Herman
Krebbers
GAAT NOOIT
HET PODIUM
OP ZONDER
ZIGH MET
EAU DE COLOGNE
TE
BESPRENKELEN
BLARICUM - Een stenen beeldje met een soort viool
onder de kin, een knerpende oprijlaan omzoomd door
■i stille dennen. Een luxe landhuis in een iets glooiend ga
zon. Lekker ontspannen zit Herman Krebbers, mis-
j schien wel de beroemdste violist van Nederland, be
vriend met groten als David Oistrach en Yehudi Menu-
hin. Later zal hij zeggen: ..Ik heb een harde jeugd ge
had. Praat me er niet van". Een brilletje met halve on
derglaasjes ligt op tafel. Hij geniet van de pauze in
zijn tuin van 3000 vierkante meter, midden in het lande
lijke Blaricum. Dure grond, een kostbare villa, stijlvol
'ingericht. Het resultaat van veertig jaar keihard wer-
ken. Veertig jaar vioolsolist. Hij is nu vijftig; Zijn eer-
ste concert? „Ik weet het nog precies. Het was op 16
november 1933 in gebouw Reehorst te Ede, waar ik
- woonde. Ik speelde het vioolconcert van Rieding en een
sonate van Handel. Het was het gebouw waar ik al van
mijn derde jaar af met mijn vader heen ging.
Herman.Krebbers werd in Hengelo geboren. Zijn va
der en grootvader werkten bij Stork. Kort na zijn
geboorte verhuisde het gezin naar Ede, waar zijn
•■vader bij de Enka ging werken. Vader Krebbers
speelde klarinet en saxofoon in de plaatselijke har-
monie.
..Ik was nog "geen zes toen ik een viool in handen
kreeg. Mijn vader wilde het een beetje forceren in
die richting, omdat iedereen piano ging spelen. Het
.khnkt niet zo leuk. maar een prettige jeugd heb ik
niet gehad. Hoewel mijn ouders er zoveel mogelijk
aan hebben gedaan. Maar de noodzaak om te stude
ren verhinderde een normale jeugd. Aan de andere
kant moet je dat ook weer niet dramatiseren. Ieder
vak heeft een bepaalde druk. Als kind voel je het
niet zo erg. Alleen vond je het verduveld vervelend
om altijd te moeten studeren: voor, tussen en na
schooltijd. Ik heb altijd onder een enorme discipline
moeten leven. Ook toen ik in Amsterdam bij mensen
in huis kwam. Ik heb er altijd voor op moeten pas
sen dat niet op anderen over te brengen. Anderzijds
fzou ik me mijn leven niet kunnen voorstellen zonder
een enorme orde en een enorm verantwoordelijk
heidsgevoel. Zonder dat zou ik het nooit zover ge
bracht hebben. Je moet een zeer geordende geest
hebben om zoveel dingen tegelijk te doen als ik doe.
Ik heb me nooit gespecialiseerd. Ben nooit alleen
violist, alleen concertmeester of alleen pedagoog ge-
..Dat eerste optreden als jongetje van tien was iets
sensationeels. Het had een sneeuwbaleffect. Eerst
speelde ik veel op avonden voor leerlingen van het
fox*'-?
.fr'.
Ji*"
Vroeg met de auto op weg en vaak diep in de nacht pas thuis.
lyceum. Toen kwam al gauw het optreden met Van
Beinum, Mengelberg in Amsterdam, in Den Haag,
op Kurhausconcertën. Dan moet je. je waar maken.
Je bent geëxcuseerd als je jong bent, maar als je de
leeftijd nigt meer mee hebt n-.oet je jezelf waarma
ken. Dat kon door die discipline. Maar je moet er
ook van bezeten zijn. Nooit moet je iets teveel zijn.
Eigenlijk moet'je een geweldige fanaticus zijn. Ik
heb een drang naar perfectionisme en dat maakt me
fanatiek. Je wilt altijd doorgaan. Nooit voel je je be
vredigd. Ik ben niet ongelukkig, maar tevreden ben
ik' nooit. Je bent nooit volmaakt. Je kunt alleen stre
ven naar volmaaktheid".
Kunt u het van u afgooien?
,.Ja en nee. Ik kan goed relaxen. Ik zorg voor een
goeie vakantie. Ik hou niet van drukte. Daarom blijf
ik vaak thuis. In wezen heb ik niets van een artiest.
Ik ben zeer huiselijk en zeer op vrouw en kinderen
gesteld. Ook mijn geordende geest wordt niet verwe
ven met de artiest. Ik kan niet werken in een rom
melige kamer. Ik moet niet hoeven zoeken. Orde.
discipline en verantwoordelijkheidsgevoel houden ook
in: wat over hebben voor je fans. Alle briefjes en
verzoeken om foto's worden met grote zorg beant
woord. Het publiek is een belangrijk onderdeel van
het beroep. Als het publiek weg was gebleven was ik
nu geen veertig jaar solist geweest. Ik ben aan dat
publiek wat verplicht. Dat is ook de reden geweest
dat ik nooit uit Holland ben weggegaan. Ik had een
mooie aanbieding uit Amerika. Maar ik had geen be
hoefte aan nog meer luxe. Moet je het land dat je
groot heeft gemaakt de rug toe keren?
Geduld
„Ook na een concert heb je verplichtingen. Dan
schieten een paar ouders je aan. We hebben zo'n ta
lentvol meisje. Kan dat geen les van u krijgen. Dan
kom je net van het podium. Doodmoe, bezweet. Als
ergens je gedachten niet naar staan is 't dat meis
je. Maar dan denk ik: die mensen zijn bezig met
hun probleem en dan geef ik ze antwoord. Ik hefcr
een groot geduld, Mijn leerlingen staan me soms
aan te kijken met een gezicht van: meneer Kreb
bers, dat je niet van je stoel ploft van kwaadheid. Ik
realiseer me altijd dat ik met mensen werk die min
der begaafd zijn. Met talenten werken is niet zo
moeilijk".
U hebt als pedagoog school gemaakt?
„Ja. maar ik heb het in mijn schoot geworpen ge
kregen door het tragische feit dat mijn leraar me
neer Oscar Back kwam te overlijden. II ij voelde er
voor dat ik zijn werk zou voortzetten. Pedagogie is
geen autobus waar je instapt. Daar behóren vele ja
ren van ondervinding aan vooraf te gaan. Ik geef nu
al een groot deel van mijn leven les. Het zal er wel
op uitdraaien, dat ik op den duur als solist stop om
alleen maar les te geven. Ik wil niet sterven op het
podium in die zin. dat ik van het podium wordt weg
gekeken. Ik wil op niveau afscheid nemen".
I) bent een streng leermeester?
..Ik eis erg veel van mijn leerlingen. Soms wel eens
een beetje te veel. Ik heb ook wel eens kritiek on
dervonden van mensen, die vonden dat ik leerlingen
te vroeg het podium op stuurde. Daar heb ik me
nooit iets van aangetrokken. Circusartiesten worden
ook op jonge leeftijd de arena in geschopt. Het con
certpodium is ook een arena. Het is theater. Mijn le
raar meneer Back zei altijd: denk eraan, dat je al
les geeft, meer als 100 procent, want het publiek
heeft voor jou betaald en ze zijn voor jou het huis
uitgegaan".
U hebt een uitgebreid repertoire. Hebt u maar een
laatje open te trekken om een vioolconcert weer te
kunnen spelen?
Wat je jong leert blijft hangen. Als jongen heb ik
heel wat concerten moeten instuderen. Het wordt
met de week moeilijker. Je eisen stijgen, je verant
woordelijkheid stijgt. En je mag nooit falen. .\ls ik
het Beethovenconcert, wat ik honderden malen heb
gespeeld, weer moet spelen, begin ik eraan alsof het
nieuw voor me is. Als ik tienmaal goed speel praat
niemand erover. Faal ik een keer dan spreekt heel
Nederland erover.
gewo
Eindelijk weer rust
Hebt u vaste
,.Ik wil altijd
de stilte en dl
alleen. Daarii
mij helemaal
een uur van tevoren in de zaal zijn en
sfeer proeven. Dan wil ik een kamertje
i stal ik alles om mij heen, besprenkel
met eau de cologne en begin te stude-
noet. Zo'n gewoonte houdt concentratie
podium op kom is het niet nieuw meer.,
■voelig voor de juiste sfeer. Ik neem al-
koffie en eet vooraf een boterham met
looit warm voor een concert. Ik eis de
want ik ben degeen die het waar moet
ren tot ik op i
in. Als ik het
Ik ben erg gt
tijd een kopj<
kaas. Ik eet r
privileges op.
maken.
Hoe verwerkt u de spanningen van uw beroep?
..Ik heb een verzameling vioolspelende poppen die ik
overal in de wereld verzamel. Wat niemand zal kun
nen geloven: ik kan als een idioot in de tuin bezig
zijn of mijn auto wassen of aan de auto klungelen.
Dan pas ik ook niet op mijn handen. Hoe voorzichti
ger je met je handen bent, hoe eerder er wat mee
gebeurt. We zijn natuurlijk verzekerd, maar er is
een clausule bij. dat je niet mag skiën, zagen, tim
meren, motorrijden. Een doe-het-zelver zou ik nooitr
kunnen worden.
Er zijn solisten die geen hand willen geven vanwege
hun spieren. Ik geef gewoon een stevige hand. Het
gekke is, dat ik al als kind gewend was op die din
gen te letten. Ik mocht geen sport bedrijven. Daar
om mis ik het ook niet. Maar alle sport op de televi
sie verslind ik. Verder heb ik een kranten- en tijd-
schriftenmanie. En ik doe yoga. Wel niet zo intensief
als mijn vriend Menuhin. Ik doe het om in slaap te
kunnen komen en om mijn spieren te trainen".
Aartsengel
Heeft yoga ook iets met uw religieuze gevoelens te
maken?
„Ik geloof van niet. Ik ben niet direkt christelijk,
maar wel religieus. Ik kan me herinneren dat ik als
kind vaak bad. In dat beroep van ons sta je heel
dicht bij het religieuze. Je hoeft niet iedere avond
als een aartsengel te spelen. Maar gevoel en pro
bleem worden samengebundeld. Daar ga je mee het
podium op.
Ik heb op de dag van de begrafenis van mijn moe
der in de Matthaus Passion moeten spelen en toen
mijn vader was overleden stond ik ook op het po
dium. Dan kun je zeggen: waarom doe je dat. De
een zei: die man is gek, de ander: hij is keihard. Ik
geloof dat mijn ouders niet anders gewild hadden en
je kunt er je verdriet in kwijt.
Dat heb ik ook gemerkt als ik op reis was. Twee
jaar geleden was ik twee maanden in Zuid-Amerika.
Toen kreeg ik heimwee. Ik dacht: ik kom nooit
meer thuis. Als je dan gaat spelen raak je het zo
kwijt. Het was een soort gedachten- of gevoelsband
met je gezin, iets wat je oproept door de concentra
tie".
U bent rijk geworden door uw beroep?
„Wat verstaat u onder rijk. Ik moet meer dan 50
procent van mijn inkomen aan de belasting betalen.
Meer dan de helft van mijn concerten speel ik dus
voor de belasting. Ik heb dit fraaie huis en nog een
flat in Amsterdam. Maar ik heb er ontzettend hard
voor moeten werken. De belasting houdt er geen re
kening mee. dat je na een concert in Frankfurt of
Friesland naar huis moet rijden, diep in de nacht in
bed komt en 's morgens om acht uur weer op de re
petitie bij het Concertgebouworkest moet zijn. Ik heb
bij mijn schoonouders ingewoond in een flatje. Als u
het materieel ziet, ja ben ik rijk, maar geen mi^o-
nair.
Aan de andere kant vind ik gezondheid van mijn
vrouw en twee kinderen en van mijzelf veel belang
rijker. Ik ben ontzettend blij dat mijn zoon en doch
ter niet in mijn beroep zijn gegaan. Ik ben rijk met
mijn gezin. Als de gezondheid een van ons in de
steek liet zou u van mij al dat materiële goed mo
gen hebben".
Hoe ondergaat u uw beroemdheid
„Primair ben ik een beetje ijdel. In Zurich riep een
man tegen me: „Hé meneer Krebbers. In Spanje
dook ik in het zwembad en toen ik m'n kop boven
water stak riep iemand: is het lekker meneer Kreb
bers? Dan krijg ik een beetje de pest in. Maar met
een denk ik dan: die man meent het goed, toch ben
ik wel even gechoqueerd. Omgekeerd ben ik bekeu
ringen misgelopen als ik te hard gereden had en de
agent mij herkende: o meneer Krebbers van de tv
gaat u maar door.
Eigenlijk is het eerste antwoord op de vraag
wat het mij doet zo beroemd te zijn: geen
barst".
JOH. M. PAMEIJER