Jacht op baanrecords hielp Jan de Vries steeds concentreren GEMIS AAN ECHTE CONCURRENT ERG JAMMER F: II: Mondbiecht van een bon vivant, een doordraaier en nachtbraker GELD VERDIENEN IS BIJ MIJ NIET OVERHEERSEND Noteer bij de radio ZATERDAG 28 JULI 1973 LEIDSE COURANT PAGINA 15 Jan de Vries moest ook teleurstellingen incasse ren, zoals in Assen. De pech daar kon het behalen van de wereldtitel niet afwenden. AMSTERDAM „Een voetballer ver dient geld. Als hij een of andere cup wint dan is van te voren bekend hoeveel er aan vastzit. Bij mij niet. Ik heb een prima overeenkomst met de firma Van Veen, die me voor de racerij vrijmaakt. Maar voor de rest brengt het me geen financieel voordeel of ik nou wereldkampioen ben of niet. Motorcoureur Jan de Vries vindt dit de gewoon ste zaak van de wereld. Toen hij zes zeven jaar geleden uit het Friese Sint Jacobi Parochie weg trok om zich in dienst te stellen van de Kreidlers veranderde er veel in zijmjeven. Langzaam nam zijn inbreng bij Van Veen zo'n grote vlucht dat I het uitzicht op een wereldtitel toen nog een unieke zaak voor de Nederlandse motorracesport I binnen bereik kwam. Tot deze droom in 1971 werkelijkheid werd. Een sprookje was uit, een ideaal bereikt. De opwinding over de sport als zo- J danig en het succes als streven bleef echter on verminderd aanwezig. Dat was deze week weer te merken, toen Jan de Vries uit Zweden terug keerde met het zo felbegeerde predikaat: cham pion du monde. De tweede keer in zijn carrière, een ongekende weelde. De waardering ds er mis schien wel naar, maar de beloning houdt geen ge- j lijke tred. 'Al moet iedereen volmondig toegeven j dat de firma Van Veen zeer veel doet. Zij maakt sport bedrijven voor hem mogelijk. „Dat is ook het belangrijkste", zegt Jjui de Vries, een rustig type, dat op zijn tellen past om al te veel preten ties te hebben. „Motorracen is en blijft hoe dan ook een hobby ,een plezierige bezigheid. Gelid verdienen sohulif ik bewust naar de achtergrond. Misschien dat ^chte fabrieksrijders als Nieto of Agostini wel. een clausule in hun contract laten opnemen om bij een wereldtitel zovéél op te strij ken. Voor mij hoeft dat echter niet". nieur Möller en met monteur Voskamp kan bo vendien haast niet beter zijn". Voor wereldkam pioen Jan de Vries het belangrijkste. Peter Bes- i zeisen, begeleider van het race-team Van Veen: „Ach, geld verdienen is geen punt om er een zaak van te maken. Als Jan zegt: Dit was voor mij het laatste jaar met racen dan is er geheid voor hem een plaats bij de firma. Tegen die tijd komt ons wankelproject waarschijnlijk klaar en is er helemaal een zee van ruimte over". Geld mag dan geen hoofdmotief voor Jan de Vries om zich op de gevaarlijke motorracerij toe te leggen, voor de sponsor ligt de zaak anders. Hij houdt dat kapütaail verslindende raceteam in stand vanwege de publiciteitswaarde. Een logi sche zaak natuurlijk, al passen betrokkenen er voor op niet al te veel de nadruk daarop te leg gen. Peter Beszelsen: „Als je vraagt wat is nou de waarde van zo'n wereldtitel dan geloof ik dat het moeilijk te peilen is. Het is zeker niet zo dat er de afgelopen maandag ineens een krachtige piek in de verkoopcijfers zat. Daar leent het product zich ook niet voor. Zo'n machi ne kost exact 1850 gulden en iedereen begrijpt wel dat je dat niet even 's maandagsmorgen gaat kopen. De diepte-werking van deze vorm van re clame is wel groot. Het vermoeden bestaat dat race-resultaten een sterk aandeel in de verkoop hebben". Teamvijver Daar houdt Henk van Veen het dan ook op, voor al omdat het succes vergezeld wordt van teamii- ver en plezier. Peter Beszelsen: „De kracht van deze ploeg is de grote hoeveelheid lol, die de be trokken erin hebben". Ook de van origine Westduitse ingenieur Möller benadrukt dat enthousiasme. „Het plezier waar mee we stuk voor stuk bezig zijn, speelt inder daad een belangrijke rol. Belangrijker is mis schien nog dat onze groep in alle rust en zonder veel complicaties zijn eigen plan kan trekken. Als we weten zo moet het dan gebeurt het ook. Al moeten we er desnoods nachten voor opblijven". Dat komt soms wel eens voor. Gewoonlijk gaai het Van Veen-team op stap met twee Kreidlers. Valt een van de kostbare machines dan uit dan kan de reserve altijd nog ingezet worden. Mt Pinksteren liep dat echter bijna uit de hand. De groep had te veel schade aan de machines pgelo- pen. Zonder morren zette het complete team zich aan het sleutelen. En zie, bij de start van de vol gende Grand Pttix stond de machine rijklaar aan de start. „Soms gebeurt het ook wel eens tussen twee .grote prijzen in. Dan zitten we slecht. Je bent dan een week van huis geweest en de paar dagen, die je rest voor je weer naar een andere wedstrijd moet schieten er dan bij in. Dat in wel vervelend. Toch valt er ook dan geen enkel on vertogen woord". Bijzonder nuttig voor het goed functioneren van het zo succesvolle race-team is de oordeelkundig heid van Jan de Vries, 29 jaar nu. Hij is zelf van beroep monteur en hefeft het voordeel op collega a dat hij meestal zelf weet wat er aan hapert. Een groot verschil met internationale corryfeeèn, zoals Nieto en Agostini. Peter Beszelsen weer: „Als de machine duizend toeren minder haalt komt Jan eraf met de mededeling waarom het vermoedelijk fout zit. Dat scheelt ontzettend veel tijd soms. Agostini en Nieto trekken bij pech hun handschoenen uit en zeggen doodleuk: Zoek het maar uit". Jan de Vries heeft in deze „bijtaak" veel voldoening. „Het racen is leuk, maar het werk als monteur ook. Daarbij denk ik vooral aan later, aan mijn toekomst. Straks kan ik mijn voordeel met deze kennis doen". Gevaar Doordat de Derby-fabrieken zlich het vorige sei zoen uit de motorracerij terugtrokken bestond aanvankelijk het gevaar dat Jan de Vries te ge makkelijk zou worden. Tenslotte viel de enige concurrent voor hem, de Spanjaard Nieto weg uit de klasse en zou zijn aandacht heel gemakkelijk kunnen verslappen. Bij Van Veen werd over deze mogelijkheid in het begin van het seizoen zeer openharig gesproken. Peter Beszelsen: „Dat was een heel probleem aavankelijk. Jan zou hoofdza kelijk tegen zichzelf .mooten knokken. Maar hij heeft zich er uitstekend door heen geslagen. We hebben wél steeds met ezelsbruggetjes gewerkt. Met het breken van baanrecords probeerden o.a. zijn concentratie te bevorderen. Dat leverde in totaal drie records op. In Opatya, in Hocken- heim en in Francorchamps". Wie Jan de Vries vraagt hoe het nou komt dat de Kreidlers van Van Veen momenteel zo superieur bij de 50 cotjes zijn hoort van ingenieur Möller. De drie jaar geleden uit Duitsland gehaalde des-1 kundige („Ik schreef gewoon op een advertentie in Das Motorblatt omdat ik zo grang de racerij j inwilde") heeft de afgelopen winter het „venijn" j voor deze wereldtitel ontdekt. Hij construeerde i een machine met 20 tot 21 pk en een maximaal toerental van 16.000. Dit koint neer op een voor- I sprong van anderhalve pk op een van de belang rijkste concurrenten, Jamathi. Dat was natuurlijk te merken aan de snelheid. Honderdnegentig tot j honderd vijf en negentig km per uur haalde de Kreidler van De Vries gemakkelijk. „In Francor- champs", zegt Möller niet zonder trots, „haaldp de machine zelfs ruim tweehonderd kilometer", j De uitdaging nadert daarmee bijna een klimat. i Want de snelheid van de 50 cc komt nu zeer dicht in de buurt van de 125 ccklasse. „Een keer, in Assen was onze Kreidler zelfs sneller". De konsekwentie van dit ambitieuze streven kan j wekelijks in de dagbladen terug gevonden wor den. Dodelijke ongelukken met courreurs komen veel meer voor dan vroeger. Toch een zaak om in het oog te houden. Ingenieur Möller doet dat ook. „Snelheid pas Je aan de risico's aan". Top- coureur Jan de Vries: ..Na Monza, waar drie col lega's van mij omkwamen, was dk dagenlang geen mens. In die periode piekerde ik ook over stoppen met de wedstrijdsport. Maar een week later is alles zo anders, de ernst is weggeebd en je stapt dan toch weer op je fiets. Zo is de reali teit. Aan de andere kant weet je maar eens naar het verkeer kijken. Elke dag Komen er mensen met hun auto om. Dat brengt toch ook niemand ertoe hun wagen voor de deur te laten staan". Teer Een teer punt in de motorwereld Is de circuitbe veiliging. Doordat het „leger" motorrijders veel BRUSSEL Zijne hoogheerli/kheid Luis Ocana heeft cindeli/k de bek opengedaan, het werd de mondbiecht van een bon vivant. een door draaier, een nachtbraker, fa van een zwierbol zelfs. Met deemoedig neergeslagen ogen en met de vuurrode oorlellen van de berouwheb bende, bekende Luis zich in de winter van 1971 op 1972 niet goed verzorgd te hebben. De eufemist! Wat was in die winter met zijn koude en lange nachten het geval? Luis ging op stap en zocht warmte bij wijn en Katrijn om daarna in de tochtige nanachten met lodderig oog en labberlottig weke knieën huistoe te waggelen alwaar hij gaten in de dagen en zijn roezen uitsliep. Hij voelde zich een vedette, want had immers in een halve rit Eddie Marckx op acht minuten gefietst. Het liederlijke leven ondermijnde natuurlijk Ocana's gestel en sloeg door middel van bronchitis op zijn longen die van kindsbeen af reeds zorgen hadden gebaard. Luis was een hoesterige jongen met veel snot in de neus en rode loop-ogen. Li chamelijk onttakeld en geestelijk gebroken vatte Luis in 1972 toch de Tour de France aan. De gevolgen waren verschrikkelijk. Ocana won niet, verloor alles en kon zelfs de Spaanse eer niet redden. Zes dgen voor het einde te Parijs verliet hij in Aix-les-Bains de Tour en gaf op. Met gebogen hoofd en zware hoestbuien die zijn magere lichaam deden kronke len. Er viel een onheilspellende stilte over Spanie en de caudillo liet persoonlijk de rolluiken neer en hield ten tenth van rouw zijn gor dijnen zeven dagen gesloten. „Maandenlang", zegt Luis, vreesde ik nooit meer de fiets te kunnen bestijgen, maar ik ben er uiteinde lijk doorheen gekomen en genezen. In de afgelopen winter heb ih geleefd als een pater, al zegt dat tegenwoordig niet alles." Feit ie dat Luis de taveernen en het aldaar schamel geklede vrouwelijk be dienend personeel meed als de pest die zij in werkelijkheid ook zijn. Hij liet geheel af van do wijn en ging met de kippen op stok. Zijn eenpersoonsbed stond op een klein zolderkamertje zonder meubels, zonder tapijten. Slechts witgekalkte muren en tegen een daarvan de fiets waarmee hij Merckx in die bergrit verslagen had. Luis beet die hele lange winter voortdurend op de tanden, hetgeen de gouden omlijstingen der snijtanden uit het gelid bracht. Maar Luis Ocana hield vol. Hij hoorde de lokroep van het zondige nachtleven wel maar bood op bewonderenswaardige wijze weerstand. Halve nach ten lag hij wakker, in gevecht mat zijn slechtere ik. En als uitein delijk zijn betere helft won, dan mede dankzij die fiets aan de muur. die hem kracht en hoop schonk. Luis Ocana heeft de Tour van 1973 reeds tn de winter gewonnen toen hij dag in, dag uit met de kippen op stok en er met de hanen weer af ging. Nog voor de derde kraai zat Luis met een kadetje in de mond en een ander in de achterzak bereids op de fiets. Zijn groet aan de eveneens vroege en brave melkmeisjes hield een belofte in die hij gehouden heeft. Luis heeft gezondigd, maar heeft ook geboet en daarom smaakt hem de zege zo zoet. Hij won de Tour niet met zijn henen en niet met het hoofd maar met zijn sterke karakter en met zijn gereinigd geweten. Zo willen zij onze kampioenen zien, zo moeten zij de jeugd ten voorbeeld zijn. Bij dit alles moet natuurlijk, en helaas, toch ook Sportbrief uit Brussel Weer ging Jan de Vries op de schouders. In Zweden werd hij voor de tweede keer wereld kampioen. door Jan Wintraecken Geld is voor Jan de Vries niet het belangrijkste en hobby, een plezierige bezigheid". i de motorracerij. „De financiën schuif ik bewust achtergrond. Racen i blijft hoe dan ook groter is dan de autosport aan topbeoefenaars kent komt er van eensgezindheid weinig terecht. Daardoor ontstaat vaak een onoverzichtelijkheid, die in «iemands voordeel is. Jos Schungers, de Haarlemse 125cc-oureur, maakt zich er druk over en is bereid zin belangen te verdedigen, ziln inzichten duidelijk te xnuxen. Zo'n felle knokker is Jan de Vries echter niet. Hij registreert liever. „Ik geloof heilig dat er ook in de motorsport veel gaat veranderen. Dat proef je aan alles. Vooral het laatste seizoen Is er veel losgeslagen. Dat juich ik in principe allemaal toe want dat er be weging in moet komen zie ik ook wel in. Maar ik hoef het hoogste woord daarover nlot te voeren". Dat De Vries dat niet wil bleek al eerder. Jos Schurgers en Theo Timmer, ook een voorname Nederlandse motorrijder, inspecteerden onlangs het vernieuwde circuit van Zandvoort. Zij wilde weten hoe de vork ln de steel zat, wat er nou waar was van wat er allemaal verteld werd. Jan de Vries ontbrak, hoewel hij wist wat de bedoe ling was. „Het interesseert me allemaal wel, ver gis u er niet in. Maar toevallig zal ik om die tijd wel iets anders te doen gehad hebben". Drie we ken later kwam aJn de Vries in Zandvoort aan de start. Hij zat een ronde of drie op zijn machine, toen hij onderuit smakte bij „bos-ln", zoals dat heet. Wonder boven wonder kwam Jan de Vries er betrekkelijk goed vanuf. Collega's kijken soms met een tikkeltje jaloezie naar jan de Vries op. Hij is de en-ige fullprof in de Nederlandse motorsportwereld. „Dat begrijp ik dan wel", legt 's-were'.ds snelste „vlieg" zoals de 50cc-r'jd' k wet het n. ,Ten opzicchtc van Jeren sta ilc er inderdaad erg goed voor. Ik krijg jok erg veel faciliteiten. Alleen moeten de ande ren wol b.g.ijper dat ik daar ook Iets tegenover Rel". Dat is waart HANS DE BRUYN nog gefietst en op de pedalen gedrukt worden. Dat stuit bij Luis op geen enkel bezwaar. De man heeft stijl, fond, spurt en hij rouleert makkelijk en beheerst de hunst van het klimmen als de geiten uit zijn land. Buitendien staat hem een lijjarts ter beschikking die ook apotheker is en niet voor niets de Wonderpil (la Plllola Mlracolosa) wordt geheten. Ook mechanisch is alles voor elkaar. Ocana's mcca- niclën heet Sancho Cruz en deze onderdeur met de schouders van een reus is de enige bekende mecanlciën die al zijn vingers, dankzij zijn uitzonderlijk krachtige nagels als schroevcdraaler kan gebrui ken en dat dan ook doet. Sancho Cruz prutst een hela flets in en uit elkaar zonder een stuk gereedschap te bezigen. Hij poetste de fiet sen van Luis alsof ze van zilver waren. Hij neemt ze mee naar zijn slaapkamer en kan in aanbidding neerzinken voor de fiets uit tita nium (Te soortelijk gewicht 4,49 smeltpunt 1723 graden) waar op de kampioen zijn tijdritten rijdt. Die titanium fiets weegt 6,8 kilo en dat is maar liefst 2.7 kilo minder dan de lichtste tot nog toe voor tijdritten gebruikte fiets. De bandjes halen een gewichtje van 260 gram en het zadel staat scheef. Alle zadels van Ocana buigen licht jes af naar rechts want dan, en dan alleen, zit Luis lekker. Sancho Cruz zorgt er ook voor dat Luis altijd en overal enige zilveren naal den binnen zijn bereik heeft. Daarmee prikt Luis zichzelf onver saagd krachtig in de kuiten als da veelvuldige krampen hem weer eens plagen. Op de hellingen van de Izoard stak hij twee keer, op de Puy de Dome tot drie heer toe. Luis, die nog steeds deernen en taveernen mijdt, Is zonder twijfel de grootste levende kuitenprlkker en de minst hanige van alle Tourwinnaars. Intertotocompetitie Winterthur—FC Den Haag Slovan Bratislava—PSV St. EtienneFeyenoord FC Amsterdam—VeJle Hannover'96—Atvidaberg MSV Duisburg—AIK Stockholm Hertha BSC—Grasshopper NorrkopingFC ZUrich SlaviaNancy Standard Luik—Schalke '04 Kopenhagen—Kickers Offenbach Innsbruck—Wisla Krakow Eintracht Braunschweig—A CNilia De wedstrijden komen voor op toto 5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 15