RUSTJAAR NA SPELEN BESTAAT NIET MEER VOOR DE ZWEMSPORT GEEN CONTROLE W ielelie Polleunis duivelhe met hart van anthraciet Noteer bij de radio ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1973 LEIDSE COURANT PAGINA k. DEN HAAG Al jaren zijn de wereld kampioenschappen een heet hangijzer in de zwemsport. Tegenstanders van dit in andere bonden allang geaccepteerde insti tuut hielden echter tot voor kort de boot af met de vraag: „Moet dat nou zonodig? Er zijn om de vier jaar Olympische Spelen, om de twee jaar Europese kampioen schappen en daartussen door ook nog Eu ropa-cupwedstrijden. Is dat al niet teveel van het goede?" Als deze vraag wordt ge steld aan de zwemtrainers, de „werkers aan de wedstrijdtop" hoor je meestal „neen". Het waarom legt Jan Schouten, de trainer van ZIAN-Vitesse, die in Bel grado bij verrassing assistent van bonds coach Bert Sitters is, uit met de medede ling: „Vaak haakten na de Olympische Spelen de zwemmers en iwemsters af. Zij hadden de spanning van het toernooi be leefd en ze vonden het welletjes zó. Toen kwamen de Europese kampioenschappen erbij en je bleek de meisjes nog niet ge motiveerd te kunnen vasthouden. Want ga jij zo'n meisje maar vertellen: En over twee jaar staat er nog iets te gebeuren. Dat lukt niet, de rustpauze duurt te lang. Vanuit dit gezichtspunt bezien zijn de we reldkampioenschappen gewoon nuttig. Je kan een pupil veel langer aan de top hou den". Kornelia Ender wordt als de opvolgster van Shane Gould bij de komende wereldkampioenschappen in Belgrado gezien. Voor andere zwemtrainers lig gen de zaken niet zo duidelijk. Wout Gerritse, de veelbespro ken vakman achter Anke Rijn- ders, heeft dit seizoen zijn voorkeur zeer duidelijk tot uit drukking gebracht. De Amers- foorter liet na de Spelen alle teugels los om het element re laxen volledig tot zijn recht te laten komen. „Ik vind een pe riode van rust na zo'n tijd van hoogspanning gezond. Anke en ik zijn dan ook juichend van vakantie teruggekomen", moti veert hij zijn sterk bekritiseert standpunt. En hij gaat verder: „Als ik over dit soort zaken praat kom ik altijd terug op München. Het gros van de mensen, dat op de Spelen was, kwam met een kater thuis. De prestaties waren tegengeval len, punt uit. Dan heb je zeker tijd van bezinning nodig". De vraag is echter hoelang. Ook de pleiters voor de we reldkampioenschappen in Bel grado onderschatten de beteke nis van afreageren, rusten dus, niet. Ze denken echter, wat Jan Schouten verwoordt: „Een maand lang iets anders doen, jezelf zijn, is zat. Wie er lan ger uitstapt, mist de boot. Dat besefte ik deze week nog eens. Een jongen van ZJAN kwam na een jaar bij me terug. Hij had op de 400 meter 4.24 ge- Oost-Duitsland. Zelfs West- Duitsland In München toch grandioos voor de dag geko men, nietwaar? heeft men zijn eindeloos grote mogelijk heden de boot gemist". De Nederlandse zwemtop met uitzondering dan van Anke Rijnders viel niet stil. Enith Brigitha, Hansje Bun schoten en jongeren zoals José Damen, al was de laatste niet in München aanwezig, gingen onmiddellijk door. De Oostduit- se chef-coach Kleefeld vindt dat het enige alternatief om de absolute top te halen. „De ont wikkeling in de zwemmerij gaat zo hard. dat rustpunten taboe zijn. En terecht. Wie eenmaal aan die top zit moet er zo lang mogelijk kunnen blijven". Bij de Oostduitsers is deze theorie enigszins uit nood zaak ontstaan. Twee jaar gele den, bij de Europacupwedstrij den in de Tsjechische stad Bratislava, keken de leiders van de Oosteuropese ploeg te gen de moeilijkheid aan van „Onze zwemformatie van nu is eigenlijk te jong voor de Spe len in München maar te oud voor wat er later komt". Zij zijn daarom dolgelukkig met de wereldkampioenschappen in Belgrado, een prachtkans om glorie voor Oost-Duitsland te vergaren. Daar ziet het ten minste wel naar uit. Wie te ruggaat naar de afgelopen zon dag in Utrecht gehouden Euro pacupduels, herinnert zich haarscherp de drie wereld- en vier Europese records, die fy siek sterke meisjes als Korne lia Ender. Ulrike Richter en Angela Franke vestigden. Wanneer de Amerikaanse zwemleiders na de Spelen de training ook maar lichtjes heb ben laten schieten dan zal de zwemhegemonie van de States zeker bij de dames in ge vaar komen. Ook KNZB-bondsvoorzitter mr. Hans Bunschoten (links) en Anke Rijnders, ooit twee sterke pijlers van nationale zwemploegen, ontbreken in het Nederlandse zwemteam dat in Belgrado op de startblokken verschijnt. Een seizoen lang had hij niet anders gedaan dan waterpo loën, hij was dus toch nog blij ven zwemmen. Wat zag ik ech ter toen hij het weer probeer de? Ik moest hem achter zijn broek zitten om onder de zes minutengrens te komen. Zo snel val je terug. „Een ander voorbeeld", gaat Jan Schouten enthousiast verder, „is van re centere datum. Hansje Bun schoten liep enige tijd geleden een virus op en de terugslag was onmiddellijk merkbaar. Zo'n goed getraind meisje kan nu de belasting van een 400 meter nog net, maar van een 500 meter niet meer halen. Bij dr. Kessel stapte Hansje na de 700 meter op de fiets-ergome- ter al af". ZIAN trachtte de „top van München" dan ook vast te houden. Wat lukte met Josien Elzermann. „Niemand ver plichtte haar ertoe door te gaan maar ze deed het uit zichzelf. Twee dagen na de Spelen lag ze alweer in het water. Dat is de enig goede mentaliteit voor een wedstrijd zwemster". In dat opzicht kreeg Hagenaar Schouten ge lijk. Josien Elzermann zwemt straks in Belgrado; Anke Rijn ders niet. Zij heeft op de Ne derlandse kampioenschappen nog wel getracht bij de ploeg te komen maar zij haalde het niet. De achterstand was al te ver opgelopen. Wout Gerritse constateert daarom: „Wdj con centreren ons nu op de Euro pese kampioenschappen 1974 in Wenen". Volgens velen geen haalbare zaak meer. Wie uit de boot stapt, valt af, redeneren zij. Een keiharde theorie, die door „Belgrado" misschien nog meer werkelijkheid wordt. Het enige rustjaar in die vier sei zoenencyclus van Olympische Spelen komt immers te verval- De Oosteuropese zwemnaties vinden dat niet erg. Integen deel zelfs. Zij zeggen in deze eerste en daarom historische wereldkampioenschappen een prachtige gelegenheid te zien om de balans van München op te maken. Wie zijn eraf geval len en wie zijn erbij gekomen? Hoe ligt de krachtsverhouding nu? Allemaal vragen, die door dat dichterbij komen van de grote kampioenschappen, snel ler en gemakkelijker beant woord kunnen worden. Voor de insiders een ontwikkeling, die alleen maar prestatie-verho gend kan zijn. Dat maakt de topzwemmerij in de wereld nog intensiever, nog interes santer eigenlijk. Wout Gerrit se: „Het enige land, dat dit zeer goed begrepen heeft is BELGRADO Anta Lambasa, de Zuidslavische directeur van de eerste wereldkampioenschappen zwemmen in Bel grado heeft het besluit van de organisatoren verdedigd om geen anti-dopingcontrole uit te oefenen tijdens de kampioenschappen. "Het analyseren is een zeer gecompliceerde bezigheid en soms duurt het wel 24 uur voor de uitslag bekend is, zo dat in geval van diskwalificatie de beslissing te laat komt. omdat de medailles allang zijn vergeven", aldus Lambasa. Hij voegde er aan toe alle vertrouwen te heb ben in de sportieve gedragscode van de deelnemers en zei niet te geloven in dopinggebruik van de beste zwem mers ter wereld, die op die manier jaren van training in de waagschaal zouden stellen. Niet minder dan 42 landen hebben zich inmiddels gemeld voor de eerste wereldkampioenschappen zwemmen, die van 30 augustus t/m 9 september in Belgrado worden ge houden. Reeds aangekomen is de ploeg van Groot Brit- tannië. Josien Elzerman lag twee dagen na de Spelen alweer in het water. Zij liet geen tel de vorm van München meer los. J. W. v.d. Krol behoort tot de mensen, die aanvankelijk scep tisch tegen de wereldkam pioenschappen stonden. „Dit toernooi valt ons zwaar op de maag, ja. Er was eigenlijk geen behoefte aan. Maar om dat Europa nou niet zo ver schrikkelijk veel te vertellen heeft in de internationale zwemfederatie en er altijd lan den zijn die in de race niet meedoen maar wel een paar mensen sturen om het contact te onderhouden, kwam het er door. De wereldkampioenschappen heeft de KNZB dacht ik niet onverstandig benaderd. We gaan er met een kleine, se lecte groep naar toe". De ont wikkeling van het oontinu doorgaan van de zwemtop ver hoogt de kostenpot, welke door subsidiëring van het NOC en de NSF aardig gedekt wordt. „Maar", waarschuwt mr. Van der Krol, „je krijgt natuurlijk wel dat het gaat dringen aan de basisopleiding van de jeugd. Vroeger had je daar het jaar van na de Olympische Spelen voor. We zullen moeten oppassen in de toekomst daar mee geen moeilijkheden te krijgen". Voor de andere takken zoals waterpolo, schoonspringen en kunstzwemmen, die op de we reldkampioenschappen aan bod komen, ligt de problematiek veelal niet anders. Al blijkt de kunstzwemcommissie van de KNZB een ambitieuze zaak van Belgrado gemaakt te heb ben. Al maandenlang trainend onder leiding van een Ameri kaanse gastdocente wordt ge hoopt het kunstzwemmen ein delijk op een behoorlijk voet stuk te zetten. „Ons probleem is en blijft echter de te lange voorbereidingstijd, die elke deelnemer nodig heeft", zegt ex-secretaris van de kunst zwemcommissie De Ras. „Bij het zwemmen kan je binnen twee, drie jaar een heel eind komen. Bij het kunstzwemmen niet. Je moet zeker vijf jaar geduld hebben voordat je een redelijk niveau bereikt. Dat blijkt voor zeer velen te lang te zijn". Misschien vormt Bel grado een keerpunt. De schoonspringcommissie is nog niet zover. Na het wegvallen van Mariette Dommers en Eljo Kuiler stortte het aanzien in het buitenland in elkaar. Dat wordt later misschien op gevangen door nu aan een ba sis in de breedte te werken. Om die breedte daarna heel voorzichtig omhoog te brengen. „De onlangs in Leeds gehou den Europese kampioenschap pen hebben daar al enige teke ning in gebracht", zegt com missie-voorzitter Van Leeuwen. „We zijn niet ontevreden". Maar in Belgrado zal een Ne derlandse springer of spring- ster ontbreken. Het niveau van de kandidaten wordt nog niet hoog genoeg geacht om repre sentatief voor Nederland te kunnen zijn. De waterpoloërs benaderen de wereldkampioen schappen weer anders. Ze zien dit evenement als een nuttig verkenningsstation voor het ko mende Olympische tijdperk en sturen er een jonge ploeg heen, die moet laten zien wat ze waard is. Commissie-voor zitter Keetelaar: „Deze we reldkampioenschappen maken je eerder attenter, waakzamer. Dat is in mijn ogen alleen maar toe te juichen, want rust kan voor topsporters niet goed zijn. HANS DE BRUYN BRUSSEL Het kleine atletische har ddr avert je, Willy Polleunii loopt als een jonge meid, die zich schaamt vanwege die korte broek. Hij zwenkt zijn knieen een vleugje naar binnen, zet de tenen bijna het eerst aan de grond, houdt het kopje wat scheef, de armen preuts voor de borst en hij draait een pietsje te veel met zijn gat. In feite is hij echter een donderstraaltje, dat de zaken fraai versiert en uit heilig principe geen meter kop doet, als hij dat ook maar enigszins kan vermijden. Gewoonlijk kan hij dat. Als de koplopende windsnijders dan op de wenkbrauwen lopen en moeten uitkijken op hun tong te trappen, dan is de tijd van het heertje Polleunis aan gebroken. Dan sprint hij weg om menigmaal als eerste ov< meet te trippelen. Laten tve even wel wezen, Wieleke Polleunis is een duivelke met een hartje van anthraciet, maar lopen dat kan hij. Op de 5- en 10.000 meter staat hij zijn manneke en als hij zich schuil heeft kunnen hou den, beschikt hij over een eindschot zo scherp als de steek van een jonge wesp. Voor de start van de 10.00 meter op „de Heizei" te Brussel bij gele genheid van de Belgische kampioenschappen had de oude meester Gaston Roelants mij gezegd: „Ik moet Wieleke Polleunis onderweg kwijtspelen anders klopt hij me in de eindsprint met een vinger zijn neus. En dan nog uitkijken voor Kareltje Lismont, want die draait goed door de laatste tijd". Dat zei de 36-jarige Gaston. Hij trok zijn knalrode blouson uit, keek even naar zijn rode schoenen, trappelde wat proef en begaf zich toen naar de start. Hij keek nog een keer om en riep: „Ik kan het niet laten, jong". Gaston deed wat hij praktisch zijn hele lopersle ven gedaan heeft: hij nam meteen de kop en Lismont en Polleunii volgden hem op de voet. Over de rest kwam dra zwijm, hetgeen niet te verwonderen was bij de hitte van de betreffende dag. Gaston verdapperde en liep in zijn hartveroverende stijl, die 'n dans gelijk is. Het publiek schonk hem zijn hart en een voortdurend ap plaus. Polleunis. toch al een onderdeurtje, maakte zich zo klein gelijk, maar kon toch niet voorkomen dat de eerste fluittonen hem midden tussen de ogen, het eerste boeh-geroep hem midden tussen de schouderbladen trof. Maar hij lachte zijn kwaaie lachje en beidde de tijd. In zijn rechter hand een nat doekje, waar hij zo nu en dan op zuigt. Suikerwater Sportbrief uit Brussel pp zegt de ene. Citroensapde andere. „Fopspeen" en „is moedr niet thuis", roept een derde. Roelants raakte zijn zuignappen net kwijt. Kareltje Lismont zag zo bleek als een lijk, maar hield vol 'w zijn stijl, die zo wantstaltelijk is als de laatste stuiptrekkingen van een oude heks met een houten poot. Lismont bonkt over de baan, schuift tegendraads met zijn schouder, zwaait als dronken met zijn stijve armen en trekt er nog agschrikkwekkend lelijke gezichten bij ook. Maar hij schiet wel op. Kijk, daar neemt hij zelfs de kop over van Gafston Roelants, die nu heel even kan uitblazen. Kareltje trekt behoorlijk door, maar ook voor hem wijkt Polleunis niet. Dan neemt Gaston weer de leiding en demarreert meteen als telde hij nog 20 lentes. Polleunis laat los. verliest 2, 4 en 6 meter en op dat moment raakt Gaston met zijn linkervoet de rand van de baan en raakt uit cadans. Het tempo verwakt even en lepe Polleu nis is meteen terug. Hij heeft nog altijd geen centimeter kop ge daan. De laatste 400 meter. Willy Polleunis treedt uit de schaduw en krijgt van het publiek meteen de wind van voren. Doch dat belet hem niet weg te spurten en 5, 10 en 20 meter voorsprong te nemen. Als hl) uit de laatste bocht komt treft het afkeurend gejoel van de hoofdtri bune hem recht voor zijn raap. Hij lacht, heft zijn armen zegevie rend omhoog en gooit smalend kushandjes naar hen, die hem ver guizen. Op dat moment schuift Lismont naast zijn vriend Gaston Roelants en deze oude rot geeft Kareltje een tik op zijn schouder en brult boven het gejoel uit: „Spurt, verdomme, spurt. Ge kunt hem hebben en hij hoort u niet komen". Kareltje hoort het, begrijpt het en hij spurt. Hij spurt als een oud daard voor een mestkar ,maar hij spurt sneller dan ooit tevoren. Ka reltje ruikt de zege en loopt meer en meer in op Wieleke Polleunis, die maar blijft juichen en honend kushandjes werpen naar het vij andige publiek. Kareltje rukt zich voort en klopt het donderdstraal tje op de lijn met een centimeter. Polleunis' hart draait driemaal rond in zijn lijfje. Kareltje Lismont springt anderhalve meter hoog en hij die anders zo verlegen is als vroeger een jonge onderpas toor vliegt nu al kussend alle mooie loopstertjes en springstertjes om 'de bevallige halsjes. Gaston Roelants komt als derde binen en zegt: „Gauw een stellake, want dit is een van de schoonste over winningen van mijn leven. Bekercompetitie: TOPVeendam Almania—Fortuna SC Noord wijk—Helmond Sport XerxesHeracles Volendam—De Volewijckers FC Den Bosch—SC Cambuur ExcelsiorEindhoven VVV—SVV Fortuna VI.HVC DordrechtWillem II Bundesliga: Schalke '04Kickers Offenbach Werder BremenHamburger SV FS KölnKaiserslautern De wedstrijden komen voor op totoformulier 3.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 10