Derde klassers
van de
Rosaschool
schreven
'n boek (3 en 4)
lm 'll il i|
DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD
De heks en
de tovenaar
De tovenaar
in een grot
ZATERDAG 28 APRIL 1973
LEIDSE COURANT
PAGINA 6
Juniorenhoek
AFLEVERING 105
Askew antwoordde met beroepstact: „Ik be
grijp hieruit, dat je., er iets aan wilt doen.
Iets waarvoor je de steun van de meerder
heid van de aandeelhouders nodig hebt".
„Precies, George. Dat wil ik, tussen ons ge
zegd. De drukkerij is niet winstgevend ge
noeg. O, daar kan Edwin niets aan doen,
hoor, hij leidt het bedrijf prima. Het zit
hem in de papierdistributie, de nodige ver
gunningen, moeilijk te krijgen onderdelen
voor de machines., dat werkt allemaal
remmend op het bedrijf. Ik heb er de laat-
ste tijd veel over nagedacht. En ik ben tot
de conclusie gekomen, dat we de winkel
moeten houden, maar de drukkerij met al
les erop en eraan moeten verkopen".
„En daarmee Edwins bestaan? Daar heb je
toch ook aan gedacht?"
„Dat kan geregeld worden. We stellen de
voorwaarde, dat degene die het bedrijf
koopt, Edwin erbij neemt".
„En als het iemand is die Edwin niet lust?
Zoals de oude Pringle, bijvoorbeeld?"
„Hm. Ja, ik moet toegeven, dat ik Pringle
ervoor heb geïnteresseerd. Maar je kunt in
deze wereld niet te kieskeurig zijn, George.
We moeten allemaal wel eens iets doent
wat we niet leuk vinden.. Nog.eens in
schenken? Anders geen slechte whisky,
hè?"
Askew zou voor geen geld hebben gevraagd
waar Sefton zijn whisky kocht, nu ze zo
schaars was. „Nee, dank je", zei hij.
een soort welkomstfuif voor Helen. Je
komt toch ook? Je was vroeger nogal ver-
Sefton schonk zichzelf nog eens in. „Ik geef
kikkerd op haar, hè? Ze iis weer vrij. Je
weet toch dat haar man daarginds gestor
ven is?"
„Eh...ja. Erg jammer". Askew ging niet
verder op het onderwerp in. „Als Helen je
bij de veiikoop-zou steunen, zouden jullie
samen met vijfentwintig procent in de
meerderheid zijn".
„Ja, dat is zo. Maar... zo eenvoudig is het
misschien toch niet. Ik heb eens een balle
tje >in die richting opgegooid, maar onze
Helen is nogal eigenwijs".
Askew glimlachte. „Ze is een Briggs, Sef
ton".
„Ja Dat is ze. Een echte Briggs". Sefton zei
er niet bij, dat hij, omdat ze bij hem lo
geerde, tijd had om haar te bewerken. En
hij was ook een Briggs.
John en Margaret waren zich aan 't kleden
voor het welkomstfeestje voor Helen; Mar
garet besefte dat er iets zou gebeuren als
hij niet gauw een andere baan kreeg. Hij
had niet de geringste belangstelling voor
zijn werk. Ze was blij dat ze hem een
beetje hoop kon geven.
„O, tussen haakjes, John, toen Sefton opbel
de om te vragen met hoevelen we naar
zijn feestje kwamen, vroeg hij me of jij er
iets voor zou voelen, in zijn winkel te wer
ken. Zou je dat?"
„Dat weet ik niet. Hoezo, heeft hij een
plaats?"
„Ja, maar de moeilijkheid as, dat het voor
tijdelijk is; tot het oude personeel uit de
militaire dienst komt. Dat zei hij natuur
lijk niet, maar die indruk kreeg ik wel".
„Zie je, Margaret, ik denk wel eens hoe het
zou zijn als ik een eigen zaak had. Als ik
iets kon doen waar ik echt zin in had en
op mijn eigen manier. Maar daar is geld
voor nodig. En dat betekent, dat het niets
voor mij is".
Margaret probeerde meer hoop bij hem te
wekken. „Ik zou de aandelen kunnen verko
pen, die moeder me heeft nagelaten. Ik
weet niet hoeveel ze waard zijn, maar dat
zou ik vanavond aan oom Sefton kunnen
vragen. Misschien wil hij ze zelf wel ko
pen."
„Nee, Margaret, dat moet je niet doen. Ik
zei zomaar wat, alleen maar om iets te
zeggen. Eerlijk gezegd weet ik zelf niet
goed wat .ik wil. Dat is de moeilijkheid".
De auto van Ian Mackenzie reed met een
kalm gangetje door de buitenwijk van Li
verpool naar het feestje van de Briggs.
Freda had er al naar verlangd. Meer om
dat ze er met Ian zou zijn, dan in het
vooruitzicht van oom Seftons gastvrijheid.
Samen naar een familiefeestje gaan leek
Ian dichter bij haar te brengen.
Ian dacht aan iets anders. Hij probeerde
zichzelf ervan te overtuigen, dat hij het
haar nu evengoed kon zeggen. Hun relatie
was nu zodanig dat... wel, dat hij het haar
moest zeggen, hoe hij er ook tegenop zag.
„De feestjes van oom Sefton zijn meestal
niet zo uitbundig, Ian, dus verwacht er
niet te veel van".
„Zullen we dan liever ergens anders heen
gaan? Het kan mij niet schelen".
„Nee, we moeten gaan. Ik tenminste. Al was
het maar voor tante Helen".
Ian vatte de koe bij de horens. „Ik moet je
iets over mezelf vertellen, Freda. Ik had
het je eerder willen zeggen maar., het was
niet... eh, nodig".
„En is het nu wel nodig? Is het iets goeds?"
„Wel, dat laat dk aan jouw oordeel over., ik
ben getrouwd geweest".
„En je bent gescheiden; ja, dat weet ik. Je
kunt niet tussen verpleegsters leven zonder
de praatjes over de dokters te horen. Wil
je erover praten?"
Ze waren dichtbij het huis van de Briggs.
„Wel, er valt niet veel over te praten. Het
is verleden tijd, maar ik vond dat je het
moest weten".
Ian stuurde de auto het grindpad op, trok de
krakende handrem aan en keedt haar glim
lachend aan.
Freda glimlachte terug. „In ieder geval be
dankt dat je het me hebt gezegd, Ian".
Ze kusten elkaar teder. Toen hun lippen zich
van elkaar los maakten, deed Freda het
portier van haar kant open. „Kom mee.
we kunnen hier niet vrijen. Ik bedoel, daar
zou het op lijken als iemand ons ziet. Je
weet hoe de mensen zijn".
Vandaag twee verhaaltjes uit het derde klas van de Rosaschool in
boek van de leerlingen van de Den Haag, Het eerst Heet:
Die tuinman ziet er niet zo snugger uit. Is hij ook niet. Maar de
mevrouw maakt het hem wel heet moeilijk. Ze zei tegen de tuinman
Ik heb negentien rozen en daarvan moet jij nou eens een mooi
perk maken. Maar je moet de rozen zo neerzetten dat er in de
vorm van een aantal driehoeken negen rijtjes van vijf rozen ont
staan." Daarvan had de tuinman niet terug. Hij zag er geen kans
toe. Jullie wel? We zullen je wat helpen. Je begint met een drie
hoek en dan teken je er nog één, maar precies op zijn kop in die
eerste driehoek. Dan krijg je een ster. Ja, ja, en dan moet je nog
wat lijnen trekken om aan de negen maal vijf rozen te komen. Je
mag er niet meer dan negentien gebruiken, hoor. Het is heel erg
moeilijk, dat zeggen we er wel bij.
In het bos woonde een heks. In
het andere bos woonde een to
venaar. De heks had een lange
neus. En de naam was Lang
neus. De heks had een gemene
kraai. Die kraai had lange po
ten. De heks noemde hem Lang
poot. De heks had ruzie met de
tovenaar. De tovenaar heette
Drieteen, omdat hij drie tenen
had. Soms noemden de mensen
hem Vijfteen, omdat hij aan
zijn andere voet vijf tenen had.
De tovenaar was erg aardig, de
heks was een kreng van een
mens. En haar vogel ook. De
tovenaar had een kat. Met een
rood en paars oog. De kraai
kwam de kat pesten. De kat
beet de kraai In zijn vleugel. Op
een moment kon de kraai niet
meer vliegen. Want zijn vleugel
was verlamd.
De tovenaar lachte. Hij zei: die
gaan we braden. Nu heeft de
heks geen kraai meer. Ze zei:
ik koop een nieuwe kraai. Maar
ik heb geen geld. Ik ga geld ste
len als de tovenaar slaapt.
Het bgon al donker te worden.
Het werd avond. Nu gaat het
gebeuren, zei de heks. Ze pakte
haar bezemsteel en vloog weg.
Toen zag ze de tovenaar in haar
bos lopen. Drieteen keek naar
de maan en zag Langneus. Hij
dacht wie is dat. Toen zag hij
dat het Langneus was aan de
bezemsteel. Hij dacht: de heks
is zeker iets van plan. Hij rende
zo hard als hij kon naar huis.
Toen hij thuis was, was de kat
weg. Hij zei: het geeft toch
niet, maar hij was een speel
goedbeest die je op kon draaien.
De heks was al thuis met het
speelgoedbeest. Langneus was
blij met de poes. Ze zei: nu
gaan we hem braden. Toen ze
hem gebraden had, nam ze hem
op haar bord. Ze zei: nu gaan
we hem in stukjes snijden. Ze
nam een stuk en hapte erin. Ze
hapte juist in het stuk waar het
sleuteltje in zat. Ze kreeg kies
pijn en belde de tandarts op.
Een paar minuten later was de
tandarts er. De tandarts zei: doe
uw mond eens open. De tove
naar was de tandarts. Hij zei: u
heeft een snoepje in uw kies.
Maar het was geen snoepje, het
was het sleuteltje. Ha, ik heb
het sleuteltje. Hij zei: nu ga ik
naar huis. Nu kan ik de deur
openmaken. En toen ging hij
naar bed. De volgende dag
kwam de heks bij de tovenaar
koffie drinken. En ze leefden
nog lang en gelukkig. JOLAN-
DA, RENé, LYDIA, DANNY
MONIQUE.
In een ver land woonde eens een De tovenaar riep de adelaar en
tovenaar die men Kara noemde.
De tovenaar was oud en heel
rijk. Maar hij kwam nooit in
een stad. Hij keek in zijn bol en
zag ineens een grot. Hij trok
zijn tovermantel aan en ver
trok, riep zijn adelaar en vloog
weg. Op weg naar de oceaan.
Toen hij geland was, zag hij een
berg. Hij liep erheen. De tove
naar trok eraan en de berg ging
open. Hij liep de grot binnen en
hoorde gebrul. Opeens zag hij
een draak. Hij dacht na. Opeens
wist hij iets. Hij pakte zijn to
verstokje en zei een spreuk. Hij
zei: baba, baba, weg met die
draak. De draak was weg.
Hij hoorde voetstappen en ging
vlug achter een grote kist. En
opeens zag hij de eerste voet op
de ladder. Hij ging naar de uit
gang en zag een rover. „Ik pak
hem in zijn hals, zei de tove
naar. Hij pakte de rover in zijn
hals. De rover valt neer en is
dood. Tovenaar Kara Is nu
schatrijk. Nu is de rover dood
en de tovenaar heeft gewonnen.
Oplossing
vorige week
A hoort bij 3, B bij 1, C bij 4 4
D bij 2.
vloog weg met een blij gezicht.
En leefde nog lang en gelukkig.
JOHN, JOHNNY, LEON, STE-
PHAN.
Columbus zag tot zijn verbazing
toen hij „het nieuwe land" had
ontdekt, dat de bewoners iets in
de mond hadden. Er kwam ook
rook uit hun mond en uit hun
neus. De inwoners rookten. Van
tabaksplanten hadden ze sigaren
gemaakt. Niet zo mooi als onze
sigaren tegenwoordig, maar het
rookte. Een paar jaar nadat Co
lumbus in 1492 was geland, wer
den die planten naar Lissabon
vervoerd. Een Fransman, zekere
Jean Nicot, zag de planten en
nam ze mee naar Frankrijk. Je
begrijpt nu ook waar de
nicotine vandaan komt. Juist,
van meneer Nicot. Eigenlijk niet
eerlijk want Nicot wist helemaal
niet dat er een giftige stof in de
tabaksbladeren zat. Hij wilde de
bladeren gebruiken omdat hij
dacht dat ze goed waren om op
wonden te leggen.
Met zijn allen bij de televisie. Er wordt een film gedraaid en iedereen wil die zien want er speelt een
beroemde Amerikaanse komiek in mee. Toen de film begon, werd zijn naam op het scherm gebracht.
Maar helaas, de letters stonden door elkaar. Weten jullie toch wie die komiek is, die ook zo veel
voor kinderen doet
Broom
Hilda
WlOSTHENSS A/AH
/AI PE HCWD
EN £C«(Z£BVWVE Dol/EA»
MUMW. 6LUB
NERDLÊ -ÜI.00P
fërmin
WONDLÉ
/vuMZl
Ik ES
IwAr A AAJ
HE 2SUJF
POEAI
k
1^ POfn PEZE
ZESftAf) E.C TEA) -Wl/WC-
LtjK tE- ttEBESAj
vl
j scgeijjii KOM A
NIC-T MBBtZ OPHOG-
MPiLB vLi6f}«c**fre I
S/AIDS It Ptur\-VER. I
VUItfAejSAPTOgATVUtf Lv
HEB HDETEA/ I
//vsrACLFge/vj Ja L.