseerd, is ook toegankelijk voor niet-inschrijvers van de Leidse Volksuniversi teit. Louis van Dijk wordt tot de meest vooraanstaande Nederlandse jazzpianisten gerekend. Hij geniet ook grote bekendheid als or ganist en arrangeur. Na het beëindigen van zijn conservato riumstudie en het behalen van solistendiploma trok Van Dijk steeds sterker in de richting van de jazz. Hij speelde in het kader van het Antibes Juan-les-Pins Jazz Festival en trok tijdens het Grand Gala du disque Populaire te Amsterdam sterk de aandacht. Het trio van Van Dijk begeleid de onder meer Ann Burton, Liesbeth List en Herman van Veen. Ook werd het Trio gevraagd om de Anita Kerr Singers, Salena Jones en Coretta King te begeleiden, maar tevens werden con- kest, het Nederlands Motet en Madrigaal Koor en Musica da kest, het Nederlands Motet en Madrigaal Koor en Musica d Camera. In deze rubriek wordt de lezer de mogelijkheid geboden te we ten te komen welke "curiosa" hij in zijn interieur heeft. Hier toe hoeft hij alleen een beschrijving van een bepaald voor werp en eventueel een fotoo p te sturen aan "Vertrouwd met oud", Red. Leidse Courant, Kort Rapenburg 2, Leiden. De voorwerpen zullen door een deskundige worden bekeken en in deze rubriek worden besproken. Deze drie koperen ketels zijn alle drie kachelketels. Het onderste gedeelte ervan kan in de kachel „verzinken". Zo wordt de warm te effektiever gebruikt dan wan neer men de ketel op de kachel zou zetten en het water door twee lagen metaal heen verhit zou moeten worden. Een vorm van energiebesparing. Dergelijke ketels kunnen niet ouder zijn dan 150 jaar. Want, hoewel er aan het eind van de achttiende eeuw wel al metalen kachels bestonden, wor den deze pas in de negentiende eeuw zodanig verbeterd dat zij geschikt waren voor algemeen gebruik. In het begin stond men er wat huiverig tegenover. Er waren ongelukken gebeurd (ko lendampvergiftiging) en omdat men van de oorzaken hiervan niets afwist, kreeg de kachel de schuld Men vond ze ongezond- De datering van de ketel ;s moeilijk, omdat zij, zoals zovele gebruiksvoorwerpen, lar.g vol gens eenzelfde model vervaar digd werden. Hulpmiddelen zoals merken e.d ontbreken bij koper. De rechter ketel heeft een Bieder meier model. Dit komt ook veel voor zonder „kachelstuk", soms met een komfoor. De ketels uit de achttiende eeuw zijn meestal glad en enigszins bollend. De grote, ronde heten „appelke tels", hierin wera chocola ge maakt. De waarde van deze ke tels is gemiddeld f 500,-. H'? 'ï.V V C e ';f t m t. r e U V fi'. :'t ü- D w d VOORSCHOTEN Galeriehouder H. W. Flippo aan de Leidseweg nr. 155 is naar mijn weten de enige in Leiden en omgeving die zich specialiseert op werk van schilders der romantische en Haagse scholen. Zijn collec tie is uitgebreid genoeg om ken nis te kunnen nemen van vele vertegenwoordigers der genoem de kunstuitingen. Daarbij zijn het niet alleen de „groten" en dus bekendsten ook van vele schilders en tekenaars, die minder bij het grote publiek be kend zijn, hangt er mooi werk. Uit het tijdperk der romantiek kennen we, na de vroege histo rieschilders als Pieneman en de in onze ogen wat sentimenteel- zoete Ary Scheffer, vooral de vertolkers van het landschap. Schilders als de verschillende Koekkoeks, Van der Sande Bak- huyzen, Leickert, Nuyen, Schelf hout en anderen zijn bekend ge noeg. Het z.g. „Genre" uit het romantische tijdperk werd voor al beoefend door David Bles en Bakker Korf (van wiens werk momenteel in de Lakenhal een tentoonstelling is ingericht) en de latere nabloeier August Alle- bé, die in 1927 stierf. De recentere Haagse school over lapte het romantische tijdperk gedeeltelijk, maar het einde daarvan kwam toch enkele de cennia later, de genoemde Alle- bé dan daargelaten. Het was vooral het stads- en land schap dat deze schilders boeide. Landschappen met zware boom partijen. wijde watervlakten, wijdse Hollandse luchten en pit toreske stadsgezichten. Werk, dat nog steeds boeit en dat zelfs de laatste jaren steeds meer door kunstliefhebbers gewild is. gezien de prijzen die in de kunsthandel en op de veilingen worden genoteerd. In de collectie van Galerie 1900 zal men weliswaar de meest be roemde namen missen, maar dat neemt niet weg dat de col lectie met zorg is samengesteld en ook wei-bekende namen om vat. Het voert in het bestek van dit artikel natuurlijk te ver om al les in de schijnwerper te zetten en we doen dus slechts een greep uit het vele. Zo is er een uitstekend sneeuwlandschap van romantisch landschap van J. A. Knip. Vader en leermeester van de bekende schilderes Henriette Ronner-Knip. Van vader en zoon Knikken han gen er resp. een polderland schap en een Boerderij. Ook de Leidse schilder Willem Hendrik van der Nat (1864-1929) is in de collectie vertegenwoordigd. Adriaan Geyb (1855-1926) en een Johannes Hilverdink (1813-1902) liet een subliem klein doekje na, voorstellende „Schepen op het strand". Door toon en kleur is dit een prachtig werkje. De be kende sfeer van de Haagse school komt vooral tot uiting in „De Veerschuit" van W. G. F. Jansen door het mysterieuze waas waarin het motief zich bij na verliest als in een mist. Van T. van Knegten hangt er „Boer met koe", door de bepaald wat wilde, ogenschijnlijk wat slordi ge toets een schilderij dat zeker de aandacht vraagt. Dr. Zwart (1903-1970) is vertegen woordigd met een klein maar fijn schilderijtje, voorstellende een boerderij tussen hoge boom groepen, subliem van kleur, tenslotte willen we uit het vele nog wijzen op een stadsgez'cht van P. G. Vertin (1819-1PH3), fraai maar compositorisch merkwaardig door de zeer hoge poort in een lage muur. Waar het gelocaliseerd moet worden is duister, maar het lijkt ons wel weer dat de fantasie van de schilder zoals bij zovelen van zijn tijdgenoten hem toch wel parten heeft gespeeld. Alles bijeen genomen is het ech ter een zeer interessante collec tie. WILLEM PRJNS. De twee voorstellingen die Marij ke en Sieto Hoving deze maand in Leiden zullen geven (woens dag 16 en 23 januari in het Rijn lands Lyceum) verdienen onge twijfeld extra aandacht van de cabaret-liefhebbers. Hun vorige programma „Waartoe' Waar heen?" bevatte al duidelijk min der politiek dan we gewend wa ren, maar het schijnt dat Sieto Hoving in zijn nieuwe program ma „Hoera we leven nog" de bin nenlandse politiek vrijwel vol ledig links laat liggen. De aan dacht is nu meer nog dan voor heen komen te liggen op ons leefmilieu en onder de proble men die ter sprake komen, be vinden zich dan ook de man vrouw relatie, de Club van Rome. de posit'e van de kerk en de emancipatie van de vrouw B j deze maatschappij kritische benadering wordt het echtpaar Hoving terzijde ge staan door Rob de Nijs en pia nist Antoine Oomen. Haagse schildere; in „De Schakel" LEIDSCHENDAM De kun stenaarsvereniging K'70 or ganiseert vanaf vandaag in het stiltecentrum „De Scha kel" in Leidsenhage een ten toonstelling van schilderijen en schetsen van Annelies Jo- landa Doewes. Annelies Doewes komt uit Den Haag, waar zij studeerde aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunster en schilder- en tekenles areeg van Paul Citroen, G. J. Kop penhagen en J. P. Vogelopel. Laatstgenoemde bracht haar de liefde voor portretschilde ren bij. De kunstenares heeft de lei ding van de Y inderkunstklas die in de Academie onderdak heeft gevonden en die van 12 tot nu 80 Motoren firm 6 en 16 jaar is uitgegroeid. An nelies Doewes gveft in haar eigen atelier aai de Haagse Breitnerlaan schilder- en portretles en helpt bovendien motorisch gestoorde kinde ren, die eerst m «eten leren schilderen, voor te kunnen schrijven. De heer G. J. Beks van de Avondakademie opende de tentoonstelling. De collectie is dagelijks te bezichtigen van 13.30 uur tot 16.30 uur, op donderdagavond van 7 tot 9 uur en zondagmiddag van 14 tot 16 uur. Boekje over „De Burcht" aanleiding tot expositie LEIDEN Ter gelegenheid van het verschijnen van het boekje „De Leidse Burcht" in de serie „Nederlandse Kastelen" wordt in de perio de 30 januari t/m 22 februari in de expositieruimte van de Gemeentelijke Archiefdienst, Boisotknde 2a te Leiden, een expositie gehouden van ar chivalia, afbeeldingen, publi caties en voorwerpen met betrekking tot de Burcht. Het boekje „De Leidse Burcht" i9 een uitgave van de Nederlandse Kastelen stichting en de ANWB. Het is geschreven door de heer J. G. N. Renaud. De ope ningstijden van de tentoon stelling zijn: maandag t/m vrijdag 9.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 17.00 uur, zater dag van 9.00 tot 12.00 uur. voorts 's avonds op dinsdag 5. maandag 11 en woensdag 20 februari en op de donderda gen 31 januari, 7. 14 en 21 fe bruari van 19.30 tot 21.30 uur. De toegang is gratis. Hans v. Efferen exposeert in Wassenaar aan de LuiMbaan opent Paul Citroen vanmiddag een tentoonstelling van Hans van Efferen met etsen, litho's, te keningen en enkel eschilde- rijen. Hans van Efferen (39), heeft □a zijn opleiding aan de beeldende kunst academies van Den Huag en Maastricht bijna tien keer in Haagse ga leries geëxposeerd. Mede door tentoonstellingen elders in het land en in Londen werd zijn werk aangekocht in particuliere collecties in Amerika en Europt. Ook het rijk en het Haagse gemeen temuseum namen werk van hem in hun bezit. De tentoonstelling van zijn re cente werk is tijdens en na de opening vrij toegankelijk tot 2 februari; op zondag na afspraak. Bij aankoop geldt de 20% rijkssubsidieregeling. LEIDEN In de Leidse Koord-studio aan de Oude Rijn exposeert vanaf van daag Will van Aggelen. Deze schilder, die uit Den Haag af komstig is. maakt hoofdza kelijk portretten en schilde rijen van surrealistische ge beurtenissen. Beide schilder- vormen zijn in de Koord- studio te zien. De expositie duurt tot 23 februari en is uitsluitend op zaterdagmid dag gesloten. De opening ge schiedt onofficieel om half i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 5