REINTJE DE VOS
SPEELT VOOR
HERDERSHOND
ZATERDAG 28 JULI 1973 LEIDSE COURANT
Juniorenhoek
DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD
Het weer in ons iand zou vandaag
aanmerkelijk verbeteren. Een
rug van hoge luchtdruk, die
zich uitstrekt van de Azoren via
Engeland naar Scandinavië
heeft in de loop van de ochtend
zijn invloed ook tot ons land uit
gebreid. Aan de oostflank van
dit gebied met hoge barometer
standen trok gisteren een de
pressie in de hogere luchtlagen
van Zuid-Zweden via Denemar
ken naar Zuid-Duitsland. Deze
depressie was de oorzaak van
het omvangrijke regengebied
dat over ons land trok. De op
klaringen zijn van het noorden
uit ons land binnen gedrongen
en het wordt dan ook op de
meeste plaatsen droog weer.
Voorlopig ziet het er naar uit
dat we een paar dagen tegemoet
gaan, waarop vrijwel geen neer
slag valt. Er zullen flinke zon
nige perioden voorkomen en ook
de temperaturen zullen weer tot
normale waarden oplopen.
Vooruitzichten voor maandag:
Overwegend droog met zonnige
perioden. Temperaturen oplo
pend tot normale waarden. Aan
tal uren zon: 3-13. Min. temp
omstreeks 14 graden. Max.
temp: omstreeks 21 graden.
Kans op een droge periode van
minsten 12 uur: 95 procent.
Kans op een geheel droog et
maal: 90 procent.
Weerrapporten
DE BILT
DEELEN
EELDE
EINDHG ui
DEN HELDER
LUCHTH. RTD.
TWENTE
VLISSINGEN
ZD. LIMBURG
ABERDEEN
ATHENE
BARCELONA
BERLIJN
BORDEAUX
BRUSSEL
FRANKFURT
GENèVE
HELSINKI
INNSBRUCK regi
KOPENHAGEN regt.iu
LISSABON onbew.
LOCARNO 1. bew
LONDEN h. bew.
LUXEMBURG regen
MADRID -
MALAGA
MALLORCA
MüNCHEN
NICE
OSLO
PARIJS ue
ROME bev
SPLIT onbev
STOCKHOLM 1. bev
WENEN zw. b
ÜZRICH zw b
CASA BLANCA h. be
ISTANBOEL h be'
LAS PALMAS 1 bev
NEW YORK
TEL-AVIV
TUNIS
zonnig mist 19 temperaturen ton luchtdruk in millibaren
opklaringen hagel ■*-*- warmtefront H hoge-drukgebied
bewolking sneeuw -*-r kou-front L lage-drukgebied
regen 2^2 onweer windrichting verplaatsingsrichting
Langs de rand van het bos sloop, half ver
scholen onder laaghangende takken. Rein-
tje de Vos. Als de zon tussen de blaren
door op zijn rug scheen, leken er vonken
uit zijn oranjerode vel te spatten. Reintje
keek treurig uit over de hei die zich voor
hem uitstrekte. Daar had verleden jaar
nog een kudde wollige schapen gegraasd.
Dat is een mooi gezicht, vooral wanneer er
lammetjes tussen dartelen. Zo'n mooi ge
zicht dat Reintje meer dan eens een wit
lam geroofd had om het mee te slepen
naar zijn hol en op te eten. Daar dacht
Reintje nu aan, terwijl hij keek over de
lege heide.
De herder, die hier vroeger zijn schapen
hoedde, was zo oud geworden, dat hij bijna
niet meer kon lopen. Daarbij was zijn
hond gestorven. Daarom had hij het groot
ste deel van zijn kudde verkocht en de
schapen die hij overhad bleven altijd in de
stal bij het hutje waar hij woonde, ginds in
de verte. Die oude herder had Reintje dik
wijls vervloekt en zijn hond had hem wel
eens in het nekvel gegrepen. Maar altijd
had Reintje hem van zich af kunnen
schudden en zijn buit in de wacht gesleept.
De herder en de hond....
„Hoe zou het zijn als ik me eens bij de oude
herder aandiende als waakhond, of herders
hond?" dacht de vos. „Niet slim hoor."
antwoordde hij zichzelf. „Die oude loopt
wel slecht, maar kijken kan hij nog best.
Geen mens zal een rode vos voor een hond
aanzien.."
„Hoe zou het zijn, als ik het vel van een an
der dier aantrok? En waar zou ik een pas
send vel kunnen vinden?" vroeg Reintje
zich nu af. „Bij de leerlooier in het dorp",
antwoordde hij zich zelf. „Die looit huiden
van koeien, kalveren paarden. En hij
verft ze óók nog!
Toen kreeg de vos een schitterend idee. „De
leerlooier en zijn bakken volverf! Dat is de
oplossing. Vannacht ga ik daarheen, neem
een bad in de zwarte verf en als ik opge
droogd ben, dien ik mij bij de ouder herder
aan als herdershond." Met ongeduld
wachtte de vos tot de zon was onderge
gaan en de nacht gevallen. Hij sloop naar
het dorp, nam een bad in de zwarte verf
van de leerlooier, waarbij hij alleen het
puntje van zijn neus boven water hield, en
kwam er kletsnat als een zwarte hond uit.
Nu moest hij terug naar het bos om de
verf te laten drogen. Terwijl hij liep, lekte
de verf in straaltjes van hem af. Maar
slim als hij was, schuifelde hij ten achter
ste voren terug naar zijn hol, intussen alle
verfspatten en voetsporen oplikkend.
De vos had een dag nodig om op te drogen.
Ofschoon hij van de opgelikte verf buikpijn
kreeg en graag had willen slapen, moest
hij de hele dag oefenen om te leren blaffen
als een hond. Dit alles leed hij voor het
goede doel: een lam te kunnen stelen van
de oude herder.
Toen hij opgedroogd was, leek hij werkelijk
precies op een zwarte hond. Opgewekt
stapte hij naar het huisje ver op de hei,
krabbelde aan de deur en blafte. De oude
herder kwam aangesloft en zag tot zijn
verbazing een zwarte hond van onbekend
ras. „Wel, wel," zei hij, „wat. kom je
doen?"
„Waf", blafte de vos én liep kwispelend naar
de schaapskooi. De schapen begonnen te
blaten van angst maar de herder suste:
„Stil maar schaapjes. Als dit een vriende
lijke en waakse hond is, wil hij jullie zeker
eens naar de hei brengen en je bescher
men tegen de vos." Reintje kwispelde hui
chelachtig met zijn staart.
Maar de herder besloot eerst af te wachten
of die hond wel lief genoeg was voor zijn
schapen en daarom hield hij hem een poos
binnenshuis. De vos kreeg maar armzalig
hondevoer, niet genoeg om te leven en net
genoeg om niet dood te gaan! De oude
man stelde de geverfde vos verschrikkelijk
op de proef.
Hij aaide hem dikwijls over de kop. Dan
moest de vos zich erg beheersen om hem
niet in de hand te bijten. Bovendien was
hij bang dat de verf af zou geven! Ook
wilde de herder hem kunstjes leren en dat
was om dol te worden. Maar dol mocht de
vos niet worden als hij nog eens met de
schapen op stap wilde gaan. En zo leerde
hij apporteren en opzitten en pootjes ge
ven. en ook leerde hij dat je een koekje
niet mag aannemen als de baas het in zijn
linkerhand houdt.
Intussen werden de jonge lammeren flink
groot. De vos zou ze nog wel lusten, maar
zo fijn als kleine lammetjes waren ze al
lang niet meer. Eindelijk was het zo ver
dat de herder zijn schapen vrij liet om
over de heide te dwalen, onder de veilige
bescherming van de nieuwe herdershond!
Vrolijk blatend drongen de dieren naar
buiten. Met lenige sprongen rende de vos
rond de kudde en hield de dieren bij el
kaar. De oude man zag het aan vanuit zijn
deur. Zo ging het goed, glimlachte hij te
vreden en keerde terug naar zijn leunstoel
om er in slaap te vallen.
Na korte tijd sloeg het weer om, er kwam
een donderbui opzetten en de regen gutste
neer. Nu kunnen schapen best tegen een
flinke regenbui. Maar wie er helemaal niet
tegen kon, dat was de vos. De verf die be
doeld was voor geiteleer, deugde niet voor
een bont vacht. Die verf begon met het re
genwater uit het vossehaar te stromen.
Nog vóór de vos tijd had na te denken wat
hij moest doen, zetten de schapen het op
een lopen, terug naar de stal. Reintje ren
de ze achterna en sloeg met klauw en tand
het laatste schaap neer. Ach, dat was nu
juist het oudste en taaiste beestje! Boos
sleepte hij het naar zijn hol in het bos om
er een paar dagen van te eten. Hij wissel
de het kauwen op taai vlees af met het lik
ken van zijn vacht. Maar schoon werd die
niet meer. En dat werd zijn ongeluk. Want
op een dag kwamen er twee jagers in het
bos. Zij zagen een schim van de vos en
fluisterden: „Kijk! Een gevlekte vos! Een
zeldzaamheid! Misschien een kruising!!
Die moeten we hebben."
De jagers loerden dag en nacht tot ze Rein
tje onder schot hadden en toen was het
met hem gedaan. Maar ook de jagers kwa
men bedrogen uit. Een gewone vos met
verfvlekken, dat was hun buit.
Markten
Groenteveiling Leiden 27 juli
Appelen 4861; Aardappelen 23—
33; Andijvie 7195; Augurken
50—1.11; Snijbonen 135—185;
Stambonen 6580; Tuinbonen
52—59; Kroten 13—27; Kroten
gekookt 85, Spitskool 44—45;
Postelein 121; Rabarber 27—35;
Spinazie 4068; Spruiten A 430,
B 150; Tomaten A 350—380, B
340—350, C 330—340, CC 250;
Waspeen 15—33; Meloenen 135
—255; Pruimen 115—210; Bloem
kool 6 st. 142—177, 8 st. 85—142;
Komkommers AAA 48, AA 44— Kaasmarkt, Alkmaar (27 juli)
46, A 40—41, B 33— 36, C 21—23,
D 17—19, E 15; Sla A 14—29;
Bospeen 20—24; Peterselie 16—
22; Radijs 10—16; Selderij 14—23
Uien 23—28; Champignons 290—
320; Paprika 19—23.
Aanvoer 30.000 kg. Commissie
noteringen (in guldens per kg):
fabrfeksedammers 3.87, middel
bare 3.92, goudse volvette 4.04,
Handel: goed.
Suske
en
Wiske
De
Poppen-
pakker
Weeroverzicht
Het was mooi weer en Egbert en
Marietje gingen wandelen. Ze
kwamen bij een stuk grond waar
allemaal klaverplantjes stonden.
„Nou gaan we een klavertje-vier
zoeken", stelde Marietje voor. Ze
gingen zoeken en opeens riep
een holletje vandoor, in de richting die
Prikkeprik hem had aangewezen. Het
duurde niet lang of hij hoorde een piepen
en knarsen dat duidelijk afkomstig was
van een oude handkar. Sluipend van boom
tot boom ging de boskabouter op het geluid
af. tot hij Eucalypta kon bespieden, dia
moeizaam haar karretje voortduwde.
„Waarom mag ik eigenlijk niet meerij
den". Eucalypta?" vroeg Krakras. dia
naast haar stapte. „Wat dacht je wel",
grauwde de heks, „ik ben geen autobus".
Over het algemeen leeft de hom
mel net zo als een bij. De ko
ningin sticht een hommelstaat
in een verlaten muizenholletje.
De hommel heeft een langere
tong dan de bij, maar geleerden
zeggen dat zijn vleugels in ver
houding met zijn gewicht veel te
klein zijn. Een hommel zou
eigenlijk helemaal niet kunnen
vliegen, beweren de geleerden.
Maar hij kan het toch. Weet een
hommel ook veel dat zijn vleu
gels eigenlijk te klein zijn om te
vliegen.
Omdat het nog steeds vakantie is en er zeker nog heel mooie dagen
zullen komen, geven we de tien geboden om te zwemmen aan
strand of meer.
Egbert: „Ik heb er een. Marie
tje riep bijna tegelijk: „Ik ook".
En jawel hoor. ze hadden alle
twee een klavertje-vier gevon
den. Kunnen jullie er ook twee
vinden?
1. Ga niet in het water als je alleen bent.
2. Zwem niet als je geen grond meer voelt en zwem altijd langs de
kust, dus niet ervan af.
3. Als je niet weet hoe diep het water is, duik er dan niet In want
je kunt lelijk je hoofd stoten.
4. Baad of zwem nooit in onbekende plaatsen, zoals mergelgroeven
of moerasachtige inhammen.
5. Niet zwemmen als je pas hebt gegeten of moe bent.
6. Ook niet als je een beetje ziek bent of je niet helemaal lekker
voelt, hoe warm het ook mag zijn.
7. Blijf nooit zo lang in het water tot je het koud krijgt.
8. Zeker als het water koud is, als iemand er niet op bedacht is,
moet je niet met water gooien (een paar druppeltjes is wat an
ders) of iemand plotseling onder water duwen.
9. Het is een heel flauw grapje maar het gebeurt dat iemand voor
de lol om hulp roept. Nooit doen want je brengt mensen aan het
werk die straks misschien hard ergens anders nodig zijn.
10. Als je in een boot zit en je wilt eraf springen in het water, doe
dat dan van de voor- of achtersteven, niet opzij. Ook als je een
andere boot dichterbij wilt halen, moet je dat aan voor- of achter
steven doen.
„De Hooi-
-kooi"
Oplossing van Dmr
JEAN
vorige week dulieu
De giraffe is 180 centimeter lang, 26. „Niet alleen heeft hij me dat vergeten uit
als je goed hebt geteld. te leggen", hernam Paulus. „maar ik weet
nu ork wel zeker dat ik helemaal niets be-
11loofd heb. En dat betekent dus dat ik ook
tj niet ongehoorzaam ben als ik nou..." Hup.
daar sprong Paulus overeind en ging erop
Paulus
de
Boskabouter