Achter het bord heb
ik geen vrienden
Ard Schenk staat voor laatste seizoen
Puitenkopper
Puttemans is
niet meer zo
verlegen en
bescheiden
„Ik ivil niet pezien
worden ah zwarte
schaap wat niet
voldoende verdient
Dammen grote hobb y blinde Nelis Kaffa ---
Noteer bij de radio
SATERDAG 27 OKTOBER 1973
LEIDSE COURANT
pagina 9
tLKMAAR - Dit seizoen zal het laatste zijn
Ard Schenk. Nog een jaar zal de
chaatsgrootmeester als wedstrijdrijder te
zijn op de ijsbanen, dan is het afgelo-
De successen die Ard Schenk in zijn
iroateurtijd heeft behaald, hebben hem al
anger op de schaats gehouden dan hij zelf
ad gewild. „In 1972 is dat gevoel al geko-
n. Het meemaken van de voorbereiding
t de grote toernooien was al bekend. Er zat
ten opwinding meer in de binding die je
net het schaatsen had. Daarom werd je ge-
ioon brut&'er. Je gooide er soms met de pet
aar en toch lukte het. Daarom kon je er
at naast gaan doen en dat bracht de
panning terug".
laatste jaar dat Ard Schenk zal slijten
iij de WISO. de nieuwe schaatsprof organi-
atie. Toch ziet ook hij, net als amateur-
oach Leen Pfrommer, nog steeds tekortko
mingen bij de WISO. 0"er het verwijt dat
'frommer de WISO maakte, dat zij slechts
50.00 0 gulden zou hebben en dat zij daarmee
ik tekort zou hebben, zegt hij o.a. „Dat
ik wel met Leen Pfrommer eens, maar
jij werken ook economischer. Wij werken
omers minder optimaal. Wij hebben een
rainingskamp van veertien dagen en begin-
'an aan het wedstrijdcircuit. Voor de
lubbele groep hebben wij niet het dubbele
•eld nodig. Ik dacht met drie ton een be-
ioorlijk eind te komen. Het is een organisa-
ie die niet op winst behoeft te draaien,
naar drie ton is nodig om de klap te kunnen
pvanger.".
,ln de periode van de K.N.S.B. was het bed-
e gespreid. Alles werd geregeld. Bij de
irofs is het metier harder, je moet zelf je
ickets bestellen. Maar dat heb je in het
«ielrennen ook. Je moet knokken voor de
[enten op een heel andere basis, maar die
indere instelling hoeft niet ten koste te gaan
de prestaties,
k heb er geen moeilijkheden mee. Ik had
bij de amateurs gezien. Het bracht geen
winst meer. Door alle verwikkelingen sta ik
er nu niet meer zo tegenover, als een paar
jaar terug. Er zijn mensen gebelgd, maar de
kritiek is niet altijd gerechtvaardigd. Ook de
kritiek van Hennie Roos is niet eerlijk. Hij
heeft zijn positie verworven dank zij Neder
land als schaatsnatie. Zijn kritiek is niet ge
grond, ik had meer begrip verwacht. Het wel
of niet doorgaan van het profschaatsen is ne
gatief voor de rijder. Er komt echter ook
routine bij. Natuurlijk sta je niet in de zo
mer van je carrière. Misschien zijn we vol
gend jaar wel aan vervangen toe. De WISO
zal moeten starten met een aantal nieuwe
mensen, maar waar haal je het geld van
daan. Claesson vraagt al een ton. De rijders
hebben ook een bepaalde reserve in acht ge
nomen, omdat ze belazerd zijn door de ISSL
maar je hebt nu eenmaal die stap genomen.
Er waren er altijd, die zeiden: wat moeten
we nu?". Straks kunnen we niet meer
schaatsenrijden nu wordt er echter al niet
meer gesproken over geld, aan wat we moe
ten verdienen".
Ard Schenk maakt zich overigens niet druk
dat het Nederlandse schaatspubliek zich
weer zal gaan bezig houden met het vergelij
ken van tijden. Ard Schenk: „Kees Verkerk,
Jan Bols en ik, zouden met goede mogelijk
heden in de kernploeg hebben gestaan. In
het wielrennen is het echter ook zo, dat de
amateurs de profs wegrijden.
In vergelijkingen van prestaties geloof ik
niet. Maar vorig jaar waren de profs toch de
snelsten. Als het nu niet lukt zal alles echter
ter ziele gaan". Aan het feit dat de mensen
voortdurend over geld praten, stoort Ard
Schenk zich niet: ..Abe Lenstra kluift nu ook
zijn handen af. dat Cruyff drie miljoen pakt.
Twintig jaar geleden was er ook geen over
bevolking. Nu word je opgepakt op flats. Jan
Derksen is nu nog een nakomer. Over een
paar jaar pakt hij misschien meer dan ik
ooit bij elkaar heb gezien".
Voor Ard Schenk hoeft het schaatsen niet
meer zo: „Ik was er van de zomer doorheen,
ik had het gezien. Je doet het al zo lang - de
hele entourage doet je niks meer. Die kritiek
en die roddel over geld. Ik dacht eerst. Hou
het maar, ik ben niet met het schaatsen ge
trouwd. Ik heb succes genoeg gehad".
Ard Schenk ging echter toch overstag. „Ik
hoor de mensen zeggen: wat moet ik nu als
het schaatsen voorbij is? Voor mij was het
geen probleem. Lukte het niet dan is het
voorbij, maar er zijn mensen, die Schenk
dan zouden zien als het zwarte schaap, dat
niet genoeg geld kan verdienen.
Om gods wil wil ik dan nog een jaar mee
gaan, om er wat van te maken. Ik zet me er
nu voor in. De mensen geven hun eigen tijd
zij zeggen: we zijn voor jullie aan de gang.
Als woordvoerder heb ik vaak gehoord: het
is een organisatie van Ard Schenk - daarom
heb ik me er de hele zomer niet mee be
moeid. Ik heb gezegd: ik hoor het wel als er
wat nieuws is. Ik had geen zin om mijn
energie eraan te geven. Ik zit niet om pu
bliek en het schaatsen verlegen. Voor mij
staat nu primair, of er nog geschaatst wordt
of niet en daarbij vrees ik de confrontaties
met de amateurs niet. Er komt gewoon een
nieuwe generatie die weer beter is. Dat zie
ik als een normaal verschijnsel net zoals het
ouder worden".
Overigens zal Ard Schenk dit jaar niet ge
dwongen zijn om op de schaats te staan van
wege contractuele verplichtingen met Adi
das.
Hij zegt: „De mogelijkheden zijn alleen gro-
tef als ik op schaatsen sta. Wanneer ik niet
schaats blijft men wel schaatsen verkopen
onder de naam van Ard Schenk: „Ard
Schenk die dit seizoen voor het laatst op de
smalle ijzers staat. Schenk: „Met een mini
mum aan inzet heb ik het maximum bereikt.
Echt dit is het laatste jaar".
TON DE WIT
Sportbrief
uit Brussel
door
Jan Wintraecken
fog een seizoen bindt Ard Schenk de smalle ijzers onder. Dan is het genoeg geweest. Met een
bereikt. Nu is het echt genoeg".
inzet heb ik het maximum
Schenks nationale bekendheid leidde tot talrijke invitaties. Zo
opende hij zaken, trad op als commentator, speelde in orkest
jes, kwam uit in voetbalwedstrijden en beklom racefietsen.
Ook dat zal minder worden.
DEN HAAG - In de publieksruimte van het wereldkampioenschap
dammen volgt Nelis Kaffa met gespannen aandacht de strijd tussen
Ton Sijbrands en Andris Andreiko. Vooraan aan een tafeltje gezeten
luistert hij, het hoofd een tikkeltje schuin omhoog geheven, zijn ge
zicht een en al concentratie, naar de explicatie van Harm Wiersma
en Ed Holstvoogd. Voor hem staat zijn dambord, speciaal voor hem
geconstrueerd. De witte velden liggen hoger dan de zwarte, de
zwarte schijven hebben aan de bovenkant een knop. Onophoudelijk
dwaalt de linkerhand van Nelis Kaffa over het bord, verzet hier en
daar een steen, en verzinkt weer in zijn gespannen gedachte. Nelis
Kaffa is blind.
)e man die in 1967 en 1970 de ti- te vinden. „Ik vind dat ze erg
tel veroverde op het nationaal mooie partijen spelen" zegt hij,
blindenkampioenschap is bijna „alleen is het wel jammer dat
elke dag in het congresgebouw ze steeds zo snel remise accep-
Nelis Kaffa heeft ondanks zijn blindheid de faam verworven een
moeilijk te kloppen tegenstander te zijn. Veel dammers die hem
onderschatten of uit medelijden minder geconcentreerd tegen hem
speelden zijn nu wel wijzer.
teren. Je moet vechten tot je
erbij neervalt".
Dat doorgaan tot het uiterste Is
een van de karaktereigenschap
pen van Nelis Kaffa. Het is
mede daarom dat hij in Den
Haag, maar ook in heel Neder
land, de naam verworven heeft
een moeilijk verslaanbare te
genstander te zijn. „Laten we
de zaak maar heel eerlijk bekij
ken. ik zie niets. De eerste
reactie die dat bij de mensen
opwekt is er een van medelij
den. In de trant van laten we
tegen die arme man maar niet
voluit spelen".
Diegenen die die fout maakten
zijn door bittere ervaring wel
wijzer geworden. „Achter het
dambord heb ik geen vrienden",
zegt Kaffa dan ook. „Als ik te
genover iemand zit, dan ga Ik
tot het uiterste. Ik wil laten
zien, dat ik ondanks mijn handi
cap net zo veel waard ben als
de anderen. Als je dat niet doet
krijg je misschien alleen maar
last van een minderwaardig
heidscomplex en daar heb ik
een verschrikkelijke hekel aan".
Interesse
Nelis Kaffa damt sinds «en jaar
of vijftien. „Ik kreeg eens een
pakketje van het Rode Kruis en
daar zat toen ook een damspel
letje in. Ik merkte dat het spel
me interesseerde en ben toen
doorgegaan. Maar omdat ik
steeds verloor toen Ik tegen be
tere dammers ging spelen, wil
de ik zelf steeds meer leren".
Momenteel speelt Nelis Kaffa aan
het vierde bord van het eerste
tiental van damvereniging
GONA, die uitkomt in de Pro
vinciale hoofdklasse. Ondanks
het feit dat hij zegt niet snel te
kunnen spelen, overkomt het
Nelis Kaffa toch maar zelden
dat hij in tijdnood verkeert. „Ik
heb een speciale manier van
spelen uitgedacht" vertelt hij,
„daardoor is het mogelijk dat ik
ook in de tijd van de tegenstan
der kan denken. Maar vooral
bij deze tweekamp kan ik als er
snel gezet wordt het spel niet
meer helemaal volgen. Dan
moet er iemand zijn die de zet-
r me voorleest. En ik zie
een combinatie ook niet zo erg
snel." Gaat hij verder: „Zo kon
het van de week gebeuren dat
ik ineens hardop zeg. en op dat
moment was het natuurlijk in
de zaal weer doodstil, he. An
dreiko kan een schijf winnen.
Bleek het een combinatie te
zijn, waarbij Sijbrands een stuk
beter zou komen te staan. Ie
dereen barstte prompt in lachen
uit en echt, op dat moment had
ik wel door de grond willen zak
ken".
Remise
Tijdens dit wereldkampioenschap
is voor de Nederlandse blinde
dammers door het organisatie
comité ook een simultaan
seance tegen Koeperman op
touw gezet. Nelis Kaffa was de
enige die tot twee maal toe re
mise uit het vuur wist te slepen.
En hoe een fanatiek dammer
Nelis Kaffa ook is, dit hele toer
nooi haalt het voor hem bij ver
re niet bij het blindenkampioen
schap. De laatste twee jaar
miste hij net de titel. „Hoe dat
komt? Wel ik maakte een pun
tje te weinig" zegt hij lachend.
En dan plotseling serieus: ,,I<
kreeg aan het einde van het
toernooi met een inzinking te
kampen. Wij moesten per dag
twee partijen spelen, zaten
soms zeven tot acht uur per dag
achter het bord. En dat was te
veel. Op het laatst had ik hele
maal geen gevoel meer in mijn
handen, ik kon geen schijf meer
zien. De omstandigheden waar
onder wij moesten spelen zijn
ook de reden van diverse klach
ten geweest. Als Sijbrands en
Andreika twee partijtjes per
dag moesten spelen, zouden zij
er ook snel hun buik vol van
hebben".
Dan zwijgt Nelis Kaffa, laat zich
dan ontvallen dat hij voorzitter
Vink van RDG dankbaar is voor
het dagelijks vervoer, en richt
zijn aandacht weer op het bord.
Bij het overeenkomen van de
zoveelste remise kan ook hij
zijn teleurstelling niet verber
gen.
PAUL HOVIUS
i zijn ogen blonk een
d," Lmdan. Si 'ro
mans is een vermaarde bibvorsenjager of puitenbopper. ZiIn vrouw
tje Germaine braadt de bibberbillen in een g,et„zeren panI m boe-
renboter. Er bomt meteen een soeplepel bno/loob en ater een snul/
ie meel en peper bij. Vlak voor het opdienen een scheut armagnac
om de van huis uit bille en slappe bil wat vuur en %,a' '^e,d te
schenken "Wc eten ze met een homp brood en als ge blijft, eet ge
mee Hei is met de koffie met room mee eenprachtig ontbijt. Ger-
maineke drie tassen en drie teloren. We hebben de vroegste gast
van ons leven en het is 'n Hollander en die hebben honger
Milleke Puttemans, de gardenier van Vossem, is zo braaf, zo verle
gen en bescheiden niet meer. Hij gaat zijn gang. loopt z n baantjes
en vangt veel blauwe briefjes. Dat is geen geheim. Hij heeft een
knusvillaatje gebouwd en er alle mogelijke gemakken in geborgen.
Germaineke waart er rond als een prinses in haar poppenhuisje.
Miel is zo mager als een lat. Hij staat zo scherp als een scheermes
je. In z'n muizengezicht blinken vriendelijk zijn ogen maar in hel
hart van de blauwe pupillen straalt ook een nieuwe zakelijkheid.
Milleke is reeds door het leven gegrepen en getekend ook. Edmond
"mon" van Eynde, docent aan het instituut lichamelijke opvoeding
van de Leuvense universiteit is zijn trainer en Marcel Moutin zijn
manager.
Nu moet ge weten dat Miel oorspronkelijk lid was van een Brusselse
atletiekclub waar hij niets meer bij kon leren. Miel wilde naar Da
ring Leuven, naar Mon van Eynde en naar de totale accommodatie
van de Leuvense universiteit alwaar ook Gaston Roelants thuis en
groot geworden is. Trainen in de zalen, zwemmen in de baden, ra
cen over de banen, eten in de mensa, praten met studenten, gezond
leven in een ideale omgeving en dat alles onder het meesteroog van
Mon van Eynde en toegedekt met de zorg van zeven dii'tisten en
acht gespecialiseerde doktoren. Maar die van Brussel wilden hem
niet laten gaan en vingen hem te pesten aan.
Marcel Mouton. een heerlijke manus van alles, kwam te hulp en na
jaren van touwtrekken en sarren kwam Miel eindelijk te Leuven
aan. Daar groeide hij op en uit tot een van de grootste lopers van
deze tijd. Maar de kwaaie kerels van Brussel zonnen op wraak en
trof/en Miel Puttemans in zijn onmisbare manager Marcel Mouton
die voor Miel een contract had afgesloten voor enkele races in
Zuid-Afrika. Mouton had als voorwarde gesteld dat hij (Mouton)
mede uitgenodigd moest worden en dat Roelants en Puttemans -
die op eikaars zenuwen werken - niet in hetzelfde hotel zouden wor
den ondergebracht. Daarop werd Mouton gegrepen en veroordeeld
tot twee jaar schorsing. Professor Blanpain sprak van een schan
daal. Dezelfde lieden die Mouton veroordeelden hebben de veelbelo
vende 400-meter-man Brydenbach bakken geld geboden om lid van
hun Brusselse club te worden. Dezelfde lieden betalen telkenmale
Roelants en Puttemans dik als ze op hun wedstrijden verschijnen.
De schijnheiligheid is dubbel gedijt (pikante bijzonderheid: toen
professor Blanpain te "rechtzitting" Puttemans in het Nederlands
verdedigde, stond de Francofoon Gaston Re/// eertijds wereldbe
roemd loper, op en verliet de zaal...)
De kikkerbillen smaken verrukkelijk. De koffie is zelfs na een scheut
echte room nog bitter van ingehouden macht. Het brood is hard en
nog warm van de hete bakker, "waarom vraagt Miel. slellen jullie
Robbie Rensenbrink, Pummy Bergholtz en Eddy Koens niet op in
het nationale elftal?" "Om die witte duivels van Jullie tenminste
nog een klein kansje te geven"
"Denk je erover prof te worden?". Miel eet eerst rustig door. Neemt
een slok koffie veegt zijn mond af en zwijgt dan toch nog een hele
tijd. Ja geeft hij eindelijk toe. hij denkt erover Pro], worden bij de
Amerikaan O'Hara die al een ontwerpcontract heeft gestuurd, of
naar het buitenland gaan. Hij weet het allemaal nog nic Imaar hij
denkt er hard over, hij zegt gen kwaad woord van de bestuurders
van de atletiek bond maar als blikken konden doden lagen er nu in
Brussel twee dozijn ochtendlijken verbaasd naar de zoldering te sta
ren. "Ik loop met plezier maar wil met rust gelaten worden. Waar
om werkt Brussel mij tegen?" Hij laat de vraag hangen en wijst
naar buiten naar wat wij een den noemen- "Dat is een picea a
naar huiten naar wat wij een den noemen- "Dat is een picea abies
en die daar dat is een pseudotuga menziesii" zegt hl/ en nu is het
zakelijke weg uit de pupillen. Germaineke legt haar linkerhand op
zijn linkerschouder. Magere Mijleke glimlacht zo breeduit dat hij
vel te kort komt.
Eredivisie
AjaxGo Ahead Eagles
PSV—MVV
FC UtrechtDe Graafschap
Haarlem—Sparta
AZ '67Telstar
Feyenoord—FC Den Haag
NAC—Roda JC
FC TwenteFC Groningen
NECFC Amsterdam
Eerste divisie
Vitesse—FC Dordrecht
VeendamHeracles
PEC Zwolle—SC Cambuur
SVV—Willem II
FC VVV—Excelsior
FC Den Bosch—Volendam
SC Amersfoort—Fortuna VI.
Fortuna SC—Eindhoven
HeerenveenHelmond Sport
WageningenDe Volewijckers
De wedstrijden, aangeduid met komen voor op
het totoformulier.