4 avonden lachen en huilen met 'The Family' Kunstenaars verenigingen gebundeld in 'n stichting Druksels in Wassenaar V. d. Water met 'huis tuin en keuken-werk' in Leidse Lakenhal Frans-Russisch programma in Duivenvoorde kunst PAGINA 5 ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1973 LEIDSE COURANT LEIDSCHENDAM/VOORSCHOTEN De Voorschotense en Leidschendamse kunstenaarsverenigingen gaan wat het organiseren van cursussen betreft samenwerken <n een aparte stichting. K'70 geeft al drie jaar, zonder enige subsidie van rijk of gemeente cursussen. Die subsidie wordt niet verleend, omdat er schaalvergroting nodig was". Het zit het bestuur van de vereniging daarvan nog- el hoog dat in Voorschoten deze activiteiten wel gesubsi dieerd worden, terwijl de gemeente aanmerkelijk minder inwoners heeft. Via deze gedeeltelijke fusie heeft K'70 recht op een krediet van 12.000 van het rijk en een evengroot bedrag van de gemeente. De tekorten in de aflgelopen jaren worden uit eigen zak bijbetaald. K'70 bgon met 45 cursisten. Voor het volgend seizoen verwacht voor zitter Victor van der Lee een aantal van rond 250. In het nieuwe seizoen zal er mede door deze grote aanwas, een verdubbeling van cursussen komen. Zo wil K'70 cursussen voor beeldhouwen, handar beid, bewegingsexpressie, volksdans en theaterspel gaan uitbreiden. De kunstenaarsvereniging wil in de toekomst komen tot een bundeling van kunstenaars in en rond Leidschendam ze wil pleiten voor ate lierruimte voor kunstenaars en zou voortaan ook graag gekend wor den in de aankoopbeleid va nkunstwerken voor de gemeente. Heit bestuur zou het verder logisch vinden als het betrokken werd bij de vaststelling wan de culturele programma's. We zijn niet alleen K'70 voor beelden kunstenaars", zegt Victor van der Lee „ook voor dra matische kunst, voor muziek en toneelSchaalvergroting of niet, het komt zijn eer te na dat Leidschendam nog steeds geen financië le steun heeft verleend. LEIDEN Hoogstwaarschijnlijk hebben veel Ne derlanders afgelopen maandag na de laatste afle vering van Peyton Place met een ietwat onbevre digd gevoel de knop van hun televisietoestel om gedraaid. De slotepisode van dit familiefeuilleton, dat jarenlang een enorm contingent kijkers aan de buis gekluisterd heeft gehouden, was op z'n zachtst gezegd niet een van de beste uit de hele serie en had bovendien het grote nadeel dat de toeschouwer bleef zitten met een geweldige reeks vraagtekens, die wel nooit meer opgelost zullen worden. Een dergelijke desillusie zal de bezoekers van „The Family" gelukkig bespaard blijven. Het slot van de vierde en laatste afleve ring van „The Family" is dermate direct en overrompelend, dat er zelfs gefen plaats meer is voor vraagtekens, hooguit zou men zich kunnen afvragen of de toneelzaal van het Rijnlands Ly ceum wel tegen deze vier avonden vol lachen, huilen, sex en geweld opgewassen is geweest. Diezelfde zaal was er overigens de oorzaak van, dat het Leidse publiek niet al vorig jaar met „The Family" heeft kunnen kennismaken. Alle vier de voorstellingen stonden toen aanvankelijk op het programma van de Leidse Schouwburg, maar al vrij spoedig bleek het benodigde decor zo omvangrijk te zijn, dat het in de lage toneel zaal van het Rijnlands Lyceum, zelfs als er in de zaal gespeeld zou worden, onmogelijk binnen de beschikbare tijd opgebouwd en afgebroken zou kunnen worden. Het succes dat de groep alom in den lande had was echter zo groot, dat men be sloot het stuk nog enige tijd op het repertoire te houden en de vier afzonderlijke delen nu steeds op vier achterenvolgende avonden te spelen. Voor Leiden bracht dit met zich mee, dat het de cor nu maar één keer opgebouwd hoefde te wor den en dat daardoor de voorstellingen opeens wel mogelijk waren geworden. In de vergelijking met de laatste aflevering van Peyton Place treft ons overigens nog een merk waardig detail: veel kijkers zullen afgelopen maandag tegen elkaar of tegen zichzelf gezegd hebben, dot ze nu nog niet wisten „hoe het al- liep", en juist een dergelijk gevoel van onbevre- digheid na een zgn. „open einde" is direct of in direct de aanleiding geweest tot het ontstaan van de Family-serie. Het begon allemaal enkele jaren geleden met het stuk „De Sprakelozen" van Lodewijk de Boer. dat aanvankelijk geschreven was als televisie stuk, maar dat drie jaar geleden in een speciale theaterbewerking door het Nieuw Rotterdams To neel op het repertoire werd genomen. Ook dit stuk liet bij de toeschouwers de nodige vraagte kens achter, vraagtekens die eveneens gesigna leerd werden door de Nederlandse theatercritici, die voor het overgrote deel blijk geven van bijzon der veel waardering voor zowel stuk als voorstel ling. Blijkens 'n interview met Lodewijk de Boer Een scène uit „The Family". Van links naar rechts.- Marine Crefcoeur, Cees Linneenbout, Cocki Bonslee en op de voorgrond: Huib Bloos. dat vorig jaar in De Volkskrant verscheen, ga ven enkele critici vervolgens blijk van nieuwsgie righeid naar meer achtergronden en zouden zij dolgraag iets meer willen horen over het wel en wee van de hoofdpersonen. „Kortom", aldus Lo dewijk de Boer, „ze gaven blijk van een warme interesse in het milieu" waarbinnen de actie zich afspeelde. En zo zie je maar weer dat de Nederlandse toneelkritiek, in tegenstelling tot wat boze tongen beweren, wel degelijk invloed heeft op de toneelmaker". Het meest voor de hand liggende was natuurlijk het schrijven van een vervolg op „De Sprakelo zen", maar wie Lodewijk de Boer ook maar een beetje kent, weet dat zelfs de meest normale en onschuldige dingen onder zijn handen de meest extravagante vormen kunnen aannemen. Het eind resultaat was dan ook een volledige serie „fa- milietoneel in vier delen", waarbij de tekst van het eerste deel in grote lijnen overeen kwam met die van „De Sprakelozen". Op dit stramien ging Lodewijk de Boer met zijn groep, grotendeels be staande uit mensen met wie hij ook al bij het Nieuw Rotterdams Toneel had samengewerkt, vorig jaar aan de slag nadat zij zo een halfjaar min of meer op eigen kracht bezig waren ge weest, werd de groep aan het begin van het vori ge seizoen „geadopteerd" door het Amsterdams Toneel. Door de opheffing van dit gezelschap kwamen Lodewijk de Boer en de zijnen weer op eigen benen te staan en gesteund door het succes besloten zij toen maar van de nood een deugd te maken: zij richtten onder de naam „The Fami ly" een eigen toneelgroepje op, die (als stichting) voorlopig voor één seizoen mee gaat helpen de Amsterdamse toneelcrisis te overbruggen waar bij behalve stukken van Lodewijk de Boer zelf ook werken van Hugo Claus, Arrabal en anderen zullen worden uitgevoerd. Hoofdbestanddeel van het repertoire blijft echer voorlopig nog „The Family", waarin het eerste deel op 17 november van het vorig jaar in De Brakke Grond te Amsterdam in première ging. In deze eerste aflevering, die op zaterdag 8 sep tember in Leiden te zien zal zijn, maken we ken nis met een a-sociaal drietal, bestaande uit de overheersende en bluffende Doe (Huib Broos), zijn neurotische broertje Kil (Cees Linnebank) en hun stomme, dierlijk-sensuele zusje Gina (Marti- ne Crefcoeur). Het vierde wiel aan deze kraken de en rammelende wagen wordt gevormd aoor Cocki Boonstra, die aan het eind van deze eerste avond ten tonele verschijnt als het rijke vriendin netje van Doe. Dat het gezinsleven van deze vier mensen niet bepaald rustig en harmonieus ver loopt is wel duidelijk, temeer daar de drie hoofd personen duidelijk erfelijk belast zijn door een werkelijk ongelofelijke zuipschuit en schuins marcheerder van een vader, die op een raadsel achtige manier van de aarde verdwenen schijnt te zijn. In alle vier de delen is een belangrijke plaats inge ruimd voor het conflict met de buitenwereld, die steeds gepersonifieerd wordt door één of meer in dringers: een bankemployé, een inspecteur van de volksgezondheid, de vader (ja zeker!), de man van Doc's vriendinnetje, een stripteasedan- seres en ga zo maar door. Over gebrek aan af wisseling zullen de bezoekers van dit unieke theaterg:beuren niet hoeven te klagen. De populariteit van „The Family" heeft binnen een zeer korte tijd ontzagwekkende vormen aangeno men. Tijdens de ser'e voorstellingen van de eer ste aflevering was h.t zij ï«ei mei enige moei te nog wel mogelijk om vlak van te voren een kaartje voor een van de uitvoeringen te bemach tigen. Voor de tweede serie werd dit al moeilij ker en toen eerst het derde en daarna het vierde deel in première gingen, leek het wel of bij de kassa in De Brakke Grond de hel was losgebro ken. Vrijkaarten voor de finale van de Europa cup waren makkelijker te krijgen dan plaatsen voor „The Family" en de herhaling van de hele serie, maar dan met de vier afleveringen achter elkaar, lag dus voor de hand. Ook dit werd ech ter voor Lodewijk de Boer en zijn mensen weer aanleiding voor een grootse happening: in het kader van de aktie „Kunstenaars voor Vietnam" speelden zij in mei in het theater Carré alle vier de afleveringen achter elkaar. Deze unieke mani festatie. waarmee zij waarschijnlijk tevens het wereldrecord toneelspelen op hun naam brachten, begon 's avonds om zeven uur en was pas na vier uur de volgende ochtend afgelopen. Vermel denswaard is in dit verband wel, dat de spelers na afloop frisser waren dan het publiek. Wat is nu eigenlijk het grote geheim van „The Fa mily"? Het laatste woord is hier zeker nog niet over gezegd en ik zal hier in mijn nabeschou wing na afloop van de hele serie ongetwijfeld nog op terugkomen. Een feit is dat het publiek voorlopig nog lang niet genoeg heeft van de lot gevallen in en rond dit u-sociale gezinnetje. Het is dus waarschijnlijk zelfs in Leiden zaak er snel bij te zijn (de plaatsbespreking begint 3 septem ber). Mocht u toch een of meerdere voorstellin gen missen, dan bestaat altijd nog de mogelijk heid om de film te gaan zien die waarschijnlijk nog dit najaar in première zal gaan. PauJ Korenhof Hennie Ravestein speelt een sonate voor vioolsolo van Prokofieff WASSENAAR In de hal van het gebouw van de Nederlandse Middenstandsbank in Wassenaar exposeert de sedert 1963 in die gemeente wonende schilder-te kenaar Hans Eschauzier een aantal vlotte tekeningen/druk sels en schilderijen in olieverf en mengtechniek. Eschauzier woonde voordien enkele jaren in Leiden. Op deze overigens kleine ex positie hangen een aantal nogal strakke druksels, over het alge meen door elkaar gewerkte en gedrukte strepen, die weinig spectaculair zijn maar bij die druksels zijn ook twee vlotte bladen van dode vogels: „Olie slachtoffers I en II". Dat zijn zeer aantrekkelijke en opvallen de prenten- Decoratief is ook een blad „Expansie". Een plas tisch schilderij is „De maan is ziek", het gescheurde grijze vlak op de wijze als het pro fiel van sterk uitgedroogde grond werkt zeer suggestief. Voorts trokken enkele forse pren ten ..Gevangenisimpressies" de aandacht. Al met al fors en stoer-aandoend werk dat soms echter een beetje koud en kil aandoet. W.P. Indieërs exposeren in „Canard" VOORSCHOTEN Na een korte vakantieperiode wordt volgende week zaterdag een nieuwe expo sitie in Canard k l'Orange ge opend. Er zullen werken ge toond worden van de Indiase schilders Vasant Chinchwadkar cn Bhalu Mondhe. De eerstgenoemde schilder werd geboren op 1934 in Indore. Hij kreeg zijn schilderlessen aan de School of Art in Indore en stu deerde later aan de Sir Jam- shedji Jeejebhoy School of Art in Bombay. Hij exposeerde on langs in Cambridge. Oxford, Long Meiford en Maldon. Bhalu Mondhe komt eveneens uit Indore. Hij begon zijn carrière als veelbelovend fotograaf. Hij trok naar Engeland waar hij aan verschillende kunstacade mies studeerde. Nu is hij leer ling van professor Gieger in Diisseldorf. De kunstenaar expo seerde o.a. in Engeland en Duitsland. Pim en Wim- prijs voor Nederlandse filmmaker AMSTERDAM Pim de Ia Par- ra en Wim Verstappen hebben een prijs van 10.000 gulden be schikbaar gesteld ter toekenning aan een jonge filmmaker, die volgens hen een toekomst heeft in de Nederlandse speelfilmpro- duktie en die deze met zijn of haar talent kan verrijken. De Pim en Wim-prijs wordt dins dagavond 4 september om half zeven uitgereikt op de Neder landse dag van de vandaag be gonnen internationale filmweek in Arnhem. De prijs moet, aldus De la Parra en Verstappen, worden gezien als eerbetoon aan de persoon van de filmma ker en als erkenning van zijn werk in het algemeen. Zij besloten hun prijs ter beschik king te stellen toen zij verna men dat het ministerie van erm de staatsprijs filmkunst (5.000 gulden) dit jaar niet zou toeken- ZOETERWOUDE In Hui ze Emmaus wordt vandaag een tentoonstelling gehouden van handenarbeidsstukken gemaakt door bejaarden. Te vens wordt er een fancv-fair gehouden. Openingstijden zijn: 14.00—17.00 uur en 19.00-21.00 uur. Leiden Het optreden van Leny Stevens Ridderhof, Henny 1 Ravestein en Henk Briër in kasteel Duivenvoorde trok verleden jaar zoveel belangstelling, dat het resulteerde in een aanbod voor een concert in het nieuwe seizoen, het geen nu donderdag 6 september gaat plaats vinden. Zij brengen deze keer een Frans- Russisch programma, interes sant en boeiend omdat enkele werken daarvan nauwelijks be kend zijn en zelden worden uit gevoerd. Dit geldt voor de Sona te op. 115 voor vioolsolo (Henny Ravestein) van Profofieff; de Sonate voor viool en piano A la Mémoire de Federico Garcia Lorca van Poulenc, en van de zelfde componist de liederency clus „La fraicheur et le feu." Satie is tegenwoordig „un enfant chéri", in zijn eigen tijl was hij een „enfant terrible" door zijn irenisch, om niet te zeggen sar castisch verweer tegen de De- bussy-cultus, die hij aanvanke lijk wèl. maar later niet meer kon aanvaarden. Ironie ook in zijn teksten, waarmee hij zijn composities rijkelijk versierde, zonder dat deze daarop betrek king hadden. Aldus in zijn bizar aandoende „Choses vues droi- te et gauche" (sans lunettes), met de onderdelen Choral hypo crite, Fugue k tatons et Fantai- sie musculaire, uitgevoerd door Henny Ravestein en Henk Briër, die aan Satie vastknopen de eveneens zelden uitgevoerde „d'Un Matin de printemps" van Lili Boulanger, een Franse com- poniste. helaas te vroeg gestor- ven zij werd slechts 25 jaar, maar die aan indrukwekkend aantal composities op haar naam heeft en die in haar tijd als een der vooraanstaanden in de Franse componistenwereld gold. Het van haar uit te voeren werk kreeg bekendheid als Svmphonische Dichtung, een muziekvorm uit de Liszt-Wag- ner periode. De bewerking voor viool en piano, zo kunnen we ran haar zelf. Van Moussorgsky de bekende „Kinderstube". een zestal liede ren vertellend over de beleve nissen van het jongetie Mi- schenka, in een verrukkelijke en meesterlijke muzikale taal weergegeven. „Mit der Njan- ja". de kinderjuffrouw di^ hij tot een verhaaltje probeert te verleiden dat hij al van haver tot gort kent. maar. zegt bij er bij. het griezelige moet ie over slaan, vertel me alleen de grap- pige dingen. „Im Winkel" Njanja raast tegen hem omdat haar breiwerk in de vernieling is gegaan, waarvan ze Mischen ka verdenkt. Maar jongetje Mi- schenka heeft niets gedaan, jon getje Mischenka heeft niets aan geraakt. Dat heeft alleen de kat gedaan. Jongetje Mischenka etaleert al zijn goede eigen schappen en concludeert, dat er maar één niet deugt: Njanja. „Der Köfer". Een griezelkever, een boze kever, maar Mischen ka overleeft het, de kever niet. „Mit der Puppe" is een fijnzin nig wiegeliedje. „Abendgebet". j Mischenka beveelt zijn hele. j met namen genoemde familie in Gods hoede aan, maar hij ver-1 geet zichzelf, hetgeen Njanja hem krachtig onder ogen brengt. Het laatste lied „Der Steckenpferdreiter" brengt een j dialoog tussen Mischenka en j zijn moeder, die hem troost als hij (letterlijk) van zijn stok paardje valt. Deze liederency clus werd tussen 1860 en 1872 door Moussorgsky geschreven. ,La fraicheur et le feu" schreef Poulenc op gedichten van zijn vriend Paul Eluard. De liede rencyclus omvat 7 delen, maar i die Poulenc. zoals hij zelf I schrijft, niet heeft bedoeld als 7 afzonderlijke liederen. Met el kaar geven zij een impressie van de gedichten. Tekst en be geleiding hebben elk een zelf standig karakter. In de begelei ding, als men dit tenminste zo mag noemen, zal men weinig van de gezongen melodieën te rug vinden. Alleen in het zesde deel „Homme au sourire ten- dre" hoort men het thema aan het slót van de begeleiding, maar dan in een opvallende harmoniek. Een blad uit de serie zeefdrukken „Wand in D" uit 1972 Poulenc, behorende tot de „Groupe des six", geeft een prachtige sfeertekening. Hij is totaal ver schillend van Debussy. Hij is temperamentvoller en hij schil dert niet met de tussentinten, die karakteristiek zijn voor De bussy. De kleuren van Poulenc aiin feller. Maar daarbij is ziin harmonie bijzonder verfijnd. Men luistere maar eens naar „Homme au sourire tendre". Trouwens deze cyclus in zijn ge heel is brillant geschreven. B. Rijnders LEIDEN In de Lakenhal exposeert tot 4 oktober a.s. de jonge Leidse kunstenaar Koos v. d. Water een aantal tekeningen, zeefdrukken en objekten, die alle het wooninterleur tot thema hebben. Daarom ook de titel van de tentoonstellingscata logus „Huis, tuin en keuken In het werk van Koos v.d. Water", waaraan de kop boven dit ver slag dus zonder wellicht vermeende discrimi natie is ontleend. De in 1943 te Leiden geboren kunstenaar kreeg een opleiding aan de Kon. Academie in Den Haag, waar hij o.a. lessen volgde van Co Westerik. Van de Water sloot zich aan bij de richting van het nieuwe realisme, dat overigens een geheel ande re kunstvorm is dan pop-art. Enkele jaren gele den kwam zijn werk voor het eerst in de open baarheid op een groepstentoonstelling van Leidse kunstenaars in de Lakenhal. Het werk op de thans geopende tentoonstelling stamt uit de laat ste twee jaren. Het behandelt de dagelijkse din gen en de ervaringen van alledag, die iedereen meegemaakt. Onderwerpen zijn de dingen om ons heen in de woonomgeving: muren en wanden, de stoel fen de tafel, wat de tekeningen en zeefdrukken betreft veelal in series „rond een gemeenschappelijk thema, met dien verstande dat elk afzonderlijk kunstwerk dat thema van een andere kant bena dert en dus een andere karakteristiek van zijn wezen aan de openbaarheid prijs geeft. We zien stoelen en tafels, een serie zeefdrukken van een wand met een trap en een deur, wisse lend van kleur en daardoor veranderend van we zen en diepte, hoewel het toch steeds dezelfde or namenten zijn. Ook de objecten zijn „stoel en tafel". Deze onder gaan door de wisseling van de techniek niet al leen een zichtbare gedaanteverwisseling, maar ook een formele. Niettegenstaande vervormingen, weglatingen of bijvoegsels blijven het toch tafcis of stoelen, soms in combinatie-in-elkaar-over- gaand. Echter wel uitgevoerd op de normale schaal en de gebruikelijke materialen als hout en bekleding. „De vragen, die Koos van de Water zichzelf en de kijker stelt in zijn werk betreffen de manier waarop een gemiddeld mens zijn gewone huiselij ke omgeving ervaart, zonder daar meestal bij stil te staan. Hoe zitten we in een stoel, wat wor den we gewaar als we een der openen om van de ene ruimte in de andere te komen. Hoe be paalt een raam onze omgeving en onze beleving daarvan, wat is typerend voor de ervaring van huiselijkheid, in welke situaties nodigt een stoel je wel of niet uit er in te gaan zitten enz." Op deze wijze laat Koos v.d. Water ons de kij ker de dagelijkse dingen en dagelijkse erva ringen van alledag zien, die ieder meemaakt zon der er bij stil te staan, laat staan ze te beleven. De gemiddelde kijker zal zich dat wel even op zich moeten laten inwerken. De beschrijvende catalogus van Hans Sizoo is daarbij een uitste kend hulpmiddel. WILLEM PRINS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 5