fóiiSf
0Êi
r, i
Wildfotograaf
Hazelhoff
zoekt de
natuur
bewust op
mmm M&fi®
1 !p#|i
v I h-akiS*:1- J
leder
dier moet
altijd
eerst aan je
wennen"
CAJT3
T-4ui'. -
riïJmWZatsa
Een roedel herten op de Veluwe.
Een gevecht om de persoonlijke macht.
Zeer attent op alles, wat er om hen heen
gebeurt.
ZELHEM „Ife ben een verwoed wildfoto
graaf, maar geen wilde fotograaf. Ik jaag ach
ter de dieren aan, omdat ik hoe dan ook een
prentje wil hebben. Een foto is voor mij pas in
teressant, wanneer het dier er volkomen ont
spannen op staat. Dat bereik je alleen door rus
tig je kans af te wachten, daarbij het risico lo
pend meerdere aardige foto's aan je neus voor
bij te laten gaan. Het is niet eens een kwestie
van geduld. Ik ben helemaal geen geduldig
mens. Het is de wetenschap dat wachten hoort
bij het beroep van wildfotograaf. Lukraak schie
ten levert wel eens een aardige prent op, maar
een echte goede dierenfoto krijg je er niet mee.
Het is hetzelfde als bij de jacht. Je moet het
dier eerst goed in je vizier hebben alvorens met
succes te kunnen schieten. Lukraak schieten le
vert schampschoten op. die en voor de jager en
voor het dier nadelig zijn".
Fred F. Hazelhoff uit Zelhem (dat bekendheid
kreeg door NCRV's Zeskamp) weet waarover hij
praat. Hij is langzamerhand één der meest gefe-
teerde wildjotografen van Europa. Talloos zijn
de tentoonstellingen, waarvoor hij materiaal le
verde; ontelbaar de illustraties in dierenboeken
en vaktijdschriften. Fred Hazelhoff staat de
laatste tijd opnieuw in de belangstelling, omdat
hij de maker is van het boek-van-de-maand,
.Dierenrijk Nederland". Een voltreffer, want er
zijn tot nog toe al bijna 90.000 exemplaren over
de toonbanken gegaan. De uitgever is toe aan
de derde druk en hoopt de 100.000 vol te maken.
„Een uniek aantal voor dit soort boeken", meent
Fred Hazelhoff. „Meestal bereik je, als het
meezit, een oplage van vier- tot vijfduizend.
Daarom zijn die boeken dikwijls zo ontzettend
duur".
Hazelhoff is geen wildfotograaf van professie.
..Gelukkig niet. Je zou er nauwelijks een be
hoorlijke boterham mee kunnen verdienen. Ik
ben van beroep grafisch ontwerper en geef twee
maal in de week 's avonds les aan een acade
mie. Ik fotografeer uitsluitend in mijn vrije tijd.
Dat is eigenlijk van jongsafaan gegroeid. Het
is een duidelijk groeiproces. Eerst heb je be
langstelling voor de dierenwereld om je heen.
Dan ga je je afvragen wat het voor dieren zijn.
En tenslotte ga je je zo verdiepen in die hele
dierenwereld, dat je een speciale „feeling"
krijgt. Je gaat ]e de specifieke gedragingen
doorgronden en weet daardoor dikwijls tevoren
hoe dieren in een bpeaalde situatie reageren.
Dat laatste is voor een wildfotograaf bijzonder
belangrijk. Een dier is geen mens. Een mens
feun je enigszins onder dwang iets laten doen,
een dier in vrijheid niet. Bij zo'n dier moet je
eerst geven dat is tot rust laten komen om
pas daarna te krijgen de mogelijkheid om op
namen te maken. In het begin is het dier uiterst
voorzichtig, omdat hij niet weet wat een indrin
ger dat ben jij dus als fotograaf gaat
doen. Hij is dan bijzonder gespannen en spitst
al zijn zintuigen. Op zo'n moment heeft het
weinig zin een foto te maken, want zelfs het ge
luid van de zachtst lopende sluiter is dan vol
doende om het dier voorgoed op de vlucht te ja
ren. Je moet als fotograaf dan de beheerstheid
opbrengen niet af te drukken. Je moet het beest
tot rust laten komen, je moet hem laten wennen
aan de verandering dat ben jij in zijn ter
ritorium. Als hij die verandering eenmaal aan
vaard heeft, kun je je gang gaan. Dan hoort hij
de sluiter wel. maar reageert er niet meer op.
Dan kun je schitterende foto's maken".
„Ik kwam eens bij een jachtopziender die me
vertelde, dat ik een camouflagehutje bij een
vossehol kon betrekken. Eerlijk gezegd had ik
er niet veel zin in, want het was al laat en vos
sen fotografeer je niet zo gemakkelijk bij hun
hol. Sterker, het is bijna onmogelijk. Maar
goed, om hem een plezier ie doen, ging ik naar
dat vossehol en stelde alles in. Na een half
uur wachten zag ik ineens 2 oortjes uit 't hol ko
men en later dat kleine gekke koppie. In stond
op punt om af te drukken dan heb ik het
beest tenminste maar besloot me toch te be
heersen. Weer moest ik wachten en eindelijk
kreeg ik er de pest in dat ik niet gelijk gedrukt
had. Ineens zag ik weer dat koppie, gevolgd
door nog drie koppies. Het bleek een moeder
vos met drie jongen. Ze hadden mijn aanwezig
heid aanvaard en begonnen te spelen dat het
een lieve lust was. Ik heb een geweldige serie
geschoten. Kijk, als ik direkt geschoten had.
had ik die jongen nooit in het vizier gekre
gen. Dan was die oude vos terug het hol in ge
gaan en er niet meer uitgekomen. Die beheer
sing maakt ons vak zo moeilijk. Ik zit soms
uren op bepaalde dieren te wachten, zonder dat
ze komen. Omdat ik het in mijn vrije tijd doe.
kan ik me dat permitteren, maar als ik ge
dwongen foto's zou moeten afleveren, heb ik
die tijd niet. Hier in het dorp zit een steenuil in
een boom. Ik heb nu ongeveer vijftien uur de
wacht gehouden en misschien tien seconden
kunnen fotograferen. Het rendement is dus on
gelooflijk klein. Over dat boek heb ik acht jaar
gedaan. Het is nu boek-van-de-maand geworden,
dus het verkoopt lekker. Als dat niet het geval
was geweest, moet je er persoonlijk geld bijleg
gen. Tenminste als je alle uren wilt rekenen en
dat moet je wel, wanneer je ervan moet leven".
Door zijn voortdurend kontakt met de dierenwe
reld en daardoor ook de vrije natuur, is Fred
Hazelhoff een warm voorstander geworden van
het behoud van het milieu en dan vooral in die
gebieden, die uniek zijn. „Neem de Veluwe. Er
is in heel Europa waarschijnlijk geen gebied te
vinden, dat een grotere variatie in dierensoar-
ten biedt. Voor de Waddenzee geldt hetzelfde.
En wat doen wij? Wij breken het stelselmatig
af, verjaren de dieren door ongecontroleerde
recreatie, verzieken het milieu door onoplettend
heid. Als wij een gebied door ongecontroleerde
recreatie verpesten, is het weg en komt het
nooit meer terug. Als er niet gauw iets ge
beurt, staan er over tien jaar nog wel bomen op
de Veluwe daar zorgen de diensten wel voor
maar de dieren zijn verdwenen. Door de
rommel, die we achterlaten, en doordat wij de
noodzakelijke rust verstoren. In ons land is voor
de mens alles geregeld.. We hebben keurig ge
plande steden gebouwd. Prachtige 4-baanswegen
aangelegd omdat de hogere economische wel
vaart een glorie van 't autopark met zich mee
bracht. Maar wat wc vergeten hebben te rege
len, zijn de gebieden buiten die steden. Natuur
lijk hebben we in de zogenaamde recreatie-par
ken wegen aangelegd en wandelpaden uitgehou-
m> i
«rH
rr
wen. Maar we hebben geen rekening gehouden
met de dieren, we hebben niet voorzien, dat die
naar elders verhuizen als de rust te nadrukke
lijk verstoord wordt".
„Allereerst moeten we zorgen, dat de Veluwe
door zijn unieke karakter verklaard wordt tot
beschermd Europees natuurreservaat. Dat
houdt in dat de regering met subsidie zal moe
ten komen. Daarna moeten we de recreatie bin
nen dat gebied gaan ordenen. Ik weet niet pre
cies hoe groot het is, maar stel dat het om
SO.000 ha gaaL Dan gaan mijn gedachten uit
naar tien recreatie-gebieden van 3000 ha elk.
Die gebieden moeten aan de rand liggen en al
les bezitten, wat de mens voor recreatie nodig
heeft, zoals zwembaden, speeltuinen, restau
rants etc. de overblijvende 50.000 ha moeten
voor het publiek afgesloten worden. Daar moe
ten flora en fauna zich in alle rust opnieuw kun
nen ontplooien. Misschien zal men zeggen: dan
zie ik niks meer. Maar dat is onzin. Dieren zul
len ook aan de randen van dat reservaat 'even.
Als ze eenmaal in de gaten hebben, dat de sto
rende elementen de mensen niet dichtbij
kunnen komen, zullen de dieren hun aanvanke
lijke gereserveerdheid heus wel laten varen.
Voor mij is het een levensvatbaar plan. Mogelijk
zullen de grote heren echter spreken van kin
derlijke gedachten".
Waarom ik dit plan niet in mijn hoek aan de
orde heb gesteld? Ik heb in dat hoek willen aan
tonen wat wij in Nederland nog allemaal voor
moois hebben. Ik heb de lezers niet willen con
fronteren met de moeilijkheden die er zijn om al
dat moois in stand te houden. Je moet het boek
zien als een illusie. De mens heeft illusies nodig
om te overleven. Waarom zijn we de oorlog
doorgekomen? Omdat iedereen in '40 dacht, dat
het in '41 afgelopen zou zijn als ik in mijn
boek zou schrijven, dat de Veluwe indien er
niets gebeurt over tien jaar zonder dieren zal
zijn, maak je het sprookje kapot. En daarmee
de lust om er iets aan te doen. De mensen moe
ten eerst het idee hebben, dat er nog veel te ge
nieten valt in Nederland".
„Pas daarna kun 'je hen vragen mee te helpen
dat moois in stand te houden".
HAN AVOT
,l'
•.•as»**» •-->
De wilde zwijnen, zeldzame exemplaren in ons land.
Haasjes, die spelen als kinderen in de wei.