Kees Brusse stond het
angstzweet in de handen
GROOT SCHERMER Alleen kwakende
kikkers verstoren de rust. In een bruine
schutting, naast de boerderij, gaat een
deurtje open. Een man in een blauw, ver
sleten spijkerpak. De man is Brusse. Hij
wenkt. Met zijn andere hand drukt hij een
enorm beest, bij nader inzien toch een
hond, achter zich weg. Hij zegt: "Soms
stond het angstzweet in mijn handen. Je
ging die kist in. De motor draaide. Het
moest gebeuren. Je moest met die Dakota
de lucht in. Op die momenten ervaarde
je het vak tot in je vezels. Ze zeggen:
"Ach die Brusse. Gaat weer naar Cura
cao, gaat lekker vliegen. Doet een filmpie;
af en toe een reclame. Versiert het wel".
Men heeft het mis. De man Brusse is ge
woon hard aan het werk".
De klamme hitte van een hete zomerse dag valt
loodzwaar op het achtererf van die boerderij in
Groot Schermer. De acteur gaat neer op een
stretcher. Hij doet vermoeid aan. Zegt, als wat
verderop een tuinder in een doordringend tsjoe-
kend bootje in de weilanden is verdwenen: "Ik
heb leren vliegen. Met Wim Verstappen reed ik
in de auto op en neer naar Maastricht. Tijdens
die ritten naar het vliegveld dacht ik iedere keer
"God. waar ben ik mee bezig? Zullen we er
maar mee ophouden?"
Kees Brusse kapte er niet mee. Hij zette door.
Hij kan nu vliegen. Dezer dagen vertrok hij met
de complete filmploeg van Scorpio-films naar Cu
racao. Daar wordt door het duo Wim Verstap-
pen/Pim de la Parra de film "Dakota" opgeno
men. Kees Brusse speelt de hoofdrol. In de rusti
ge omgeving van het plaatsje Groot Schermer in
de Eilandspolder vertelde Brusse voor zijn ver
trek over zijn nieuwe film en andere zaken.
"Ik speel er een kapitein in, die smokkelt. Ik
moet een Dakota vliegen. Het is de hoofdrol ja".
Doodskist
Niet bang? Eerder zou je een rol geweigerd heb
ben omdat je in een doodskist moest liggen?
Brusse: „Die Dakota is 35 jaar oud. Er vliegen
d'er nog een dikke 6000 over de hele wereld. Die
kist werd op veiligheid en all-roundheid gebouwd.
Juist daarom kochten Pim en Wim dat ding. Het
is zo, als die Dakota op 't een of ander vliegveld
landt, dan komen er van alle kanten mecaniciens
naar toe rennen. Je kent dat wel, ze zijn godsblij
dat ze weer eens zo'n ouwe theetante kunnen
aanraken. Ze zijn er verliefd op. Ze liefkozen elk
moertje en schroefje. Moet ik dan bang zijn?
God, toen ik moest leren vliegen, ja, toen kneep
ik em wel. Da's toch normaal? Wie heeft dat
niet? Je denkt nu, wat zit ie verward te kletsen,
maar wat ik wil zeggen is dit. Ik ben net als ie
der ander. Iets wat je niet kent, daar ben je bang
voor. Eerlijk ik zweette. Naast je zit echter een
piloot. Die praat rustig, die legt uit. Je denkt op
een gegeven moment... „Waarom niet?" Mmm,...
over die doodskist... door een complex van facto
ren heb ik indertijd dde rol geweigerd".
Reclame
Prachtig land
"nrTT—
Tijdens het praten blijft Brusse de rust zelve.
Emoties vertonen zich niet of nauwelijks. Een
paar maal maar komt hij overeind uit de lighou-
ding. Vertelt over de reclame waar hij zich zo nu
en dan voor leent.
„God, hoe gaat dat. De telefoon gaat. D'er belt
een kerel. Die vertelt: „Meneer Brusse als u bla,
bla, bla.. dan vangt u dat en u doet er dat voor".
Moet ik dat weigeren? Reclame hoort er bij. De
inkomsten stellen me in staat om dingen te doen,
waar ik anders nooit aan toe zou komen. Neem
die film over Noord-Holland. Steek ik een hoop
tijd in. Verdiensten? Vergeet 't maar. Je moet
daarbij ook bedenken, dat het goed betaalt. Met
al die zware rollen, die ik vanaf mijn vijftiende
speel, kom ik nog niet aan het geld, wat er met
vluchtige reclamewerkjes te verdienen is. Als ik
alles zou accepteren wat me wordt aangeboden
zou ik geruime tijd stil kunnen gaan leven."
Waar Brusse in dit reclame-verband sterk de na
druk op wil leggen Is, dat die reclame met al
deze woorden en zinnen volgens hem veel te veel
aandacht krijgt.
Stipuleert nog wel: „Ik heb vroeger wel dingen
gedaan die ik nu niet zo fijn vind. Wasmiddelen
en andere milieuvervuilende zaken". En dan met
enige stemverheffing: „Ik ben zeker niet gedach
teloos voor geld te koop. Ik leid in feite m'n le
ven niet gedachteloos".
Het wordt wat koeler. Een frisse wind verdrijft
de warmte. Geluiden van op brommers racende
knapen en joelende meisjesstemmen breken het
gesprek voor een moment. De man in het spijker
pak neemt een slok koffie en gaat door.
„Wat ik niet genoeg kan benadrukken is, dat de
mensen vaak een totaal verkeerd beeld van je
hebben. Oké, de interview-diarree is daar duide
lijk debet aan. Maak daarom alsjeblieft duidelijk
dat al die plaatjes, die de mensen zien, totaal
verkeerd zijn. Neem nu het toneel en de Neder
landse film van de laatste 40 jaar. Wat voor Ne
derlands gezin wordt daarin opgevoerd? Een ge
zin van Franse, Duitse of Engelse
makelij, maar beslist niet Neder
lands. In Amsterdam zit de cultu
rele jet set, die denkt representa
tief te zijn. Dat zijn ze beslist
niet. Het zijn vaak die mensen
met die gelukkige „Coca Cola-
lach".
Wat is dan eigenlijk Nederlands?
„Moeilijk te zeggen... Ik vind het
hier wel in Noord-Holland. Dat
oer-Hollandse leven. Een reeks fa
cetten bij elkaar vormen dat
beeld van gewone, doodgewone
mensen. Hier voel ik altijd weer.
dat onze achtergrond de kool, de
bietjes, de kaas, de aardappelen
en het gevecht om een stukkie
grond is. Daarom houd ik ook zo
van Noord-Holland. Ik maak er
een film over. Ik woon er. ik leef
er. Prachtig land, prachtige men
sen. Ze accepteren je zoals je
bent. Als inwoner van Groot-
Schermer en niet als de bekende
acteur Brusse. Zo hoort dat ook.
Als ik met mijn gezin naar Cura
cao ga, dan maak ik me zorgen.
Ik vraag me af hoe het zal gaan.
Het is allemaal niet zo zelfverze
kerd, maar wel gewoon menselijk.
Ik heb m'n ups en m'n downs, net
als ieder ander. Men zegt wel, in
het ene interview staat dat en in
het andere intérview staat weer
het tegendeel. Dat klopt ook.
Neem in de eerste plaats aan. dat
een gesprek, vaak een veel te
kort gesprek, enorm relatief is..
Wat voor stemming heeft de on
dervraagde? Met wat voor
(voor)oordelen komt de verslag
gever? Je hoort je dingen zeggen.
Je denkt, oh Jezus, zou dat wel
overkomen? Verder ie er natuur
lijk het gegeven, dat je elk jaar
groeit, evolueert. Dingen die je
vroeger een sterke waarde toe
kende, kunnen nu best uit je den
ken geschrapt zijn. Het zou niet
goed zijn als je altijd maar de
zelfde bleef".
Fout fout
De acteur met zijn troetelbeestje. Brusse, die een lange
staaf van dienst achter de rug heeft (Comedies, films,
t.v.-series) is op „sjouw" in Curacao. Verder is hij nog
bezig met zijn film over de provincie Noord-Holland.
Plannen over de distributie daarvan hebben nog slechts
vage vorm aangenomen. Brusse en zijn teamgenoot
Peter Gerritse denken zelfs aan een rondreizend film
circus.
Schakelt onverwachts weer over
naar de film, die hij met Panora
ma-journalist Peter L. Gerritse
over Noord-Holland aan het ma
ken is.
Onthult: „Je moet nooit een film
over je eigen vrouw maken. Fout,
fout. Je wilt alles in zo'n film
hebben. Alles. Selecteren wordt
een moeilijke zaak. Noord-Holland
is een vrouw, waar ik veel van
houd. Dat wordt dus een levensgevaarlijke zaak.
Daarnaast maak ik het me met die provincie
enorm moeilijk. Het is geen mens. Noord-Holland
bestaat uit duizenden facetten, noem ze kleuren.
Ik moet daar een extract van maken. Geen cliché
matig extract, brr nee, de molens, de Westfriese
zeedijk, de klompen. Op dat platgetreden pad
moet en kan ik mij niet begeven.
Het frusterende is nu, dat ik al 8 k 9 uur film
heb. En nog zie ik zo'n bende dingen, waarbij ik
steeds tegen een cameraman zou willen zeggen:
Hé joh, neem dat even snel op.
Kijk es, een documentaire over Afrika maken is
zo gepiept. Ten eerste ken je dat land niet. Ten
tweede zullen ze die documentaire daar nooit
zien. Makkelijker kan niet".
Geen smoes om je film nu al te verontschuldi
gen
„Bepaald niet".
„Ik verwacht veel vragen en veel kritiek. Zo ln
de trant van „Verdorie waarom zit dat er niet
in? En waarom zit dat er niet in?" Juist in dat
geval heeft die film een functie.
Die film moet niet rustig bekeken worden en dan
maar in het laatje „voor gezien" worden gestopt.
Ik leg het uit.
In Noord-Holland leven honderdduizenden men
sen. Dat zijn wel honderdduizenden meningen.
Eén daarvan geef ik. Ik geef mijn mening in een
film over de provincie. Aa- de hand dca-'rn
kunnen ze vaststellen of die vrouw die ik c-eëerde
Kees Brusse in zijn nieuwe rol: piloot- Het zweet stond tijdens het lessen in zijn handen. Allengs werd dat eChter
juist was. Als ze zeggen, dat en dat ontbrak er
aan, dan heb ik een beeld gevormd, waaraan
wellicht delen ontbreken. Zij vullen die in, maar
dat is voor hun rekening... Komt 't een beetje
over? 't Lijkt gezwets, maar 't is 't niet. Zet er
bij, dat ik met die 1,5 ton subsidie van de provin
cie er niet uitkom. Als je nagaat dat een film van
zo'n één tot anderhalf uur tegenwoordig al zo'n 6
tot 7 ton kost. Nu ben ik een van die ouderwetse
mensen, die een afspraak nakomt. Ik heb gezegd
tegen de provincie dat de film voor dat bedrag te
maken was. Dan maak ik hem ook."'
keer het schone „De Optimisten" moet spelen. De
leden van het korps 'de Schermer fanfare) worden
wat ongedurig, maar telkens is daar do koele
Brusse, die de mensen aan de gang houdt.
Rustig
Regen
We gaan even terug In de tijd, naar een zaterdag
in het groen rond Sint Maarten, een vlekje in de
Kop van Noord-Holland. Het water komt met
bakken uit de lucht. Honderd meter verder de
groene Westfriese Zeedijk. Stilte alom. Een fanfa-
tc. Stippen in de regen op een hoge dijk. Bijna
onhoorbare muziek, een bijna „gat-van Neder-
land-ochtige" scène. Het zijn opnamen voor de
film van Brusse. Geconcentreerd maar vooral on
aantastbaar rustig Instrueert hij zijn cameralie-
den en mede-filmmaker Peter Gerritse... Deze
legt later in zijn doornatte plunje uit: „Kijk eens
hier. Deze regen werd niet verwacht. Als filmer
moet Je switchen. Dat kan Brusse. Dat is zijn
kracht."
Die kracht blijkt later nog een keer als de fanfa
re bij de r.ines van een oude boerderij een paar
Over die onaantastbaarheid zegt Brusse later
zelf: „Dat moet zo wel. Als je rust en concentra
tie uitstraalt, dan slaat dat over op je medewer
kers, de spelers. Dat wil niet zeggen, dat het van
binnen zo rustig is. Zeker niet. Je wikt, je denkt
na, je neemt snelle beslissingen. Dat is het vak.
Die regen toen, dat was een onverwacht gegeven.
Als je daar niet mee weet te werken, dan ben je
verloren".
De film is zeker het volgend voorjaar klaar. Bin
nenkort gaat Brusse aan het eerste "snijwerk"
beginnen. Het is zeker, dat de Noord-Holland-film
op de tv wordt gebracht. Met zijn nog steeds niet
weggehaalde snor uit zijn jongste film VD zegt
hij: „Ondanks al die activiteiten leef ik hier rus
tig in een dorp. Ik timmer niet aan de weg en wil
dat persé ook niet. Ik wil beslist niet de dorpsfi
guur spelen.
Ik ben geen boer. Ik ben geen landarbeider. Toch
dacht ik, dat ik ondanks mijn werk hier gewoon
als inwoner ben geaccepteerd.
Dat is juist de kern van de zaak. Daarmee ben je
een doodgewoon individu. Ik zou ook niet anders
willen zijn. Doodgewone mensen worden door hun
anonimiteit beschermd. Juist dan ben je tot veel
in staat."
ANDRE NABER