k De raadgever van de Chinese keizer en de eend met de kuif J ZATERDAG 14 JULI 1973 LEIDSE COURANT haüina 15 Juniorenhoek DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD Cè A L> ©PIB -se 22 tbu ER was eens een wereldreiziger die verre ontdekkingsreizen maakte over zeeën, door woes tijnen en bossen. Zo kwam hij ook in het rijk van de Chineze keizer aan. Dat land was wel 7 x7 maal zo groot als elk ander land. Daarom werd de keizer bij het regeren geholpen door wijze mannen: de Kwan's. Vooral één Kwan was zó knap in het helpen regeren, dat de keizer hem beloonde met een grote gunst: deze Kwan mocht oranje zijden kleren dragen. Toen de wereldreiziger in China aankwam, zag hij daar gewone mensen in katoenen kleren van een gewone kleur. Hij zag ook deftige mensen, in zijden kleren van deftige kleuren. En wijze mensen, zoals de Kwan's. In zij den kleren van deftige kleuren die bovendien geborduurd wa ren. Maar nergens zag hij ie mand die gekleed was in oranje of geel. Op een dag maakte de wereldrei ziger kennis met de Kwan. die als beloning van de keizer in oranje gekleed mocht gaan. De reiziger keek zijn ogen uit en zei tegen de Kwan: ,,Het schiet mij nu te binnen dat ik in dit land al veel mooi gekleurde kle ren heb gezien, maar oranje was daar niet bij." S)e Kwan vertelde dat het dragen van oranje kleren een heel gro- I te eer was, waarvoor alleen de ■si keizer toestemming kon geven, f Er waren in China misschien maar tien mensen in oranje' kle ren en het was heel toevallig dat de reiziger er éën van ont moette. „En geel? Ik heb ook nog geen gele kleren gezien." zei de reizi ger. Hiervan schrok de Kwan. Hij fluisterde: ,,Geel? Over gele kleren mag u niet eens spreken! Daar kunt u de dood straf voor krijgenl Maar u bent een vreemdeling, ik zal doen of ik niets gehoord heb. Wees schuwing om in dit land nooit over gele kleren. Die mag a!-' j leen de keizer dragen en nie mand, niemand anders. Het is de kleur van de zon, het licht en de keizer." De Kwan ging voort: ,,Wat mijn eigen gewaad C aangaat: oranje ligt in de scha duw van geel. Daarom zijn oranje kleren zo'n hoge eer. Ja, ik houd veel van oranje. In mijn vogelkooien zingen allerlei vogeltjes, maar die met de m oranje veertjes zijn mij het liefst. In mijn vijvers zwemmen allerlei vissen, maar de oranje goudvissen zijn mij het liefst. In mijn perken staan allerlei bloe men, maar die met oranje blaadjes zijn mij het liefst." •De wereldreiziger had veel eer bied voor de Kwan en hij was ook dankbaar voor de waar schuwing omin dit land nooit over gele kleren te spreken. Daarom bood hij de Kwan een geschenk aan. „Vóór ik uw land binnen kwam, heb ik een vogel gevangen,", zei hij, „het is een eend, die u misschien in uw vij vers wilt laten zwemmen." Een Kwan is altijd bijzonder beleefd en deze Kwan zie dan ook, dat hij heel blij was met het ge schenk. In werkelijkheid dacht ritieJ hij: wat kan een eend mij sche- imel len...Maar toen hij de vogel zag, rote» dacht hij dat niet meer! Dolge- ssina lukkig was hij, want zo zag de eend eruit: zijn lijf was goud bruin, wit en zwart, maar op zijn sneeuwwitte kop stond een ii oranje kuif! De Kwan liet de eend dadelijk naar de vijver brengen en daar zwom hij rond. terwijl zijn kop knikte en de oranje kuif als goud blonk in de zon. Waar nog geen dag later stak een vreselijke storm op. Bomen schudden, takken braken af, het water in de vijvers sloeg hoog op. Daken werden losgerukt en de lucht was vervuld van stof. Toen de storm was uitgeraasd, bleek de eend verdwenen, weg gevoerd door de wind. De Kwan •31-37 was hierover erg bedroefd en vroeg aan de reiziger: „Als u zwart die prachtige eend voor mij te- 1 rug kunt vinden, zal ik u rijke lijk belonen." reiziger was nu even beleefd als een Kwan en hij zei, levens- lang naar de eend te zullen zop- ken. Maar in zijn hart dacht hij: wat kan een eend mil sche ld len... reiziger die nu eenmaal we reldreiziger was, reisde verder door het Chinese rijk. Hij was al wel zeven landen ver naar het zuiden gereisd, toen hij rust te onder een boompje dat heer lijk geurde. Hij sloot de ogen om die geur goed op te sluiven. Daar hoorde hij ritselen en kra ken, terwijl er iets op zijn hoofd viel! Hij deed zijn ogen open en zag dat een oranje vrucht op zijn hoofd was geval len, en dat daarboven tussen de bladeren een goudbruin, zwart en witte vogel drukte zat te ma ken. Daarboven zat de eend met de oranje kuif, die gepro beerd had in de vrucht te pik ken, maar het was hem slecht gelukt, want de schil was te dik voor zijn stompe snavel. De wereldreiziger haalde de eend eruit en zag wat de storm met de vogel had gedaan. Op beide vleugels stond de helft van de veren als een waaier overeind, en de onderkant van die waaier was oranje! De wereldreiziger besloot toch maar terug te keren naar de Kwan en het noorden. Hij nam de vogel, een mandie met oranje vruchten en een stekje van het boompje mee. Zo kwam hij na vele maanden weer bij de Kwan aan, die innig dankbaar was voor de terugge vonden eend. „Hij is nog mooier geworden door de storm", zei de Kwan, „wij zul len hem nu Waaiereend noe men". De vreugde van de K\van kende geen grenzen toen hij ook de oranje vruchten en het stekje ontving. „Dit zijn de mandarijnen die in het verre zuiden groeien," riep hij uit. „Nog nooit is het iemand gelukt ze heelhuids naar hier te bren gen. Altijd waren de vruchten bruin geworden, verdroogd, of verrot, en de stekjes dood." Met goud beloond nam de wereld reiziger voor de tweede keer af scheid van de Kwan en reisde nog zeven jaar rond voor hij weer thuis was. Daar vertelde hij wel zeven jaar lang reisver halen. Ook het verhaal van de raadgever van de Chineze kei zer, de eend en de mandarijnen. Maar in die zeven jaar was er zo veel gebeurd dat de reiziger vergeten was, hoe die raadge vers van de keizer ook al weer genoemd werden. En ook hoe die éne raadgever in de oranje kleren zijn eend had genoemd. Wel wist hij nog dat de vruch ten „mandarijnen" heetten. Voor het gemak noemde de rei ziger de vrucht en de eend en de raadgever alle drie maar „Mandarijn". En zo komt het dat tot op de dag van vandaag iedereen weet dat in China prachtige madarijneenden zijn, maar niemand weet de Chinese naam voor Waaiereend. En ie dereen weet dat de Chineze kei zer „mandarijnen" had als raadgevers. Maar niemand weet dart het eigenlijk Kwan's waren. Heb je een figuurzaag en triplex? Dan kun je allerlei leuke dingen ma ken ö;j aan elkaar puzzelen. Geen figuurzaag en triplex? Dan toch zeker karton en een scherp mes. Snij niet in je vingers. Je neemt een vierkant stuk en tekent er de lijnen op die op de tekening staan. Maak de verschillende stukjes zwart of geef ze ieder een andere kleur en je kunt de figuren maken die erbij staan. Zelf kun je er vast nog wel meer verzinnen. OPLOSSING VORIGE WEEK Dit is de vriend v De enige apen in Europa die in vrijheid leven, verblijven op de rots van Gibraltar. Het zijn toch geen wilde apen. De Engelse militairen die daar verbleven, hebben iedere aap een naam en een nummer gegeven. Iedere aap, het zijn er ongeveer vijftig, krijgt precies het zelfde te eten en te drinken, de een niet iets meer of minder dan de ander. Wie de apen uit Afrika erheen heeft gebracht, weet men niet zeker. Velen geloven dat Europa en Afrika eens aan elkaar vast hebben gezeten, anderen menen dat Arabieren d9 apen naar Europa hebben gebracht. Er is een tijd gevieest dat er neg mar vier aren waren maar er werd voor aanvulling gezorgd. a o Paulus de Boskabouter „De Hooi- kooi" Door JEAN DUL1EU Vader, moeder en kleine Frits zijn gaan wandelen met de honden. Ze hebben er drie en die honden maak ten een lol. Ze sprongen en buitelden maar eensklaps zaten de riemen helemaal door elkaar. Wie weet welke hond bij wie hoort? 11- Trch verrelend hoor, dat eeuwige geru zie c r d in n", zei Paulus Inen hij weer alleen i Maar nou ga ik dan ein delijk mijn in .1 uitdeling eens ma ken". Hij had nog niet helemaal besloten wat hij mee zou nemen: zijn paraplu of zijn wandelstokje. Hij keek eens naar de luent. Er dreven wel wat wolken voorbij, maar dat waren geen regenwolken. Het werd dus een wandelstokje. Opgewekt stapte Paulus het grote bos in, benieuwd wie hij het eerst zou ontmoeten. Welnu, dat werd Gre- gorius de das. Gregorius lag languit onder de bomen, met de vorpten onder zijn bol en zijn neus in de lucht. Hij snurkte zeer luidruchtig. Goeiemorgen Gregorius", riep Paulus goed hard. „Ggggrrr pffff', snurkte Gregorius.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 15