Alleen
geweld
loosheid
redding
wereld
AANTAL MEERLINGEN DAALT DOOR
ANDERE HUWELIJKSGEWOONTEN
Raadsman
voor
honderden
dienst
weigeraars
LEIDSE COURANT
1 Baarn Een dezer dagen is hij zeventig jaar geworden, de heer C.
(Cor) Inja, met z'n vriendelijk, gebruind gezicht en modern zilver-
1 kleurig brilmontuur, wonende in het groene Baarn. De naam Inja
heeft een bekende klank in de Nederlandse vredesbeweging en is
vooral nauw verbonden met de dienstweigeraars. Sinds de oorlog is
I hij raadsman en toevlucht geweest voor honderden gewetensbe
zwaarden die weigerden de militaire dienstplicht te vervullen. Zelf
ofodn',.,r len. Zelf
was hij ook dienstweigeraar, was zijn leven nogal „rood", en houdt
ondanks vijf oorlogsjaren vast aan zijn pacifistisch principe: de bv-
belse geweldloosheid. „Alleen geweldloosheid kan de redding van de
wereld zijn".
Inja is eigenlijk dominee Inja. Hij is doopsgezind hulppredikant ;n
I Baarn en vrijgesteld voor werk onder dienstweigeraars. Dat „domi
nee" hoeft eigenlijk niemand te weten, dat vindt hij maar een eti
ketje. Dat de heer Inja gewetensbezwaren tegen de dienstplicht had
I is niet verwonderlijk. Al van oudsher zijn het met name de doopsge
zinden die met het gezag in botsing kwamen vanwege hun star
vasthouden aan het gebod „Gij zult niet doden"
De huidige wet gewetensbezwaren is thans vijftig jaar oud. Twee jaar
na het in werking treden van de wet, in 1925 weigerde Cor Inja
dienst. Een leus uit een pamflet uit die tijd: „Jongens, bouwen niet
langer breken. Mobiliseren? Ja, voor de vrede". Inja maakte overi
gens geen gebruik van de mogelijkheden van de wet. „Voor de oor
log deden veel anarchisten geen beroep op de wet. omdat ze conse
quent wilden zijn". Zijn keus tussen anderhalf jaar tewerkstelling of
tien maanden gevangenisstraf viel op het laatste, ook omdat dat
korter was. Veel goede herinneringen aan de bijzondere strafgevange
nis in Den Haag heeft hij niet.
Oorlog
Voor pacifisten als Inja was de oorlog natuurlijk een extra test voor
het geweten. „Velen dachten: waren we maar geliquideerd. Er
kwamen nogal wat zelfmoorden voor. Maar dat was niet de manier.
Ja, ik ben er de hele oorlog mee bezig geweest. Ik dacht aldoor:
dat moet anders kunnen". De heer Inja heeft niet meegedaan aan
het geweld door het verzet, maar heeft het verzet wel op andere
jnanieren gesteund, met het „versieren" van levensmiddelen en
bonkaarten. „Je mag een compromis sluiten in je leven, mits je je
zelf maar niet compromiteert"
Inja deed hard mee, tot de SD in de Zaanstreek waar hij woonde de
grond te heet onder zijn voeten maakte en hij onderdook bij een do
minee in Baarn.
In 1946 werd de doopsgezinde vredesgroep opgericht. Het jaar daarop
werd Cor Inja door de 250 leden tellende groep vrijgesteld om te
gaan werken onder de vele doopsgezinde dienstweigeraars. Hij
zocht in gevangenissen en kampen de gewetensbezwaarden op en
was hun raadsman. In 1950^ verzocht het ministerie hem geestelijk-
maatschappelijk verzorger "te worden van het werkkamp Vledder.
Het „werk" daar bestond doorgaans uit het omspitten van heide.
Vledder was een zoethoudertje.
In die jaren drongen vanuit Amerika ook andere denkbeelden over
gewetensbezwaren in Nederland door. Aan de ministers van Defen
sie premier Drees werd door de vredesbeweging verzocht de moge
lijkheid te scheppen voor een andere, zinvollere tewerkstelling.
Langzaam is er toen een aantal werkobjecten gekomen waarvan er
nu ca. honderd zijn. Het eerste object was de rijkspsychiatrische in
richting in Eindhoven. In 1953 werd de heer Inja verzorger voor
alle objecten.
Tewerkstelling
Over de huidige mogelijkheden tot tewerkstelling is de heer Inja over
70-jarige Cor Inja:
het algemeen wel tevreden, hoewel er onder de gewetensbezwaar
den zelf nogal eens wat gemopper gehoord wordt. Volgens de heer
Inja is dat voor een groot deel terug te voeren op het feit dat de
gens hun werk gedwongen doen, zoals ook de militairen gedwon
gen worden, en omdat ze eigenlijk niets te maken willen hebben
met de minister die hen tewerkstelt. „Mijn ervaring is, dat de
meesten met plezier werken. Alleen over de Staatsdrukkerij (veel
lopende bandwerk) wordt wel geklaagd, maar dat komt omdat daar
de meest onwilligen heengaan"
Een gewetensbezwaarde kan kiezen uit een honderdtal werkobjecten.
zoals ziekenhuizen, psychiatrische inrichtingen, rijksarchief, minis
teries, universiteiten en andere medische of sociale instellingen, nu
ook het opruimen van stormschade in de bossen. In 1971 is de rege
ling ingesteld, dat gewetensbezwaarden vrij naar een baan bij de
overheids- of gesubsidieerde instelling mochten solliciteren om daar
hun tijd uit te dienen. Vorig jaar is men daar weer vanaf gestapt,
volgens het ministerie omdat gewetensbezwaarden elkaar moesten
kunnen opvolgen in de beschikbare functies. Deze continuïteit zou
nu in gevaar komen. Volgens de heer Inja is dat niet helemaal
waar, omdat het herhaaldelijk voorkomt, dat gewetensbezwaarden
na hun tewerkstelling gewoon bij het bedrijf blijven en daar een
vaste aanstelling krijgen.
Gewetensbezwaarden hebben het gemakkelijker dan militairen, wordt
vaak gezegd, en ook het ministerie geeft dat toe. Inja: „Voor wat
het werk en de werkomstandigheden betreft is dat wel waar. Maar
de gewetensbezwaarden „dienen" langer dan de meeste militairen
en een ander nadeel is, dat ze door het lange wachten vanwege de
procedure vaak geen vast werk kunnen krijgen"
Betreffende de tewerkstelling heeft de heer Inja nog als wens dat de
tijd wordt verkort van 21 maanden tot zeker 18 maanden (de mees-
„Alleen geweldloosheid kan de redding van de wereld zijn. Maar je
moet er wel je eigen ondergang bij incalculeren". (foto boven)
Het leger zou volgens de heer Inja aan de kant gezet kunnen worden.
te gangbare diensttijd van 16 maanden plus twee maanden herha
ling).
Hoewel dominee Inja eigenlijk een „tegenstander" is van het ministe
rie en aan de kant staat van de dienstweigeraars, werkt hij samen
met het bureau gewetensbezwaarden van het ministerie van Defen
sie en gaat hij alleen uit van de mogelijkheden die de huidige weg
biedt. „Als ik de jongens dingen voorspiegel die met deze wet niet
haalbaar zijn, zou ik ze op een verkeerd spoor zetten. En als jon
gens bij mij komen met meneer, ik moet in dienst, hoe kan ik er
uit blijven? Dan help ik ze niet"
Bezwaren
De wet gaat uit van „godsdienstige of zedelijke" bezwaren tegen de
militaire dienst. Dat wil zeggen dat politieke bezwaren niet worden
erkend. Inja: „Ik vind dat politieke bezwaren voortkomen uit een
bepaalde levenshouding en dus eigenlijk ook zedelijke bezwaren
zijn". Maar van de andere kant ziet hij niet zitten dat ;e dienst wei
gert omdat je tegen de NAVO bent of tegen de atoomwapens. Alsof
je dan wel akkoord zou kunnen gaan met andere legers dan van de
NAVO of met fragmentatiebommen in plaats van atoombomme.
„Een probleem is, dat wanneer een jongen gekeurd wordt voor mili
taire dienst, hij nog niet altijd klaar is met dat geestelijke rijpings
proces dat tot gewetensbezwaren kan leiden. Ze zijn vaak veel te
jong om met dat «nnerlijk proces klaar te zijn. En als ze dan wel
zover zijn en besluiten dienst te weigeren, duurt het nog minstens
een jaar voordat daar een uitspraak over komt"
Het aantal beroepen op de wet gewetensbezwaren wordt ieder jaar
groter: van 618 in 1968 tot 1538 in 1972 en waarschijnlijk 2000 in dit
jaar. Vanwaar die toename? „Gewoonlijk neemt het aantal gewe
tensbezwaarden toe als de oorlogsdreiging toeneemt. Maar dat is nu
niet het geval. Er wordt nu op deze problematiek meer de aandacht
gevestigd door de pers, het begrip geweldloosheid vindt steeds meer
begrip, steeds meer mensen krijgen afkeer van het systeem van
economische machten. Ook een punt is, dat veel katholieken nu los
komen van de kerkelijke banden, en ook gereformeerden. Do jeugd
wordt steeds kritischer. Maar ik vraag me daarbij dan wel af:
waar halen ze die instelling vandaan?"
De 70-jarige heer Inja vindt dat het leger afgeschaft kan worden.
„Een leger is geen noodzakelijk kwaad. Geweld roept geweld op.
Wij zouden het bijvoorbeeld met de gelijkgestemde Scandinavische
landen kunnen wagen om het leger aan de kant te zetten. Er zou
minstens een kernvrije zone gemaakt kunnen worden. Een jaar of
wat terug dacht ik nog dat er wel eens een kernoorlog zou kunnen
uitbreken. Nu niet meer. Een kernoorlog zou zelfmoord zijn. De
mensen worden wat verstandiger, geloof ik. Hoewel, ze houden nog
wel vast aan een paar rotoorlogen waar het een en al ellende is"
Ondergang
„Wat wij moeten hebben is een innerlijke discipline. Dat bewonderde
ik bij de Tsjechen tijdens de Russische inval. En er zijn meer histo
rische voorbeelden. Geweldloosheid is het enige alternatief, het eni
ge waarbij je in leven kunt blijven. Ik weet niet of wij Nederlan
ders wel die innerlijke kracht hebben". Hij haalt Ghandi aan: Ge
weldloosheid is de praktijk van de liefde. En Martin Luther King:
Als je de hoop verliest, verlies je de vitaliteit, de moed om te zijn.
„Geweldloosheid kan de enige redding van de wereld zijn. Maar je
moet er wel je eigen ondergang bij incalculeren
(vtn een onzer verslaggevers)
WIJHE Sinds 1958 voltrekt zich
een opmerkelijke daling in het
sar.tal meerlinggeboorten (twee
lingen vooral, maar ook drielin
gen en vierlingen). Terwijl
vooral de een-eiige tweelingen
vrijwel constant blijven, laten
de twee-eiige tweelingen een
duidelijke daling zien. Tussen
1958 en 1971 beliep die daling
niet minder dan 35 pet. Tot voor
kort had men hier geen weten
schappelijke verklaring voor.
Het is te danken aan het werk
va:; dr. D. Hoogendoorn te Wij-
iie, die wetenschappelijke statis
tische arbeid verricht, dat er al
thans een onweerlegbare oor
zaak is opgespoord, die naar
rijn zeggen voor meer dan 50
pet hel antwoord op de vraag
naar die daling geeft.
Door cijfervergelijkingen aan de
hand van statistieken en cijfer
materiaal van het Centraal Bu
reau voor Statistiek over een
reeks van jaren, is hij tot de
conclusie gekomen, dat de ver
anderde huwelijksgewoonten een
belangrijke factor spelen. Meis
jes plegen tegenwoordig veel
vroeger te trouwen, krijgen
daardoor eerder Kinderen, maar
door de gezinsplanning meestal
ten geringer aantal dan vroe
ger.
Dr. D. Hoogendoorn is de eerste
geweest in ons land het ver
schijnsel doet zich in tal van
landen voor die een duidelijk
antwoord op de gerezen vragen
heeft gegeven. Niet het volledi
ge antwoord, zoals hij zelf zegt.
maar wel een duidelijke met
cijfermateriaal ondersteunde
verklaring. Voor de overige 40
pet. van het antwoord tast men
"og in het duister en er zouden
onderzoekingen op velerlei ter
rain nodig zijn, om de rest van
het antwoord te vinden. Onder
de titel „Daling van het aantal
meerlirggeboorten" heeft dr.
Hoogendoorn in het Nederlands
tijdschrift voor geneeskunde
zijn bevindingen gepubliceerd.
Ontstaan
Tweelingen en daar gaat het in
hoofdzaak om kunnen hun
Het aantal meer
linggeboorten loopt
terug, vooral twee
lingen. Vijflingen
zijn altijd al uit
zonderingen ge
weest, zoals dit
Poolse quintet.
ontstaan te danken hebben aan
het feit, dat twee afzonderlijke
c'celler. tegelijkertijd bij de
vrouw vrijkomen en door twee
van de vele mannelijke zaadcel
len worden bevrucht. Dat noemt
men dan een twee-eiige twee
ling, die tot hetzjlfde geslacht
dan we! tot een verschillend ge
slacht kunnen behoren.. Zij zul-
ien onderling niet meer gelijke
nis vertonen dan broers en zus
ters die normaal na elkaar zijn
geboren.
luentieke of eeneiige tweelingen.
Zijn echter geboren uit n ei-
celietje dat bevrucht is met
twee zaadcellen en zich pas in
een later stadium splitst. De
hieruit geboren tweelingen zijn
steeds van hetzelfde geslacht en
zij bezitten ook een grote gelij
kenis. Het merkwaardige feit
doet zich nu voor, dat de fre-
kwentie van die eeneiige twee-
l.ngen, berekend per 1000 ge
boorten, vrijwel geen wijzigin
gen ondergaat. De twee-eiige
zijn echter sterk gaan dalen.
Het gegeven is des te merkwaar
diger omdat lang is veronder
steld dat door het plotseling
beëindigen van het gebruik van
Kansen groter
e cijfers wierpen daarom vra
gen op en er zijn allerlei veron
derstellingen gemaakt om een
verklaring bij de hand te heb
ben. Zo is de oorzaak door som
migen gezocht in pesticiden en
cok in hormonen, die ongewenst
met ons voedsel worden opgeno
men er. langs die weg invloed
op deze bijzondere vorm van
bevruchting zouden hebben. Dr.
Hocgendoorn heeft het antwoord
langs een andere weg proberen
te vinden. Hij als man van cij
fertjes en statistieken herinner
de zich een aantal publikaties
ven het Centraal Bureau voor
Statistiek en ging daarmee als
mede met een aantal andere ta-
bolien aan het werk.
Gebleken is dat de kans op
meerling-zwangerschap groter
is bij wat oudere vrouwen (tot
ongeveer 40 jaar) dan bij jonge-
le en bovendien stijgt de kans
cp meerling-zwangerschap bij
toenemende pariteit, zoals dat
werdt genoemd. Simpel gezegd,
bij een toenemend aantal vroe
ger uit de moeder geboren kin
deren. Vrouwen met bv. vier,
vijf of zes kinderen hebben een
grotere kans op een meerling
dan vrouwen met een of twee
kinderen.
Het zich wijzigende patroon van
jong huwen, jonge moeders en
kleinere en dus eerder voltooide
gezinnen kan men als een ver
klaring zien voor de afnemende
frikwentie van de meerlingge
boorten.
Spanningen
Ongetwijfeld zullen er nog andere
oorzaken zijn. Zo is het bekend,
ant tijdens de eerste en vooral
tijdens de tweede wereldoorlog
spanningen, voedselschaarste
e.d. er ook een lichte daling
intrad in de meerlingen. Na
1945 tot 1958 zag men een tame
lijk stabiel beeld en schommel
den de jaarlijkse frekwentles
van meerlinggeboorten tussen
de 12,4 en 13,0 per 1000 geboor
ten. Daarna trad de daling op.
Er werden tot dusver niet ge
kende lage cijfers bereikt: 10
per duizend in 1970 en 10,2 per
1000 in 1971. Als men de drie-
en vierlingen wegens de ge
ringe aantallen samenbundelt
in perioden van vijf jaar, dan
bujkt dat zich ook hier. na de
tweede wereldoorlog, een daling
aan het voltrekken is. Een ge
deeltelijke verklaring hiervoor
heeft men nu het wetenschappe
lijk gezien interessant zijn, als
cok die resterende onzekerheid
rog kon worden weggenomen,
maar een urgente zaak wordt het
niet gevonden. Laat staan, dat
men van plan zou zijn de lijn
weer om te buigen.
„Zou u het prettig vinden om er
een van een tweeling te zijn",
vraagt dr. Hoogendoorn, als
men op dat terrein komt. Een
ciigt tweelingen hebben veel
identieks, ook qua karakter,
maar de romantische verhalen
d>e men wel eens leest over de
ene helft van een tweeling die
zich in Nederland op zekere dag
gedeprimeerd voelt, omdat de
andere helft van de tweeling.
«Üe sinds jaar en dag in Ameri
ka woont, dat op hetzelfde mo
ment ook zou zijn, verwijst dr.
Hongendoorn naar het land van
de fabeltjes.