OP
ZICHT
Altijd weer nieuwe
dosisenthousiasme
„Les frères Jaques
kunst
e U
D
Rob van
Houten
met zijn
„Funhouse
Revue"
terug in
Leiden
PAGINA 5 ZATERDAG 3 NOVEMBER 1973
.LEIDSE COURANT
I
O
m
t
LEIDEN In maart van dit
jaar vestigden wij op deze
pagina de aandacht op de
„Funhouse Revue" in ver
band met een voorstelling
hiervan, die enkele dagen
daarna in het Rijnlands
Lyceum gegeven zou wor
den. Het was waarschijn
lijk vergeefse moeite, want
maar een kleine groep
mensen was die bewuste
avond in de aula van het
Rijnlands aanwezig. Als
het cliché „de thuisblijvers
hebben wat gemist" echter
ooit van toepassing is ge
weest, dan was het toen.
De dolle, dwaze capriolen
van Rob van Houten en
zijn mensen zorgden voor
een avond die een waarlijk
hoogtepunt, misschien zelfs
wel het hoogtepunt van het j
Leidse seizoen is geworden
en de weinigen die die I
avond de tocht naar Oegst-
geest hadden ondernomen,
hebben op een dergelijke
niet mis te verstane ma
nier van hun enthousiasme
blijk gegeven, dat nog die
zelfde avond werd besloten
het Leidse publiek nog één
kans te geven met dit I
grandioze theaterspektakel
kennis te maken. Als ge
volg daarvan komt de
„Funhouse Revue" nu we
derom naar Leiden, weder
om in het Rijnlands Ly
ceum, en wel op zaterdag
10 november. Laten we ho
pen dat de avond nu gun
stiger gekozen is (de vori
ge voorstelling was op een
woensdagavond en in een
tijd dat het seizoen al zo'n
beetje op zijn achterste
benen liep), want een volle
zaal is deze voorstelling
absoluut waard.
Wat is precies de „Funhouse
Revue"? Weinig vragen
zijn zo moeilijk te beant
woorden. Het komt in ieder
geval neer op een waanzin-
nig gek geheel van zang,
dans, mime, marionetten
theater, muziek, cabaret
en nog een aantal zaken
meer. De motor van deze
kolderzolder is de mime-
speler Rob van Houten (die
in vele creaties te zien is)
en de regie berust bij Leen
Jongewaard. Daarnaast
kunt u nog genieten van
het werk van choreograaf
Barrie Stevens, die behalve
een perfect danser ook een
meester van de travestie
is.
Van de overige medewerken
den worden de meest op
vallende prestaties gele
verd door: Annelies Bal-
han, die niet alleen enkele
verrukkelijke staaltjes van
danskunst weggeeft, maar
bovendien net die „tic"
heeft die nodig is om een
volle zaal de slappe lach te
bezorgen; Dolly Vonk, die
op een ongelooflijke ma
nier weet te persifleren, en
Cor Beuskens, die over het
toneel rondloopt als de
dommekracht, die eigen
lijk achter de schermen
thuishoort, maar die in fei
te de grootste droog-ko-
miek van de hele troep is.
Paul Korenhof.
WASSENAAR Tot 10 no
vember a.s. is in de Openba
re Galeriebibliotheek te Was
senaar Luifelbaan werk
te zien van de jonge schilder
Bart de Graaf.
Deze kunstenaar hanteert
reeds een eigen stijl. Zijn
vormen zijn lang niet altijd
aangepast aan de schoon
heidsnormen, die het grote
publiek aanlegt,' maar het
werk is geschilderd in een
zeer persoonlijke toets en
vanuit een even persoonlijk
gezichtspunt. Men zoekt dan
naar parallelen en op het
eerste gezicht denkt de kij
ker dan aan Klee of uit de
verte naar Picasso .soms
min of meer aan Rouault
wat de techniek betreft.
Maar al dieze vergelijkingen
gaan toch mank. Het wezen
van de Graafs werk is daar-
Brutaal
kleur
gebruik
van De
Graaf
Hij schildert zijn sujetten,
bloemen en andere voorwer
pen niet in de geijkte vor
men en voorstellingen. Zijn
voor toch te persoonlijk,
kleurgebruik is zeer brutaal
tot een soms overmatig bont
geheel gebundeld. De gezich
ten van zijn sujetten zijn
fantastisch en veelal bij het
„wanstaltige" af en ik kan
me dan ook voorstellen dat
zeker niet elke kijker ge
neigd zal zijn dat te accepte
ren omdat het te indringend
persoonlijk is.
De Graaf gebruikt zware felle
kleuren en sterke contouren.
Slechts een enkele maal
wijkt hij af van het wilde
gamma, b.v. in een tweetal
stillevens met flessen. Titels
geeft hij zijn werk niet mee,
zelfs niet aan de abstracties.
Een ieder ziet daar dus in
wat hij wil. Maar het zal ze
ker niet iedere kijker (di
rect) aanspreken.
WILLEM PRINS
WASSENAAR In Galerie
Heuff aan de Hoflaan 7 in
Wassenaar-Dorp exposeert tot
10 november a.s. de Voorscho-
tense schilderes Jopie Miiller-
Limburg een aantal zeer
fraaie bloemschilderingen,
meest in aquarel, maar ook in
olie en in gemengde techniek
van waterverf en waskrijt.
Het eerste dat opvalt is de ge
raffineerde nuancering van de
kleuren. Waar de thans bij
Heuff hangende collectie voor
het grootste deel in wit is uit
gevoerd d.w.z. het hoofdthe
ma komt dat wel zeer bij
zonder naar voren, omdat de
verschillende tonen in wit zo
bijzonder moeilijk zijn te
nuanceren. Mevr. Müller be
heerst de moeilijke aquarel
leerkunst terdege en juist voor
de weergave van bloemen is
dat van primair belang voor
Gedegen
bloem
schilder-
kunst
bij Heuff
zwaardere rood haar weg niet
het uiteindelijke resultaat.
Gaat mijn persoonlijke voorkeur
op deze tentoonstelling dan uit
naar de schilderijen in lichte
kleuren, dat wil niet zeggen
dat zij onder meer in het veel
weet te vinden. Ook in deze
kleurslag produceert zij op-
merelijk werk.
Resulterend: Mooi, vrouwelijk
en gedegen werk. Probleem
loos, dus direct aanspreekbaar
en bovenal sierlijk. Dat alles
bijeen maakt het oeuvre van
deze schilderes uitermate aan
trekkelijk.
Tegelijkertijd exposeert de kera
miste Henny Radijs mooie va
zen en standobjekten
welgeslaagde vrije
Het werk heeft over het alge
meen ook mooie glazuren. En
dat alles zowel in het noi
maal-grote werk als in he
kleine tot piepkleine spul. Eer
lijk werk in die zin, dat een
vaas ook een vaas is, als de
lezer begrijpt wat ik bedoel.
WILLEM PRINS
In deze rubriek wordt de
lezer de gelegenheid ge
boden te weten te komen
welke "curiosa" hij be
zit. iHertoe hoeft hij al
leen een beschrijving
van een bepaald voor
werp en eventueel een
foto te sturen naar: Ver
trouwd met Oud. Redac
tie Leidse Courant, Kort
Rapenburg 2, Leiden.
De voorwerpen zullen
dan door een deskundige
worden bekeken en in
deze rubriek worden be
handeld.
VAAS VAN
HYALIETGLAS
IIIIM
D
LEIDEN Aanstaande maan
dag vindt in de Stadsgehoorzaal
u&er het jaarlijkse dansfestival
plaats, dat onder de naam „Fée-
rie Africaine" inmiddels een
vaste plaats heeft veroverd op
onze vaderlandse theateragen
da's. Blijkens de grote belang
stelling voor deze tournee heeft
de Nederlandse liefhebber van
Afrikaanse folklore zijn verzadi
gingspunt echter nog lang niet
bereikt en in Senegal, waar de
ze groep vandaan komt, wordt
de jaarlijkse reis naar West-
Europa gezien als een belang
rijk stuk public relations. Ook
dit jaar wordt de opbouw van
het programma weerr bepaald
dooo een grote diversiteit van
onderwerpen en thema's en is
men er weer in geslaagd een
bijzonder afwisselend program
ma samen te stellen.
Deze vaas is gemaakt van
zwart glas en in goud is er
een wijnrankenmotief opge-
schilderd. Waarschijnlijk
heeft hij tot een stel behoord
dat op een schoorstenmantel
een klok flankeerde. Hij da- yy
van rond 1870 en
warschijnlijk in Duitsland
vervaardigd. In de 18e eeuw
hadden Engeland en Ierland
op het gebied van glas en
kristal het monopolie in Eu-
ropa, maar in het begin van
de 19e eeuw wordt dit over-
genomen door Bohemen en
Wenen. Dik, geslepen en ge
kleurd of beschilderd glas
komen in de mode. Nieuwe
materialen en vormen raken
in gebruik en men gaat weer ouderwetse, bijna vergeten
technieken toepassen. Portretten zijn in die tijd zeer geliefd,
men graveert of schildert ze in op op de glazen of men
brengt in het glas beschilderde porseleinen medaillons aan.
Vaak zijn de portretten in silhouet uitgevoerd. Soms wordt
het glas gedecoreerd door bladgoud tussen twee precies in el
kaar passende glazen aan te brengen. Dit wordt „Zwischen-
goldglas" genoemd. Vanuit de wereld van de porseleinschil
ders komt het idee ook gis met de doorschijnende emailver
ven te beschilderen. Veelal past men dit toe op zgn "Ranftbe-
cher", d.z. cylindervormige glazen (van boven iets breder
dan aan de onderkant) op een - 1 cm. dikke voet met gekar
telde rand. Van 1820—1870 experimenteert men veel met ge
kleurd glas. O.a. de Duitser F. Egermann heeft zich hier veel
mee bezig gehouden. Het door hem uitgevonden gekleurde
glas noemde hij lityhyalin. Het had allerlei kleuren, soms lie
pen zij door elkaar zodat men een marmer effect krijgt. Ook
iracht men d.m.v. glas edel- of halfedelstenen na te bootsen.
Een ander die gekleurd glas fabriceerde was G. F. A. Lon-
gueval, graaf de Buquoy. Hij maakte het zegellakrode of
zwarte hyalith glas.
Dit glas wordi vaak gedecoreerd door eerst verschillende lagen
op elkaar te kitten en er dan vervolgens een versiering in te
slijpen. Het resultaat lijkt enigszins op een cumec. Als er
maar twee gekleurde lagen zijn heet dit glas „uberfang of be-
vungglas", zijn er meerdere lagen dan heet deze techniek
"doublereb".
De vaas op de foto is "koud" beschilderd. Het zwarte glas is
zeer kostbaar, de waarde van de vaas ligt rond de 1000,-
VAAS MET
ORMOLUMONTUUR
Deze vaas dateert eveneens uit
de tweede helft van de ne
gentiende eeuw. Het is een
blauw porseleinen vaas met
ormolu georneerd. Het mon
tuur vertoont een mengeling
van renaissance en Louis XVI
ornamenten. De vaas is on
gemerkt en dus niet in de
beroemde, Franse fabriek Sè
vres gemaakt, maar door
een konkurrent. Hij is waar
schijnlijk wel Frans.
Men krijgt in de 2e helft van
de vorige eeuw een voorlief
de om dergelijke vazen van
een verguld bronzen montuur
te voorzien. Zowel Europese
als Chinese vazen en potten
worden op een dergelijke
manier "verfraaid". Hoewel
deze vazen ook zonder bloe
men te pronk gesteld wer-
dem, zijn er waar men meta
len bloemen in gemonteerd
heeft.
Sommige zijn tevens kandelaars. In later tijd heeft men vaak
de kaarsen door elektrjese peren vervangen, er ontstaat
dan een zeer bizar geheel. De waarde van deze vaas is 750,-
LEIDEN De aankondiging dat „Les Frè
res Jacques" vrijdag 9 november in de
Stadsgehoorzaal optreden, behoeft eigenlijk
geen verder toelichting meer. Nadat zij nu
29 jaar lang hebben bewezen, dat ook op
dit gebied vakmanschap waarlijk meester
schap is, zou alleen het noemen van de
naam al voldoende moeten zijn om alle
liefhebbers naar hun optreden toe te trek
ken.
In 1944 kwamen zij voor het eerst in de pu
bliciteit: de advocaat André Bellec, de
kunstschilder en trompettist Georges Bel
lec en Paul Tourenne, beambte bij de
Franse posterijen en amateur-dirigent van
koren en orkesten. Al kort daarna voegde
zich als vierde man Fran-oise Soubeyran
bij hen, van huis uit een pottenbakker, die
met een studiebeurs naar Parijs gekomen
Het grote geheim van ..Les Frères Jacques"
is waarschijnlijk dat zij altijd hebben
geaarzeld om full-time artiesten te worden.
Hun voorstellingen beperkten zich tot een
deel van het jaar en de gevolgen hiervan
waren tweeledig: door in feite ieder Jaar
opnieuw te beginnen met een eveneens
nieuwe dosis enthousiasme vermeden zij
de gevaarlijke sleur van de routine en wis
ten zij bovendien te voorkomen, dat zij op
elkaar uitgekeken raakten. Het gevolg
hiervan is, dat zij in hun presentatie een
discipline aan de dag weten te leggen, die
in de kleinkunstwereld bijna spreekwoorde
lijk is geworden.
Paul Korenhof