HANS MATLA '73 wordt 't jaar van de strips Het getekende verhaal is nu wel volwassen geworden „Ons volk moet er maar aan wennen, dat de strip cultureel bezit is" Met rubbervlot in 8 maanden over oceaan PONDERDAG 17 MEI 1973 LEIDSE COURANT PAGINA 7 Als de tekeningen ons niet be driegen (en waarom zouden ze?), zal 1973 de geschiedenis in gaan als het jaar van de strips. Het geschreven woord en de let- terboeken, hoe goed bedoeld ook, hebben afgedaan en zullen nog slechts als aanvullend consumen tenartikel dienen. Mensen met een boodschap zullen er echt re kening mee moeten houden, dat ze alleen nog door middel van teksten in ballons of via summie re onderschcriften bij plaatjes met elkaar zullen kunnen conver seren. De kenners zijn er heilig van overtuigd: Het is vanaf he den een kwestie van strippen of sneven geworden. Op 19 mei wordt in' Den Haag dee erste manifes tatie „STRIP '73" ge houden, waar 15 illustra toren en tientallen ver zamelaars de degens zullen kruisen over be langwekkende onderwer pen als „Is Kuifje de ko mende verlosser?" en „Is er dankzij Suske en Wiske nog redding voor deze gammele wereld?". Het Nederlands Strip- scchap (een bloeiend bondgenootschap met ruim 500 leden) rekent die dag op zijn fanatieke achterban en hoopt te gen de 200 deelnemers te verwelkomen. Wanneer er aldus teke ning in de strijd is geko men, wordt op 1 septem ber de volgende stap naar de eindoverwinning gezet. Dan wordt het ge hele Nederlandse volk gemobiliseerd en zullen via radio en televisie het rijpingsproces van de stripfiguren worden doorgegeven. Enkele we ken later is het alweer hens aan dek voor de toorgewinterde strip pers, die dan in Venetië scheep zullen gaan voor tien-daagse cruise door de Middellandse Zee, die geheel in de te kening zal staan van Tom Poes, Ollie B. Bom mel, Panda, kapitein Rob, Asterix en alle an dere penvrienden, die het leven van honderd duizenden stervelingen dragelijk maken. Voor deze eerstestrip-cruise ter wereld zijn alle teke naars van bekende se ries uitgenodigd. Niet voor kleuters „De strip moet nu einde lijk maar eens uit die verdomhoek komen", deelt de 23-jarige Hans Matla desgewenst mede, „Het moet definitief uit zijn met de fabel, dat strips alleen voor kinde ren zijn. Als je Donald Duck in een dokterska mer legt, wordt er wel het eerst naar gegrepen. Ook door de oudere mannen en vrouwen. En de Elsevier en de Haagse Post en de Groe ne Amsterdammer blij ven op tafel liggen. In de tijd van Bulletje en Bonestaak ging de vlie ger misschien nog op, maar de strip is onder tussen al lang volwassen geworden. Je kunt toch moeilijk volhouden, dat Tom Poes een serie voor kleuters is. Dat was hij wel in het begin. Toen was hij nog een slim rakkertje sec. Maar nu is hij een poes met ver stand en understatement geworden. Marten Toon der heeft trouwens het accent steeds meer ge legd op Heer Bommel- Het kind Tom Poes heeft zijn volmachten langza merhand overgedragen aan de vader Ollie B. En je moet -echt van heel goeden huize komen om die twee nog haar scherp te kunnen volgen. Nee echt, ons volk zal er aan moeten wennen, dat de strip een cultureel bezit is". Stripwinkel Hans Matla ontvangt zijn gasten bij voorkeur >n het vermolmde pand je aan de Haagse Frede- rikstraat, waar hij ge heel ontspannen zijn stripwinkel „PANDA" drijft. Aanvankelijk was hij werkzaam als boek houder („omdat Ik in dat vak op school het minst slecht was. Maar dat muurvaste dienstver band zag ik op den duur toch niet meer helemaal zitten"); nu is hij sinds vorig jaar zelfstandig ondernemer, die tussen twaalf en zes handel drijft en naar eigen goeddunken zijn winkel deur gesloten houdt. „Een prima regeling", geeft hij tussentijds door. De naam Panda heeft zijn vrouw Fanny inder tijd bijgedragen, maar Matla ziet die vlag bo ven zijn broodwinning de laatste tijd niet meer zo fier wapperen. „Panda vind ik namelijk een ontzettend knullige se rie", legt» hij glimla chend uit, „ik zou liever een "figuur uit Suske en Wiske nemen. Mijn zaak bijvoorbeeld „De lachen de wolf" noemen. Maar zo'n naamsverandering lukt alleen als je de pers bijeen roept en gul met de glazen sherry en de zoutjes rondgaat. Dan ben ik gelijk mijn winst van een hele maand kwijt. Ik vind het inter- resant om je nu eens een helder inzicht te ge ven in de problemen vaa een kleine zelfstandige. Suske en Wiske is sinds mensenheugenis mijn fa voriete serie geweest. Ik was misschien zeven, toen ik al mijn zakgeld opofferde voor een al- bumpje van Suske en Wiske. Dat is een afwij king, die sommige ver zamelaars hard treft. Een herdruk zegt me geen fluit, daar doe ik niet eens moeite voor. Maar een eerste drukje, man, daar blijf ik achter aan lopen. Daar word ik helemaal gek van. Op vijf afleveringen na-heb ik nu alle eerste drukken van Suske en Wiske. Dat zijn 211 titels, de dubbe le niet meegeteld. Ik heb alle ongekleurde Suske en Wiske's in mijn strip verzameling en daar is deze jongen trots op. Deze jongen weet name lijk, dat niemand hem dit kan nazeggen. Ik heb hier ook de voor loper van de serie, die Rikkie en en Wiske heet. Ik geef eerlijk toe, dat het kaftje niet origineel is, maar de rest is punt gaaf bewaard gebleven uit 1946. Eerst verzamelaar Als er nou morgen ie mand in mijn winkeltje komt, die 200 gulden voor dat boekje biedt, dan krijgt hij het niet mee. Het staat hier twee jaar en het staat hier goed. Dat is het vervelende, als je een handeltje be gint in zaken, die je zelf verwoed verzamelt. Ik durf best te bekennen: op de eerste negen plaatsen ben ik verza melaar, wil ik zelf heb ben, zelf bezitten. En pas op de tiende plaats ben ik handelaar en koopman. Zo'n combina tie kan op een gegeven moment problemen ople- Ik weet nou exact, wat je wilt zeggen. Ik zie het duidelijk aan je smoel. Je denkt dat je tegen over een maffe jongen met een tic zit. En nou Striphandélaar Hans Matla (23) wenst voor zijn officiële stal'ie-portret te poseren met kapitein Had dock, een introverte pikbroek wit de Kuifjes-albums. Ais de fotograaf voorstelt, dat Haddock schouders meeleest 5n het werkje, dat Matla in de hand heeft, zegt de-boetiek-eigenaar: "dat lukt toch niet. Haddock is rvie* geïnteresseerd in Suske en Wiske. Die kunnen helemaal mesjokken worden van sigarenbandjes of luci ferdoosjes of God weet wat. Vrouwen hebben dat niet. Die hebben andere begeerten. Babykleertjes maken' of broekjes breien. Die kant uit. Ik heb het geluk, dat ik een vrouw heb getroffen, die niet de pest heeft aan de hobby van haar Ze ziet het mis schien ook niet helemaal zitten, maar ze ver draagt het. Dat is een ongelooflijk winstpunt. Als ik voor een beduimeld boekje 190 piek neertel, zal zij niet roepen: „daar had den we een mooie twee dehands ijskast kunnen kopen". Vergis je niet: kunnen een afschuwelij ke rem zijn in het leven van een' echte stripper. Ik krijg ze hier in de winkel, mensen, die he lemaal bezeten zijn van Asterix, maar niet dur ven te kopen, omdat ze het thuis niet kunnen verantwoorden tegenover Truus. Stakkerds zijn het. kunt het zo'n vrouw ook niet uitleg gen, want een stripver zameling heeft alleen maar liefhebberswaarde. Een boekje, waar ik graag 200 gulden voor betaal is in de ogen van mijn buurman misschien geen stuiver waard. Soms denk ik trouwens zelf: waar ben ik nou ei genlijk mee bezig? Je stroopt het hele land af om ontbrekende exem plaren voor je verzame ling op de kop te Ukken. Maar aan het lezen zelf kom je nauwelijks meer toe. Óp die manier blijf je wel een mafketel". Voor het Haagse festival 'Strip '73" op 19 mei heeft tekenaar Theo van den Boogi heidsstrip gemaakt. Hij liet zich hierover inspireren door de onduidelijke successen v held Barend Servet, lie de komende bijeenkomst alvast op ongemeen losse schroeven zet. je dat toch denkt, zal ik je een eerlijke bekente nis doen: „je hebt ge lijk. Ik ben die maffe jongen met een tic. Ik wordt mijn hele leven al achtervolgd door een to meloze bewaardrift. Ik kan niks loslaten. Vast houden. Zolang mogelijk vasthouden. "Dat wil Ik. Ik ben op een gegeven moment begonnen met het verzamelen van Beatle-eipees. Ik vond die jongens het einde. Ik heb nou 59 elpees en ik ga er mee door. Hetzelfde met mijn post zegels. Ik ben ze gaan verzamelen, omdat het me een leuke hobby leek. Dat denk ik allang niet meer, maar die 10.000 zegeltjes doe ik toch niet weg. Je denkt natuurlijk wel eens in eenzwak moment: „wat moet ik ermee?", maar een tiep als ik doet moeilijk afstand. En die 10.000 zegeltjes liggen daar goed in mijn ka mer. Verzamelen is eigenlijk een krankzinnige bezig- hedi. Je zit avonden te kijken en te vergelijken. Je wilt steeds meer en je bent nooit tevreden. Ik herinner me nog, dat ik een schrift met knip sels van de „U-straal" op het spoor was. Dat is de voorloper van „Blake and Mortimer". Er is nooit een gedrukt album van uitgekomen. Ik heb er 225 gulden voor neergeteld, een fi nanciële dreun van je welste, maar je had het er toch voor over, omdat je wist: „niemand an ders dan ik heeft die U- straal". Daar gaat het om. Heb ben en als het kan al leen hebben. Strips ver zamelen is ook typisch een mannelijke bezig heid. Bij het hele Strip- schap bestaat misschien hooguit 5 procent van de leden uit vrouwen, waar om is dal? Omdat alleen mannen die vreemde drift kennen. Tweede hands Matla heeft zijn strip boetiek in dezelfde be perkte ruimte, waar zijn moeder tientallen jaren een winkel in gebruikte goederen heeft gehad. „Het was eerst een bij verdienste van haar, maar op den duur liep het als een trein. Moe der verkocht alles, wat los en vast zat. Gedra gen beha's bijvoorbeeld, dat was een gouden arti kel in haar collectie. Ze had altijd wel een vrien din, die er in paste. Een corsetten, daar zat ook brood in. Als kind vond ik het altijd een geheim zinnige, opwindende han del. Al die afgetrapte schoenen en sokken, waar de kopers de eer lijke zweetlucht van de vorige gebruikers bij kregen. Ik ben aanvankelijk met mijn stripboekje in een hoekje van haar zaak begonnen en van daaruit heb ik langzamerhand de hele winkel gean nexeerd. Mijn handel groeide en moeder werd Matla's stripboetiek heeft in zijn korte be- inmiddels een soli de, landelijke faam ver kregen. De eigenaar zelf schrijft dit aan de fanatieke inzet, waarmee hij zijn den op peil houdt. „Ik rijd in mijn autootje het hele land door. Stroop België af en vraag altijd een redelijke prijs. Ik krijg hier klanten van drie tot tachtig jaar, zonder uitzonde ring zijn ze bevangen van het heilige vuur. Een jongen van drie komt hier met een kwar- je in zijn hand en die mag uitzoeken in de doos achter mijn kassa. Maar een uur later heb je jonkheer Strik van Linschoten bij je, die al les weet van koning Hol lewijn. Die geeft dan tachtig gulden voor een boekje, dat hij nog niet heeft. Bloedlink Het is een zalige handel, die je nooit loslaat. Een jaar of wat geleden lag ik met een gebroken been in het ziekenhuis Zuidwal en al die maan den heb Ik geleefd op de stripboeken, die de be zoekers voor me meena men. En denk niet, dat ik ze uitleende aan de andere patiënten op de zaal. Want als je dat zegt, ken Je de verzame laar niet. Ik ben bloed link op mijn bezittingen en Je moet al een hele goeie vriend zijn, wan neer Je er met je poten aan mag komen. Ik vind dat redelijk, want dingen, waar je zo veel moeite voor hebt ge daan en zoveel geld aan hebt gespendeerd, houd je voor jezelf. Een tafel of een stoel is wat an ders. Die kan vervangen worden door een nieuwe. Maar een eerste druk van Suske en Wiske krijg je nooit meer te rug, als ie bij je beste vriend zoekt raakt. Als je dan iemand hoort beweren: „Strips zijn al leen voor kinderen" denk ik alleen: „hij moest eens weten". Ik weet het zelf niet Leo Thurlng foto: Milan Konvalinka. (Van een onzer verslaggevers) Kalmthout Men zou het een onweerstaanbare ®Ttm§ kunnen noemen die Alfons Oerlemans en Omcr Vercau- teren uit het Belgische plaatsje Kalmthout bezielt om over een week met een rubbervlot de Atlantische Oceaan over te steken. Mogelijk beeft de "landing" plaats in Barbados maur het zou ook wel Trinidad kun nen zijn. Absolute zekerheid heb je nooit als je over een afstand van 6500 kilometer op een roos mikt, zegt de 35-jarige mechanicien Alfons. De enige zekerheid in het Atlantisch avontuur van de twee Bejgen Is dat zij eind deze week aan boord van een Belglscb schip stap pen. Ter hoogte van de Canarische eilanden zuilen zij in de golfstroom worden losgelaten. Het speciaal ontworpen rubbervlot werd in het Overijs selse stadje Zwartsluis vervaardigd. Het ovale scheepje van 4 meter bij 3,50 meter weegt slechts 250 kilogram en heeft als veilig laadvermogen 1000 kg. De Belgische marine stelde voedselvoorraden (overlevingsrantsoenen) en geneesmiddelenpakketton ter beschikking. Behalve na vigatiemiddelen nemen Fons Oerlemans en Omer Vcr- cauteren een noodzender mee wuarvun de antenne met ballon kan worden opgelaten. Op het vlot kan ook i mast bevestigd worden en een zeiltje gehesen om bij gunstige wind sneller te kunnen varen dan de stroomsnelheid. „Ik wil tijdens mijn reis ook waarnemingen doen met betrekking tot de oceaanvervuiling. Ik za| olieconcen traties in kaart brengen en al mijn ervaringen in een boek publiceren". Voorts heeft hij plannen voor een foto- en filmreportage. De meegenomen levensmiddelen, beschikbaar gesteld door de Belgische marine zuilen Fons Oerlemans en zijn reisgezel Omer Vercautcren, slechts in uiterste noodzaak aanspreken, omdat het tweetal in leven wil blijven met de produkten die de Oceaan levert. Fons Oerlemans neemt een harpocngewcer mee om kleine vissen te kunnen schieten. Hij houdt er ook reke ning mee dat hij In de Caribische zee met het harpoen geweer een al te opdringerige haai op afstand zal moe ten houden. Fons Oerlemans heeft ook een schepnetje bij zich om plankton te kunnen opvissen. Volgens de avontuurlijke mecanicien uit Kalmthout ls zijn voorgenomen tocht niet gevaarlijker dan een auto rit van Amsterdam naar Parijs. Hij heeft zich al lang zeer grondig op het experiment naar de Caribische zee voorbereid. De sextant heeft voor hem geen geheimen De zeekaarten en de zeevaartkundige we/ken kent hij op zijn duimpje. Mevrouw Oerlemans die echt gelooft in de mogelijkhe den van haar man. zal per vliegtuig naar Barbados vliegen om haar echtgenoot te verwelkomen als hij daar over acht maanden arriveert. ZIJ ziet evenals haar man. als een van de belangrijkste taken van de tocht, het duidelijk demonstreren van de verbondenheid der mensheid. Een verbondenheid die niet verstoord kan worden door brede en diepe Oceanen. Oerlemans kreeg van de Verenigde Naties dan ook toestemming op zijn rubbervlot de blauwe vlag van de wereldorganisatie te voeren. Fons Oeriemai

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 7