HUISARTSENV A AARDIG HEID EN COMPETENTIE WORDEN ONVOLLEDIG BENUT „Elisabeth is een goed ziekenhuis, het heeft me niet zieker gemaakt" Stuur de patiënten in het weekend naar huis stad Traumatologie - eerste li jus - gezondheidszorg? De bokser van Shantung Lady sings the blues Harry in your pocket: Organization VRIJDAG 16 NOVEMBER 1973 LEIDSE COURANT Gynaecoloog dr. H.A.L.M. Mudde: LEIDERDORP Huisarts G. de Jong, keel- neus- en oorarts dr. W. A. Dankbaar en internist L. A. G. A. Voermans gaven een „drieluik" over „de patiënt en het ziekenhuis", over opname en ont slag. Volgens dokter De Jong kan voldoende zelf vertrouwen van een huisarts een aantal opnames en verwijzingen voorkomen, ofschoon de gang van zaken in een praktijk, waar een zg. laag ver wijzingspercentage niet de optimale hoeft te zijn. De procedure betreffende verwijzing, opname en overdrachtgegevens (tussen huisarts en specia list) is niet altijd volmaakt. „Wij kunnen hier voor niet uitsluitend de huisarts aansprakelijk stellen; wel de werksituatie en de praktijkge woonten waar de huisarts in de loop der jaren in is verzeild, of van vorige generaties artsen heeft geërfd. De artsenstand, zeker de groep hulsart sen, heeft een optimale werksituatie niet goed be waakt", aldus dokter De Jong. „Terwille van de kwaliteit van hun werk had dit beter moeten gebeuren. Vervolgens is het aantal huisartsen te klein. Als wij 2500 patiënten per arts als gewenst aantal stellen, dan zouden er op dit moment ruim 5900 huisartsen nodig zijn i.p.v. de huidige 4400. Als de verschillende wensen aan gaande de huisarts en zijn werkterrein ook nog moeten worden vervuld, kom ik tot een aantal van 6500", zei dokter De Jong: ,,de huisartsen gaan gebukt onder meer werk dan zij redelijker wijs aan kunnen". Samenvattend stelde hij, dat de huisartsenvaardigheid en competentie onvolle dig worden benut en dat de specialisten zeer veel huisartsenwerk doen. Door de gegeven aantallen huisartsen en specialisten dreigt dit te worden gecontinueerd. Het zg. huisvestingsbeleid in vele gemeentes is een belemmering voor vesti ging van artsen, ook als ze dringend nodig zijn. Dr. Dankbaar besprak de weg waarlangs de zie kenhuisopname geschiedt. Bij de beslissing tot opname staat centraal, dat onderzoek of therapie naar het oordeel van de specialist een verblijf in het ziekenhuis noodzakelijk of gewenst maakt. „Hierbij kunnen naast zuiver medische ook ande re factoren een rol spelen. Meer of minder ruime beschikbaarheid van bedden, sociale omstandig heden van de patiënten, verzekering, aandrang van de huisarts e.d.". Dr. Dankbaar wees erop, dat behalve huisarts en specialist nog een derde categorie medici bij de beslissing tot opname is betrokken: de verzekeringsgeneeskundigen. Zn zal de adviserend arts van de ziektekostenverze kering uit hoofde van zijn taak allereerst geïnte resseerd zijn in de financiële consequenties van de opname. Ook zal er tussen adviserend arts en specialist verschil van inzicht kunnen bestaan over de wenselijkheid van een opname, b.v. bij goedkopere poliklinische tegenover organisato risch vlotter verlopende klinische analyses. ,Een patiënt dient uit een ziekenhuis te worden ontslagen zodra zijn verblijf aldaar uit medisch oogpunt niet meer noodzakelijk is. Over wat me disch noodzakelijk is, kan echter verschil van mening bestaan, niet alleen tussen specialist en adviserend arts, maar zelfs tussen twee specialis ten uit hetzelfde vakgebied. Wanneer ook nog an dere dan zuiver medische factoren in het ontslag beleid meespelen is het begrijpelijk", aldus dr. Dankbaar, „dat er ten aanzien van verpleegduur en toestand van patiënt bij ontslag grote ver schillen bestaan. Het lijkt me gewenst in opna me- en behandelingsbeleid een zekere standaardi satie na te streven. Meer dan nu het geval is zal de huisarts dan bekend zijn met de consequenties van zijn vraagstelling bij verwijzing, wat ook zijn voorlichting aan de patiënt ten goede komt". Internist Voermans haalde in zijn inleiding over het ontslag van de patiënt de betrekkingen tus sen het Elisabeth en het Academisch ziekenhuis (met een aantal super-afdelingen) aan. Superaf delingen komen ook ten goede aan het weten schappelijk onderwijs, maar niet zozeer aan de relatie tussen specialist en patiënt. „Met nadruk willen wij erop wijzen, dat het privé-karakter van het Elisabeth-ziekenhuis een waarborg moet blijven voor bescherming van de patiënt tegen overmatig en overbodig onderzoek". Het Elisabeth-ziekenhuis kent tot nog toe geen klasseafdeling; particulier en fonds-verzekerden worden verpleegd en behandeld op de afdeling waar het specialisme huist. Niet iedereen zal daar even gelukkig mee zijn. Daarom zal voorlo pig aan alle patiënten bij ontslag een formulier worden overhandigd, waarop alle wensen en eventuele klachten kenbaar gemaakt kunnen wor den. „Zo hopen wij ons in de toekomst een beeld te kunnen vormen van de werkelijke behoeften", aldus dokter Voermans. Forumdiscussie niet vele facetten Leiderdorp Het kostenelement in de gezondheidszorg nam een voorname plaats in tijdens de forumdiscussie aan het ein de van het Elisabeth-symposiium. Het forum (de inleiders plus huisarts Van Riet) met prof. dr. Dijkhuis aan het hoofd en het stuur kreeg verschillende „oplossingen" te verwerken. Ook kreten als „Straks zijn er alleen nog maar intensive care en operaties in het ziekenhuis, anders wordt het te duur". Be pleit werd b.v. het inrichten van hotelachtige ambulatoria of transistoria. Die zouden goedkopere lig-kosten met zich mee brengen dan een ziekenhuis. Maar anderen betwijfelden dit of ontkenden het zelfs. Verder werd gesuggereerd, patiënten in het weekeinde (om piek-belastingen te verminderen) naar huis te sturen. Nog veel meer onderwerpen kwamen aan bod. Zoals de „se cond opinion", het elkaar consulteren van twee artsen. Een oude, later in onbruik geraakte gewoonte, die toch weer in zwang gaat komen, vnoral in de groepspraktijken waar men de „second opinion" prijst om het leer-effect: „zo zie je weer eens wat meer". De relatie huisarts-specialist kreeg nogal wat kritiek te verwerken. Zo werd o.a. het te lang uitblijven van de definitieve ontslagbrief aan de huisarts genoemd. Vol gens dokter Voermans is die tijd evenwel voorbij. Er waren artsen, die om die slechte relaties al verwijzingen naar be paalde ziekenhuizen hadden gestaakt. Door het niet „klikken" tussen specialist en huisdokter kunnen er zelfs communica tiestoornissen ontstaan die ernstige gevolgen voor de patiënt kunnen hebben. Huisartsen, zo werd gesteld, horen soms maandenlang niets over een onder behandeling zijnde patiënt („ik lees meestal in de krant, dat mijn patiënt dood is. zo getuigde een veronachtzaamd huisarts). Een (anonieme) vragensteller wilde weten „waarom een huis arts was uitgenodigd voor een inlelJing terwijl hij bekend staat als een uitgesproken voorstander van abortus". Daar door was een aantal artsen weggebleven, „omdat zoiets in een katholiek ziekenhuis niet te pas komt". Over dit onder werp werd verder niet meer gesproken. Aangaande de verloskundige zorg kwamen we te weten, dat de vier Sassenheimse huisartsen besloten hebben, niet meer poli klinisch te laten bevallen. Dat gebeurt nu thuis, ofschoon dar z'n nadelen heeft „als vrouwen onder onze handen toch in een ziekenhuis willen bevallen". In Noordwijkerhout verrichten de artsen geer bevallingen meer; alles gebeurt hier door ge waardeerde verloskundigen. In Sassenheim daarentegen doen verloskundigen slechts een kwart van de bevallingen. Een heel verschil tussen twee buurgemeenten. LEIDERDORP De plaats van de gezondheidszorg in het alge meen stond centraal op een symposium ter gelegenheid van het officieel in gebruik stellen van het St. Elisabeth-ziekenhuis. In vroeger tijden was een sym posium drinkgelag maar de wetenschappelijke bijeenkomst van gistermiddag, in de toneel zaal van de woonflat droeg een geheel ander karakter. Niet dat het een droge boel was. O nee. Als er een stel artsen bij elkaar zit, rolt een specifieke humor door de rijen. Men maakte er overigens geen potje van, want er waren se rieuzere zaken aan de orde dan alleen dood en leven. Bijna 200 huisartsen uit de gehele regio en specialisten hoorden inleidin gen, die door stafleden van het ziekenhuis en enige bereidwilli ge hu sartsen waren voorbereid en waaraan later, in een forum discussie or.der leiding van prof. dr. H. J. P. M. Dijkhuis kriti sche beschouwingen werden ge wijd. Dit was volgens de vrou wenarts C. H Otto, voorzitter van de medische staf, dan ook de opzet van deze meeting, die verder ging dan een droge na scholing van huisartsen: alles in het belang van de patiënt. Algemeen directeur mr. J. G. Bergmeijer ging nog eens een keer vrij uitvoerig in op het hoe en waarom van de nieuwbouw. Hij sprak van de groei van een verouderd ziekenhuis naar een modern medisch apparaat met een streekfunctie. Al jaren gele den ontstond de noodzaak van een nieuwe, grotere opzet. Mr. Bergmeijer herinnerde eraan hoe de gemeente Leiden „het Elisabeth" in de kou moest la ten staan omdat men geen dui delijkheid kon verschaffen over de kosten t.b.v. de ontsluiting van het aan te kopen terrrein aan de Haagweg. Er moest met Leiden worden gekapt, omdat de bouw snelle voorgang moest vin den. De bevolking van de 24 gemeen ten in de regio telde in 1950 253.384 zielen, in 1965 waren het er 322.670 en in 1980 wordt een aantal van 392.800 voorzien. Per 1 jan. '72 was het aantal 370.126. Een ontwikkeling die niet ver van de prognose ligt. „Er is vastge steld", aldus de heer Bergmeij er, „dat volstaan kan worden met ruim drie bedden per dui zend zielen in dit gebied. Het aanwezige aantal bedden in de regio is thans te groot, maar dat is ook landelijk het geval. Wij hopen op steun en advies vanuit de beleidsvoorbereiden- de hoek om uit bepaalde situa ties te kunnen geraken". Een nare omstandigheid noemde mr. Bergmeijer het feit dat het ziekenhuis ruimte (poliklinie ken) moet verhuren aan eigen mensen, ook daar moet veran dering in komen. In elk geval kon hij besluiten met éen vari ant op een gezegde uit de me dische wereld: „Ons ziekenhuis is een goed ziekenhuis, het heeft me niet zieker gemaakt". Huisarts G. A. de Bruyne: LEIDERDORP „Door de toename van het verkeer stijgt het aan tal verkeersslachtoffers. Het zal duidelijk zijn, dat de patiënten met vele en uitgebreide verwondingen in de ziekenhuizen dienen te wor den behandeld. Het is echter geheel en al de vraag of alle patiënten met een gering ongeval, op de polikliniek traumatologie, eerste hulp dienst, ongevallendienst of hoe men deze polikliniek ook wil noe men, thuishoren", aldus de chirurg dr. E. M. Vroom in zijn sympo sium-inleiding. De situatie in de regio is. dat ca. 25 pet. van alle patiënten, die gedu rende de 24-uursdienst in het St. Elisabeth-ziekenhuis op Traumato logie komen, door de huisarts geholpen kunnen worden. Zo is geble ken. Het is een landelijk probleem, waarvoor iedere regio zijn eigen oplossing zal dienen te vinden. Dr. Vroom gaf ter overweging, dat er duidelijke afspraken gemaakt moeten worden, welke patiënten wel en welke niet naar de polikliniek traumatologie dienen te ko men. Het publiek moet hierover worden ingelicht. Het inrichten van een centrale post van de EHBO in samenwerking met de huisartsen verdient nadere bestudering. De continu bereikbaarheid zal hierbij een belangrijk probleem vormen. Wellicht kan deze post bemand worden door toekomstige huisartsen onder leiding van een ervaren medicus. De acute opnames dienen, aldus dr. Vroom, losgekoppeld te worden van de ongevallendienst. Deze week in de Leid se bioscopen LEIDEN De Leidse bioscopen brengen de komende week vier nieuwe films. De meest in het oog springende zijn „Lady sings the blues" in de Luxor en „The Organization", die ge draaid wordt in de Lido. Opvallend al was het alleen al door de respectievelijke „starring-figures"; Diana Ross en Sidney Poitier. Diana Ross tracht de blueszangeres Billie Holiday uit te beelden en Sidney neemt het als dwarsligger op tegen de in de titel genoemde organisatie. De film .Harry in your poc ket" met als Nederlandse titel „Pas op voor zakkenrollers" moet de lachers naar de Studio trekken en de liefhebbers van het alles vernietigende gooi- en smijtwerk kunnen weer te recht in de Rex. waar „De bokser van Shantung" laat zien hoe je een hele stad kunt terroriseren. Blijven er twee prolongaties over: in de Trianon klimmen Rijk de Gooyer c.s. nog steeds Naakt over de Schutting en het verblijf van „Once upon a time in the West" in de Camera wordt evenredig aan de lengte van de film zelf. En terecht. Shanghai siddert voor twee vuisten REX Er zijn in de Oosterse vechtfilms, die momenteel aan de lopende band gepro duceerd worden, al heel wat ongelooflijke staaltjes van protserige krachtpatserij vertoond. Als je tegenwoor dig maar een klein beetje karate onder de knie of in de 'vuist hebt kun je het in een film opnemen tegen desnoods een man of twintig. Als de scenario-schrijver dan nog een geluidsbandje aan elkaar weet te plakken met veel onverstaanbare kreten en krakende botten, dan kun je verzekerd zijn van een groot publiek, dat met wijd open mond en ogen op de stoelen a.h.w. mee zit te vechten voor het geval de held het toch niet mocht redden. „De bokser van Shantung" is een van die meeslepende hel den. Begrijpelijk als je ziet op welke manier hij de hele stad Shanghai laat sidderen voor zijn allesverpletterende vuisten. Het „spektakel" heeft weer alle bekende ingrediënten. Een pikant detail daarbij vormen de wapens die op een gegeven moment gebruikt worden, n.l. hakbijlen. Een fors middel om weer veel bloed te laten. Dehuut Diana Ross in film LUXOR Als actrice maakt Diana Ross helemaal nog niet zo'n slecht debuut in „Lady sings the blues", maar er komt meer voor kij ken om iemand als Billie Ho liday uit te beelden. Deze jazz-zangeres, die als „Lady Day" beroemd werd, over leed In 1959. Toen kwam er een eind aan een leven dat steeds meer een ge vecht tegen verdovende middelen was geworden. Regisseur Sidney Furie is er niet in geslaagd om Billie Holiday als mens en zangeres uit te beelden. De figuür van Diana Ross treedt teveel op de voorgrond. Te weinig komt de werkelijke inhoud van het boek van Billie Holiday, aan de hand waarvan de film is gemaakt, naar voren: het leven in Amerika van een twintigtal jaren geleden voor een negerin, die opgroeit in armoede, zich met haar stem opwerkt, en toch weer in diepe ellende eindigt. Maar voor wie Billie Holiday niet kent, brengt Diana Ross het toch wel aardig. Te simpele film STUDIO - „Een paar dagen uit het leven van een zakkenrol ler", had een betere titel ge weest voor dit product waar in James Coburn een hoofd rol speelt. James speelt zijn rol als „maestro-roller" ze ker wel aardig, terwijl ook Walter Pidgeon niet onver dienstelijk acteert, als zijnde zijn vriend en helper. Het hoofdduo van de film - Ray en Sandra, respectievelijk ver tolkt door Mike Sarrazin en Trish van Devere - speelt echter bijzonder zwak. Juist hun rollen boden alle perspectieven, maar beiden zijn er niet in geslaagd om nu net dat raffine ment er tegen aan te gooien. En dat is eigenlijk wel het man co van deze film: het is allemaal wat te simpel. Geraffineerd zijn is het motto van een zakkenroller (deze film gaat over niets anders) en dat moet dan natuurlijk wel naar voren ko men, ook al speel je de amateur. Het gegeven is niet slecht, dus daar ligt het ook niet aan. Maar om kort te zijn: Een aanstaand zakkenroller en een „liefhebber" sluiten zich aan bij een vermaard duo om samen „zaken" te doen. Er loopt in den beginne natuurlijk het een en ander spaak, maar allengs worden de amateurs gevonden. Alles Is toch gedoemd te mis lukken, want eerSt wordt de oude meester gepakt, terwijl daarna de chef zich opoffert ten koste van de jongere genera tie. Die jongere generatie blijft achter, wetend dat ze het nu zelf moeten gaan maken. Dat hadden ze echter in de film al lang moeten doen, maar daar hadden we het al over. Boeiend politie verhaal LIDO - In de nieuwe film van Sidney Poitier, die weer de rol vervult van luitenant Tibbs, wordt een langzamer hand bekend gegeven ge bruikt. Tibbs, die zelf bij de moord-brigade is onderge bracht, komt in aanraking met de niets en niemand ont ziende handelaren in ver dovende middelen. Zes jongelui, die allen vrienden of familieleden hebben verloren aan de drugs, willen op eigen houtje, de topmensen achter de schermen aan de politie uitleveren. Zij zien echter na enige verwikkelingen in dat het niet zonder hulp kan. Zij proberen Tibbs in te schakelen. Deze doet pas na lang aarzelen mee. Er ontstaat een echt politie-verhaal, dat men 's avonds met een beetje goede wil van de omroepen ook op de televisie zou kunnen zien. Het enige verschil zit hierin, dat de karakters wat nader omschreven worden en dat het verhaal ondanks zijn lengte geen snelheid verliest. Men blijft van het begin tot het einde geboeid. Wil men een logisch in elkaar zittend ver haal zien dan is deze film zeker aan te raden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 3