Vrouwen worden
nog altijd
gediscrimineerd
Strijd om gelijke positie zal feller worden
Nu:
(uwfip
ÜMR»
DE VROUW
HEEFT OOK
RECHT OP
ARBEID EN
MET GELIJKE
BETALING
DE MAN
MOET ZOVEEL
VERDIENEN
DAT VROUW
NIET HOET
TE WERKEN
ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1973
Ook hogere functies zou men volgens haar wel in
parten kunnen knippen, als het maar goed doordacht
wordt. Maar met die gelijke kansen voor man en
vrouw is het nog maar slecht gesteld, vindt zij.
„Waarom mag een werkende vrouw niet, net als in
Zweden, een gezinshulp als kostenpost voor de helas-
tingen aftrekken en een man wel zijn auto? Waarom
zijn er zogenaamde vrouwenberoepen, terwijl man
en vrouw in principe hetzelfde kunnen? Misschien
weet ik het antwoord hierop wel: enerzijds wordt
een vrouw zo met huishoudelijk werk vereenzelvigd,
dat men vindt, dat zij dergelijk werk ook alleen
maar in het arbeidsproces kan verrichten. Ander
zijds worden er wel eens vrouwenfuncties gecreéerd
om de vrouwen minder te kunnen betalen".
Die beloning zit mevr. Wolf ook hoog. Het is formeel
Er bestaan reeds door de overheid gesubsidieerde opleidingscentra voor vrouwen: voornamelijk voor beroepen in de bouw- en metaal
nijverheid.
Er moeten meer opleidingsmogelijkheden komen voor de vrouw in de dienstensector: bijvoorbeeld bejaardenverzorgster.
Vrouwenarbeid in de jaren 1800: bezembindsters in Drente. Toen geen organisaties die
op de bres stonden voor vrouwenarbeid.
Mevr. mr. Ellen Warda-Wolf: mogelijkheden scheppen voor de werkende
vrouw.
Een technisch beroep voor een vrouw is nu nog te veel iets uitzonderlijks.
nu zo, dat krachtens internationale verdragen gelijk
waardige arbeid op gelijke wijze moet worden geho
noreerd. Als het er om gaat dat een vrouw hetzelfde
werk doet als een man kan men de ongelijke belo
ning snel vaststellen. Maar hoe moet gelijkwaardig
werk vastgesteld worden? „Daarvoor zijn o.m. func
tie-analyses nodig van alle beroepen. Er wordt nu
aan gedacht om vrouwen een individueel klachtrecht
bij de rechter te geven. Ze moet ook maar klagen
over het minimumloon, want ook op dat gebied
wordt een vrouw nog vaak onderbetaald.
De groep werkende vrouwen wordt steeds belangrij
ker en daarom zal de strijd om de gelijke positie
voor de vrouw ook wel feller worden. Meer dan een
kwart van de vrouwen van 15 jaar en ouder werkt
op het ogenblik in Nederland; meer dan 15 procent
van de gehuwde vrouwen werkt, wat een verdubbe
ling is ten opzichte van 1960. De opgaande lijn is zo
duidelijk, dat men do zaken niet zo kan laten als ze
waren en nog zijn".
„Het gaat er vooral om", meent mevr. Wolf, „dat
vooroordelen verdwijnen. Vooroordelen, dat er ty
pisch mannelijke en uitgesproken vrouwelijke beroe
pen zijn. Vooroordelen, dat meisjes alleen voorbe
stemd zijn voor het huwelijk en niet voor een be
roep. In Zweden denk overigens niet, dat dat land
voor mij het Mekka is krijgen de meisjes en de
Jongens op de basisscholen verplicht onderricht in
technische én huishoudelijke vakken. In dat land be
tekent beroepsonderwijs ook voor meisjes opleiding
voor een beroep. Als men hier een school voor lager
huishoud- en nijverheidsonderwijs bezoekt de
vroegere „huishoudschool" dan doet men wel aan
algemene vorming, maar dan is de teneur toch nog
wel sterk in de richting van bet huishouden, het hu
welijk".
Sterk wapen
Discriminatie dus alom? „Misschien niet zo duidelijk
een openlijke discriminatie, behalve dan in de sfeer
van de beloning, terwijl er ook altijd nog ontslag bij
huwelijk en zwangerschap mogelijk is. maar er
komt binnenkort een wet die dut verbiedt. Maar er
is nog wel „versluierde discriminatie". Je merkt dat
bijvoorbeeld bij het aanstellings- en promotiebeleid.
Geleidelijk zal het allemaal wel anders worden,
maar dan zullen de vrouwen er zelf ook wel wat aan
moeten doen. Je hoeft geen Dolle Mina te zijn om op
je rechten te staan. De campagne Marie wordt wij
zer" spreekt mij persoonlijk zeer aan. Ouders, op
voeders en de meisjes zelf kunnen er niet genoeg
vun doordrongen worden, dat een goede (beroepsop
leiding een sterk wapen is in de strijd tegen de dis
criminatie JO SMITS
DEN HAAG „Ik ben helemaal niet zo, dat ik alle
vrouwen ingeschakeld wil zien in het arbeidsproces.
Dat moeten ze zelf uitmalten. Maar als ze willen
gaan werken, ook als ze gehuwd zijn, moeten er wel
mogelijkheden zijn. Voor het scheppen van die mo
gelijkheden wil ik graag en met hartstocht ijveren".
Ze heeft niets van het felle, dat Dolle Mina's ken
merkt, maar haar ogen kunnen toch wei af en toe
opflikkeren als ze wordt uitgelokt tot uitspraken over
het hele vraagstuk van vrouwenarbeid: mevrouw
mr. Ellen-Warda Wolf, hoofd van het bureau „ar-
beidspositie vrouwen en meisjes" van het ministerie
van Sociale Zaken.
Ze weet ook wel te relativeren, gelukkig. „We win
den ons nu wel op als we vaststellen dat vrouwen in
het arbeidsproces worden gediscrimineerd, maar we
zitten nog met een merkwaardige erfenis. Het is nog
niet zo vreselijk lang geleden, dat de vakbeweging
zich sterk verzette tegen de arbeid van de gehuwde
vrouw. Dat was in de tijd, dat vele vrouwen wel ge
noodzaakt waren om mee te gaan werken omdat de
man niet voldoende inbracht. Toen was de leuze: de
man moet zoveel verdienen, dat zijn vrouw niet
meer hoeft te werken. Toen was vrijstelling van ar
beid een groot goed. Nu roepen we: de vrouw heeft
recht op arbeid".
Mevr. Wolf erkent, dat dit laatste nog lang heeft
doorgewerkt en ook nu nog zijn sporen nalaat. „Als
baby krijgt een meisje al een andere kleur sokjes,
als meisje hoeft ze niet zo nodig te studeren omdat
ze toch voorbestemd is voor het huwelijk. Als ze niet
trouwt wordt er gezegd: die kon er geen krijgen. Als
een man ongehuwd blijft zegt men: die is de dans
ontsprongen". Ze stelt ook vast, dat er een kentering
is, niet in het minst als gevolg van de verlenging
van de leerplicht. De meisjes worden meer ontwik
keld. Maar er is ook een tendens om jonger te gaan
trouwen. Daardoor krijgt men weer eerder kinderen
en dat betekent weer, dat een vrouw eerder dan in
het verleden haar handen in het huishouden vrij
krijgt en wel weer iets anders wil.
Behoefte aan contacten
Op de vraag naar de motivatie van gehuwde vrou
wen om op een bepaald moment weer te gaan wer
ken, antwoordt mevr. Wolf dan ook: „Er zijn er heus
wel, die alleen wat extra inkomen willen hebben om
zich wat meer te kunnen veroorloven. Maar bij veel
vrouwen gaat het er toch om, dat ze een geweldige
behoefte hebben aan contacten met de buitenwereld.
Bij de een komt die behoefte eerder dan bij de an
der. Hoewel ik niet zo zie, dat jonge moeders met
kleine kinderen in groten getale zullen gaan werkem
vind ik toch, dat er een kans voor alle vrouwen
moet zijn om buitenshuis bezig te zijn als ze dat wil
len. Daar zal het bedrijfsleven ook mee gebaat zijn,
want door de combinatie van langer leren en jonger
trouwen zullen er over niet al te lange tijd nog nau
welijks ongehuwde vrouwen op de arbeidsmarkt ver
schijnen".
Maar als een vrouw dan buitenshuis wil gaan wer
ken, is ze dan nog voldoende waardevol ze is er
immers vele jaren uit geweest en zijn er de mo
gelijkheden? Mevr. Wolf: „Wat de capaciteiten be
treft hoeven er geen levensgrote problemen te zijn.
Het ministerie van Sociale Zaken heeft een aantal
mogelijkheden in het leven geroepen voor ora- en
bijscholing. In de eerste plaats zijn er centra voor
vakopleiding, waar je terwijl je al loon krijgt
een vak kunt leren. Dat zijn dan nog wel voorname
lijk beroepen in de houw- en metaalnijverheid en ik
vind ook wel, dat die centra meer mogelijkheden
zouden moeten gaan bieden, bijvoorbeeld in de dien
stensector, maar aan de andere kant zou een tech
nisch beroep voor een vrouw toch ook weer niet iets
uitzonderlijks moeten zijn. Voorts is er een studie
kostenregeling, waarbij de overheid de kosten be
taalt als men (weer) wil gaan werken en men via
studie (weer) op niveau moet komen om een baan te
krijger. En dan is er nog de mogelijkheid om je al
werkende in een bedrijf te laten scholen. De werkge
ver kan dan een stuk loon terugkrijgen. Op dit hele
gebied gaat de ontwikkeling verder: op experimente
le basis worden op enkele plaatsen bijvoorbeeld ty
pecursussen gegeven en wat andere cursussen (in de
horeca, bijvoorbeeld) op terreinen, waar grot® h«-
hoefte aan personeel bestaat."
Slagroomdiensten
En de mogelijkheden? „Je hoort werkgevers wel
eens zeggen: die gehuwde vrouwen willen allemaal
slagroomdiensten, dus in perioden dal het gelegen
komt en dan willen ze „wat leuks". Maar de weer
stand bij vele werkgevers is soms domweg het ge
volg van het feit, dat ze onvoldoende serieus probe
ren het een met het ander te combineren. Bij een
goede aanpak moet het te regelen zijn. Ook daarvan
zijn voorbeelden. Er zijn bedrijven, die zo in onder
ling overleg schuiven en combineren, dat twee of
meer vrouwen tezamen een volle dienst verrichten.
De vrouwen móeten wel speciale eisen stellen omdat
de maatschappij haar ertoe dwingt. School- en werk
tijden sluiten veelal niet aan, er zijn onvoldoende op
vangmogelijkheden voor (school)kinderen en als er
bijv. een leerkracht ziek is, worden de kinderen
domweg naar huis gestuurd Daarover zitten wer
kende vrouwen voortdurend in de zenuwen. De
werkgevers zullen trouwens wel meer moeten gaan
denken aan parttime-functies. Je ziet immers
een ontwikkeling, dat ook de mannen meer vrije tijd
willen en niet de hele dag gebonden willen zijn aan
het werk. De traditie-gebonden-rolverdeling binnen
het huwelijk is zich aan het wijzigen (vooral bij jon
ge gezinnen). De uitzendbureaus bestaan bij de gra
tie vam deze tendensen.
In het kader van de gelijkgerechtigdheid van man en
vrouw steekt het mevr. Wolf dan wel weer, dat part
time-werkende vrouwen geen hogere functies kunnen
krijgen. Bij fulltimers is het trouwens al moeilijk.