Sociaal Muziek-ensemble reizende pleitbezorgers van muziek in vele steden KUNST OP ZICHT KERSTGEDACHTE IRONISCH VERTOLKT DOOR „CENTRUM DAVID RAKIA SCHILDER VAN 'T BELOOFDE LAND Stoel met matten zitting 19e eeuwse Bergère Kunst korfjes ZATERDAG 15 DECEMBER 1973 LEIDSE COURANT KlJ DSt LEIDEN Het plan om te ko men tot een „Sociaal muziek-en semble" is in Lausanne gebo ren, toen enige jonge mensen, deel uitmakend van het Natio naal Jeugdorkest, in Zwitser land op tournee waren en daar tussentijds met een klein groep je concerten gaven in parken, warenhuizen, kortom overal waar zij de kans schoon zagen. Het baarde er enig opzien, maar het sloeg aan. Het lag voor de hand dat zoiets voor herhaling vatbaar was in Nederland. Daar werden het zo wel parken als Leidse hofjes (tenslotte zijn het Leidenaren), musea, de hal van diverse sta tions, en voorwat dit laatste be treft, reizigers met enige kennis van muzikale zaken lieten er hun trein voor schieten of dron gen aan op „nog een stukje, want we komen net aanlopen". Toen kwamen de ziekenhuizen en de bejaardencentra aan de beurt, en de woonwagenkam pen, waar zij een vreemde vraag kregen voorgelegd van een klein jongetje, toen zij hun instrumenten uitpakten: „Zit 'r een monnik in die kist?" Nee, er zat géén monnik in die kist. Zoiets kun je als sociaal mu ziek-ensemble niet ongestraft meesmokkelen. In onze stad hebben zij inmiddels al een grotere bekendheid ge kregen, want het zijn niet zo maar een paar muzikale en- Het Sociaal Mu:iek-ensemble thousiastelingen. Wat zij doen is verantwoord, zelfs meer dan dat, ofschoon slechts een enkele december een drukke dag tege moet. In het Academisch zie kenhuis 's morgens om kwart over tien, om twee uur in Ende geest, en tussen kwart over drie en vier uur kunnen belangstel lenden hen in de Lakenhal be luisteren: Saskia de Loos (fluit afgewisseld met clavecimbel), Laura Hakkaart (viool), Jan Berend Kan (fagot), Thijs de Graaff (cello), Wolter de Loos (cello), en als gast Jan Willem Terwen (eveneens fluit en cla vecimbel). Zij brengen een leuk programma met een Concerto in d kl.t. voor fluit, viool, fagot, cello en clave cimbel van Vivaldi, een Concer to in e kl.t. voor 2 fluiten, viool en 2 celli van B. de Boismor- tier, een Concertino van Scar latti voor 2 fluiten, viool en cel lo. en een Sonate voor fluit, 2 celli en een continou, dat be staat uit fagot en clavecimbel, van Telemann. Daarna gaan zij weer naar het centraal station Rotterdam, waar zij tussen 19 n 20 uur in de hal optreden. Het is zeker de moeite waard om deze jonge ondernemende muzi kale pleitbezorgers »>ens te gaan beluisteren, b.v. "ag a.s. in de Lakenhal. F dan aan twee k- het museum hee sants te bieden. es snijdt want ook el interes van hen muziek als beroepsstu die heeft gekozen. Zij traden hier op, behalve in vele Leidse hofjes, ook op het plein van het Stadhuis, voor de studentenso ciëteit Minerva", in ziekenhui zen en tijdens de bloementen toonstelling in het Leidse stad- i huis. Zo gaan zij op zondag 16 bic. B. Rijnders Sociaal Muzleker Het Nut-Wassenaar heeft weer een programma voor de ko mende weken opgesteld. Aanstaande dinsdag wordt een excursie naar Gouda ge maakt .Vrijdag 21 december kunnen de leden terecht in „Diligentia" (Den Haag) waar „Vrouw zoekt moord- vent" wordt gespeeld. Zater dag 22 december geeft het Rotterdams Philharmonisch Orkest een kerstconcert in de Doelen van Rotterdam. In raadhuis „De Pauw" geeft Toos Onderdewijngaard een pianorecital op vrijdag 4 ja nuari vanaf 20.15 uur. Mr. G. B. J. Hiltermann houdt 24 nuari een lezing in het Astra-theater, waar ook de psycholoog-astroloog mr. A. de Bats op 7 februari een le zing zal houden. Op donder dag 14 februari speelt de Haagse Comedie het drama „Hendrik IV" voor de Nut- leden. •De Antiekmarkt aan de Boe lekade in Gouda opent 21 en 22 december weer haar poor ten. Liefhebbers van oude voorwerpen krijgen tussen 14.00 en 22.00 (le dag )en 11.00 en 19.00 uur (2e dag) de gelegenheid in een vijftig stands te snuffelen. •in de Hillegomse St. Joseph- kerk concerteert zaterdag 22 december het Utrechts By zantijns Koor. Het program ma bestaat voor de pauze uit enige liturgische gezangen in de oud Slavische taal en en kele kerstliederen in Oe- krainse taal. Na de pauze zal een aantal volksliederen uit de Oekraine ten gehore worden gebracht. Het concert dat gratis toegankelijk is en om 19.00 uur begint, wordt onder auspiciën va nhet ge meentebestuur gegeven. LEIDEN Het toneelstuk „De Gast", dat aanstaande maandag in het LAK-theater door de To neelgroep Centrum zal worden opgevoerd, is in meer dan één opzicht een opmerkelijke pro ductie. Om te beginnen is het een van de zeldzame gelegenhe den waarbij een Nederlands to neelgezelschap zich actief bezig houdt met een probleem als ras sendiscriminatie (meestal kan men hiervoor beter terecht bij de voorstellingen in het Micke- ry-circuit) en bovendien is dit stuk een gevolg van de doelbe wuste pogingen van Centrum om de Nederlandse toneelschrij vers uit hun ivoren toren te ha len. Centrum is zo ongeveer het enige Nederlandse toneelgezelschap, dat zich iets aan de nationale toneelschrijfkunst gelegen laat liggen, sterker nog: Centrum stimuieert dit als geen ander. De meeste Nederlandse gezel schappen komen niet verdei dan een luid gejeremiee over het feit dat er geen Nederlandse toneelschrijvers en dus geen speelbare stukken zijn, maar gaan daarna rustig over tot de orde van de dag zonder ook maar de kleinste aanwijzing te geven dat zij wel iets aan die situatie zouden willen doen De Haarlemse toneelgroep heeft echter al jaren geleden de hand in eigen boezem gestoken en ge concludeerd, dat een Nederland se toneelschrijfkunst alleen dan op gang kan komen als de ge zelschappen zich bereid tonen de auteur uit zijn traditionele ivoren toren te halen om samen met hem een voorstelling voor te bereiden. Het mes snijdt hierdoor aan twee kanten. De acteurs en actrices krijgen zo de gelegenheid zelf invloed op hun teksten uit te oefenen, zodat Een scène uit „De Gast" Toneelgroep .Centrum". meer dan eens onspreekbare boekentaal omgezet kan worden in teksten die veel beter „bek ken", en de auteur krijgt hier door een beduidend beter in zicht in de theatersfeer en de praktische moeilijkheden die de realisatie van sommige teksten met zich meebrengt. Een van de auteurs, die zich mo menteel onder de vleugels van Centrum aan het ontwikkelen is tot volwaardig toneelschrijver, is Gerard Lemmens, van wie de groep vorig jaar „De revolver van Bas" speelde en van wie eind januari het avondvullende „Souvenirs" in 'première gaat. Hiertussendoor werkte hij sa men met twaalf acteurs aan de eenakter „De Gast", die en kele weken geleden in première ging en die 17 december aan het Levendaal te zien zal zijn. Het gegeven van „De Gast" is eenvoudig, maar niet van vin dingrijkheid ontbloot. Een echt paar met duidelijke aandrang tot manifestaties van menslie vendheid heeft via de Vereni ging voor Kerstgastvrijheid een onbekende uitgenodigd voor het kerstdiner. Tot hun grote schrik blijkt de onbekende gast echter een neger te zijn. De consterna tie is groot, maar aangezien zij zich er pijnlijk van bewust zijn dat ook negers mensen zijn, kunnen zij alleen maar de ge volgtrekking maken, dat hun menslievendheid zich dus ook tot deze bevolkingsgroep moet uitstrekken. Om vooral maar niet de schijn te wekken discri minerend te willen op.reden putten zij zich uit in overdreven vriendelijkheden en het komt to taal niet bij hen op dat dit op zichzelf eveneens een vorm van discriminatie is. Hun gast voelt dit echter wel zo aan. maar redt de situatie door te vertrek ken en kort daarop verkleed als een gekleurde hippie terug te keren. Paul Korenhof imidai; 17 Liedboek voor de kleintjes Leiden Bij de uitgeverij Gottmer te Haarlem is ver schenen een bijzonder aardig liedboek voor de hele klein tjes. Harriet Laurey schreef pakkende en ontwapenende tekstjes en de tekenaar Eric Carle maakte de erg leuke en gekleurde moderne platen erbij. De muziek van deze twaalf „Liedjes voor jonge dieren" werd getoonzet door Tonny Weidner-Van der Staay, pianolerares te Lei den. Het zijn twee melodie tjes, waarop alle liedjes kun nen worden gezongen. „Om het niet te moeilijk te maken voor het kleine grut heb ik de liedjes in vijf toontjes gehou den", aldus Tonny Weidner, die voor het eerst sinds haar Maskerette-tijd (toen zij een jaar of drie geleden voor de musicals van deze Leidse kinderoperettegroep, onder leiding van haar zus Mien Stam-Van der Staay, de at tractieve pianobegeleiding verzorgde) met dit liedjes- boek weer in de openbaar heid is getreden. De moederdieren met hun kin deren zullen, in muziek, tekst en beeld, het jonge volkje wel aanspreken. Zo zegt bijvoorbeeld de zwaan: „Wel zeven weken heb ik ij verig gebroed op zeven witte eieren. Toen was het eindelijk goed". In het liedje van de spin gaat 't ergens zo: „Je hoeft niet zo te schreeuwen, je zit toch ste vig vast? Tien vingers en tien tenen die klemmen om mijn bast. Fat ik ben toch je moeder, die altijd op je past?" Dit ter geruststelling van het apenjong. En de pin- guin zegt tot jaar zoon: „Je bent de piepste pinguin van alle pinguins hier". Zo komen twaalf moeders aan het woord. T.P. RlilBIBI!BR9fBl LEDSCHENDAM Het stiltecen trum „De Schakel" in het druk ke winkelcentrum Leidschenhage verleent tot 3 januari a.s. gast vrijheid aan het werk van de Israëlische schilder David Rakia. Deze exposeert een aantal schil derijen en monoprints, die alle r.'.'n beloofde land tot onderwerp blijde toon, die de schilderijen hebben. Het is niet altijd een uitstralen, het is nog steeds ho pen op de vervulling van een belofte, die in dit verscheurde deel van de wereld na 20 eeu wen op zich laat wachten. De motieven van Rakia vertolken echter geen wanhoop, wel een vurig verlangen naar de verlos sing en bovendien een groot ge loof en vertrouwen in de toe komst van Israël. H HWHBHHI Rakfe was 10 jaar toen hij era! grcerde naar „het land der va deren". Hij kv.am uit Wenen, waar hij in 1928 werd geboren. Ais soldaat maakte hij de onaf- hankelijkheidsoor og van 1948 mee, waarin hij gewond raakte. Zijn artistieke opleiding kreeg hij aan de Academie des Beaux Arts te Parijs waarna, eerst in Israël, later ook in West-Euro pa, vele tentnoonstellingen volg den. Hij huwde met een Neder landse vrouw geboren in Rijs wijk - die werkte in een hospi taal te Jerusalem. Rnkia heeft dus veel wel en wee van zijn jonge vaderland mee gemaakt en doorleefd. Toch spreekt uit zijn werk weinig van de bitterheden, die dat land heeft moeten proeven. Er zijn schilderijen met vallende bom men én ander vernietigingstuig, maar veel meer spreekt het werk van de oude beloften, dio herinneren aan de heerlijkheid van het oude Jeruzalem, het Is rael van Duvid en de Ark des Verbonds Vooral Jeruzalem staat centraal in zijn werk. De kunstenaar is de zoon van het Oude Volk, dat noch door tegen slag en plagen in de loop zijner geschiedenis kon worden gebro ken en blijft hopen en vertrou wen op bli'1. ende kracht en taai heid van zijn Volk Gods. Uit heel het werk spreekt dat ver trouwen, de duif is een dikwijls terugkerend symbool. Stilistisch valt het moeilijk onder te bren gen. De schilderijen zijn niet „kleurig" en vele stijlen en richtingen kan men er in terug vinden, van kubisme tot surrea lisme toe. Veelal gebruikt Rakia slechts een enkele kleur, zoals blauw en paars, maar meestal in een gamma van zandkleur, de kleur van de woestijnen. Do Zevenarmige kandelaar staat veelal centraal en het kaarslicht neemt in zijn werk een voorna me plaats in. De stemmingen zijn overigens wel wisselend. Woede en vertwijfe ling spreken uit „De Stenen Ta felen", het vertrouwen op de uitkomst in „Dc nieuwe dag" en „Feest van het Licht." Ra kia is een kunstenaar die zich volkomen heeft ingeleefd in de Joodse toekomstverwachting, maar ook in de realiteit, die ve vervulling van deze verwachting nog op zich laat wachten. ..De schakel", Davld Rakia i 3 Ja- Een stoel met matten zitting. De stoel met matten zitting van de heer N. uit L. dateert van 1830. Wat de gebruikte houtsoort is, is op de foto niet te zien. Meestal werden dergelijke stoelen van iepenhout gemaakt. Ze werden wel vaak met vernis e.d. mahonie gekleurd om hen duurder te doen lijken. Het is een „provinciaal" meubel en hoe wel het een gangbaar model is, zijn de versieringen een inventie van de plaatselijke meubelmaker. De waarde is 60,-. De stoel van mijnheer C. te N. is een 19e eeuwse bergère. Deze verschilt van een fauteuil doordat ten eerste de zitting laag is en ten tweede het stuk tussen de armlegger en de zitting bekleed is. Dit is weliswaar op de foto niet zo, maar het zal oorspronkelijk zeker het geval geweest zijn. De bergère ontstaat in het begin van de 18e eeuw (plm. 1725) In Frankrijk. Het is een type stoel dat gemaakt werd uit het ver langen naar wat ineer comfort. Dit blijkt ook uit de rugleunin gen. deze zijn niet meer recht, zoals >in de tijd van Louis XIV, maar gebogen. Tevens vereisten de wijde rokken van de dames dat de armstoelen groter en minder vierkant werden. De voorpo- In deze rubriek wordt de lezer de gelegenheid ge boden te weten te ko men welke „curiosa" hij tussen zijn spulletjes heeft. Hiertoe hoeft hij alleen maar een be schrijving met eventueel een foto van zijn gelief, de voorwerp op te stu ren aan: „Vertrouwd met oud", red. Leidse Courant, Kort Rapen burg 2, Leiden. Het voorwerp zal door een deskundige beoordeeld en in deze rubriek be sproken worden. ten gaan niet meer direkt over in de armleuningen, armsiutten worden iets naar achteren geplaatst. zodat de „rc bes" beter uitgelegd konden worden. Som- werden de fauteuils zo groot gemaakt, dat men het verstandig vond vooraan ln 't De 19e eeuwse bergères zijn imitaties van de Louis XV-exempla- midden nog een vijfde poot te zetten. ren uit de 18e eeuw. maar verschillen toch ln vele opzichten hiervan. Die uit de 18e eeuw zijn meestal van gevei ld hout ver vaardigd, en niet zoals hier van glanzend mahonie. Een zo uitge breid snijwerk als van de kuif van deze bergère is typerend neo-rococo meubelen. Men voorzag in de 18e eeuw de fauteuils e.d. wel met snijwerk, maar verdeelde dat gelijkmatig over het hele meubel, b.v. kleine bloemen op de regel boven de rugleu ning, op de zitregel vóór en op de knieën van de poten. Aan dc onderkant van de poten bracht men vaak een kleine voluut aan. Het hele houtwerk werd enigszins „uitgehold" zodat richels ont stonden. Een insnoering van de rug ter hoogte van de armleg- gers is ook een kenmerk van de 19e eeuwse modellen. Tenslotte is er een verschil in bekleding: in de 18e eeuw hadden de bergé, res meestal grote, dikke kussens (deze hadden dezelfde vorm als de zittmg), in de 19e eeuw werden zij vnl. gecapitonneerd be kleed. Als er aan een dergelijke armstoel ter hoogte van het hoofd zij stukken zijn aangebracht, spreekt men van een Voltaire, 2 •noemd naar de beroemde Franse schrijver uit de 18e Mees.al zullen de bergères als eenlingen verkocht zijn. vooral d« 19e eeuwse behoren tot het type van de „lekkere stoel" b.v. voc de heet des huizes. Maar het is natuurlijk altijd mogelijk dat een set stoelen of fauteuils met b.v. dezelfde versiering op de bo venregel bijgehoord hebben. De waarde van deze Nederlandse bergère is 300,-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 5