„Ik moet nog zien in welke sport harder wordt getraind dan hij hockey" Complete hockeywereld in Amstelveen ■1 un PIET DUINKER, DIRECTEUR VAN 75-JARIGE KONINKLIJKE NEDERLANDSE HOCKEY BOND SmmWVwAIË 5' ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1973 LEIDSE COURANT PAGINA 11 Ondanks alle beperkingen en moeilijke zachtzinnig aan toe. Amsterdam Het vel papier van twintig bij dertig centime ter, waarop het programma van het toernooi om de Wereldbeker heren en het jubileumtoernooi voor dames is gedrukt, verte genwoordigt een brok arbeid van een jaar of drie. Op 13 okto ber 1973 bestaat de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond vijf enzeventig jaar maar die offi ciële datum ligt te nauw veran kerd in het seizoen. Vandaar dat de heer Piet Duinker, sedert ze ven jaar directeur van de KNHB, met een gerust geweten de feestviering kan afwentelen op de periode van 24 augustus tot en met 2 september als de crème de la crème van de inter nationale hockeywereld naar het uitzonderlijk fraaie hockeycom- plex in Amstelveen komt. De beide toernooien vormen het hoogtepunt van de feestviering van een bond, die driekwart eeuw bestaat maar de grote massa niet achter zich heeft ge kregen. Het vaderlandse hockey staat zeer hoog genoteerd in de wereld maar als Pakistan, met India de absolute top vormend, in Nederland speelt, wordt het hockeystadion gevuld met zo'n kleine achtduizend kijkers er kunnen er ook niet meer in en dan spreekt men met trots van „een volle bak". Als dat topduel gesitueerd zou worden in het Olympisch stadion, zouden er misschien tienduizend mensen komen kijken. Meer niet. In een van de weinige sporten waarin Nederland zich al lange jaren op topniveau beweegt, zit „publie kelijk" weinig schot. Het hoogst bereikbare lijkt ook bereikt. De KNHB is er tevreden mee. Het velletje papier vertegen woordigt drie jaar voorbereiding en uitvoering. Piet Duinker, om de haverklap grijpend naar zijn AMSTERDAM De KNHB viert het vijfenzeventigja rig bestaan buiten, met het grootse buitengebeuren dat bestaat uit het herentoernooi om de World Cup, met de Olympische Spelen een van de twee officiële toernooien, en dat Jubileumtoernooi voor dames, waaraan geen officiële titel of prijs is verbonden. De World Cup hockey is hetzelfde als de Coupe Jules Rimet bij voetbal, waaraan ook het wereldkampioen schap is verbonden. Deelneming aan de strijd om de Wereldbeker moest verdiend worden op de Olympi sche Spelen. Daarenboven werd uit elk werelddeel een land toegevoegd, net als bij voetbal derhalve hinken op twee gedachten: enerzijds de sterkste landen bij een brengen, anderzijds dat principe verzwakken door „de hele wereld" te laten deelnemen. Met dit gigantische toernooi wordt het „sportieve ge deelte" van de feestviering afgesloten. Er is al een in ternationaal zaalhockey*oernooi geweest en een vijf- landentoernooi voor de jeugd, zodat alle facetten van het hockey aan hun trek zijn gekomen. Op 29 septem ber wordt in het Okurahotel in Amsterdam de statu taire algemene ledenvergadering gehouden met daar na „een Lorrel". Er zullen dan geen toespraken wor den gehouden. Op de officiële datum, 13 oktober KNHB opgericht 13-10-1898 wordt met een diner de reeks festiviteiten besloten. De beide toernooien beginnen op vrijdag 24 augustus (eerste wedstrijd Duitsland-Nieuw Zeeland heren om 11.15 uur, laatste om 17.45, Pakitan-Malesië heren). Het programma vermeldt voorts: zaterdag 25 augus tus van 10.30 tot 17.45 uur (laatste wedstrijd), zondag 26 augustus van 11.15 tot 17.45 uur, maandag 27 augus tus rustdag, dinsdag 28 augustus van 11.15 tot 17.45 uur, woensdag 29 augustus van 11.15 tot 17.45 uur, donderdag 30 augustus eventuele beslissingswedstrij den, vrijdag 31 augustus van 11.15 tot 17.45 uur, zater. dag 1 september van 11.15 tot 17.45 uur, zondag 2 sep tember van 11.15 tot 17.15 uur. Alle wedstrijden op hoofdveld en neventerreinen van het hockeystadion in Amstel/een. Prijzen der plaatsen, afhankelijk van dag en plaats op veld, van 1,30 per dag tot 1,20 per dag (2 september, finales). Passé partouts 1,95. agenda die stijf staat van be sprekingen, afhalen van officials op Schiphol, afspraken, aanteke ningen van wat nog gedaan moet worden, telefoonnummers en namen, waadt de laatste we ken door een lawine van werk zaamheden, waaraan het kleine edoch keurige bondsbureau in Amsterdam nagenoeg dag en nacht bezig is. „Het begint te schuiven, dan gaat 't rollen en nu dendert het als een lawine over je heen. Er komen dingen te laat of helemaal niet, er loopt altijd wel iets scheef en toch moet alles op de 24ste augustus voor honderd procent in orde zijn. Van 1970 af, toen we die toernooien kregen toegewezen in verband met ons jubileum, zijn we bezig geweest met het onont beerlijke denkwerk". „Je moet zeer tijdig tevoren al hebben vastgesteld hoe je zo'n enorm toernooi in elkaar gaat zetten. Er moeten deelnemers en officials worden onderge bracht, er moet beslist worden waar wordt gespeeld, of we de dames en heren gelijktijdig, af zonderlijk of achter elkaar zou den laten spelen. We besloten tot één groot toernooi, da mes en heren gelijktijdig. De heren van de FIH, de Fédéra- tion Internationale de Hockey sur gazon, keken wel even be denkelijk maar tenslotte hebben we als KNHB één gemengde bond en dus wilden we alles bij een hebben. Er is nog gedacht aan het herentoernooi in Amstel veen en de dames in Eindhoven maar dat plan hebben we laten varen. Het zou uit propagandistisch oogpunt aantrekkelijk zijn ge weest maar we wilden de dames en heren toch bijeen houden". Het woord propaganda is dan toch gevallen. Er wordt de KNHB wel verweten dat in feite „in het verborgene" wordt ge werkt. Topduels in de competitie trekken, naar hockeybegrippen, dan wel een fors aantal kijkers maar een vergelijking met een idem amateurwedstrijd voetbal len gaat dn het geheel niet op. Hockeyers trainen ook op ge ruisloze wijze. Een voetbalinter land, ook tegen een onbeteke nend land, wordt „begeleid" met uitgebreid nieuws over de voorbereiding. Hockey blijft „naamloos". Dergelijke zaken hoort Piet Duinker met een min of meer geamuseerde glimlach aan. „De KNHB heeft een kleine zestig duizend leden. Hockey is dus, naar dat aantal gemeten, geen grote sport. Maar het zijn wel bijna allemaal actieve leden. Als er een vereniging is met zeshon derd leden, zijn er vijfhonderd entachtig actieve hockeyers bij. Als je het zo bekijkt, zijn we „Als Nico Spits voor twee miljoen naar Pakistan kan en niet mag van zijn schoonmoederhalen we ook de voorpagina Dameshockey is bepaald geen verwaarloosdetak van de hocheybond. Integendeel: omdat de KNHB één ge- Ties Kruize (rechts) was in München één van de opvallendste spelers. Hij was topscorer van het mengde bond is, hield men vast aan één toernooi voor dames en heren. Olympisch toernooi en speelde met een excentriekestick. Dat had een reden kunnen zijn om massaal naar de hockeyvelden te trekken om dat fenomeen eens met eigen ogen te aan schouwen. Maar voetbal is en blijft de grote slok-op. waarschijnlijk de derde sport in Nederland. We zijn enigszins vergelijkbaar met tennis. Als er honderdduizend tennissen moet er toch heel wat gebeuren om de METS-banen in Scheveningen vol te krijgen met publiek. Ze tennissen liever zelf. Een hoc keyer is hetzelfde. Hij speelt lie ver zelf een partijtje dan te gaan kijken en het grote hockey- publiek bestaat voor het over grote deel uit actieve spelers". „Bovendien, de Nederlander vindt hockey niet aantrekkelijk: er wordt veel gefloten, derhalve veel onderbrekingen. De spelre gels zijn moeilijk, door de kleine bal is het spel lastig te volgen voor de massa. Het vok heeft nu eenmaal voor voetbal geko zen en daar doe je niets aan. Veronderstel eens dat er geen voetbal zou zijn. Het voetbal werd radicaal afgeschaft. Op zondag speelt Nederland tegen Pakistan in het Olympisch sta dion. Er zijn tienduizend men sen, de wedstrijd komt uitge breid op de televisie, op de ra dio, in de kranten. Dan heb je een kans op sensationele ver breiding. Maar er is en er blijft voetbal, over de gehele wereld. En die sport is gekozen als favo riet. Wij praten over hockey na ties als India en Pakistan. Weet je wat daar de hoofdsport is? Voetbal, en cricket. Voetbal is overal de grote slokop. Als je in Afrika of Zuid Amerika een stuk gras hebt en je zet er doelen op, kun je gaan voetballen. Voor hockey heb je een biljartlaken nodig, en dat is voor de ontwjk- keling ook een enorm moeilijk punt. Hockey kun je niet ontwik kelen op een slecht terrein om dat het gewoon niet leuk is om te spelen op een gelteweitje". Steekhoudende argumenten vol doende om de ontwikkeling van hockey met een sensationele rush te remmen. Daarbij hoort niet het veelgehoorde „exclusie ve sport". Piet Duinker kan ge rust ontkennen dat zulks verle den tijd is. „Hockey is geëvo lueerd. Het is net zo goed een sport voor de gewone man ge worden, om dat woord maar eens te gebruiken. Net als tennis, dat ook eens exclusief was. En denk niet dat hockey is als een stil staand water dat gezapig voort kabbelt. We groeien ontzettend hard. Twee jaar geleden haal den we ons vijftigduizendste lid binnen, nu staan we op achten vijftigduizend. De laatste tien jaar zijn we gemiddeld jaarlijks met zo'n tweeduizend leden ge groeid. Hoe dat komt? We weten het niet precies maar wellicht zijn velen toch gegrepen door de beelden die ze uit München heb ben gezien". De Olympische Spelen en weer kwam Nederland daaruit uitstekend te voorschijn zorg den inderdaad voor een portie publiciteit en daarvan is de KNHB bepaald niet afkerig. Maar in die keurige, goed gelei de en navenant opererende we reld, gebeuren nu eenmaal wei nig spectaculaire zaken die met vette koppen op do frontpagina's worden gepubliceerd. Duinker: „Als onze Nico Spits voor twee miljoen naar Pakistan kan en hij mag niet van zijn schoon moeder, halen we ook de voor pagina's. Hij ventileert het als een terzijde in een ouderwets to neelstuk. Zijn agenda wordt weer eens opengeslagen, het immense draaiboek geraadpleegd. „Ja, we hebben een uitgekiend draai boek. Moet ook wel voor zo'n toernooi. We hebben alles tot op de minuut uitgewerkt. Hier: drie kwartier voor een wedstrijd moet dit gebeuren, een half uur tevoren dat. De speaker weet precies wat hij moet zeggen. Hij leutert niet. er staat vast wat hij zegt; bij een doelpunt, als er onverhoopt een uit het veld wordt gezonden. Informatie voor het publiek in het Nederlands en het Engels. Alles ligt muurvast in cijfers en zinnen. Hoe het moet met de ballenjongert?; de kleed kamers, voeding, transport, in signes, badges, parkecrregeling. Niets is aan het toeval overgela ten. Iedere ploeg heeft een adju dant. Er komen vierentwintig scheidsrechters en zestien jud ges. Die scheidsrechters komen overal vandaan, reis- en ver blijfkosten voor onze rekening. Voor de judges betalen we al leen de verblijfkosten, een peuleschi! nog vergeleken met de vierhonderd deelnemers en -sters die veertien dagen bij ons „in de kost" zijn. Alleen het vervoer per autobus kost al ze ventig mille. De totale kosten zijn begroot op zeven ton. Als we goed weer hebben, halen we een paar ton terug aan entree gelden. We hebben zelf al ertige jaren gespaard, een potje ge vormd. Voorts hebben we steun van het bedrijfsleven en de overheden". Bedolven onder het extra-werk want de normale bondszaken gaan door. Het aanstaande sei zoen speelt de vaderlandse top in een hoofdklasse. Duinker: „Als we kiezen voor tophockey en streven naar een zo sterk mogelijk Nederlands elftal, moet je gaan concentreren en geen zesendertig ploegen verspreid over het land hebben. Dus een hoofdklasse met de top. Dat kan ook bevorderlijk zijn voor de be langstelling. Misschien springt de televisie cr dan ook gemak kelijker in. Maar dat is van la ter zorg. Eerst en vooral de Worldcup heren en het jubileum toernooi dames. Er is ongeloof lijk getraind. In mei is cr drie weken rust geweest. Van 1 juni af is de selectie twee- tot drie maal per week bijeen geweest in Amstelveen, op Papendal of het CIOS. Er zijn veel oefenpar tijen gespeeld. De training was beestachtig zwaar. Trouwens, de laatste vijf jaar is er toch al keihard getraind. Ik moet nog zien in welke sport harder wordt getraind dan bij hockey..". HERMAN VAN BERGEM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 11