ENERGIECRISIS: NIET VECHTEN MET WINDMOLENS VRIJDAG 4 JANUARI 1974 LEIDSE COURANT Windmolens vechten een ongelijke strijd als} het gaat om de energievoorziening. Alle re cente stormen en hun fraaie plaats in het landschap ten spijt, bieden ze voor het probleem geen oplossing. cent van het Nederlandse grondoppervlalt valt, zou de totale behoefte van ons land kunnen worden gedekt zegt ir. C. Daaj Ouwens, wetenschappelijk medewerker va» het F.O.M. aan de T.H. te Eindhoven mits het rendement dertig procent zou zijn. E» dat is uitgesloten. De arabische landen zo zeggen velen zouden voor dat doel veel beter geschikt' zijn. Ten eerste is het aantal dagen zopne-j schijn er veel groter, ten tweede is ér aan-dj zienlijk meer ruiimte om zonne-energie te 8 „verzamelen". Maar het ziet er niet naatl uit, dat men in West-Europa zich nogmaals! grotendeels aan de Arabische landen zal toe-1 vertrouwen op het terrein van de energie» 1 voorziening. Platform Er zijn echter ook andere methoden. Een" daarvan wordt al geruime tijd bestudeerd jn de Verenigde Staten. Er is een project v^n j Nasa, het Amerikaanse bureau voor lucht- en ruimtevaart, voor een enorm ruimteplat- form dat men op een hoogte van zo'n 36.000- kilometer boven de aarde zou kunnen statjo-j neren en dat als verzamelaar van zonne- energie dienst doet. De door een dergelijk station opgevangen zonne- energie zou in ra diogolven naar de aarde kunnen worden ge transporteerd". Het platform zou bovendien dag en nacht kunnen werken. Maar ook daar zijn duidelijke bezwaren aan verbonden. Een dergelijk platform met een omvang van veie kilometers is uiteraard biizonaer moeilijk in de ruimte te brengen en bovendien erg kwetsbaar. Bij een groot militair conflict zou het voor de aah-1 vallende partij een betrekkelijk koud kunstje zijn om het platform met behulp van eetr atoomraket volledig te vernietigen en daar mee de tegenpartij in zijn energievoorziening' te treffen. Aan de andere kant zou de bezit-; 1 ter van een dergelijk platform althanl*" wanneer daarbij gebruik zou worden ge-1 maakt van spiegels in plaats van zonnecellen"* de kolos ook kunnen gebruiken als wapen"' door een bundel licht op bepaalde gebledeif' te concentreren en deze eenvoudig weg t»: branden, zoals dat in het klein met een": brandglas gebeurt. En dan zijn er nog enkele andere theorieëij"' die echter geen van alle een volledige oplos" sing van het energieprobleem opleveren," Hoogstens zouden ze voor een zekere aan- vu'I.ng kunnen zorgen. Een daarvan is di waterstof- mogelijkheid. Waterstof houdt i: derdaad beloften in voor de toekomst, het staat wel vast dat een in laboratoria ontf"" wikkeld principe niet ook meteen mai dienst kan doen voor dagelijks gebruik. Bij toepassing op grote schaal komen er nog aii lerlei andere haken en ogen om de hoek kijjl' ken. Hetzelfde geldt voor de methaan- oplos sing, de getijdenwerking en de aardenergu Een oplossing, die door sommigen wordt propageerd, is die van de windmolen. Maajt zo zeggen de experts laten we die oplosJ sing nu maar zo gauw mogelijk vergetei Het is namelijk helemaal geen oplossinj maar een hoogst onpraktisch lapmiddel. Ni der and met zijn 3 miljoen woningen maar liefst 1 miljoen windmolens met capaciteit van 30 kwu nodig hebben om dt energiebehoefte op deze wijze te dekken. Ej dat zouden dan nog behoorlijk forse moleoi moeten zijn ook, met wieken van minstens tw'ntig meter lengte. Het is mogelijk daj deze voorstelling van zaken wat erg ongun-j 1 "tig is, maar het is wel duidelijk dat allr'j recente stormen ten spijt we van de 'vacht els energiebron toch echt niet mogen verwachten. Kortom, het lijkt er op dat we ondanks! a e ge'tr? eei rond Kalkar voorlopig toeijJ erg e terechtkomen, zij het i een aanvulling via waterstof i i j-p-r.t van de olie zalf over een aantr' jaren vrijwel volledig tot hefl'1 verleden behoren. De boycot door de Arabi sche landen zal die gang van zaken eerdei versnellen dan afremmen. (Van een onzer verslaggevers) Het zit er dik in dat het jaar 1973 de geschiedenis %al ingaan als „het jaar van de energie-crisis", hoewel het minstens zo logisch zou zijn om 1974 met die karakteristiek op te zadelen. Per slot van rekening zullen we er het komend jaar meer onder te „lijden" krijgen dan totdusver het geval is ge weest. Bovendien was er eigenlijk al veel langer sprake van een energiepro bleem, maar een feit is dat de Arabi sche olieproducenten enkele maanden geleden het „rijke westen" wel stevig met de neus op de feiten hebben ge drukt, ook al mogen we ons troosten met de woorden van de Westduitse bondskanselier Willy Brandt, die zei: „We zullen ons misschien wat warmer moeten kleden, aan de welvaarts groei zal voorlopig misschien een eind kortten, maar één ding is zeker: verhongeren zullen we echt niet....". Het zou overigens van weinig werkelijkheids zin getuigen wanneer die lakonieke uitlating van Brandt uitsluitend zou worden opgevat als een geruststelling en men alles maar bij het oude zou laten. Het staat als een paal boven water dat er iets moet gaan gebeuren op het gebied van de energievoorziening. De afgelopen maanden hebben sterker dan ooit tevoren de nadelen aan 't lidht gebracht van de afhankelijkheid van het westen ten opzichte van de Arabisohe landen. De oliesjei'ks kun nen bij wijze van spreken met 'n draai aan de kraan de zorgvuldig uitgedokterde economi sche systemen van het westen tot een puin hoop maken. Dat ze daarmee het risico lopen om op langere termijn ook hun eigen positie te ondermijnen, doet in dit opzicht minder ter zake. Olie Totdusver is de wereldenergievoorziening voor het overgrote deel gebaseerd geweest op olie, maar er werd dan toch wel voorna melijk gebruik gemaakt van bronnen, die ge makkelijk bereikbaar waren. Eenvoudiger gezegd: men verzamelde ruwe olie op plaat sen waar het bij wijze van spreken uit de grond spoot. Het is heel best mogelijk dat er op onze we reldbol nog wel meer van dergelijke plaatsen bestaan, maar die zullen dan toch eerst nog moeten worden opgespoord. In dat verband is het wel interessant dat de bemanningen van het Amerikaanse Skylab bij verschillen de experimenten nasporingen hebben gedaan naar mogelijke oliebronnen. De vraag is al leen maar of de Verenigde Staten ondanks toezeggingen op dit punt volledige open heid zullen betrachten... Redelijke openhar tigheid omgeeft wel de boringen in de Noord zee. maar de bronnen die daar zolangzamer- hand aJ zijn aangeboord met voorraden van een zonder meer gigantische omvang zijn niet bepaald gemakkelijk bereikbaar. Een ander voorbeeld van een plaats waar ongelooflijk veel olie in de grond zit, is het gebied langs de Canadese rivier Athabasca. De aanwezigheid van die olie volgens de jongste schattingen minstens 300 miljard barrels is al bijna honderd jaar bekend, maar niettemin was totvoorkort alleen al het noemen van de naam Athabasca voldoende om olie-experts In tandenknarsende lieden te veranderen. Want hoewel ze de olie letterlijk uit de grond zien sijpelen, waren ze met al hun ervaring en kennis nog machtelozer dan de indianen, die de olie in de vorm van het langs de rivieroevers voorkomende teer in elk geval nog wel wisten te benutten: voor het waterdicht maken van hun kano's. Peperduur De olie in het gebied van de Athabasca is namelijk uiterst moeilijk te winnen en daar door peperduur. Maar na de recente Arabi sche maatregelen waaronder niet in de laatste plaats de prijsverhogingen is het begrip „duur" nog slechts een min of meer relatieve kwalificatie en lijkt er zelfs een re- energie terecht. Zeker, er wordt nog steeds duchtig bezwaar gemaakt tegen de bouw van kerncentrales, waarbij met name het pro bleem van het radio-aktieve afval een be langrijke rol speelt, maar de praktijk heeft nu al aangetoond, dat men dit gevaar niet moet overdrijven. Mr. J. C. Cornelis, plaatsvervangend hoofd van de sector straling van de directie milieu hygiëne van het ministerie van Volksgezond heid en Milieuhygiëne, zei ruim een maand geleden in Leeuwarden dat onderzoekers het probleem van de opslag van sterk radio-ac tief afval binnen afzienbare tijd denken op te lossen. Wanneer men in West-Europa van nu af aan tot het jaar 2000 al zijn energie zou betrekken via kerncentrales, zou de totale hoeveelheid radio-actief afval niet meer zijn dan zo'n 25 ton een forse vrachtwagen vol. Dat is maar betrekkelijk weinig, maar het gaat uiteraard wel om de stralingsinten siteit en aldus mr. Cornelis het zou on aanvaardbaar zijn als we duizenden jaren zouden moeten wachten totdat de stralingsin tensiteit van dat afval zou zijn uitgewerkt. Volgens mr. Cornelis moet voor dit probleem binnen tien jaar een oplossing zijn gevonden. Is dat niet het geval, dan moet de gehele problematiek opnieuw worden bezien. Een feit is in elk geval dat de tegenstanders van kerncentrales dikwijls argumenten ge bruiken, d e kant noch wal raken. De ver handelingen over stralingsziekten, die onder het personeel van Engelse kerncentrales zijn geconstateerd, zijn zonder meer schromelijk overdreven. Bij bepaalde medische onderzoe ken 'vordt er met stral ngsdoses gewerkt, die meer dan eens honderden malen groter zijn. Daarbij komt nog dat de veiligheidsmaatre: gelen rond dergelijke kerncentrales buitenge woon streng zijn en de kans op ongelukken onvoorstelbaar gering. En de gevaren voor Uranium etc. raken per slot van rekening ook eens uitgeput. Maar in de verder verwij derde toekomst is er dan ook altijd nog de kernfusie. Vriend en vijand zijn het erover eens dat die kernfusie een werkelijk schitte rende oplossing zou zijn van het hele ener gievraagstuk, maar die fusie - de beheersing vooral van deze kernfusie - is een uitermate moeilijke zaak, die nog lang niet rond is. Het ziet er bovendien ook nog niet naar uit, dat zulks spoedig wel het geval zal zijn. Bij kernfusie zou men als afvalprodukt uitslui tend helium krijgen, en dat is volmaakt on gevaarlijk. Toch ligt het voor de hand dat men ernstig tracht het principe van de kernfusie onder de knie te krijgen. De aarde zou er minstens een miljoen jaa- mee vooruit kunnen, al blijft de vraag of kernfusie als energiebron een economisch realiseerbare mogelijkheid Zonne-energie Er zijn overigens ook nog andere mogelijk heden: zonne- energie, windkracht, getijden werking, snelle waterstromen, temperatuur verschillen in zeeën, aardwarmte en me thaan. Daarbij staat onze grootste en be'ang- rijkste natuurlijke energiebron -de zon- onge- twijfe.d voorop. D e zonne- energie lijkt een bijzonder voor de hand liggende oplossing. De zon s immers een permanent fungerende licht- en warmte-bron, die door geen enkele aardse omstandigheid wordt beïnvloed. Maar zo eenvoudig is het helemaal niet. Je kunt od het da,: van je huis weTswaar een raar -■ ten met zor.nece len monteren, die zonlicht opvangen en in electriciteit omzetten, maar wat gebeurt er wanneer het dagenlang be wolkt weer is en de zon zich niet laat zien? Nederland is in dat opzicht een ideaal voor beeld.... Van de zonnewarmte die op 2 pro- delijke kans te zijn dat de Canadezen hun tandengeknars binnen niet al te lange tijd kunnen staken. De Shell bijvoorbeeld is sinds het acuut worden van de energiecrisis (door de olieboycot en de produktieverminderingen) al hals over kop begonnen met de exploitatie van zijn vergunningsgebieden in de omgeving van de Athabasca en binnen afzienbare tijd hoopt de maatschappij hier vier miljoen ton per jaar te produceren. Dat is misschien niet het meeste, maar uiteindelijk verwacht men toch zo'n 300.000 ton per dag. Wat de Athabasca-olie zo duur maakt, is de winning. In de eerste plaats zijn de zand gronden niet of nauwelijks gasvoerend. Ten tweede is de olie er zo dik als stroop. Deze beide factoren maken het zeer ingewikkeld de vloeistof uit het zand te persen. Daar komt nog bij dat deze aardolie sterk zwavel houdend is... pas als de olieprijs tegen 1980 tot zo'n tien dollar per vat zal zijn opgelo pen. wordt het gebied van Athabasca volgens Shell werkelijk exploitabel Kernenergie Veel experts zijn het er trouwens over eens, dat we ons niet al te veel meer moeten vast klampen aan olie- en aardgas-voorraden. Over enkele t'entallen jaren is het toch zo goed als afgelopen met die olie- en gas-reser- ves. Er zal en dat begrip beg.nt inder daad toch wel steeds meer terrein te winnen naar andere mogelijkheden moeten wor den omgezien. En dan komt men bijna als vanzelfsprekend op het gebied van de kern Aan de andere kant: in de Verenigde Staten, waar men op dit gebied toch al veel meer ervaring heeft opgedaan, schijnt men hier toch anders over te denken, getuige het nog al fantastisch aandoende, maar praktisch toch zeer wel uitvoerbare idee om radio-actief af val per raket naar de zon te schieten... Sommige kernfysici zeggen dat je eens in de duizend jaar een grote ramp zou moeten ac cepteren de centrale te Borssele is overi gens zodanig beveiligd, dat er zelfs een straaljager op zou kunnen neerstorten zonder dat daarbij radio-activiteit vrijkomt Het gaat hierbij net zo aldus hun redenering als bij het verkeer, waarin je van tijd tot tijd toch ook beoaalde catastrofes aanvaardt. Kernfusie Van groot belang is natuurlijk ook de vraag of je met kerncentrales het energievraagstuk voor eens en voor altijd kunt oplossen. Dat zou immers ideaal zijn. Helaas, zo rooskleu rig is het nu ook weer niet. althans niet met de centrales van het huid ge type, waarvan de werk ns u isluitend od hc-t Kemsp.itsings- principe berust. Volgens voorzichtige schattingen zouden we met kernenergie wel zo'n duizend jaar uit de brand zijn, maar dan is het ook afgelopen. Gemakkelijk bereikbare olie is de voornaam ste energiebron tot dusverre. Maar over en kele tientallen jaren is het gedaan met de voorraden. het milieu beperken zich voorzover thans kan worden bezien hoofdzakelijk tot de verwarming van koelwater. Zou Nederland in het jaar 2000 al zijn ener gie van kerncentrales betrekken, dan zouden er zo'n zestig van deze bedrijven nodig zijn. Bij de huidige nog vrij vage plannen wordt echter uitgegaan van een dekking van 25 procent van de totale behoefte door kern energie, waarbij zou kunnen worden volstaan met vijftien kerncentrales. En bij een derge lijk aantal zo zeggen veel experts is het afvalprobleem nagenoeg te verwaarlozen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1974 | | pagina 10