(jnA Para boven Angst en sensatie tussen hemel en aarde GoWie eenmaal over de drempel is, kan niet meer terug. Hij moet springen, want: „eenmaal buiten blijft buiten". Hef is zover, de parachutist hangt tussen 0 en 12 meter, waarna de parachute zich opent. AMELAND Het wadde neiland Ameland, een van de geliefde eilanden voor Nederlandse en buitenland se vakantiegangers, heeft er weer een attractie bij. In Ballum, op het westelijk deel van Ameland is name lijk sinds enige tijd een pa- rachutistenschool gevestigd, die volgens de eigenaar er van de 33 jarige Albert J.H. Cornelis de enige full-prof- parachutistenschool van Ne derland Is. Hij leidt er liefhebbers op tot para en hebben zij de smaak goed te pakken ge kregen, dan kunnen ze ook nog naar het' instrukteurs- brevet springen. Om het brevet als para te halen, moeten de kandidaten acht keer uit het vliegtuig, in dit geval een Cessna, gespron gen zijn. Gemakkelijker ge zegd, dan gedaan, maar steeds meer jonge Neder landers jongemannen en meisjes, durven dit zwe vend avontuur in de open lucht aan. Steeds meer kan didaten melden zich in de zomermaanden, dit tot ple zier ook van de vakantie gangers, die er een nieuwe, adembenemende attractie bij gekregen hebben. Ongelukken? Albert Corne lis, zelf een ervaren para en ook vlieger opgeleid in het Franse parachutis tenkorps en bij de. Franse luchtmacht lacht erom. Het risico is veel kleiner dan het risico op de weg. „De rit naar het vliegveld bijvoorbeeld is gevaarlijker, dan vliegen en springen". Een bekend gezegde onder de vliegers, die het in het drukke wegverkeer zeggen veel moeilijker te hebben dan in de lucht. Albert Comelis, die destijds na een koninklijke toestem ming enige jaren bij de Franse militare parachutis ten gediend heeft en bij de Franse luchtmacht heeft gevlogen zo'n duizend Losen de angst heeft plaats gemaakt voor de sensatie zich als een vogel in de lucht te bevinden. vlieguren stichtte in 1968 al zijn parachutistenoplei ding in Rotterdam, samen met zijn vrouw, eveneens para. Hij leidt thans, na veel wissen en wassen, om dat Rotterdam hem en zijn leerlingen te druk werd, zijn school op Ameland. Zijn vrouw houdt zich voor al bezig met vliegen en met zakendoen in de vliegwe reld. Haar man bijvoor beeld huurt van haar een Vliegtuig, om met zijn leer lingen boven Ameland te kunnen springen. De para's-in-spee springen vanuit het vliegtuig „auto- matique". Dat wil zeggen, dat ze, nadat ze het vlieg tuig hebben verlaten niets hoeven te doen. De houding van het lichaam Is het be langrijkst, vooral wanneer ze de grond bereiken. Voor dat de leerling springt, is zijn parachute door middel van een lijn met het vlieg tuig verbonden. Als de leer ling springt, trekt de lijn ui teraard strak. In een fraktie van een se conde breken enkele koord jes en de parachute verlaat de rugzak. Intussen Is de man al twaalf meter naar beneden gevallen. Het klinkt allemaal heel nor maal, maar vóór de sprong speelt er zich in de gedach ten van het „slachtoffer" heel wat af. Meestal krijgt hij of zij een vreemd gevoel in de maagstreek. Mensen met het hoogste woord, worden lammetjes in de lucht. Natuurlijk als je van uit een vliegtuig naar bene den kijkt, zit je hoog in de lucht, maar als je ook nog de grote afstand tussen het toestel en de aarde moet overbruggen, hangend aan een simpele parachute, zinkt iedere beginneling de moed in de schoenen In de nacht vóór de eerste sprong doen de leerlingen meestal geen oog dicht. Het meest griezelige deel van de parachutesprong is het stukje van twaalf me ter, de tijd tussen het verla ten van het vliegtuig en het moment, dat de parachute wind vangt. Daar komt nog bij, dat het merendeel van de leerlingen nog nooit in een vliegtuig heeft gezeten. Wie last heeft van hoogte vrees hoeft uiteraard niet aan een para-opleiding te beginnen. Het tweede, voor beginne lingen angstige moment is het bereiken van de grond. De springers moeten hun benen goed bijelkaar hou den en ervoor zorgen dat ze precies parallel de grond bereiken. Gedurende de on geveer twee minuten, die ze aan hun parachute in de En dit is het helemaal voor de para: zwevend tussen hemel en aarde, maar toch langzaam maar zeker weer de aarde tegemoet lucht hangen, keert de moed echter snel terug en sommige leerlingen worden wel eens zo eigenwijs, dat ze vergeten hun benen in de juiste stand te houden. Dat kan een gebroken been tot gevolg hebben, maar ernstige ongelukken zijn op de parachutistenschool in Ballum nog nooit gebeurd. Na de eerste sprong zijn de meeste leerlingen zo trots als een pauw. Zij hebben het toch maar even ge leverd van een hoogte van 600 meter uit een vliegtuig te springen Vóór de twee de sprong zakt hen de moed echter weer (iets minder) in de schoenen. De laatste (achtste) sprong wordt al heel wat koelbloe- diger uitgevoerd, maar toch blijft de spanning vóór een sprong uit het vliegtuig. Met acht keer springen ben je nog geen volbloed para. En toch: „Springen Is net zo veilig als men zelf wil. Figuurzagen is toch ook niet gevaarlijk als je de spelregels in acht neemt? De leerlingen moeten hun eigen capaciteiten nooit overschatten. Er is wel een beetje zelfdiscipline nodig", aldus Albert Cornelis. Hij vindt het parachutespringen een uitermate veilige sport, maar hij is er zich ook van bewust, dat het volledig aan de leiding van de school ligt of een sprong ook inderdaad „automati- que" kan worden uitge voerd en er geen ernstige ongelukken kunnen gebeu ren. „Deze mensen vertrou wen hun leven helemaal aan Je toe", zegt Cornelis. Trouwens de piloot van de Cessna staat voortdurend in (radio-)verbindlng met de mensen op de grond. Johanna Cornelis, van wie haar man een Cessna huurt, is van plan eind deze maand met een vliegschool te starten. Ze heeft zelf geen vliegbrevet, maar dat is voor haar geen pro bleem. Er komt dan een vlieginstrukteur in dienst, die afhankelijk van de vrije tijd die ze hebben, de leer lingen ln ongeveer ander halve maand leert vliegen. Gevlogen wordt met een tweezltter, een Cessna type 150. Met die vliegeroplei ding bemoeit Albert Corne lis zich niet. De opleiding gaat zo'n tachtig gulden per vlieguur kosten. Om voor het brevet In aan merking te komen, moeten de leerlingen beslist vijftig uur vliegen. Ook dat vlie gen Is voor de leerlingen die vaak nog nooit hebben gevlogen spectaculair maar volgens Cornelis on gevaarlijk. „De rit van en naar het vliegveld is het ge vaarlijkste deel van de hele opleiding", zo verzekert hij. „Natuurlijk zijn de leerlin gen wel verzekerd, voordat ze de lucht ingaan. Men is verzekerd tot 75.000,- bij overlijden en naar rato bij invaliditeit", zo vertelt hij. Zoals gezegd, begint de pa rachutisten- en straks ook de vliegschool een belang wekkende toeristische at- traktie op Ameland te wor den. De parachutisten-in- spe krijgen, vooral wanneer het mooi weer is en dat is het meestal, wanneer er gesprongen wordt veel be kijks van de vakantiegan gers op Ameland. Vlakbij het vliegveld ligt een groot kampeerterrein en het is geen wonder dat veel kam peerders eens een kijkje ne men bij het schouwspel, dat de parachutistenschool elke week weer biedt. Het para- en vliegbrevet draait tot vlak vóór Kerstmis door. Tot half februari heeft men dan de tijd om het mate riaal grondig na te kijken en daarna begint het werk zowel op de grond als in de lucht opnieuw. Pont, de jager Onder de sterke zo merzon knipt hij zijn ogen dicht. Hij haalt de pijp met koeikop uit de mond, laat de wind door zijn haren wapperen, en gebaart naar het einde van zijn grote tuin. „Houtduiven. Als er een kraai tussen zat zou ik hem schieten." Dokter Berghauser Pont de fotograaf: Pont, de fotograaf Even tevoren, In een schuurtje, achter de leica op statief met 10 centimeter tele, de hand op de draadont spanner. ,,Een vogel kan niet tellen. Dnar kun Je gebruik van maken als je hem wilt fotograferen. Dan ga Je met zijn tweeën in de schuur en een gaat eruit. Dan denkt ie dat we weg zijn. Kijk, nou gaat ie op de draad zitten. Het is de klei ne vliegenvanger, heel zeldzaam. Hij stond niet eens in dat grote boek van die Duitse dlerenkenner." Pont, de dokter ,,MIJn handen Jeuken om die bult op uw voorhoofd weg te ha len. Tien minuten, en u kunt meteen op stappen. Ik had eens een boer die met zijn kop onder een mest wagen was gekomen. Hl) was praktisch gescalpeerd. Ik heb hem 25 hechtingen gegeven en Je ziet het nauwelijks." Dokter Pont met hart en ziel verknocht aan Staphorst. Staphorst Dokter P. L. Berghauser Pont, 59 jaar, zeer tegen heug en meug vervroegd gepensioneerd na 38 jaar praktijk in het zo vaak gehoonde Staphorst. Geveld door een hartin farct, die inmiddels weer getemd is. „Ik voelde me het was in september vo rig jaar nog volkomen gezond. Ik had nog nooit een dokter bij me gehad. Ik stond vroeg op, zo tegen vijf uur, om mijn laatste reebok af te schieten. Toen gebeurde het. Ik voelde een pijnlijke druk, en dacht eerst aan angina. Na 2 uur heb ik een internist erbij ge haald. Lichte hartinfarct, drie weken liggen." Een berustend gebaar. Dok ter Pont is naar eigen ver klaring een gelijkmoedig mens. Hij verheft alleen zijn stem als er denigre rend over Staphorst wordt gesproken, of geschreven. „Ik kwam 38 jaar geleden hier naar toe en ik heb nooit moeite met ze gehad. Ik begreep ze. Ze zijn hier niet zwaarmoedig, ze zijn opgewekt. En ik heb nooit gekanker gehoord in de wachtkamer. Het is abso luut een feit, dat ik, als ik kon, weer opnieuw naar Staphorst zou komen. In het begin zaten we met twee artsen, nu zijn het er vier. Het waren echt gehoorzame patiënten. Als ik een medi cijn voorschreef, namen ze het meteen in. En altijd heb ik veel zelf gedaan, ook de kleine chirurgie. Wat er over Staphorst geschreven is, is niet altijd raszuiver. Als er ergens anders iets gebeurt, wordt het vaak niet gepubliceerd. Maar Staphorst was altijd de boosdoener." Hij duikt even terug in die momenten, toen Staphorst voorpagina nieuws was en zelfs publiciteit van over de oceaan verwierf: De tocht van de overspelige vrouw op een boerenkar en de weigering van de streng-ge- lovigen om voorzorgsmaat- relen te nemen tegen de po lio. „Die boerenkar, dat was kwajongenswerk, jongens van 14 tot 18 jaar. Wat haalt de jeugd van de grote steden wel niet uit. En bo vendien zat hier een tikkel tje humor in. Dat hebben ze hier wel. Laatst trouwde een man voor de tweede keer. Toen hadden ze een erepoort gemaakt met „Al- bert heeft gered weer het wievebed," De vrouw van die boerenkar had inder daad overspel gepleegd. In de stad is overspel eerder gewoonte dan uitzondering. Maar hier wilde de jeugd haar er tussen nemen. Dat vind ik gezond. Het resul taat was trouwens dat de vrouw naar haar man te ruggekeerd is en dat ze nooit meer van elkaar zijn gegaan. Het heeft dus nog geholpen ook. Ik snap niet goed waarom ze Staphorst altijd moeten hebben. Mis schien komt het door de klederdracht. Laatst stond er in een tijdschrift een foto van een boerenwoning. Ze hadden een ladder tegen het bovenraampje gezet (nee, niet tegen dat zoge naamde vrijersraampje, maar notabene het zolder raam. Er liep een naakte vrouw over het erf. Dat was dan als aprilmop be doeld. En daarvoor gebrui ken ze nou Staphorst. Die beruchte foto van dat polio meisje in die rolstoel. Ge- truceerd, allemaal leugens. Nou, in Zeeland trouwen ze ook pas als ze weten dat ze nakomelingen krijgen." ,,Op het ogenblik heeft Staphorst een ent-percenta ge van 82. Dat is bepaald niet weinig. Amsterdam heeft ook geen honderd pro cent. Het probleem was dat de mensen de bijbelse tekst „gezonden hebben genees middelen niet van node, maar zij die ziek zijn" te letterlijk hadden opgevat. Bovendien hadden ze in hun achterhoofd, dat je van een polio-vaccin net als bij de pokken ziek werd. En wie laat nu zijn gezonde kind bewust ziek maken. Maar toen ze merkten, dat dat best meeviel, kwamen ze over de brug. Ik geloof dat iedere arts die een praktijk op het platteland heeft, hiermee te maken krijgt. Zo bijzonder is dat niet. Een eclatant voorbeeld: ze hebben altijd kinderen zon der protest levertraan laten innemen, en dat is toch ook een profylactische ingreep. En vitaminen. Juist bij de jongste epidemie zijn ze normaal opgekomen. Dit was trouwens een heel bij zondere epidemie. De toen malige inspecteur van Volksgezondheid, dr. Rem mers heeft me eens opge beld en gezegd, dat dit toch wel een heel bijzondere epi demie was. Normaal is po lio sterk verspreid. Maar in Staphorst hebben we gezin nen gehad met meer dan één geval. Ik heb zelfs ge zinnen gehad met vijf geval len en dat is allemaal goed terechtgekomen. Ik heb vier epidemieën van polio in Staphorst meegemaakt. Het aantal sterfgevallen Is altijd zeer gering geweest". Toen dokter Berghauser Pont 38 Jaar geleden in Staphorst arriveerde, wist hij niet waar hij terecht kwam. Hij werd in 1914 in Meerkerk (Zuid-Holland) geboren: de oudste van een gezin van 5. Vader was her vormd predikant. Hij ging in Utrecht studeren kwam onder de wapenen, en werd door Defensie in Assen ge stopt ais chef van de Ge neeskundige dienst. Na zijn diensttijd deed dokter Pont ervaring op via waarnemin gen. In oktober 1934 kon hij voor oen redelijke prijs een praktijk in Staphorst over nemen. HIJ trouwde, kreeg 6 kinderen, werd in 1965 weduwnaar en hertrouwde in 1967. Zijn praktijk is nu overgenomen. Hij begon zijn carrière met 1600 me rendeels „particuliere" pa tiënten. Vanwege het agra risch karakter van Stap horst waren de vele boeren kinderen niet „verplicht" verzekerd Hij verrichtte on geveer 3600 bevallingen; een kwart van het huidige Inwonersaantal. Bij zijn re ceptie bleek hem wat hij voor Staphorst had bete kend. „Er kwamen geloof ik wel 1600 mensen. Nee, ze moeten mij nieta van Staphorst zeggen. Je kunt ze hooguit conservatis me verwijten, maar dat is nu eenmaal de aard van het beestje. Ik begreep ze, omdat ik net als zij opge wekt van karakter en ge lijkmoedig ben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 11