KORPORAAL
JOOP,
doet weer een
gooi met militaire
meestamper
WOENSDAG 27 JUNI 1973
LEIDSE COURANT
PAGINA 9
Hij davert als vanouds
door het Amsterdamse
stadsbeeld: Joop de
Knegt, 110 goeddoorregen
kilo's jeugdsentiment in
normale doen, 112 na het
nuttigen van enkele koe
le pilsen. „Het kan ook
aan de windrichting lig
gen", oppert hij blijmoe
dig, „ik heb namelijk
gemerkt, dat ik op be
paalde dagen ineens
zwaarder ben. Mijn zoon
van negentien heeft het
zelfde overdreven pos
tuur. Een mannetje van
gewicht zogezegd. Toen
hij laatst uit Amerika te
rugkwam zag ik hem
door de aankomsthal
Schiphol banjeren
een Texaans leger-
hemd aan. Ik wist niet,
t ik zag.
de Tros wilde met alle
geweld, dat ik als mili-
hun programma
Op losse groeven zou
verschijnen. Maar in
heel Nederland was geen
uniform in mijn maat te
krijgen. Ze hebben stad
en 1 and afgebeld, alles
geprobeerd maar van
geen enkele broek kreeg
ik de knopen dicht. Toen
heb ik dat jack van mijn
zoon maar aangescho
ten. Het moet een aan
grijpend gezicht geweest
zijn. hebben ze later
verteld. Ik werd daar
onzichtbaar gepresen
teerd als de onbekende
mister X. Toen ik ten
slotte uit dat hok kwam.
riep de hele zaal „mis
ter DIKS". Zulke humo
ristische gezegdes schijn
je niet te kunnen ontlo
pen, als je eenmaal in
de buikmaten verzeild
bent geraakt".
Hij is op een Amstel-
veens terras neergestre-
om zijn verrassende
come-back als zanger
i het gevoelige solda
tenlied nader toe te lich
ten. In 1957 verblijdde
hij het Nederlandse volk
voor het laatst met de
militaire meestamper
k sta op wacht", die
recordtijd een ver
koop van 180.000 platen
scoorde. „Vrijdags werd
gebeld door Stan
Haag, die riep: „Joop,
ik heb nou een krimme-
neel nummer, dat op je
lijf geschreven is. Dit
wordt gegarandeerd de
kraker van het jaar".
Door de telefoon zong
hij het lied voor en het
enige, wat ik toen dacht
was: „mot dat nou?". Ik
al jaren niks meer
me laten horen, ik
was allang in het moe-
teruggezonken. En
terecht vond ik.
Toch hebben we het
nummer de volgende
dag opgenomen met een
bijeengescharreld koor
van luchtmachtjon-
gens uit Hilversum. Po-
lydor was namelijk ook
bezig met dat lied. maar
het ongeluk bij die
maatschappij was. dat
de plaatjes helemaal in
Duitsland geperst moes
ten worden. Phonogram
had mijn versie al
's maandags op de markt
en toen kon Polydor ge
lijk inpakken. Ze hebben
nog briefjes naar alle
Nederlandse platenhan-
delaren gestuurd met de
boodschap, dat zij de
originele uitvoering had-
"Op school v/as ik altijd de prins in Sneeuwwit;
Troubadour van High
noon en Ik sta op
wacht nam nieuw
soldatenlied op
den. Phonogram heeft
daar gelijk een kattebel
letje overheen gestuurd
en gezegd, dat zij de
beste uitvoering hadden.
De arme jongen, die
voor Polydor Ik sta op
wacht" op de plaat had
gezet, kan me nog
steeds niet luchten of
zien. Harry Brandei heet
ie. Je hoort nooit meer
wat van dit knaap.
Maar als ik hem morgen
tegen kom, draait hij
wel mooi zijn kop om.
Na zevehtien jaar. Ik
vind dat schitterend.
Geen herhcilrng
„Ik sta op wacht" heeft
het een paar jaar goed
gedaan en nog steeds
krijg ik van de Buma
afrekeningen. Geen be
dragen, waar je van
wakker ligt, maar 'k
kan er met mijn vrouw
toch een paar keer leuk
buiten de deur van gaan
eten. Altijd meegeno
men, nietwaar.
Ik zag alleen die herha
ling niet zo zitten, toen
Ad van der Gein tegen
me zei: „Ik heb een ge
weldig soldaten lied voor
je. Als we dat een beetje
dim pluggen, sta je
„Jongen,
houd toch alsjeblieft op.
Ik wil je nou echt wijzer
weten. Ik ben ondertus
sen een dik welvaarts
kind van 42 geworden en
het vaderland zit echt
niet meer om me te
springen.
Als je twee keer
aan de top hebt gestaan,
lukt het de derde keer
nooit. Het genre solda
tenliederen is trouwens
uit. Dat is een periode,
die overgaat zoals het
Jordaanrepertoire en de
jodelrage. Olga Lowina
mag nog beste een keer
uit d'r kolossale midden
rif voor wat Oostenrijkse
oprispingen zorgen.
Maar een rage wordt
het nooit meer. Dat is
geweest en dat moet je
maar snel vergeten.
Nu moet ik wel toege
ven, dat het nummer
van Ad van der Gein
veel speelser is dan
mijn ouwe „Ik sta op
wacht". Dat werd in
1957 ook prompt door de
Vara verboden, omdat
het te moffisch klonk.
Een recensent schreet:
„Als je naar die plaat
luistert, lijkt het wel, of
Hitiers hordes weer bin
nenmarcheren". Hij had
misschien gelijk, maar
toch tikte het plaatje als
een waanzinnige aan. Ik
kon weer helemaal van
voren af aan beginnen
met tournees door het
land en pendelen van de
ene rokerige feestzaal
naar de andere. „Joop is
weer helemaal terug, zei
den de collega's, „die
zingt weer voor een
paar honderd gulden één
liedje en smeert hem
weer naar de volgende
buitenplaats".
NiemandttHetje
Kijk, dat succes zie Ik
er deze keer niet meer
in zitten. Het is gewoon
een geintje. Een nieman-
dailetje, meer is het
echt niet. Ik heb wel wat
in de tekst veranderd.
Ze wilden, dat ik in het
refrein op een gegeven
moment zong: „Voor ko
ningin en vaderland", tk
zei: „Beste, brave jon
gens, dat kriig ik miin
strot niet uit". We heb
ben er toen „in het
groen, groen knollen
land" van gemaakt. Dat
klopte ritmisch uitste
kend en klonk in elk ge
val een stuk gezelliger.
Maar beschouw mijn
nieuwe plaatje „In het
leger" alsjeblieft niet als
de her-ontdekking van
Joop de Knegt. Doe me
een lol. Houd het maar
op een grap. Joop is
weer even op de toer.
Het is net hetzelfde als
met de vertegenwoordi
ger van Heineken. Als je
zoveel jaar bier hebt
verkocht, krijg je van
zelf weer zin om zelf een
kroeg te beginnen".
Joops uitleg lijkt alles
zins redelijk, maar het
is toch raadzaam om de
verdere gang van zaken
kritisch te volgen. Zijn
massieve gestalte is in
de laatste dagen al vele
malen gesignaleerd in
Hilversumse studio's en
regelmatig valt zijn
handwarme stem weer
door de ether te beluiste-
ploot|e moot |e als
Met het Amerikcanse legerhemd van zijn corpulente zoon aan heeft theater-agent Joop de Knegt op
nieuw een gooi gedaan naar de hit-parade met "In het leger"- "Een geintje", stelt hij gerust.
Bij de welzijnszorg ben
ik er ook uitgegooid, om
dat ik op een avond niet
op tijd was voor een mi
litair avondje in de
Haagse Dierentuin. Ser
geant Vader zei, dat ik
er op moest treden en ik
had geroepen: „Dat kan
onmogelijk sergeant,
want ik heb op die
avond al twee schnab
bels". Gelijk zette hij
me in de houding cn
riep ie: „Dit is een
dienstbevel korporaal.
Herhaal mijn woorden:
ik ben vrijdagavond in
de Haagse Dierentuin
om High Noon te zin
gen". „Begrepen", zei
ik, „ik ben vrijdagavond
in de Huug.se Dierentuin
om High Noon to zin
gen".
Nou was er nog niks ge
beurd, als we in Bussum
niet een klapband hud-
den gekregen. Het optre
den in Arnhem was
vlekkeloos verlopen,
maar door die plofbnnd
kwamen we bij de Die
rentuin nog net op tijd
om de bezoekers uit de
zaal te zien stromen. Ik
ben het toneel opge
stormd en zag in die
lege zaal alleen sergeant
Vader, die schuimbek
kend riep: „Dit gaat je
de kop kosten De
Knegt". Hij sleepte me
voor de krijgsruud cn
daar heeft een geschikte
luitenant me vrij gekre
gen door te zeggen, dat
in de dienstopdracht ner
gens gesproken werd
over het uur, waarop ik
in die Dierentuin ver
wacht werd. De audi
teur-militair heeft na af
loop van de zitting een
foto met handtekening
van me gekregen.
Later hebben ze nog ge
probeerd om me tot ser
geant te bevorderen,
want dan moest ik drie
maanden langer dienen.
Ik heb die ramp gelukkig
kunnen voorkomen, want
ik had voor die periode
al een tournee met de
Bonte Dinsdagavond-
trein afgesloten".
Knecht
Na zijn diensttijd werd
korporaal Joop (toen
nog zestig kilo schoon
aan de haak) als theater-
ni'enl do knecht van
vele meesters, die door
zijn bemiddeling zwaar
verdienen aan de lichte
muze. Zijn theuterbu-
rcau „High Noon" ver
zorgt nu in geheel Ne-
derlund beschaafd amu
sement togen redelijke
prijzen. Doorgaans staat
agent Joop tijdens de
voorstellingen tussen de
coulissen op wacht en
wordt hij tijdens de fina
le voor het voetlicht ge
haald om na enig aan
dringen „High noon" en
„Ik sta op wacht" te
zingen.
Dat repertoire is nu dus
uitgebreid met „In het
leger".
„Een geintje", blijft
Joop volhouden, „ik ben
echt te oud om nog de
vedette uit te hangen".
Toch: zolang het Neder
landse volk met zijn ver
maarde fijne smaak de
dienst uitmaakt, ben je
nooit zeker van zulke be
loftes.
ren. Het zit er derhalve
dik in, dat „In het le
ger" toch weer dezelfde
kant uitgaat als „High
noon" en „Ik sta op
wacht". De pijn met
Joop is namelijk, dat
zijn hele carrière rust
op de wrakke pijlers
van een „geintje". Toen
hij in 1952 „High noon"
tot een nationale kraker
opstuwde, was hij bij de
luchtmacht korporaal
van een bewakingsdeta-
cheraent. Vóór die tijd
had hij uitsluitend ge
schitterd als jongensso
praan op een openbare
school in de hoofdstad.
„Als de jongens gymnas
tiekles kregen, zei de
meester altijd: „Jopie
ga jij maar naar de
zangles van de meisjes"-
„Ik was ook altijd de
Prins in het zangspel
van Sneeuwwitje. Ge
woon, omdat ik 'n zuiver
engelenstemmetje bezat.
Waarschijnlijk is daar
ook mijn omvang aan te
danken geweest. Ik heb
nooit lichaamsbeweging
gehad. Ik moest altijd
met de meiden meezin
gen.
Ze hadden me bij dat
bewakingsdetachement
gedouwd, omdat ik een
lengte heb van één vier
en tachtig. Ik ben het te
gendeel van een dienst
klopper, maar op de
keuring pikten ze er ge
woon de bomen van ke
rels uit.
Ik kreeg eerst een halve
politieopleiding en werd
daarna de straat opge
stuurd om te controle
ren, of de soldaten wel
alle knopen van hun uni
form dicht hadden ge
daan. Wij werden in
dienst beschouwd als de
afknijpers, de rotzakken,
die je een vrij weekend
door de neus boorden.
Als je dat nou weet, be
grijp Je ook meteen, dat
het helemaal mis liep,
toen ik voor de gein
„High noon" had gezon
gen in een radiopro
gramma van Ger de
Roos. Ik kende Toby
Rix, ik had bij hem
thuis als knaap wel eens
met een gitaar zitten
klungelen. En op een ge
geven moment krijgt ie
me zover, dat ik de gro
te tophit van Frankie
Lane zing. Die radiomi
crofoon trilde in mijn
hand. ik bakte er niks
van. Maar na afloop van
de uitzending stond in de
KRO-studio de telefoon
wel roodgloeiend: „Waar
ze die plaat van „High
noon" konden krijgen?
De omroeper had name
lijk gezegd: „U denkt
misschien, dat Frankie
Lane dit lied zong. maar
dan heeft u het goed
mis. Deze keer werd
High noon gezongen door
een Nederlandse korpo
raal.
Door die ene uitzending
was ik opeens de „be
kende zanger Joop de
Knegt" geworden. Ik lag
in die tijd in Den Helder
en rende na mijn dienst
tijd dag in dag uit naar
het station om de trein
van zes uur te halen.
Dan kon ik nog net op
tijd in een fecstzaaltje
zijn om dat ene lied te
zingen. Meer kende ik er
trouwens niet. Ik ver
diende er wel honderd
gulden per optreden
mee. En dut terwijl ik
als korporaal één vijf en
twintig per dag kreeg.
Op een gegeven moment
zei mijn kapitein, dat er
nog drie maanden soldij
op me lag te wachten.
Dat had ik vergeten af
te halen. We zijn toen
van dat bedragje met
wat vrienden een feeste
lijke avond gaan stappen
in Scheveningen.
Handtekening
Bij dat bewakingsdeta
chement ben ik uiteinde
lijk weggetrapt, omdat
ik niet te hundhaven
was. Soldaten, die ik
moest berispen voor een
knoop, die niet vast zat
riepen: „Ha die Joop"
en vroegen een foto met
handtekening.
Ik werd gedegradeerd
tot soldaat en de volgen
de dag gepromoveerd tot
korporaal van de wel-
sdoxrt
zijnszorg in Den Haag.
Een gouden tijd, neem
dat muur van me aan.
Ik had als baas een ka
pitein, die de hele dug
aun de telefoon hing om
contractjcs voor me af
te sluiten. Ik zong met
de luchtmuchtkapcl en
trad met Willy Vcrvnort
en de Ramblers op voor
de slachtoffers vun de
watersnoodramp.
En als ik niet schnabbel
de. trok ik mijn burger
pak aan cn ging ik in
Scheveningen op het
strand liggen bakken. Ik
was wel zo slim om er
niet in uniform heen te
gaan. want de mare
chaussee patrouilleerde
er voortdurend. En als
zc een bundeltje leger
kleren zagen liggen, ble
ven ze er net zo lang bij
staan, totdat de eigenaar
uit zee terugkwam. Ik
had dat zelf ook gedaan
als korporaal van het
bewakingsdetache
ment. Ik kende die stre
ken.