SOCIAAL CONFLICT:
STRIJD ZONDER VERLIEZERS
Zwijgplicht in VS zonder
grondwettelijke basis
DONDERDAG 10 MEI 1973
LEIDSE COURANT
PAGINA 7
Beide partijen liepen zware averij op
het bedrijfsleven. Ook toen besloten werd tot werkhervatting draaiden vele bedrijven nog
daar kunnen horen, dat de bonden hun leden een volgende keer niet zo gemakkelijk meer tot acties zullen kunnen over-
DEN HAAG „Ik zou echt
niet durven zeggen, hoeveel
bedrijfsschade er is ontstaan
door de acties van de Indu
striebonden tijdens het re
cente sociale conflict. Maar
het loopt in de tientallen
miljoenen guldens en de
schade duurt nog steeds
voort. Als besloten wordt
i VUUI l. n:a ucauicn ui wi
I tot werkhervatting draaien aan
striebonden zeker niet de verlie
zers noemen van de harde
strijd. „Zij hebben in elk geval
bereikt, dat er een nationale stu
die komt over het vraagstuk van
de inkomensverdeling en tevens
dat tiet mechanisme van de
prijscompensatie op zijn bruik
baarheid zal worden bekeken".
Het kardinale punt voor de In
dustriebonden werd uiteindelijk
de eis, dat de prijscompensatie
zou worden
de bedrijven immers niet
meteen als vanouds. Ik
weet van ondernemingen,
waar men de eerste dagen
niet eens wist wat men
gebonden vanuit de stelling, dat
het mechanisme voor de com
pensatie (evenveel procenten
loonstijging als de prijzen pro
centueel zijn gestegen) ten nade
le van de laagstbetaalden
moest gaan doen. De gang ten voordele van de hoger gesa-
geen enkel principieel besluit ge
nomen, al waren de industrie
bonden daar wel op uit. De bon
den willen immers een inko
mensnivellering vanuit het mo
tief. dat het prijscompensatie
mechanisme in het voordeel van
de hoger betaalden heeft ge
werkt. Niemand weet of die stel
ling juist is. Daarom zal dat
zo is afgesproken worden na-
gegaan.
Zegt de heer Prins: „We zijn in
de metaal een jaar of vier gele
den met een mechanisme ge
start, omdat we af wilden van de
jaarlijkse gok hoe sterk de prij
zen zouden stijgen en welke sa
larisverhoging daartegenover
van zaken was ontwricht,
er waren klanten verloren
gegaan, er was ruzie met
afnemers ontstaan, kortom
de hele zaak was soms ge
desorganiseerd. Het kost
larieerden* heeft gewerkt,
maximum is er nu niet uitgeko
men vanwege het heftige verzet
van werkgeverszijde.
De heer Prins: „We hebben dat
heel pertinent afgewezen en we
raakten er gaandeweg steeds
normaal al grote moeite de meer van overtuigd, dat we dan
continuïteit in de bedrijfs
voering goed te organiseren
en dan heb je opeens te
maken met een geweldige
onderbreking
De topman in het overleg van
de zijde van de industriële werk
gevers, de heer A. Prins, con
stateert het heel zakelijk als hij
op ons verzoek de hele gang van
zaken rond het sociale conflict
nog eens tracht na te gaan. „Ik
vrees dat het na-effect van de
acties nog maanden lang kan
voortduren. En uiteindelijk
Na-effect
van acties
kan nog
maanden
duren
werkt het door in de bedrijfsre
sultaten en daarmee in de winst
uitkeringen, eventueel ook ten
nadele van de werknemers in de
ondernemingen, waar men aan
winstdeling doet". De heer Prins
sluit niet helemaal uit, dat de fi
nanciële gevolgen van het socia
le conflict ook effect kunnen
hebben op de loonruimte voor
volgend jaar, al valt daarover
nog niet veel te voorspellen.
Tegenover deze schade aan
werkgeverskant staat dan het
door de Industriebonden ge
noemde bedrag van vijftien mil
joen gulden aan uitkeringen aan
de stakers uit de weerstand
fondsen. Gigantische bedragen
aan beide kanten dus, die de
vraag opwerpen: was het dit al
lemaal waard wie heeft verlo
ren en wie gewonnen? Als men
het geld even buiten beschou
wing laat en uitsluitend naar
het „spel" kijkt, moet men con
cluderen. dat er geen uitgespro
ken verliezers zijn, maar ook
geen duidelijke
prijs behoeven te geven van
hun aanvankelijke standpunt, de
vakbonden hebben hun doelstel
ling niet bereikt, maar wel het
een en ander in werking gesteld,
wat resultaat op langere termijn
kan afwerpen.
De heer Prins, met deze filoso-
Heeft prijscompensatie
werkelijk in voordeel
hoger betaalden gewerkt?
zou moeten staan. In de meeste
bedrijfstakken heeft men dat
overgenomen: evenveel salaris
verhoging als de prijzen zijn ge
stegen. Het was een heel simpel
systeem en het heeft me eigen
jaren zo weinig aan is veran
derd.' Niet vermoed kon destijds
worden, dat de prijzen zo sterk
zouden stijgen. De vakbeweging
vindt nu, dat door die ontwikke
ling de hoger betaalden meer
lijk verbaasd, dat er in die vier hebben gecompenseerd gekregen
dan ze eigenlijk nodig hadden.
Dat wordt in de loop van het
jaar nagegaan. Ik ben ervan
overtuigd, dat er nog wel eens
verrassende uitslagen uit de bus
kunnen komen. Ik sluit zelfs niet
uit, dat er groepen hoger betaal
den zijn, die ondergecompen-
seerd zijn. Daarbij ga ik er dan
vanuit, dat het erom gaat dat de
koopkracht gelijk moet blijven.
Dat is steeds de bedoeling van
de prijscompensatie geweest.
Maar goed, als het mechanisme
verkeerd heeft gewerkt dan
gaan we er verandering in bren
gen, aan het einde van dit jaar
al. Dat is afgesproken".
De heer Prins zit er weer heel
ontspannen bij; hij is „reuze op
gelucht", dat aan het conflict
een einde is gekomen. Maar
evenzeer is hij ervan overtuigd,
dat men aan werkgeverskant de
strijd nog niet zou hebben op
gegeven.
„Het heeft mij zo getroffen, dat
het meest principieel die werk
gevers waren, waar een staking
gaande was. Ik geloof, dat hier
aan mede debet was het feit.
dat tijdens de acties namens de
vakbeweging „leiders" naar vo
ren kwamen, die geen deel uit
maakten van bestaande over-
Ieg-structuren in de ondernemin
gen; die structuren als het ware
doorbraken. De betrokken on-
zouden beginnen aan een inko
mensbeleid en aan loonnivelle-
ring ten koste van werknemers-
groepen, die buiten de c.a.o. val
len en zelf daarover niet konden
meepraten. Het ging hier om
een zaak die landelijk aan de
orde diende te komen".
„Waar wij van het begin af wel
toe bereid waren was het be
trachten van matiging voor de
hoogste salarisgroepen. Dat pas
te helemaal in het centraal ak
koord, dat sprak over een extra
matiging voor die hoger betaal
den. Open stond de vraag, waar
de grens ligt. Maar een maxi
mum hebben wij onaanvaard
baar geacht. Voor de vakbonden
werd dit maximum het symbool
voor vergaande matigingseisen
en voor herverdeling van de in
komens. Wel begrijpelijk, want
voor het overige hadden zij voor
de laagstbetaalden reeds het ui
terste bereikt. Men ging dus
speculeren op de afgunst en om
dat die wel bij iedereen aanwe
zig is kun je daarop wel een ac
tie ontketenen".
„Wij hebben dus vanaf het be
gin gesteld: laat dat woord
„maximum" vallen en spreek
over afvlakking aan de top, dat
is voor dit jaar aanvaardbaar:
dat is er nu uitgekomen: naar
mate de lonen hoger zijn wordt
de compensatie wat minder. Als
men zoekt naar een concessie
van werkgeverskant, dan ligt
die in de bepaling van de grens,
waar „hoger" begint. Wij had
den die wat hoger willen plaat
sen, maar je kunt in het overleg
niet alles bereiken. Wel is het zo,
dat de afvlakking begint bij een
salaris van 28.000 gulden
daarboven krijgt men niet meer
voor elk procent prijsstijging een
procent loonstijging. Let wel:
het gaat om salaris, niet om in
komen. Het vakantiegeld en
emolumenten vallen er dus bui
ten. Dit komt er in de praktijk
op neer, dat de afvlakking geldt
voor degenen, die buiten de
c.a.o.'s vallen. Bij het komende
c.a.o.-overleg in bedrijfstakken
en ondernemingen komt deze
zaak dan ook nog nauwelijks
aan de orde. Het thans overeen
gekomen.? zal in een protflfeol
werkgevers hebben nauwelijks worden vastgelegd en vervol
gens als aanbeveling gelden
voor de ondernemingen. Maar
dan ook weer geen vrijblijvende
aanbeveling: ze krijgt wel dege
lijk een dwingende kracht, want
de werkgevers zullen hun onder
handelaars stellig niet laten val
len".
fie geconfronteerd, wil de Indu- De werkgevers hebben dus nog
Van onze correspondent
Simon Winchester
WASHINGTON Als er
grondwettelijk gezien een rel
zal komen over de „muilband"
die Nixon zijn medewerkers
het afgelopen weekend heeft
omgedaan, zal die alleen ont
staan als zijn bevel wordt op
gevolgd. Want als zijn mede
werkers mochten besluiten dit
bevel naast zich neer te leg
gen, kan de president hier wei
nig aan doen.
Witte Huis-functionarissen heb
ben beweerd —wat opnieuw
lijkt op het spreken uit twee
monden dat de richtlijnen
voor de functionarissen die
misschien moeten getuigen
voor de grand jury of de se
naatscommissie, bedoeld wa
ren om minimale beperkingen
op te leggen bij hun verhoor.
Maar wat ook de bedoeling is.
dit bevel zegt duidelijk dat de
medewerkers moeten weigeren
het presidentiële vertrouwen te
beschamen „voorzover dit be
trekking heeft op gesprekken
met de president, onderlinge
gesprekken over de betrekkin
gen met de president en over
de inhoud van de presidentiële
papieren".
Toch hoeft geen enkele vroege
re medewerker zich zorgen te
maken, als hij zich niet houdt
aan deze richtlijnen, omdat het
bevel van de president niet be
krachtigd is door een wet. De
enige medewerkers waarover
Nixon enige macht heeft, zijn
zij die in zijn staf blijven,
maar de belangrijkste getuigen
zijn de medewerkers die al
ontslag genomen hebben.
De wettelijke problemen begin
nen pas, als één van de mede
werkers deze richtlijnen op
volgt en ze gebruikt als excuus
om de vragen niet te beant
woorden. De senaatscommissie
die zich met het Watergate-on-
derzoek bezighoudt, heeft al
verklaard dat zij zo'n argu
ment niet zou accepteren,
maar wat zij zou doen, zal af-
N/XON: zwijgen een gouden plicht
hangen van de bijzondere om
standigheden die ontstaan.
Commissieleden hebben gesug
gereerd dat zij waarschijnlijk
als eerste stap dit argument
zouden voorleggen aan de vol
tallige senaat om te beslissen
of het al dan niet geaccepteerd
zou moeten worden. Onder de
huidige stemming van het con
gres kan men zich nauwelijks
voorstellen dat de senaat een
getuige zou toestaan zijn mond
te houden. Als de medewerker
zich niet laat vermurwen, zou
deze impasse alleen doorbro
ken kunnen worden door een
rechtbank.
Eens zag het er naar uit als of
de hulp van de rechtbank veel
vroeger ingeroepen zou worden
om te beslissen over de zwijg
plicht. Dit was het geval na
een presidentieel bevel dat de
ondervraging van zijn staf
over het afluisteren in Water
gate door de senaat onmoge
lijk maakte, een bevel dat vori
ge maand werd ingetrokken.
Het probleem waarmee de
rechtbank te maken zal krij
gen, voor het geval dat zij de
kwestie voorgelegd krijgt, is
de dubbelzinnigheid van de
doctrine over de zwijgplicht.
Hierover staat niets in de
grondwet en evenmin in de
statuten van de republiek,
maar de kwestie is geleidelijk
gegroeid sinds de eerste rege
ring in Washington na het uit
roepeen van de republiek.
Het doel. van deze doctrine is
staatsgeheimen te beschermen.
In oorlogstijd wordt deze op
grote schaal gebruikt om te
voorkomen dot kabinetsleden
in het openbaar voor een on
derzoekcommissie van het con
gres moeten verschijnen. Dean
Rusk moest een vinnige strijd
voeren met de senaatscommis
sie voor buitenlandse betrek
kingen tijdens de oorlog in
Vietnam.
Vervolgens was het de koude
oorlog die voor een uitbreiding
van deze doctrine heeft ge
zorgd en was het .Toe McCar
thy die hem verder heeft uitge
breid. Zijn anti-communisti
sche wraaktocht heeft zowel
Truman als Eisenhouwcr ge
dwongen deze doctrine te ge
bruiken. om te voorkomen dat
de senator beslag kon leggen
op de persoonlijke docujentcn
van federale medewerkers.
Ironisch genoeg was juist
Nixon een tegenstander van
deze doctrine tijdens de rege
ring van Truman en heeft hij
dc democratische president
aangevallen omdat hij weiger
de deze documenten te over
handigen.
Door zich nu op deze doctrine
te beroepen staat Nixon niet
sterk.
De Watergate-affiare heeft
niets te maken met de lands-
veiligheid, maar is louter een
politieke en wettelijke kwestie.
De medewerkers die een aan
deel hadden in Watergate-af
faire en het in de doofpot stop
pen ervan, waren niet betrok
ken bij regeringsverplichtin-
gen, maar bij een republikein
se verkiezingscampagne voor
de herverkiezing van de presi
dent.
dernemors wilden niet de verlie
zers zijn van deze „nieuwelin
gen". Daarom bleef men zich
verzetten".
Dat neemt uiteraard niet weg,
dat ook de ondernemers blij wa
ren met het opschorten van de
acties en het heropenen van het
overleg. SER-voorzitter De
Pous gaf daartoe het laatste
stootje, nadat hem gebleken
was. dat iedereen het conflict
het ernstigste sociale conflict se
dert de oorlog zat was. Be
weerd wordt, dat met name de
Industriebonden er wel graag
een einde uan wilden mnken.
Enerzijds hadden zij de vastbe
radenheid van de werkgevers
onderschat. Zij hadden tot dus
ver de ervaring, dat er bij drei
gende conflicten altijd wel wat
werkgevers door de knieën gin
gen en dot de overige onderne
mers dan snol volgden. Nu stuit
ten zij op langdurig verzet en
dun komt al snel de vraag op,
of men de spuurgelden van do
weerstandsfondsen wel gebruikt
voor het juiste doel en of er
eventueel voldoende baten tegen
over staan. Financieel waren de
bonden nog niet aan het einde
van hun lalijn, maar zo'n cam
pagne hakt er wel in Daar
kwam nog bij, dat de stakers In
de Paasweek en in de weck van
Koninginnedag lage uitkeringen
zouden krijgen om dat Tweede
Paasdag en Koninginnedug geen
stakingsdagen zouden zijn. Dot
verklaart ook de vrij abrupte
„opschorting" van de acties,
welke plotselinge maatregel
door de stokers niet is begrepen
en waartegen men zich dan ook
verzette. Men kon hier en daar
dan ook horen, dat de bonden
hun leden een volgende keer
niet zo gemakkelijk tot acties
zullen kunnen overhalen.
De heer Prins: „De verhalen
heb lk ook wel gehoord, maur ik
weet er verder ook niets van. In
geen geval zou ik de bonden
geen verliezers willen noemen.
Ze hebben onnoemelijk veel los
gemaakt en studies op gang ge
bracht. Misschien is dit nog
maar het begin, want ook In dc
vakbeweging komen dc maat
schappijcritici steeds meer nunr
voren, die steeds vooruit denken
en dus telkens wat nieuws le
berde brengen".
„De heer Groenevelt, mijn voor
naamste tegenspeler, is ongetwij
feld een exponent van die groep.
Hij is intelligent en heeft een
duidelijke visie op de toekomst,
die overigens niet mijn toe
komstbeeld is. Ik heb dc groot
ste bewondering voor zijn capa
citeiten, al kun ik niet waarde
ren dat hij mij soms de baas is.
Ik voel geen rancune ten opzich
te van hem. Ik ben er ook van
overtuigd, dat als er op mij per
soonlijk werd gespeeld, dit niet
zijn opzet was. Zoiets past niet
In zijn opstelling".
Is Groenevelt dus een faire spe
ler? zegt de hoer Prins: „Dat is
geloof ik niet zo'n gelukkig
woord in dit verband. Ik hoorde
voetbaltrainer Michels onlangs
op de televisie zeggen, dat hij
zijn spelers tegen zijn eigen ge
voelens in hord had gemaakt en
ze opdracht had gegeven tegen
standers onderuit te halen als ze
daardoor scoren kunnen voorko
men. Dat heeft indruk op me
gemunkt, want zo is het tegen
woordig in de hele wereld en d«
mensen staan er nog bij te jui«.
chen ook",
J J. SMIT!