VIJFENTWINTIG JAAR HET EINDE VAN DE ISRAEL NIET {mun TRAGEDIE Het land lijkt een universele klaagmuur Laat de duiven koeren, de haviksnesten worden al bebroed.... De staat Israël staat volgende week voor de viering van zijn vijfentwintigjarig bestaan. Maar in plaats van een zorge loze viering vol vreugdevuur wordt het een dag van spanning van een tot de tanden bewapende staat. Onze speciale verslaggever Piet Snoeren heeft de si tuatie in Israël aan de vooravond van het jubileum verge- leken met die van zes jaar geleden, toen het land in een oorlog van zes dagen met zijn buurlanden zijn bestaansrecht verdedigde. De ontwikkelingen in die zes jaar zijn niet allemaal zo gunstig geweest als in de euforie na de overwinning werd verondersteld. Jeruzalem - Een Ingezonden brief van de Jezuzalem Post, on dertekend door Deborah Weiss- mann en tien anderen. "Meneer - wij willen hierbij uitdrukking geven aan onze verontwaardi ging over de militaire parade op Onafhankelijkheidsdag. Wij me nen dat dit geenszins de geëi gende manier is om de vijfen twintigste verjaardag van Israël ie vieren. Anderen hebben reeds geprotesteerd tegen de enorme kosten van de manifestatie. Wanneer echter een optocht van soldaten een onderdeel zou heb ben gevormd van een grote, na tionale parade waarin we onze prestaties op allerlei andere ge bieden zouden hebben laten zien - wetenschap, industrie, landbouw, sociale verworvenhe den, immigratie, onderwijs, cul tuur enzovoorts - dan zouden de uitgaven wellicht gerechtvaar digd zijn geweest. Maar wat voor Onafhankelijkheidsdag op het programma staat, is louter een demonstratie van militaire macht. Hebben we de kinderen van Israël bij dit grote nationale festijn geen beter voorbeeld te geven. Is onze enige trots gele gen in wapentuig, tanks, kanon nen, Phantoms en raketten?" Deborah Weissmann en haar tien ondertekenaars staan niet alleen. Overal in Israël heerst ongerustheid over de manier waarop de regering Golda Meir de viering van de vijfentwintig ste verjaardag van de staat Juis ter wil bijzetten. Waarom bij- vertoon uitgerekend gehouden de lijn die vóór de zes daagse oorlog Joods en Arabisch Jeruzalem in twee delen splits te? Dat is, menen velen, een regelrechte provocatie. Dat is de Arabieren trappen waar het 't meest zeer doet. Israël vraagt aan de vooravond van de grote feestdag dan ook met enig beven af hoe de Palestijnse ter roristen op 7 mei zullen terug slaan. De verwachting van een dramatische wanhoopsdaad is algemeen en het gevolg kon niet uitblijven. Het land gaat zijn zil veren bestaansjubileum tege moet in een staat van beleg zoals die sinds de zesdaagse oor- niet meer is voorgekomen, probeert de regering dit frus trerende feit zo veel mogelijk te maskeren voor de tienduizen den toestromende belangstellen den uit het buitenland door de militaire posities te kiezen op onherbergzame heuveltoppen waarheen verwende toeristen voeten de weg niet licht zullen vinden. Gemengde gevoelens in Israël ondanks de capaciteit van de Joodse volksz el voor feestvieren en ze betreffen niet de zevende mei alleen. Rondreizend tussen de grenzen zoals die in 1967 be vochten zijn, krijg je de indruk dat alles matzos en Mama's Gefülte Fisch is, zoals het Israë lische equivalent van ons "koek en ei" ongetwijfeld zal luiden. Maar ieder teken van vooruit gang roept onmiddellijk zijn vraagtekens op en het volk is in telligent genoeg om er niet blind voor te zijn. Boven de heuvels rondom het oude, heilige Jeruza lem die nog slechts kort geleden kaal waren op de Jordaanse loopgraven en kazematten na - vooral op de zogenaamde Fran se Heuvel verrijzen woonwijken die de Bijlmermeer in alles naar de kroon steken behalve in lelijkheid. Een drastische aan pak van de huizennood, zeker. Maar ook een flagrant signaal voor de knarsetandende Arabie ren dat zegt: dit krijgen jullie nooit meer terug. Mcviksnesten En speelt zich op de hoogvlakte van Golan iets anders af? Na tuurlijk: in de kibboets Ein Gev aan het Meer van Tiberias kun je een Sint-Petrusvis verorberen - nergens anders ter wereld te vangen; succulent op de tong - zonder vrees dat de Syrische ar tillerie het gerecht van je bord afschiet. Voorheen lag deze bla kende nederzetting onder nooit aflatend vuur. Een sober stand beeld van een vrouw die een dood kind aan haar borst drukt, herinnert aan de tragedies, ver oorzaakt door Arabieren. Vervolgens ga je tegen de heu vels op en kom je op het pla teau van Golan. Urenlang kun je rijden langs de zogenaamde Bar Lev-lijn, de huidige grens met Syrië, zonder vrees voor lijf of leden. Het gaat erom wie de heuveltoppen in zijn macht heeft - wie het omringende terrein het best kan bestrijken. En Israël heeft alle hoge toppen, zo simpel is dat. Uw verslaggever heeft ln 1967 de verovering van de hoogvlakte van Golan meegemaakt. Hij her innert hem- zich, behalve door het verschrikkelijke bloedvergie ten, door de desolate dorheid er van. Een grauwe woestenij van rotsblokken en distels. Maar nu is hij weer groen aan het wor den - zoals hij in Bijbelse tijden geweest moet zijn. vermaard om zijn vruchtbaarheid. Her en der verspreide kunstmatige me ren weerspiegelen de hoop op een rijke toekomst. In 1967 wer den er in het hele gebied vijf tractoren geteld. Nu zijn het er al vijfhonderd. Maar ze zijn ge pantserd. Ondanks de verzengen de zon zitten de bestuurders in gebouwd tussen dikke stalen pla ten. Het zijn dezelfde tractors die voor de zesdaagse oorlog dienst deden in de kibboutsiem aan het Meer van Tiberias. Fanatieke jongelui van de Nachal - de strijdende pioniersjeugd van Is raël, half militairen, half boeren Boven het oude Jeruzalem uit torenen de nieuwbouwwijken in het veroverde deel de stad: een opmars, even vastbesloten als die van de legers in 1967. - hebben ze zonder iemand toe stemming te vragen naar boven gesjord en zijn aan het ontgin nen geslagen. Terwijl ze op de akkers bezig zijn, staan ze via walkie-talkies met elkaar in ver binding. Ze zijn bewapend met stenguns. Mevo Hanra, griezelig balance rend op het uiterste randje van de hoogvlakte, is zo'n nieuwe Nachal-nederzett:ng. De bewo ners hebben niet alleen gepant serde tractors omhoog gebracht, maar ook het dode. geblakerde skelet van een olijfboom. Vroe ger, vertellen ze, stond deze reus groen en wel te pronken aan de oever van het meer van Tiberias. Hij viel ten prooi aan het Syrische spervuur. Nu vor men zijn levenloze stam en sta ketsels van takken in het mid delpunt van Mevo Hanra een koolzwart monument zoals Zad- kine nooit had kunnen bedenken. ,,Het is een symbool", zeggen de Nachal-jongelui waarvan de oudste 27 jaar is, grimmig. „Wij gaan hier nooit meer weg. Als de Arabieren ons proberen te verdrijven, zullen we tegen de Arabieren vechten. En als de Is raëlische regering ons weg wil hebben, zullen we tegen onze ei gen regering vechten." De hoogvlakte van Golan is, kortom, een fait accompli zoals Jeruzalem dat is. Huizenbou wers en landbouwers hebben op twee geheel verschillende punten hetzelfde gedaan. Ze hebben in afwachting van de vredesonder handelingen grenzen getrokken waarover niet meer te onder handelen zal zijn. Laat de dui ven koeren wat ze willen - de haviksnesten worden al bebroed. Levensve-zekering Valt er dan wellicht over de zo genaamde West Bank iets ver schillends te melden? Het is het op Jordanië veroverde gebied ten westen van de Jordaan, be vattende niet alleen de heuvels van Judea en Samaria, maar ook befaamde steden als Bethle hem, Jericho en Hebron. Hier is een andere ontwikkeling aan de gang, maar in wezen niet zo'n heel andere. Op de daken van de Arabische huizen - zelfs de meest armzalige - staan televi- siemasten. Een gezicht dat je zes jaar geleden niet voor moge lijk zou hebben gehoord. En is de kampen van de Palestijnse vluchtelingen staan Mercedessen geparkeerd. „Een Palestijnse vluchteling zijn is zoiets als een levensverzekering" zeg mijn Is raëlische gids Haggai Tempel- mann niet zonder bitterheid. „Waarom zouden ze terugwillen naar een normaal bestaan? Ze krijgen alles wat hun hartje be geert." De politiek van Israël op de West Bank staat in het teken van de economische welvaart - dat is duidelijk en de cijfers be wijzen het. „Zelfs de terreur-organisaties en Arabische publicaties", aldus een officiële verklaring van de regering, "geven toe dat de be stuurde gebieden welvarend zijn, hoewel zij deze ontwikkeling met wrok waarnemen alsof het een Israëlische samenzwering betrof om de bevolking in slaap te wiegen en over te halen tot een vreedzame en normale le venswijze". Maar is dat inder daad niet zo? Is het niet zo dat een bufferzone met welvarende, tevreden Arabieren die in dank baarheid opblikken naar grote, goede broer Israël, alweer zo'n fait accompli betekent waarmee de tegenpartij aan een eventuele onderhandelingstafel geen enke le kant op kan? Omdat we leven Vraagtekens.... ze vormen wel haast het dominerende vignet waarmee Israël het niet weg te cijferen feit van zijn vijfentwin tigjarig bestaan volplakt. Hoe denkt het land bijvoorbeeld over de reputatie van imperialisme die het dreigt op te bouwen - met alle sympatbieverlies van dien? Over de reacties van af keer op het even efficiënt als genadeloos neerslaan van de Pa lestijnse terroristen? Lapt het de wereldopinie eenvoudig aan zijn soldatenlaars? Een gesprek hierover met David Ariel. Hij is een hooggeplaatst ambtenaar bij het ministerie van buitenlandse zaken. Een uit nemend kenner van de Moslim wereld - "wij Joden weten veel meer van de Arabieren dan ze zelf doen" - en als zodanig de directe adviseur van minister Abba Eban inzake kwesties die het Nabije Oosten betreffen. Een man van grote invloed. Inder daad blijkt hij lak te hebben aan de wereldopinie. „Als we moeten kiezen tussen wat u over ons denkt en het bloed van onze kinderen - dan kiezen we. We le ven omdat we leven. Het feit dat we bestaan is de rechtvaar diging van ons bestaan. Wilt u ons het bestaan verbieden? Dat is uw zaak, niet de onze. Weet u - uw Christelijke wereld zit met een jodencomplex. We hebben de Heilige Schrift gemeen en dat levert een groot theologisch probleem op waardoor de moge lijkheden tot communicatie uit gesloten worden. U gaat ervan uit dat u tot taak hebt de joden te doen inzien dat ze op hun schreden dienen terug te kettn en Christus als hun Messias die nen te erkennen. U verlangt dat wij de vijand de andere wang toekeren. Geen oog om oog„„ Ik verdenk u er zelfs van dat u een tegemoetkomend gebaar van de joden wenst omdat ze niet lan ger in gaskamers gestopt wor den. U verwacht dat wij geleerd zouden hebben om een hand uit te steken. Vergeet het. De enige manier om te bereiken wat we nodig hebben, is er te zijn. Het blijkt onmogelijk om de mensen intellectueel te overtuigen van ons gelijk. Je kunt dat alleen doen door te laten zien wat je bent". Manhaftige taal. Vooral in een tijd waarin Israël midden in een eenhcidscrisis zit. Want dat is nog zo'n vraagteken bij het vijf entwintigjarig bestaan van de staat. De jonge generatie be grijpt het doordrammen van de ouderen niet. De bloeiende pop cultuur kent andere waarden dan het starre Zionisme. Boven dien kijken de gevestigde Israëli met bevreemde, zo niet jaloerse ogen op tegen de bevoorrechte, steeds groeiende groep immi granten. Hier ligt de bron van de onrust, van de stakingen die de staat in zijn jubeljaar teisteren. Onze gids Haggai Tempelmann stelt het zo. „Toen mijn ouders in dit land kwamen, moesten ze in een tentje wonen en ook nu nog hebben ze niet veel meer dan een krot. Maar de immigre- rende joden van vandaag krij gen een riante flat. Ik kan mo menteel niet studeren. Weet u waarom niet? De immigrerende joden hebben op de universitei ten voorrang. Hetzelfde geldt bij het werk. Immigrerende joden komen in aanmerking voor ba nen waarvoor ze eigenlijk niet gekwalificeerd zijn. Gevestigde Israëli's met de juiste diploma's blijven verstoken van promotie kansen. En op de koop toe moe ten we de hoge belastinggelden opbrengen die nodig zijn voor de opvang van de immigranten." Hersenen binnenhalen Gemor in deze toonaard klinkt alom. Heel Israël lijkt een uni versele klaagmuur geworden. Waar is het idealisme, de solida riteit, de sfeer van de Aliyah zoals de terugkeer naar het be loofde land in het Hebreeuws wordt aangeduid? Een vraag voor Shlomo Rosen, de man in de regering Golda Meir die als onderminister speciaal met dit probleem is beiast. Hij onder kent zonder aarzelen de moei lijkheden. „We waren het afge lopen jaar voorbereid op de komst van 40.000 immigranten", zegt hij. "Het zijn cr 56.000 ge worden. Dat heeft ons woning bouwprogramma in de war ge stuurd. En natuurlijk is het een kostbare affaire. Ieder immi grantengezin kost de staat Israël 150.000 pond aan reisgeld, scho ling, infrastructuur cn inpassing in de werkgelegenheid. Muur dat moeten we ervoor over heb ben. Anders dan in de vijftiger jaren toen de immigranten voor namelijk Aziaten waren die overstapten uit de Middeleeuwen naar een levensstandaard waarvan ze nooit hadden ge droomd, komen ze nu uit landen met welstand. Daar ligt nog ons enige reservoir - en dan reken ik zeker Rusland mee waaruit we er het afgelopen jaar 32.000 hebben gekregen. 38 procent van de nieuwe immlgrantenstroom bestaat uit academici. Ze zetten de stap uit idealistische motie ven. Zo doen het op positieve gronden hoewel ze cr qua le vensstandaard op achteruit gaan. 70 procent moet hier met minder genoegen nemen dan ze thuis gewend waren. Dat is toch iets om rekening mee te hou den? Je dient ze toch zoveel mo gelijk tegemoet te komen bij het aanpassingsproces? De regering heeft nu een nieuw plan. Over twee jaar zullen er in Israël geen woningen meer zijn waar meer dan vier perso nen op één kamer moeten leven. Op het ogenblik zijn er nog 12.000 van dergelijke gevallen. Dankzij de immigranten kun nen we het probleem aanpak ken. We halen niet alleen mensen binnen - we halen hersenen bin nen die voor een complete revo lutie zorgen cn zo een snelle ont wikkeling van het land mogelij ke maken. De schreeuwers hier moeten hun mond eens leren houden. Uiteindelijk zijn we allemaal Im migranten geweest. Als we van af het begin hadden geroepen: hé, er leeft een immigrant op mijn zak, dan zouden we nog steeds met 80.000 Israëli's zijn geweest zoals in de twintiger Ja ren, inplaats van de 3 miljoen die we op het ogenblik hebben. We moeten ophouden met ons te vervreemden van het Zionisti sche Ideaal nu het ons een beet je voor de wind gaat. We moe ten altijd gedreven blijven door de bezorgdheid dat vijfentwintig jaar Israël niet het eipde van onze tragedie is." PIET SNOEREN De landbouwwerktuigen waarmee de jongeren van de Nachal het dorre ver overde gebied te lijf gaan, zijn zwaar gepantserd, want de vijand is maar een steenworp weg. De immig'at:pgolf btfokent voor Israël ook een aanzienlijke import van hersenen. Indrukwekkende nieuwbouw weerspiegelt de technologische bloei van het land. Voor het eerst zien de Arabieren in de bezette gebieden een tractor. Het brengen van welvaart is het geheime wapen van de Israëlische politiek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 13