Bert Jacobs:
AZ '67 groeit
De Graafschap
EN DE SPELERS KRIJGEN TANTIEME
KIJKT MEER NAAR HET GEZIN
DAN NAAR HET GEWIN
WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1973
LEIDSE COURANT
„ALLEEN AANVALLEND VOETBAL KAN
TRIBUNES BIJ FC UTRECT VULLEN"
Bert Jacobs (rechts): Jan-met-de-pet wil simpel voetbal zien e
punten van twee zich geheel gevende ploegen".
UTRECHT Bert Jacobs
heeft in de drie jaren, waarin
hij FC Utrecht onder zijn hoe
de had, heel wat geleerd. Jong
en ambitieurs als hij was, be
gon hij zijn taak bij de
Utrechtse fusieclub met het op
stellen van een vijfjarenplan,
waar weinig van terecht is
gekomen. „Ik heb geleerd dat
je in het huidige Nederlandse
voetbal alleen nog maar van
wedstrijd naar wedstrijd kunt
leven. Plannen zijn afhankelijk
van de financiële situatie bij
een vereniging en dus van de
investeringen die een club kan
doen. Maar het Nederlandse
voetbal ligt half op zijn gat",
vertelt Jacobs. Van een ideaal
is de 32-jarige trainer niet af
te brengen. ,Ik ben altijd tegen
resultaatvoetbal geweest. Al
leen aanvallend voetbal kan de
tribunes vullen".
Het is een speelwijze waarmee
het Utrechtse publiek in de
eerste twee seizoenen werd
verwend. De uit DOS, Ellnk-
wijk en Velox onstane stichting
ting verraste met offensief
spel. Daar bleef in het vorige
seizoen weinig van over.
„Door de verkoop van Jan
Groenendijk hadden we geen
dieptespits meer. Het beuken
was plotseling afgelopen en het
verwende publiek bleef weg".
De mindere prestaties van de
Utrechtse formatie leverden
ook een wankeler financiële si
tuatie op. Moeilijkheden bleven
niet uit. „Er kwamen proble
men en de spelers gingen pro
blemen maken". Ook Bert Ja
cobs ontkwam niet aan een in
zinking. De plotselinge uitbars
ting tijdens de wedstrijd tegen
Telstar zal hij nooit meer ver
geten. Drie wedstrijden mocht
hij niet als coach fungeren.
„Maar ik waak ervoor dat
zoiets niet meer gebeurt".
Bert Jacbos ziet de toekomst
weer zonnig. „Met Joop van
Maurik hebben we weer een
echte spits. Hij is weliswaar
niet zo snel als Jan Groenen
dijk. maar het efltal wordt
weer wat completer. Van IJFC
uit IJsselstein kregen we mid
denvelder Oostrum. Tijdens
onze trip in Spanje hij een gro
te aanwinst. Dat betekent ook
dat op het middenveld om de
plaatsen gestreden moet wor
den. John Steen Olsen, Marco
Cabo en Ries Coté moeten er
voor vechten. Trouwens, ook
Karei Bonsink is in de midden
linie te gebruiken".
De hele „oude" groep op
Finn Seemann na is bij el
kaar gebleven. In het trai
ningskamp bleek al dat de
teamgeest terug is. Bert Ja
cobs: „We hebben natuurliik.
zoals elke keer. het touwtrek
ken om de contracten gehad,
maar de spelers verdienen bij
ons behoorlijk. Zoveel kunnen
ze meestal niet bij een andere
club krijgen".
In de drie levensjaren van FC
Utrecht is ook wat de spelers
betreft veel veranderd. Bij de
fusie had de toen enige betaal
de club van de Domstad zesen
dertig contractspelers. In de
loop der jaren zijn daarvan ve
len „afgevoerd". Voor het aan
staande seizoen heeft FC
Utrecht vijfentwintig betaalde
spelers. Bovendien hebben elf
jeugdige amateurs overschrij
ving naar de eredivisieploeg
gekregen. Zij krijgen een
plaats in het jeugdelftal. Bert
Jacobs is daarmee nog niet he
lemaal tevreden. „We hebben
nu een jeugdelftal tot en met
21 jaar, maar na het komende
siezoen wilde ik ook een elftal
hebben met jongens van 16 tot
en met 18 jaar".
Tweede trainer Berger (ex-Ve-
lox, opvolger van de naar Wa-
geningen vertrokken Frits Kor-
bach) zal zich bezighouden
met de jeugd. Bert Jaconbs
zorg is Utrechts eerste elftal
zo hoog mogelijk te laten ein
digen. „Je eindigt natuurlijk
altijd op de plaats waarop je
recht hebt. In het seizoen zal
het echter voor de meeste elf
tallen erg moeilijk worden.
Feyenoord en Ajax zullen wel
weer de top vormen. Wie ko
men in de subtop? PSV waar
schijnlijk en misschien FC
Twente, Sparta of FC Den
Haag, maar deze clubs horen
elgenliik al tot de middenmoot.
Die middenmoot zou wel eens
hard moeten strijden om de
plaatsen van vier tot en met
laatst. Ook De Graafschap en
Roda JC horen tot die lange
middengroep. Het is gewoon
niet te voorspelen wie degrade-
„Met Joop van Maurik (foto) hebben we weer e en echte spits"
voort) heeft al veel van zijn
verwachtingen niet zien uitko
men. Van de fusie tussen de
drie Utrechtse clubs had hij
meer verwacht, al bestrijdt hij
heftig dat de fusie zou zijn
mislukt. „Utrecht ziet tegen
woordig beter voetbal dan in
de tijd van DOS".
Dat betere voetbal wil Jacobs
ook in het seizoen 1973-1974
weer laten zien. maar: „Als
het materiaal niet goed genoeg
blijkt moet je een andere tak-
tiek toepassen. Maar we zullen
aanvalend spelen en er een
show van maken. Aan moeilij
ke systemen hebben we niets.
Dat is alleen voor vakmensen.
Jan-met-de-pet wil simpel voet
bal zien en doelpunten van
twee zich helemaal gevende
elftallen".
JAN-PIETER VAN WOBNSEL
ALKMAAR Het vorige seizoen was voor
A.Z. nog maar net over de vreugderoes
van de promotie naaf. de eredivie heen,
toen de ogen alweer goed moesten worden
opengesperd. Klaas en Cee3 Molenaar ont
vouwden een vijfjarenplan om van te wate-
tanden, met als voornaamste doel: A.Z.'67
aan de top. Een jaar van die vijf treden
tellende ladder is inmiddels achter de rug.
De ploeg handelde zich zonder moeite ln de
eredivisie. Aan de vooravond van de nieu
we competitie heeft A.Z. voorbereidingen
getroffen om weer een «tapje hoger te ko-
Vier nieuwe spelers werden aangetrokken:
amateulinternatlonal Rob Meijster, Joop
Wildbrett. van FC Den Bosch, Wolfgang
Frank van V.F.B. Stuttgart en Telstaispe-
ler Kees de Vries. Met de aankoop van
deze spelers schaarde A.Z. zich hoog op de
lijst van ploegen die veel investeren.
Met de nieuwe trainer wordt de ploeg in de
nog resterende vier jaar niet meer gecon
fronteerd met een trainersprobleem. Dat de
groei er is. bewijst de toenemende publieke
belangstelling waardoor tot het eind van
het afgelopen seizoen aan de spelers zelfs
tantième kon worden uitgekeerd. Zestien
spelers mochten een douceurtje van 12.000
gulden verdelen.
Het is een onderdeel van het moderne be
leid dat de gebroeders Molenaar in Alk
maar hebben ingevoerd. Een beleid, dat
steeds met een aantal nieuwe aspecten
wordt aangevuld. Zo is onlangs een plan op
debestuurstèfel van A.Z.'67 gedeponeerd,
dat het thema van de „gepensioneerde"
voetballer tot strekking heeft.
Sociaal fout
Klaas Molenaar: „Eigenlijk leeft dat dat
plan al lang. We vinden dat de voetballer
ook na zijn sportcarrière moet meeprofite
ren. Zo'n jongen heeft bepaalde inkomsten
uit zijn maatschappelijke positie en het
voetbal samen. Daarover betaalt hij inkom
stenbelasting. Als hij is uitgevoetbald, mist
hij een deel van dat geld. Eigelijk heeft hij
dan teveel belasting betaald. De fiscus zal
voor ons uitzoeken hoe dat precies zit. Zeg,
dat de jongen 15.000 gulden bij zijn baas
verdient en nog eens hetzelfde bedrag met
voetbal. Daar leeft hij naar en is hij een
maal uitgevoetbald. dan zakt hij teurg. Dat
is Sociaal fout en daar moet een oplossing
voor evonen worde. Dat is voor de jeugd
belangrijk. Er zijn er die hun geld opma
ken en aan lager wal geraken, waardoor ze
naderhand in de narigheid zitten".
Full-professionalisme is volgens Klaas Mo
lenaar onmogelijk. .Dat is in Nederland
niet haalbaar. Misschien als je meer inter
nationaal voetbal speelt. Maar wij vinden
dat je beter een baan kunt hebben met wat
vrijheid óm te voetballen. Schaafstra train
de vorig jaar maar een keer in de week
Er werd weinig gehandeld in de transferperiode. AZ zat met vier spelers aan de hoge kant. Van VFB Stuttgart kwam Wolfgang Frank,
op de foto bij de ondertekening van zijn contract. V.l.n.rJan van der Ben (de ..hoopman" van AZ), Franks verloofde, Frank, de heer
Van Solt van Hitachi die de aankoop mogelijk maakte en Gerrlt Hartland. de directeur van AZ.
wegens zin studie. Voor de club jammer,
maar die jongen heeft gelijk".
Klaas Molenaar wil wel, ondanks het semi-
professionalisme, op profbasis werken.„Je
bindt je spelers ermee. De interesse voor
een transfer wordt minder. Ook in het nor
male werk heb je een soort pensioen waar.
door mensen minder snel overstappen, juist
omdat ze een goed pensioen hebben. Je zou
het ook en «oort clubtrouw-premie kunnen
noemen dit kort n« het ontitaun van het be
roepsvoetbal ln Nederland werd ingevoerd.
Een bepaald percentage werd bij de K. N.
V. B. ingehouden en dat kreeg je als je
drie jaar bijdezelfde club had gevoetbald.
Zo heb je allerlei mogelijkheden om de
spelers meer bij de club te betrekken, ter
wijl je toch zakelijk kunt blijven. En als de
prestation bctor worden verdienen ze ook
meer. Het moet hun club worden. Wij heb
ben de «pelers ervan doordrongen dut ze
verunwoordelljkheld hebben en ze hebben
er vertrouwen in. Het zijn een «oort werk
nemers, ze moeten de zaak zelf positief
naar voren brengen. ZIJ verdienen er geld
aan. Het is hun broodwinning en voor ons
is het geen winstgevende affaire".
Oeki Hoekema: kracht in de Doetinchemse aanval.
DOETINCHEM Het Is misschien een beetje vreemd het re
sultaat van De Graafschap te vergelijken met Sunderland,
toch heeft de promotie van de Doetinchemse club een Sunder-
land-effect teweeg gebracht, zoals dat werd verwekt nadat de
Engelse tweede divisleclub het machtige Leeds United had
verslagen. Voor Leeds was er geen terugkeer naar die goeie
ouwe tijd, voor de Graafschap wel.
De grafelijken zijn terug waar ze in 1954 begonnen zijn. Bij
de fusie van de toenmalige profvoetbalbond en de K.N.V.B.
kreeg De Graafschap een plaatsje in de hoogste voetbairegio-
nen van de K.N.V.B. Na de succesvolle promotiecompetitie is
Ds Graafschap dus weer terug op het uitgangspunt van 195-:.
Waar zijn al die clubs van het eerste uur gebleven? Alleen De
Graafschap is overgebleven. Fortuna '54. PVC- Amsterdam.
De Zwarte Schapen, Alkmaar. Rotterdam De Flamingo's, Ra
pid. Utrecht en de Twentse profs zijn verdwenen. Alleen De
Graafschap is gebleven. De Doetinchemse club heeft de or
kaan in die periode kunnen doorstaan.
De Graafschap was destijds de eerste vereniging in de Neder
landse Beroeps Voetbalbond die een volledig elftal met reser
ves op de contractlijst had staan. In Doetinchem was het
nooit een punt geweest om van deze profclub een echte ver
eniging te maken. Op 23 juli 1956 kreeg dat voornemen zijn
beslag, De vierde klasser Oosveld en de voetbalvereniging
Doetinchem fusioneerden waardoor De Graafschap de eerste
profclub was, met ruim zeshonderd leden. Toen de fusie mot
de K.N.V.B. een feit werd, kon de K.N.V.B. op juridische
gronden er geen speld meer tussen krijgen. De Graafschap
was een volwaardige vereniging met bestaansrecht. Bijna
twintig jaar later werd dat opnieuw bewezen.
In de beginjaren had De Graafschap het erg moeilijk. Slechts
tv.ee jaar kon de dub zich in de hoogste klasse van de
K.N.V.B. handhaven. De laatste zeventien jaar heeft De
Graafscnap haar werkterrein in de eerste en tweede divisie
gehad.
Voor rezin
Het bestuur heeft er altijd naar gesreefd de begroting rond
te krijgen omdat men geen beroep wilde doen op de gemeen
schap. De Graafschap was er immers voor het publiek. Men
ging er vanuit dat het elftal de familie op het sportpark
moest kunnen behagen tegen redelijke toegangsprijzen Dit
streven zal het volgend seizoen, in de eredivisie, niet over
boord worden gegooid.
Met De Graafschap verkeert de Doetinchemse bevolking nog
steeds In de veronderstelling dat dit streven haalbaar zal zijn.
Toch zullen er zich moeilijkheden gaan voordoen. Het Sunder-
land-effect kreeg gestalte in een inzamelingsactie om De
Graafschap In de eredivisie te houden. Door de ovorwlnnings-
en promotieroes bleef het publiek niet achter. Het bestuur van
De Graafschap is ervan overtuigd dat het volgënd seizoen een
groot succes zal worden. Misschien niet op sportief gebied want
de Doetinchemse club zal eerst nog wat ervaring in de eredi
visie moeten opdoen, maar toch zeker op organisatorisch ge
bied.
Aanloop
Er zijn al voorzieningen getroffen om de accommodatie te
verbeteren. De tribunes zijn uitgebreid. De Graafschap rekent
op acht keer „een volle bak". In ieder geval de eerste thuiswed
strijd en dan nog de wedstrijden tegen Ajax, Feijenoord, PSV,
Sparta, Go Ahead Eagles, FC Twente en NEC. In de transfer
periode heeft De Graafschap ook niet stil gezeten, o.a. Oeki
Hoekema werd aangetrokken.
Het eerste eredivisiejaar zal een aanloop moeten worden tot
een nog groter succes. De t.raufschdp zal, als het de eredivi
sie overleeft, meer gaan doen. Er zullen dan nog meer speler»
worden aangekociit en dan zal men toch een oeroep moeten
gaan doen op de gemeentelijke subsidie. De onverzettelijke
wilskracht, die De Graafschap de laatste jaren heeft getoond,
zal opnieuw de draagkracht worden van de Doetinchemse ver
eniging. De Graafschap is beslist geen club die zich zonder
meer zal verzoenen met een ondergeschikte rol in de eredivl-
W1L VAN DER PLAS
sie.