Boswandeling in het heelal
Drie stramme officieren
houden wacht over
verzameling insignes
van p.m.t.-vader
x:ë -ié
„IK BEN
GEEN
MILITARIST,
IK
VERZAMEL
VER
SIERSELEN"
LEIDSE COURANT
Wie eens in het protestant militair tehuis
in Steenwijk komt en de trap op wil, doet
er goed aan dat rustig te doen en zich
daarmee zich een schrik te besparen.
Want in het trappenhuis komt men ineens
oog in oog met drie hoge officieren,
kaarsrecht, onbeweeglijk, met de roerloze
uitdrukking van was op hun gezicht. Ze
zien er indrukwekkend uit met hun forse
gestalte en hun smetteloze uniformen.
Meestal zal de beheerder van het tehuis,
Mac Gordon Guide Van der Pijl (een
naam die klinkt als een hoog militair on
derscheidingsteken), wei waarschuwen.
Hij zal achter de bezoeker aankomen en
een lach nauwelijks onderdrukken als hij
toch een moment van schrik bemerkt. Zo
is hij, Mac Gordon Guide Van der Pijl,
de goedlachse vader van het militair te
huis.
Hij zal schaterend vertellen, dat militai
ren zich soms wezenloos schrikken. Eén
wilde in de houding springen en weghol
len tegelijk. Een ander holde hals over
kop de trappen af of de duivel hem op de
hielen zat. En geloof me, die drie officie
ren doen niets. Het zijn etalagepoppen,
gekleed in militaire uniformen. Hij heeft
ze omdat ze goed passen bij de unieke
verzameling binnen- en buitenlandse mili
taire emblemen en onderscheidingstekens
die Mac Gordon Guide Van der Pijl (nog
één maal die prachtnaam voluit) in de af
gelopen dertig jaar bij elkaar geschreven,
geruild en gekocht heeft.
„Mac" want zo heet hij voor vrouw en
vrienden Van der Pijl zat in de oorlog
in het verzet. Hij was een geoefend inbre
ker, die uitstekend de weg kende in verla
ten Duitse bureaus. „We hadden veel
stempels en papieren nodig. Maar behal
ve stempels en papieren vond je ook wel
eens iets anders. Bijvoorbeeld uniform
stukken en eenmaal een pressepapier, be
staande uit een verzilverde adelaar met
hakenkruis op een marmeren voetje. Zo
pakte je af en toe een stukje mee. In het
begin aarzelend, later gretiger.
In mei 1945 schreef ik een lange brief aan
prins Bernhard, waarin ik hem vroeg om
iets van zijn uniform. Ik was altijd een
enorme fan van de prins. Wat hij alle
maal als prins voor Nederland gedaan
heeft Hij stuurde mij zijn vlieger-
wing en een petembleem. Toen ik vorig
jaar juni op Soestdijk was voor een parti
culier gesprek met de prins wist hij zich
nog te herinneren dat hij dat ooit aan ie
mand gestuurd had. Daarna schreef ik
aan generaal Winkelman, de bevelhebber
van de Nederlandse strijdkrachten in
1940. Van hem kreeg ik zijn officierssa
bel. Door die twee dingen ging mijn ver-
zamelaarsbloed spreken. Vanaf die tijd
maakte ik overal contacten in binnen- en
buitenland. Ik mag wel zeggen over de
hele wereld".
Mc Gordon ontwierp zijn eigen briefpa
pier; zijn naam met daaronder „verza
melaar van militaire decoraties en dis
tinctieven". In het midden een oranje we
reldbol met een verticaal sabel ervoor en
de tekst eronder „honinum distinguit di-
De drie officieren die de wacht houden over Mac's verzameling.
tectum" wat zoveel schijnt te betekenen
als „de mens kenmerkt zich door zijn
liefhebberijen". Rechts de namen van de
begunstigers: prins Bernhard, generaal
Winkelman, generaal Eisenhower en
field-marshall Montgomery.
„Op straat in Breda hield ik een Poolse
militair aan. Ik maakte hem duidelijk dat
ik wat van zijn uniform wilde. Hij haalde
zo zijn emblemen van zijn jas". Hij voer
de correspondentie over de hele wereld.
In de meeste gevallen ontving hij emble
men uit vele landen tot Rusland en
Nieuw-Zeeland toe. De schenkers gaven
hem grif alle informatie die hij wenste.
Bovendien bestuurde hij boeken en docu
mentatiemateriaal. Het resultaat is dat de
goedmoedige p.m.t.-vader geldt als een
van de grootste kenners van militaire em
blemen. Hij weet bijvoorbeeld hoeveel na
maak er in de markt is. Na de oorlog
werden Duitse nazi-emblemen massaal
vernietigd of weggegooid. Nu is er veel
airborne
Mc Gordon Guide van der Pijl bij een deel van zijn collectie.
vraag naar. Om daaraan te voldoen wor
den imitatieemblemen gemaakt. O, Mc
Gordon weet er alles van. „Een NSB-
speldje kostte toen drie kwartjes k een
gulden. Als u nu zegt, hier heb je vijftig
gulden, bezorg me er een, dan zou ik
moeten weigeren. Ik weet niet waar ze te
halen zijn".
Van elk embleem weet hij een geschiede
nis. Het huis hangt vol met emblemen, op
keurige borden geprikt. „En het frappan
te is, dat iedere soldaat die baalt van de
dienst, die emblemen op prijs stelt. Het
geeft een bepaalde sfeer aan het huis".
Moed, en trouw
Wie belangstelling heeft leidt hij rond.
Bel maar op. Hij toont ze allemaal. De
Militaire Willems Orde, die men krijgt
voor moed, beleid en trouw. „Die was in
Indië uitgereikt tijdens de Atjeh-oorlog in
1910. Ik heb hem in 1948 gekregen. Hij
kwam via een erfenis in mijn handen".
Echt interessant wordt het pas als hij de
Indische versie laat zien, die alleen voor
moed en trouw werd uitgereikt, „want
men ging kennelijk van de gedachte uit,
dat men in Indië geen kennis van beleid
had". Tal van onderscheidingen prijken
op zijn borden, meestal via erfenissen in
zijn bezit gekomen: het oorlogsherinne-
ringskruis, de bronzen leeuw, Let kruis
van orde en vrede, het kruis van vrijheid
en recht, de herinneringsmedaille aan de
oorlog op de Grebbeberg, waarvan er
maar vijf bekend zijn. Er zijn ook een
paar verzetskruizen uitgereikt in 1940
1941, „maar die kan ik met de beste wil
van de wereld niet te pakken krijgen".
Zijn pronkstukken zijn de emblemen, die
tussen 1945 en 1950 in Indonesië door de
soldaten zelf werden ontworpen. „Ze ge
bruikten van allerlei materialen: stof,
metaal, er is er zelfs een van een stukje
grammofoonplaat bij".
„U zou misschien denken dat ik een vol
bloed militarist ben", zegt Mac van der
Pijl. „Maar dat is niet zo. Ik heb veel te
goed meegemaakt wat het militairisme
voor betekenis kan hebben. Ik verzamel
dan ook geen wapenen, maar versierse
len".
Wat denkt een man als hij nu van het af
schaffen van de groetplicht. „Dat staat
natuurlijk buiten de verzameling. Maar ik
wil het wel zeggen. Dienstplichtige mili
tairen hebben geen gevoel meer voor de
tradities van het leger als vlaghijsen,
vaandelwacht, parades.' Dat zegt die jon
gens niks meer. Dat is hen niet kwalijk te
nemen. Zij hebben nooit beseft wat het is
als je die dingen niet meer hebt. Wij als
ouderen, die 194045 hebben meege
maakt, weten hoe blij je kon zijn met een
stukje rood-wit-blauwe stof. Je riskeerde
een pak slaag of erger als je een uitge
zaagd dubbeltje op je jas droeg. De solda
ten worden te weinig voorgelicht over de
tradities in het Nederlandse leger. Het
frappante is, dat de jongens wel degelijk
belangstelling hebben als ik hen vertel
over de emblemen en hun herkomst".
Die belangstelling manifesteert zich van
hoog tot laag. Toen in 1971 generaal-ma-
joor Tmelink, commandant van de Ko
ninklijke Marechaussee, met pensioen
ging, kreeg Van der Pijl zijn uniform. In
die zelfde periode ontving hij het uniform
van een eerste luitenant cavalerie en het
uniform van een luitenant-kolonel. Die
hang je niet aan de muur. Daarom kocht
hij drie etalagepoppen en die aangeklede
poppen houden nu de wacht in het trap
penhuis, waar ook de borden met decora
ties en distinctieven hangen.
Het zijn drie strenge heren, maar ze doen
geen mond open. Geen wonder dat som
mige baldadige soldaten hun kans schoon
zien en eindelijk de rollen eens om
draaien tegen hun zwijgende meerderen.
Dat kan allemaal in dit militaire tehuis
van Steenwijk. JOHN PAMEIJER
Jupiter, die men bij Hooghalen in het bos tegen kan komen. 12 manen, maximum temperatuur 140
graden onder nul, 318 maal groter dan de aarde.
Het Melkwegpad.
Van een onzer verslaggevers
Wandelen door het bos. Een
mooi bos, de boswachterij Hoog
halen in Midden-Drenthe, ten
noorden van Westerbork. En
dan na die wandeling een hoop
wijzer zijn geworden over heel
al, sterren, planeten.
Staatsbosbeheer heeft namelijk 'n
voor ons land en waarschijnlijk
voor heel Europa uniek wandel
pad gecreëerd in Hooghalen. Na
tuurpaden waarlangs bomen,
struiken en planten naambordjes
dragen zijn er al langer, in Bor
ger (Drenthe) is een wandelpad
waar de naambordjes tevens de
kennis van de wandelaar testen,
en de bezoekerscentra van
Staatsbosbeheer in ondermeer
Nunspeet en de Weerribben heb
ben hun bestaansrecht allang
bewezen. Maar helemaal nieuw
is het pad bij Hooghalen, dat de
naam Melkwegpad meekreeg en
uitkomt bij de radiotelescopen
van Westerbork, het weten
schappelijk oog op die Melkweg
en daarbuiten.
De wandelplaats is het gemak
kelijkst te bereiken vanaf de
verkeersweg Hoogeveen-Assen.
Negen kilometer voor Assen ligt
links het dorpje Hooghalen; te
genover het dorp gaat rechts
een smalle weg over een spoor
wegovergang het binnenland in.
Een bord geeft' aan „radioster-
rewacht". Na circa twee kilome
ter bereikt men een parkeer
plaats, waar de wandelroute be
gint. Een breed pad slingert
zich bevallig door het bos.
Langs de route heeft men diver
se voorzieningen getroffen: er is
halverwege een toiletgebouwtje,
er staan schuilhutten en alles is
toegankelijk voor invaliden met
rolstoelen.
„De bomen, die u om u heen
ziet, hebben kunnen groeien
dankzij het licht en de warmte
van de zon. Maar behalve licht
en warmtestraling, zendt de zon
en ook vele andere hemellicha
men) ook radiostraling uit. Deze
is het, die hier wordt ontvangen
met de radiotelescopen van Wes
terbork", zo staat te lezen op een
bord, aan het beg n van het
Melkwegpad. Bij die tekst is, in
een vitrine, een maquette van
de boswachterij te zien, met de
situering van de radiotelescopen
in het rustigste gedeelte van het
bos.
Ons zonnestelsel bestaat uit ne
gen planeten die om de zon
draaien. Via het Melkwegpad
loopt de wandelaar in een model
van dat melkwet-telsel. Men
passeert de banen van de plane
ten, die in het bos zijn uitgezet
met witgekopte p. Itjes. Fn tel
kens als men die banen kruist
kan men van alles lezen over de
betreffende planeet. Over de
buitenste planeet Pluto bijvoor
beeld, die een doorsnede heeft
van circa 5000 kilometer en een
maximum temperatuur van 220
graden onder nul. Over Jupiter;1,
die 12 manen heeft en 318 maal
zo groot is als de aarde. Dat de
planeten Uranus, Neptunus en
Pluto ontdekt zijn dank zij de
uitvinding van de telescoop, Plu
to pas in 1930.
AI die wijsheid doet de wande
laar op, tijdens de tocht over
het Melkwegpad. Het zijn niet
alleen borden met tekst, die i
formeren over ons zonnestelsel.
Ook staan talrijke vitrines langs
het pad, waarin met maquettes
en dergelijke is uitgebeeld, wat
de geleerden zoal ontdekten tus
sen die twinkelende puntjes aan
de avondhemel. En over de zon:
„In feite heeft onze zon vele
miljarden soortgenoten. De zon
is namelijk een ster. Ook alle
andere sterren, die we zien zijn
zonnen. In ons sterrenstelsel
maakt onze zon met ongeveer
honderd miljard andere zonnen
deel uit van een groot spiraal
vormig geheel. En er zijn
vele miljoenen van zulke ster
renstelsels".
En daar leer je dan van, in
bossen van Hooghalen, terwijl
een merel boven in een spar
zingt en een houtduif in het
groen zit te koeren. „Alle ster
ren zijn gloeiend heet", staat op
een volgend bord. „Hun tempe
ratuur varieert van 3000 tot
60.000 graden. Daarom stralen
ze. Onze zon staat zo dicht bij,
dat ze de andere sterren over
straalt. Daardoor zien wij d#
sterren overdag niet".
Het pad voert de wandelaar
langs een soort speelterreintje.
Op het eerste gezicht lijken er
allerlei speelattributen te staan,
maar eigenlijk zijn het evi
vele pogingen om duidelijk te
maken, wat er zich nu eigenlijk
in het heelal afspeelt,
draaimolentje, waar de kinderen
een ritje mee kunnen maken,
maar dat de relatie maan- aar
de- zon uitbeeldt.
Ook staan daar drie „bruggen",
zoals we die kennen van de
gymnastiekles. Daaronder ech
ter liggen drie gewichten en als
U zich dan voorstelt dat een
van die bruggen op de aarde
staat, de tweede op de maan en
de derde op de planeet Jupiter
en men met een touw telkens
tien liter water opheft,
blijkt dat op de aarde tien kilo-
gram te wegen, op de maan 1,6
kilogram en op Jupiter niet min
der dan 26 kilogram.
Aan het eind van het pad (het
hele project heeft Staatsbosbe
heer en het ministerie van CRM
250.000 gulden gekost) staat men
bij de radiotelescopen van Wes
terbork, niet ver van de plaats
waar het kamp Westerbork lag.
Alleen een gedenkteken,
rails en een buffer herinneren
daar nog aan.
Inmiddels is men dan ook de
baan van de aarde gepasseerd.
Op het bordje staat, dat men al
lezende, door de draaiing va
aarde rond haar as, een afstand
aflegt van 300 meter per secon
de.