KAMERMUZIEKCONCERTEN OP DE HELLING IN LEIDEN Teddy Lane voorlopig nog „hobbyisten" KUNST OP ZICHT AQUARELLEN, MONOTYPES, SCHETSEN VAN SLINGERLAND kunst Expositie in Hoekje' trekt weinig bezoekers ZATERDAG 21 JULI 1973 LEIDSE COURANT LEIDEN Tijdens de laatste vergadering van de „Leidse Kunst kring Voor Allen" merkte de voorzitter, dr. J. de Nobel op, dat de leden zich niet meer bewust waren, dat zij tezamen een vereniging vormden, die destijds was opgericht met het doel concerten te orga niseren tegen een voor iedereen betaalbare prijs. Daarin had de heer De Nobel gelijk. In een halve eeuw is er in het kunstbeleid veel veranderd De oprichting van de vereniging kon toen worden gezien als een door braak in het besef, dat cultuur een universele betekenis heeft en niet een elitaire aangelegenheid is van de ..happy few". In een hal ve eeuw is de kunst gedemocratiseerd. Het is tot bezit van een ie der geworden, mede dank zij de politieke integratie en het sinds dien gevoerde culturele beleid. Er was in de laatste jaren geen dui delijke band meer tussen de leden van de Kunstkring onderling, en tussen de leden en het bestuur van deze vereniging, hetgeen ook wel begrijpelijk is. Maar wel was het voortbestaan van de Kunst kring nog steeds een noodzaak geweest, omdat zij als enige in onze stad kamermuziekconcerten organiseerde. De vraag blijft bestaan, of de overweging dat een paar honderd leden in een vereniging geen aanspraak meer mogen maken op subsidie uit gemeenschapsgelden, steekhoudend is. Er zijn kunstkringen in andere plaatsen die met dit ledental blij geweest zouden zijn. Maar omdat men in Leiden de overtuiging had, dat K. en O. de organisa tie van deze concerten zou kunnen overnemen, heeft men zich niet tegen dit besluit van het bestuur gekeerd. Bovendien ontbrak het de Kunstkring aan de noodzakelijk geworden professionele aanpak, waaraan K. en O. wèl zou kunnen voldoen. Er dreigt nu echter toch een .kink in de kabel te komen, omdat het gemeentebestuur er blijkbaar niet van doordrongen is, dat het ver loren gaan van deze kamermuziekconcerten een onherstelbaar ver lies voor onze stad betekent. Of laten we het ten aanzien van het gemeentebestuur iets milder stellen: men heeft de zaak verwezen naar de Culturele Raad voor het uitbrengen van advies. Tot zolang houdt het gemeentebestuur de hand op de zak voor de noodzakelijke subsidie. De Culturele Raad zou geen indrukwekkend college zijn, als er geen zwaarwichtig advies werd uitgebracht. En dat is dan ook al geko- mn: eerst een onderzoek instellen bij de leden van de voormalige Kunstkring, of er wel voldoende belangstelling voor deze concerten bestaat. Een dwaas en kortzichtig standpunt. Een dergelijk onder zoek draait op niets uit. Als alle subsidiërende instanties dit stand punt zouden huldigen, konden de Nederlandse orkesten en solisten hun biezen wel pakken. Als men wil weten of er voldoende belang stelling voor concerten zal zijn, moet men ze eerst organiseren. Pas dan weet men het. Bovendien was de Kunstkring een sterk vergrijsde vereniging, die om welke reden dan ook, voor jonge mensen geen aantrekkingskracht meer had. Men moet het dan ook niet van deze'leden laten afhan gen of er wel voldoende belangstelling in Leiden zal zijn voor ka mermuziek. Men moet zich tot een nieuw concertpubliek richten. Belangstellende leden van de voormalige Kunstkring zullen onge twijfeld weer tot de toehoorders behoren. Maar ook vele anderen. Daarom is de enqquête onder de leden van de Kunstkring, van wie men eerst een onderzoek instellen bij de leden van de voormalige komen zinloos en tijdrovend. En de tijd dringt, want het nieuwe concertseizoen staat voor de deur. Bovendien zijn op dit ogenblik velen met vakantie. Het feit is er, dat d&ze concerten voor Leiden behouden dienen te blij ven en dat de organisatie ervan energiek ter hand dient te worden genomen. K. en O. beschikt over een handjevol mensen. Gelukkig! Men moet er niet aan denken, dat het daar ook een praatcollege was geworden. Maar de paar mensen bij K. en O. hebben geen tijd om te praten, zij dóen. Daarom heeft men zoveel succes. De volle concertzalen zijn er elk jaar weer opnieuw een bewijs van. Dit ver wachten wij ook van de kamermuziekconcerten, mits K. en O. er op korte termijn zijn schouders onder mag zetten. Want men heeft er een goede neus voor hetgeen het Leidse concertpubliek graag hoort. En vooral dit is van belang, want dit bepaalde de belangstelling. Niet een enquête onder een restant leden van een eens zo bloeiende ver eniging, die door gewijzigde tijdsomstandigheden tot ondergang werd gedoemd. Moge de Culturele Raad dit eens rustig overdenken, maar vooral niet te lang. Er zal anders een hiaat ontstaan in het komende concertseizoen, dat wel eens niet meer opgevuld zou kun nen worden. Leiden De pas gevormde Nieuwe Leidse groep Teddy Lane had het onderwerp van gesprek moeten zijn. Praten met Aad van Delft - de manager van de band - over een gespecialiseerd onderwerp is echter geen geringe opgave, athans niet voor hem. Hij loopt al heel wat jaartjes rond in de business en wanneer hij begint te vertellen, passeert alles wat los en vast zit in het popwereldje de revue. En dat is beslist gecompliceerder dan de "Story of Them". Maar na bijna tweeeneenhalf uur praten over managers, producers, groe pen en topgroepen, vak- en amteurwerk, roadmanagers, optredens, installaties en weet ik nog veel meer, zijn er toch wel enkele mistflarden opgetrokken rond zijn nieuwe groep. En daar ging het 'm ten slotte om. Van Delft heeft deze randver schijnselen toch wel^. nodig, want hij wil geen half werk doen. Om tot een beetje inzicht te komen moet je toch eerst even achter de schermen kijken. Hij wil zich want na een kortstondige perio de 'Duitsland' veroverde The Shoes uit Shoesterwoude via het etablissement van Ome Henk de Nederlandse hitparade met de de andere kraker. graag aan spiegelen, tenmin- Van Es met zijn specifieke stem- ste voor wat het vakwerk popwereldje betreft. Noemt tal loze voorbeelden hoe het wel en niet moet en het woordje 'vak werk' lijkt voor hem een heilige betekenis te hebben. Hij weet er best een hoop van, maar laten we aan het begin beginnen. Het begon allemaal eenjaar of geluid was de vertolker der meer Standing and Starring. Na Na Na en nog een stuk of tien andere hits. Theo was ook bij Azis Purpie en daaruit groeide Chamberlain. Laatste groep is inmiddels ook alweer voorzien van het predikaat "In Memoriam" en het nieuwe deel van het vervolgverhaal heet Teddy Lane. Over de wat merk waardige naam zei Van Delft al eens „What's in a name" en daarmee moet je het dan maar doen. degene die vlak na Van Delft Maar om het niet al te gecompli- The Shoes verliet in verband met troubels. Hij begon aan een solo-carrière die overigens op niets uitliep, hoewel... tien terug en wel met The Whi- Aad van Delft, ingeburgerd in het te Shoes, Ome Henk, Aad Delft en Theo van Es, die toen nog een Robertino-achtig stem metje bezat. The White Shoes zaten in Duitsland, Ome Henk in Loosdrecht en Theo en Aad in Leiden. Via allerlei kronkelin gen en met verloop van enkele jaren kwam men 'nader tot el kaar' en daarmee was The Shoes een feit. Niet alleen een feit maar tevens een succes, popwereldje, zocht al snel iets anders. Voor hem zelf als ma nager; voor enkele platenmaat schappijen als een soort talen tenjager. "Een goede omschrij ving voor wat ik nu eigenlijk precies voor die platenmaat schappijen doe heb ik niet, maar hou het er maar op dat ik met ze geëngageerd ben," zegt ceerd te maken: Hoe kwam nu van Es in aanraking met Cham berlain? "Welnu", verteld Aad van Delft, „we waren bezig met proefopnamen voor een single, toen Jaap Eggermont (producer van o.a. Sandy Coast en Earth on Fire) zei dat hij de zanger en de organist niet zo zag zit ten. Wel wilde hij wat doen met de overige drie leden. En daar ga je dan, want meteen is zes maanden werk naar de knop pen", zegt Aad van Delft met een ironische glimlach. hijzelf. Maar terug naar de pop- Het bleek mee te vallen, want groepen; via, via belandde hij korte tijd later fungeerde het driemanschap - Erwin, Aart en Gert Jan - als back-ground voor Theo van Es, tijdens Eddy Rea dy Go, alwaar Van Es een solo nummer vertolkte. Aad van Delft daarover: "Na die flop met Eggermont - waar we ove rigens veel van geleerd hebben, want we dachten dat we er al waren - verlieten de zanger en de organist de groep en maak ten we een paar proefopnames met Theo van Es. Dat 'klikte' meteen zo goed, dat de boys aan mij vroegen of Theo niet als vaste zanger kon komen. Ik zelf voelde er niet zo veel voor. De stijl kwam niet zo goed overeen en Theo heeft natuur lijk stukken meer ervaring dan de jongens. Ondanks dat hebben we het geprobeerd en het lukte vanaf de eerste toonaard." Dat werd dus Teddy Lane en tot nu toe eigenlijk niet zo opmer kelijk, ware het niet dat Aad van Delft onvoorwaardelijk gelooft in de nieuwe - toekomstige - Leidse hitparade - bestormer. Aad van Delft gelooft in het succes, dat binnen niet al te lange tijd moet komen. "We treden momenteel zo'n drie keer in de week op, meestal in het voorprogramma van Earth on Fire, The Earring of een andere topgroep. Voor ons meer een soort promotion-tour, want ver dienen is er nauwelijks bij. Maar ja, maak je een goed sin geltje en krijg je plotseling naam, dan kan je natuurlijk je eisen gaan stellen. Voorlopig is het meer een hobby, maar als het effe kan moet het wel uit groeien tot een professie. We werken er hard aan en ik ben er van overtuigd dat het lukt!" Daarna begint hij weer over al lerlei bijkomende zaken zoals producers en platenmaatschap pijen, die je als groep zo hard nodig hebt en dat hij druk aan het zoeken is naar juist die mensen. "Met hun medewerking ben je al voor 70% geslaagd", voegt Van Delft eraan toe. Grootste wens van de groep die een geëngageerd soort muziek maakt: een hit om naam te ma ken en een PE-systeem. Over dat laatste: "Het hoeft niet eens zo'n grote te zijn, maar voor een goed geluid in de zaal heb je nu eenmaal een dergelijk ap paraat nodig. De kleinste kost echter al 21.000.-." (The Ear ring heeft er een van 2 1/2 ton). "Voorlopig", zo besluit Aad van Delft, "is de stemming onder ling uitstekend en dat is een be langrijk gegeven om op door te borduren." De groep - die nog niet in Leiden is opgetreden - heeft het in zich om de opvolger van de Shoes te worden. Niet wat de muziek betreft - want die is heel wat anders - maar wel wat het succes uunguat. Weliswaar is de eerste plaat een flop geworden, muar Van Delft en Teddy Lane wanhopen beslist niet. Lukt het dan zit er veel in; voorlopig zijn het nog hobbyisten." Ad van Kaam WARMOND In gale, rie 't Hoekje bij de Pomp exposeert Bert Slingerland tot 28 au gustus aquarellen, mo. notypes en lijntekenin gen. „Tot nu toe zijn er nog weinig mensen geweest", zegt de 23- jarige Slingerland. „De enige piek was in de Kaagweek". In het zo langzamerhand beroemde gangetje van ,,'t Hoekje" han gen zo'n 20 werkjes van de Warmonder va riërend van prijs tus sen f 20. en -f 190.-. De meesto maakte hij in opdracht van de Haagse kunstacademie waar hij de opleiding MO-A volgt. „Ik had er geen enkel benul van hoe ik die dingen nou moest prijzen, verschillende van de bezoekers vonden dat ik te weinig vroeg. Maar ik vind dat er over het algemeen te hoge prijzen worden gevraagd. Neem nou een Co Westrik die maakt enkele voor schetsjes en die ver koopt hij elk voor f 200,- of meer". Een opmerkelijk schilde rijtje in de verzame ling is dat van een tube tandpasta. De prijs: twintig tubes tandpasta. Het schilde rijtje bestaat uit vier vlakjes van vijf bij vijf, die achtereenvol gens een tube in de doos een tube naast de doos, een tube halver wege uitgeknepen en een tube geheel uitge knepen. „Het was een onderwerp voor de Academie. We moes ten vier vlakjes maken van vijf bij vijf. waar op bij elkaar passende zaken werden afge beeld", aldus Bert Slingerland. „Het schilderijtje word ge kocht door do plaatse lijke drogist, die hem aan een vertegenwoor diger van het afgebeel de merk wil verkopen. Hij dacht er nog een behoorlijke prijs voor te maken". Ondanks de geringe bc langstelling heeft Bert toch al zes werken kunnen verkopen. Hieronder bevinden zich voornamelijk aquarellen en een zeer minitieuze pentekening van een vismarkt. ..Het meeste verkoop ik aan bekenden. Ja, wat wil je. Hier in Warmond is de galerie wel bekend, maar van buitenaf komen ze niet zo gauw om een expo sitie te bekijken, laat staan om wat te ko pen". Niet dat Bert dat erg betreurt: „Aan sommige werken blijf ik nogal gehecht zoals aan die penteke ning en dan vind ik het leuker als ik hem bij bekenden nog eens terug zie". Op de Haagse Academie wordt er in tegenstel ling tot andere Acade mies niet zo op geha merd dat d° leerlingen hun oude werk moeten weggooien. „Het is wel eens gezegd maar niet zo nadrukkelijk. Mis schien geldt het meer als je aan een hele nieuwe stijl toe bent. En dat ben ik nog lang niet. Ik zou nog wel jaren door kunnen -aan met monotypes, al gebruik ik opeens een bepaalde kleur niet meer". Hingen er bij een eer dere expositie van Bert over het alge meen monotypes, nu zijn het meer de aqua rellen die hun aan dacht opeisen. „Het best geslaagd vind ik dit drieluik". Bert Slingerland wijst naar een schilderij van vier sportbeoefende man netjes met daarain heen publiek, dat let terlijk oen en al oog is. „Je hebt zo wei eens van die lessen, waarin je je een beetje verveelt. In zo'n les ben ik voor het eerst dergelijke figuurtjes gaan tekenen. Het merkwaard ge is wel dat al die figuurtjes op mijn vader lijken". De grootste ambitie van Bert Slingerland s om na zijn MO-A-examen les te gaan geven aan een middelbare school „Ik weet wel dat het erg moeilijk is om een baan te krijgen maar het trekt me enorm. Bovendien staat de Haagse Academie nog wel hoog aangeschre ven in vergelijking met de andere acade mies". Van het verschil met de vorige expositie die vorig jaar om de zelf de tijd ook „in 't Hoek je" werd gehouden, zegt Bert: „Mijn schetsen zijn enorm vooruit gegaan. Vroe ger bracht ik een paar dunne lijntjes aan. En die het moest worden maakte k dikker. Nu zet ik het bij wijze van spreken in één lijn op papier. Ook de plaats van de schets weet ik beter te bepalen". Een goed voorbeeld hiervan is een liggend naakt, dat ook op de tentoon stelling te zien is. Na de tentoonstelling gaat Bet Slingerland naar Zuid-Frankrijk. Toen hij daar voor het eerst met de Acade mie kwam, heeft h j er zijn hart verloren. ,,De omgeving werkt bijzonder inspirerend op me. Daar zijn pas landschappen te schil deren". LEIDEN De Lakenhal exposeert in de maanden Juli en au gustus haar eigen bezit aan moderne kunst. Hierin zijn zowel Leidse als niet-Leidse kunstenaars vertegenwoordigd. Je expositie toont een ruime selectie van werken van Florls Verster, Menno Kamerlingh Onnes en de twee zondagsschll- ders Th. Driessen en Willem van den Berg zijn aanwezig. Zij vormen de schakel tussen de kunst van rond 1900 en die van na 1945. Het na-oorlogse expressionisme is vertegenwoordigd met werken van Lucebcrt, Rooskens, Corneille, Heyboer. De abstracte kunst uit dezelfde tijd door werk van Fernhout, Bo- gart en Carel Visser. Het Nieuwe Realisme en de Geometrische abstractie worden getoond door werken van o.a. Hakkaart, Asselbergs en Picter Gcraeds jr. Tevens is er een kleine selectie aardewerk uit 1900 van Roienburg en Brouwer. De exipositie wordt gehouden in de bovenzalen van de Papevleugel. De tentoonstelling van Hendrik Valk duurt nog tot 19 augustus. Van 31 augustus tot 5 oktober zal er in de Singelzaal recent werk van de Leidse kunstenaar Koos van de Water worden getoond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 5