De reuzenvogel die vertellen kon r \®i® Economische en politieke macht in elkaar verstrikt DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD r l°WMÈ_%é Boek in West-Duitsland onthult: ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1973 LEIDSE COURANT PAGINA 19 Juniorenhoek 75 "Ü5T lm Venetië woonde lang geleden een edelman met zijn dochter. Vanuit hun statige huis stapten zij niet op een straat, maar in een bootje. Want de helft van de straten in die stad zijn van water waarover gondels varen. En buiten de stad ligt de zee. De edelman, die koopman was, liet zijn schepen vol konaal en kant, glas en snuisterijen varen naar het Oosten. Ze kwamen te rug met peper en vanille, noot muskaat en kaneel; kruiden wa ren goud waard in het Westen. Eens wend de stad onveilig ge maakt door rovers, Juist in de dagen waarop de koopman met een schip zou meevaren. Hij was bang <±at in zijm afwezigheid een rover zijn dochter zou wegha len, om haar bij zijn terugkeer pas vrij te laten voor een groot losgeld. Daarom sloot de vader vóór zijn vertrekt het statige huis af en verbood zijn dochter de man, wie dan ook te ontvan gen. De vader vertrok, het meisje bleef alleen en keek verveeld uit het raam naar de gondels. Dan zag zij soms de schitteren de gordel van de beroemde prins Cesare, die in de schaduw van een baldakijntje zat, terwijl zijn gondelier boomde.Op een dag meerde voor haar huis ee- onbekende gondel. Hij bracht haar een brief van prins Cesare die daarin vroeg of hij haar mocht komen bezoeken. Maar het gehoorzame meisje Liet de gondelier het antwoord mee ge- Oplossing vorige week OPLOSSING VORIGE WEEK Robin Hood nummer twee is de echte. Hij heeft geen pijlen. ven: zolang mijn vader afwezig is, ontvang ik niemand. Daarop kwam wéér een bnef. De prins, zo las zij, bewonderde haaT zó zeer dat hij haar een geschenk wilde geven: waarmee kon hij haar een plezier doen? Het (meisje kreeg schik in de brief wisseling. Het verbrak de vei^ valing. En zij antwoordde: graag een hondje met ogen van barnsteen. Enkele dagen later werd door de onbekende gondelier een hondje afgegeven, een diertje van bont, niet echt levend, maar het had dan ook oogjes van zuiver barn steen. Het meisje bedankte en schreef ondeugend erbij, dat zij deze gevaarlijke hond in een ij- zeien reuzenkooi liet opsluiten zodat hij haar geen kwaad kon doen. En zij sloot hem heus in een ijzeren kooi. Opnieuw voer de onbekende gon del voor haar deur. In de brief die nu werd afgegeven las zij: „Ik brand van verlangen u te be hagen. Wat mag ik u nu stu ren?" Het meisje dacht: ik vraag deüs heel onmogelijks, een boom waaraan zilveren sterren groeien. Als antwoord werd aan haar huis een donkergroen lau rier-boompje afgegeven. Aan de takjes hingen sterren van zil ver. De koopmansdochter ant woord®, dat zij het boompje in een stevige ijzeren kooi had gesloten omdat zij bang was dat de sterren, bij het aanbre ken van de morgen, zouden ver dwijnen zoals alle sterren aan de nachtelijke hemel. En zij sloot het heus in een ijzeren kooi. leen en weer voer de gondel door de kanalen van Venetië. Zij bracht nog een brief waarin de prins had geschreven: „Deze keer heb ik zelf een geschenk bedacht, een reuzenvogel die praten, denken en vertellen kan. Hij wordt u gebracht in een gouden kooi, dat bespaart u de moeite hem in een ijzeren kooi te sluiten". Vanuit haar venster zag het meisje hoe de onbeken de gondelier een reuzenpape- paai in een gouden reuzenkooi afgaf aan de deur van haar sta- tóg huis. Maar papagaaien heb ben scherpe snavels en klau wen. Daarom liet zij onmiddel- IIijk de vogel mèt zijn gouden kooi, die heel dunne spijltjes had, veilig opsluiten in een reu zenkooi van ijzer. De schitteren de vogel met bonte veren en glanzende snavel maakte de koopmansdochter niet bang ach ter die dubbele rij tralies, hoe groot bij ook was. En de vogel vertelde, praatte, vertelde.... Over eilanden van koraal met zeemeerminnen, over vliegende schepen met prinsessen in flu weel en zijde, over moedige pninsen, en over prins Cesare. Het meisje luisterde naar de veril alen, die zo meeslepend wa ren dat zij geen tijd had te eten of te slapen. Zij luisterde en leek te leven In een sprookje. Ten slotte vleide de vogel: „Lief •meisje, laat mij los. dan kan ik pas werkelijk vertellen hoe edel prins Cesare fs." De koopmans dochter had de bevelen van haar vader nog niet vergeten. Zij aarzelde... Toen klapte de vogel met zijn vleugels tot de veren in het rond vlogen. Het hele verenpak viel van hem af. en daar stond een prins in een kooi. r,Ik ben Cesare", zei hij. Maar op hetzelfde ogenblik tinkel den er vreemde geluiden in de kamer van de koopmansdoch ter. Het donkergroene laurier boompje liet opeens zijn blaad jes en takjes treurig hangen en alle zilveren sterren vielen eruit. Het bonte hondje verloor zijn oogjes. Zij rolden als knikkers over de grond en het blinde kopje keek verdrietig. Het meis je schrok en zei: „Dat zijn slechte voortekenen. Mrjn vader heeft mij verboden iemand wie dan ook te ontvangen. Al bent u prins Cesare, verkleed in een vogolverenpak, toch moet u in de Hzeren kooi blijven tot hij te rugkomt. Maar vertel intussen imooie verhalen, dat kort de tijd". En de prins vertelde, ver telde. vertelde. Maar het meisje had haar aandacht verforen. De kooi bleef gesloten. Intussen kwam de koopman terug uit het Oosten, toen bij landde in Venetië stond een dienares van zijn dochter hem op te wachten om te zeggen dat het meisje prins Cesare gevangen hield in een kooi. De koopman schaamde zich diep tegenover de prins en haaste zich in een gondel naar huls. Maar toe«i hij voorbij het paleis van prins Ce sare voer, zag hij hem daar op zijn balcon staan. „Prins Cesa re!" riep de verwarde koop man, "Men zegt dat mijn dochter u in een kooi gevangen houdt". De prins was hierover hoogst ver baasd en vergezelde de koop man naar het statige huis aan het kanaal. Daar troffen zij de mooie dochter aan bij de ijzeren kooi waarin een man zat te ver tellen die gekleed was als een prins. Br lag een veren pak naast hem en gebogen spijltjes van verguld IJzerdraad staken door de Ijzeren tralies... De ver teller van de verhalen, de man die brieven schreef en een hondje met ogen van barnsteen en een boompje mot sterren had gegeven, die man was geen prins. Hij was een rover drie de koopmansdochter gevangen had willen nemen om haar terug te geven in ruil voor een grote los prijs. De koopman was gelukkig zijn dochter ongedeerd terug te vin den, maar boos omdat zij toch onvoorzichtig had gehandeld. De dochter was blij dat haar niets was overkomen, maaar schaam de zfch voor de echter prins. De echter prins troostte haar. Hij gaf haar een levend hondje met glanzend gele ogen, mooier dan het zuiverste barnsteen; een oranjeboompje met donkergroe ne bladeren en zilver-witte bloe sems die als sterren straalden; en een echte papegaai die niet kon denken maar wel woorden kon zeggen die hem geleerd wa ren. De papegaai die naar tien woorden kende, zei voortdu rend: ,,De echte prins Cesare wil trouwen met de lieve koop- maimsdochter. En nog voor de zilverwitte bloe sems van het oranjeboompje verwelkten, waren zij ge trouwd. (van onze correspondent) BONN - De heftige literaire wereld van de Westduitse boekenmarkt beleeft momen teel een sensatie, waarvan de gevolgen waarschijnlijk tot in de hoogste politieke en economische regionen zul len doordringen. De opschud ding werd ontketend door dc roman „Het Tall-com- plot" van auteur Will Trem- per, die op literair en filmge bied geen onbekende li. Van nu af aan kan men er zeker van zijn, dat zijn naam voor goed gevestigd is: na twee winkeldagen waren alle 30.000 exemplaren ondanks de fikse prijs van bijna 30 mark uitverkocht, zodat uit gever Fritz Molden in Wenen al de tweede oplage op de persen heeft liggen. De sensatie van het boek schuilt hierin, dat het een sleutelroman is, waarin het Essense Krupp-concern, zo menen inngewijden, zo scherp ontleed wordt, dat een se rieus tijdschrift de beschrij ving van de economische machtsstrijd even onthullend noemde als de roman „In koelen bloede" van Truman Capote. Een bijzonder inte ressant aspect van wat men zonder meer het meest ac tuele Westduit3e schandaal kan noemen is de omstandig heid, dat Will Tremper abso luut niet de bedoeling had de Intriges en de gevechten om economische en politieke macht te ontmaskeren, maar uitsluitend om een roman te schrijven over de laatste na bestaande van de familie Krupp, Arndt von Bohlen und Halbach, die zich als playboy onledig houdt en als zondaig de geïllustreerde bla den vult. Tremper werd pas een Duitse Capote toen hij In gesprek kwam met Berthold Beltz, de voorzitter van Krupp's raad vat: commissarissen, bij wie hij zich informatiemateriaal over de verloren zoon wilde verschaffen. Bij de gedenk waardige ontmoeting in het jaar 1968 trof Will Tremper zijn gesprekspartner in een uiterst spraakzame bui aan. Voor de escapades van Arndt von Bohlen interes seerde Beitz zich echter in het geheel niet. Daarentegen begon hij Tremper over zijn eigen lotgevallen te vertel len, hetgeen in 1968 zo onbe grijpelijk nog niet was. Kort tevoren was Beitz namelijk als machtigste man van Krupp onttroond. Men had hem de verantwoording in de schoenen geschoven voor een bankroet, waarmee het be drijf met zijn 100.000 werkne mers en zijn 3% miljard bankschulden geconfronteerd werd. Complot De verbouwereerde auteur ver telde Beitz, dat hij het slachtoffer was geworden van een complot van de Westduitse banicen, dat aan gevoerd werd door de direc teur van de Deutsche Bank, Herman Josef Abs. De crisis in het bedrijf, aldus Beltz, was op kunstmatige wijze veroorzaakt om hem de laan uit te werken. Met Will Tremper kwam hij overeen, dat deze een zakelijk boek met een nuchtere schildering van het complot zou schrij ven. Beitz werd plotzellng echter een boek met zeven zegels toen hij in 1970 kans zag de macht bij Krupp te heroveren. Niet alleen zweeg hij hierna als het graf, maar wilde hij bovendien niets meer weten van het tegen hem georganiseerde complot. Tremper ging toen twee Jaar lang zelf op onderzoek in de ondoorzichtige wereld van de concerns uit en verzamelde tot zijn eigen ontzetting zo veel materiaal, dat hij er een boek van meer dan 1.000 pagina's over had kunnen schrijven. De uitgever vond het echter bij 500 bladzijden welletjes en suggereerde Tremper het volgend jaar een vervolg te laten verschij nen. Intriges Aangezien zijn voornaamste in formant het af had laten we ten, besloot de schrijver zijn gegevens in de vorm van een roman te verwerken en namen te fingeren. Naar men moet aannemen veran derde zo „Krupp" in „Tail" er: Berthold Beitz in Benja min Bach, terwijl er als smeder van het complot een Josef Maria Diergard op duikt, die volgens de schilde ringen van Tremper wel identiek moet zijn met Her mann Josef Abs. Het hoeft geen betoog meer. da» Benjamin Bach als chef van het „Tall-cooncern" door Josef Marl Diergard via een complot ten val gebracht wordt, maar de vraag of hij hiermee Beitz en Abs bedoelt beantwoordt de auteur zeer listig: „De heren schijnen het te geloven, maar ze tre den In het boek naast de ro manfiguren onder hun echte namen op". Waarschijnlijk is dit een foefje om zich te be- •chermen tegen al te ernsti ge konsekwenties van proces sen, die Tremper overigens met zekerheid verwacht: „Vermoedelijk wordt Beitz door Abs aangeklaagd en ik door Beitz". Wat de roman een mogelijk onafzienbare dimensie geeft, is dat volgens Tremper de Intriges rond dit Tail-concern model kunnen staan voor de praktijk van alledag in het grote industriële en economi sche leven. Van zichzelf zegt hij welis waar, dat hij niet aanklaagt, maar intussen beschuldigt hij toch maar de verstrik king van economische en po litieke macht. In een inter view merkte hij op. dat elk bedrijf met meer dan 100.000 arbeiders minstens enkele bondsdagafgevaardigden in „zijn dienst" heeft. Zij zijn financieel van het bedrijf af hankelijk en moeten naar hun pijpen dansen. De in vloed van deze bedrijven op ac politiek noemde hij „schrikbarend", want hij metnt, dat geen enkele poli ticus de macht van de con cerns negeren kan. Daarom ook laat Tremper doorsche meren, dat hieruit mogelijk de grote verachting, die ma nagers voor politici koeste ren, voortvloeit. Niemand twijfelt eraan, dat Tremper tijdens zijn onderzoek ont stellende zaken aan de op pervlakte gebracht heeft. Zelf zegt hij tenminste er he vig van geschrokken te zijn hoe radikaal industriële grootheden Idealistische poli tieke plannen kunnne blokke ren. In elk geval hebben de krin gen, die menen dat zij in het boek bedoeld zijn, ook op de uitgever een sterke pressie uitgeoefend om Trem pers manuscript in de papier mand te werpen. Fritz Molden heeft zich echter niet laten Imponeren. Inte gendeel, volgend jaar komt „De come-back van Benja min Bach" uit en deze titel laat er al helemaal geen twijfel meer aan bestaan wie hij op het oog heeft. De generaal had nog zo tegen de soldaten gezegd dat ze op hun goede plaats moesten gaan staan. Maar ja, dat liep helemaal verkeerd af. Ze stonden door elkaar. Als fe ze In de goede volgorde zet, vind je de naam van een beroemde man, die de leiding over een leger had en uit Frankrijk kwam. Wie Is het Paulus de Bos kabouter De Hooi- kool Door JEAN DULIEU 57 „Afgesproken", riep Paulus. „Luis/ter dan", zei Krakras met een gewichtig gezicht. Maar voor ze verder tets kon uitleggen kwamen Oehoeboeroe en Salomo langs en die hadden warempel alweer woorden Het komt door Jou", schreeuwde Salomo. „Nie tes", riep Oehoeboeroe. „Welles", tetterde Salomo. „Als jij niet steeds over hooi had gezwamd had Ik er ook geen trek In gekre gen". „En ih heb nou juist min of meer het buitengemeen vaste besluit genomen om er vanaf te zien". „En ik denk er nou anders over", riep Salomo, „ik wil hooi hebben". „Is het nou uit met dat malle ge doe?" viel Paulus hen boos In de rede. Als fe hooi wilt etsn. kijk dan maar eens naar Krakras, dan kun je zlsn wat er van komt". Omdat er toch zes Inktvlekken op het vloeipapier zaten, ging de jon gen op de tekening er maar mee knoeten. Hij trok twee lijnen, een door de bovenste drie van links naar rechts en een, op dezelfde ma nier, door de onderste drie. Zijn buurman op school zei: „Joh, kan jij nou ook die twee lijnen trekken zonder je potlood van het papier te halen?". Hij kon het niet. Jij soms wel? Suske en Wiske De Poppen- pakker Lucky Luke Canyon Apache Het leven b niet alleen uit naar school gaan en spelen. Als je j zeventig ordt, heb je daarvc eveer drie en twintig I jaar geslc en jaar gepraat, zc ar gegeten en achttien j maanden ac jan of onder de douciu gestaan om fe te wassen. J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 19