SAIGON
lijkt groot
sterfhuis
(1)
(mofr
De
veelzijdige
dood
van
Vietnam
Meer last van de bedelaars en sjacheraars dan van de muggen
ZATERDAG 14 APRIL 1973
Officieel is de oorlog in Vietnam ten
einde, maar sinds het afkondigen van
het bestand vielen nog 20.000 doden.
De vrede bestaat in werkelijkheid al
leen maar op papier.
De dood is eigenlijk de enige zekere
factor in Vietnam. Een veelzijdige
dood, die het Vietnamese volk nu
reeds meer dan dertig jaar in zijn
greep heeft.
Onze verslaggever Hugo Camps be
zocht Vietnam en was er getuige van
de meest mensonwaardige toestan
den. Terwijl nog dagelijks mensen
sneuvelen in de drassige rijstvelden
en politieke tegenstanders in gevan
genissen worden doodgemarteld,
kwijnen miljoenen vluchtelingen
weg in stinkende kampen.
Nergens ter wereld is de korruptie zo
groot als in Saigon; nergens tref je
zo veel kreupelen en verminkten als
een levende aanklacht tegen de oor
log.
Vandaag starten wij met een repor
tagereeks over de gruwel en de ellen
de in Vietnam.
Kinderen wroeten tussen de sintels die het oorlogsvuur 'heeft achtergelaten.
Op de 25ste dag van de „Vietna
mese vrede" stonden drie Zuld-
vietnamese G.I.'s voor onze klei
ne Dalat-jeep. Midden op de
route nummer 14. Hun kogelrie-
men gloeiden als okergele vuur-
pijltjes in de zon. Hun machine
geweren waren in een flits van
de schouder gezakt tot een drei
gende schietstand.
„Van de weg", blafte de ser
geant met hoge kapmes-stem.
Rond zijn mondhoeken had de
felle middagzon een rood snorre
tje gebakken uit het mengsel
van zweetdruppels en opgejaagd
zand. Vietnam stikt in het fijne,
rode stof dat overal doordringt.
We stonden wat troosteloos te
gen de berm van de weg terwijl
de G.I.'s op enige afstand in
druk overleg waren over onze
Vietnamese perskaart en lais-
ser-passer van de legerstaf in
Saigon.
Het mortiergeschut, dat de voor
bije nacht reeds in doffe explo
sies was doorgedrongen tot ons
hotelletje in Pleikoe, klonk nu
akelig dichtbij. Helikopters cir
kelden kreunend rond en links
en rechts van de route scheurden
enkele tanks de bleke vlakte
open tct stenen eilandjes en die
pe kloven in een maanland
schap. Een eindje verder sloegen
hoge vlammen uit een bosje op
de bergflank. Het resultaat van
napalmbommen of vlammenwer
pers?
Op de route nummer 14, onge
veer 20 km. boven Pleikoe, werd
al twee dagen hevig gevochten
tussen regeringstroepen en de
Vietkong.
We mochten niet doorrijden tot
Kontoem en Plei Kong waar de
legendarische Ho-Tsji-Minhweg
zich oplost in het centrale hoog
land.
Voor we met een Hitleriaans be->
vel verplicht werden rechtsom
keert te maken, richtte een van
de G.I.'s zijn M-16. We waren in
een slag twee pakjes sigaretten
en 5000 piasters armer. Overi
gens met een glimlach, want in
Vietnam worden nog mensen ge
dood voor een paar sigaretten,
een schotel rijst en een trosje
kippen.
Toen we de volgende dag, na
een moordende rit van acht hete
uren in Saigon kwamen, werden
we weer ondergedompeld in een
zee van oosterse glimlachjes.
Op het terras van Palace Inter
continental vonden we spoedig
het gevoel van vluchtige eeu
wigheid terug waarmee de
Aziaat zich buiten het zichtbare
bereik stelt van alle menselijke
angst en leed.
Saigon met zijn zevenhonderd
duizend invaliden, zijn bedelaars
en dieven, zijn verziekte publie
ke vrouwen en straatkinderen
zonder vaderhuis, hurkt neer
„naast" de oorlog.
Tan Son Nuth
De hoofdstad van het zo gefol
terde Vietnam wentelt zich bijna
zorgeloos in de onsterfelijke
warmte van de tropen, het fata
lisme van Boeddha en de letargie
van een langdurig kwaad. Het
Het zijn altijd de kinderen, die tijdens
zwaarste deel te dragen hebben.
oorlog het
dringt kennelijk niet meer tot ze
door dat het land langzaam
doodbloedt aan de onvoltooide
oorlog.
Van de paradijselijke „Oriental
touch", waarmee de reisfolders
het Verre-Oosten zo feestelijk
aanprijzen, is in Vietnam nage-
genoeg niets meer terug te vin
den. Alleen de klamme, hete
lucht en het scherpe aroma van
de moesson zijn er gebleven
met het Aziatische universum.
Reeds in Bangkok werd mij alle
toeristische frivoliteit ontnomen.
De Boeing van Air Vietnam die
me van de Thaise hoofdstad
naar Saigon vloog, was zo
grauw als een legertruck. De pi
loot ging te keer als een „bus-
driver". Alleen de stewardesses
deden hun best om ons boven de
bomkraters van Cambodja
toch nog wat hemelse vreugde
in te lachen.
De luchthaven van Saigon
Tan Son Nuth was een snik
hete badkuip. De eerste uren in
Saigon wijkt elk tijdsgevoel voor
een revolte tegen de zon.
Hier kan je nauwelijks overeind
blijven, laat staan vechten, flits
te het door mijn hoofd.
Ton Son Nuth is geen gewone
vlieghaven. De drie zilveren
Boeings die zwijgzaam tanken
tegen de loopsteigers horen zelfs
niet thuis in het decor. Het on
metelijke vliegveld is veeleer
een militaire vesting. Onder
bruine koepels wordt druk ge
sleuteld aan spitse bommenwer
pers. Tientallen helikopters heb
ben de schroeven aangezet. Uit
de monden van honderden bun
kers steekt de korte loop van
machinegeweren. Ook de logge
tanks ontbreken niet.
De vlieghaven waar ook de
Amerikaanse en Zuidvietnamese
legerstaven gevestigd zijn
wordt bewaakt door ruim 10.000
militairen. Het pronkstuk van
Tan Son Nuth is de controleto
ren die de grootste capaciteit
ter wereld heseft. Amerika heeft
in Vietnam nog wat anders ach
tergelaten dan bomkraters.
De inreisprocedure is een einde
loze lijdensweg. Wanneer je uit
eindelijk toch goed bevonden
wordt om het land binnen te ko
men kom je terecht in een klu
wen van taxichauffeurs, die als
echte zelfmoordpiloten naar je
koffers duiken. Indien ze niet
zo'n frêle lichaamsbouw hadden,
zouden ze de vreemde reiziger
zeker op de schouders leggen en
hem naar de taxi dragen.
Het verkeer in Saigon is een
oosterse carrousel, een aparte
guerrilla-oorlog waaraan de ze
ven miljoen hoofdstedelingen
met pure doodsverachting deel
nemen. Gammele tiendehands-
wagens, driewielers en vooral
Japanse bromfietsen wat deze
laatste betreft moet je werkelijk
spreken van een invasie wrie
melen toeterend door elkaar als
een zwerm muskieten. Van 's
morgens zes uur tot 's avonds
elf uur stijgt uit de boulevards
van Saigon een psychedelisch
concert op dat je de eerste uren
op het randje van de waanzin
brengt.
Maar wie deinst nog achteruit
voor een verkeersongeval in een
land waar een dertigjarige gru-
weloorlog woedt? De "veelzijdi
ge dood" kan geen enkele Viet
namees nog
Grimmig
De officiële proclamatie van het
vredesakkoord heeft het uitzicht
van Saigon niet van zijn grim
migheid ontdaan. Voor we het
centrum van de stad bereikten,
werden we door niet minder dan
vijf militaire controleposten op
gehouden. Politie en leger zetten
het verkeer op de invalswegen
van Saigon soms uren klem
met hun doortastende controles.
Naarmate we dieper doordrin
gen in de residentiële wijken
krijgt de oorlogssfeer een als
maar grotere penetratiekracht.
Alle officiële gebouwen zijn af
gezet met dikke rollen prikkel
draad. De ingangspoorten wor
den bewaakt door de schietgra-
ge militairen die meestal achter
muurtjes van. zandzakken op de
loer liggen.
Het paleis van president Van
Thieu is een echte vesting. In de
weelderige tuin van de presiden
tiële residentie staat dag en
nacht een bemande helikopter
klaar. Op de balkonnetjes van het
paleis hangen groene luidspre
kers en staan rokende soldaten
achter hun gemonteerde machi
negeweren.
In Saigon krioelt het van militai
re uniformen.
De buitenwijken van de stad
zijn nog troostelozer. Hier staan
de slums waar de mensen nog
leven op de breedte van een
handkar in de modder en tussen
vuilnisbelten. In de houten krot
jes liggen naakte kinderen op
de vloer of in de hangmatten te
krijsen. Hun gezichtjes zijn be
dekt met etterbuilen waar de
Aziatische muggen een dansfeest
houden. Het zijn de kinderen
van de doelloosheid.
Sommige hutjes zijn ineengezakt
onder een recent artillerievuur
maar blijven toch bewoond. Hier
en daar is een dak weggescho
ten.
In deze groezelige stadscom-
plexen zonder gemeenschap
wordt de jeugd klaargestoomd
voor het banditisme en de guer
rilla-beweging.
En toch zwellen de slums dage
lijks aan met honderden vluchte
lingen die in hun materiële wan
hoop vrede nemen met de krui
mels die elke grootstad achter
laat.
Intuïtief kom je tot het besef dat
de frustraties die groeien rond
de griezelige puinhopen in de
slums ook de bekken van de
bankschroef zijn die de Vietna-
mezen doen bloeden.
Gelukzalig
Ofschoon een first-class-hotel is
Palace International een me
laatse. En op haar kant gezette
luciferdoos. Hilton en Sheraton
zijn thuis gebleven.
De lobby is zo grijs als een ne-
gentiende-eeuws klaslokaal. De
oude 'iftbak heeft nog een tralie
deurtje. Saigon is nog lang niet
aan de rode lopers toe. Het ont
haal aan de receptie is koel en
onverschillig. Gewoon admini
stratief met nog een extra-vleug
je oosterse traagheid over.
Alleen de smalle loopjongens
buigen nog minzaam naar je toe
voor ze met de valiezen begin
nen te sleuren. Voor hen is de
dollar kennelijk nog niet gedeva
lueerd.
Toch heerst op het uitgestrekte
terras van Palace een frivole
stemming. De laatste Ameri
kaanse G.I.'s in Vietnam zitten
er hun lege tiid te verdoen in
wilde braspartijtjes. Ook een
handvol oorlogscorrespondenten,
die vol akelige herinneringen
steken, zoeken een dosis ontsnap
ping in de nabi.Te'd van een
Vietnamese coun'.r - en de
whiskyfles. De nos„ ,le, een
zaamheid en schuldgevoelens
lossen zich langzaam op in een
overbodige drukte.
een dageli|kse noodzaak
Vluchi
En toch is ook hier de oorlog
niet meer weg te bannen. Je
kan geen slok van je whisky ne
men zonder te worden aange
sproken door een verwaarloosd
jongetje dat bloerr.enkransjes
verkoopt of een oorlogsweduwe
die op een financieel gebaar re
kent van de rijke westerling. In
Saigon heb je meer last van de
bedelaars en sjacheraars dan
van de muggen.
Het wemelt er van invaliden die
voortdurend om een late troost
prijs komen smeken volop hun
herolse strijd tegen het com
munisme. Jonge n.arren van
nog geen twintig die op ktukken
lopen, een arm kwijt zijn en een
lichaam gezicht incluis vol
kogelgaten hebben. Ze dragen
nog steeds het militaire uniform
en tonen fier hun littekens als
een levende promotie voor de
verkoop van boekjes, souvenirs,
biljartstokken en sigaretten. Hun
glimlach is het bedeesde uitda
ging of Aziatische zelfspot?
wijkt niet.
Sterfhuis
Heeft het spon: nchtig klimaat
van de tropen dan ook alle op
standigheid geabsorbeerd t^nen
de absurditeit van het oorlogs
leed? De oorlogsinvaliden in
Vietrsm etaleren zolarg "geluk
zalig heroïsme" dat je de para
dox niet meer kunt ontwijken: is
Vietnam immuum geworden
voor de overdadige oorlogsellen
de of houdt de ondoorgrondelijke
Aziatische levensfilosofie van
„smartloze samenleving" zelfs
tijdens een oorlog stand?
De avonden zijn kort in Viet
nam. Om elf uur is het eindelo
ze getoeter van auto's en motor
fietsen uitgestorven. Uit de stra
ten. stoepen en terrasjes van
Saigon, is alle leven weggetrok
ken. De hot-jazz die aanlokkelijk
uit de bars stroomde, is stil ge
vallen. Ook de Chinese letterte
kens dansen niet meer langs de
huizen en zelfs de gigantische
neonvlakken knielen gesluierd
neer voor de nacht. Saigon is
een groot sterfhuis....
Sedert het bloedige Tet-offc sief
van 1968 stelde president Thieu
de avondklok in. T ussen elf en
vijf uur 's ochtends mag nie
mand nog de straat op. Wie
dit presidentiële gebod negeert,
wordt door de politiepatrouilej
opgepikt en soms neergeschoten.
De meeste Vietnamezen schik-
kn zich bereidwillig in deze
nachtelijke opsluiting. De wille
keurige bloedbaden die destijds
door de Vietkong in de steder
werden aangericht, hebben ie
dereen van de nacht afgeschrikt.
Ofschoon ik op de lange reis
naar Saigon ergens onderweg dt™
nacht was kwijtgespeeld, zoek ik
tevergeefs naar de slaap.
Mijn hotelkamer is nog grauwer
dan 'n kamer in 'n hotelletje i
een Rotterdamse havenwijk. De-
vochtige tropen, die buiten i
30 graden celcius afwerpen, het>f
ben zich in donkere vlekken ge]
projecteerd op de fletsgele mu-j
ren. Diepe barsten in het plaj
fond herinneren aan bombarde^
menten die zelfs tot 60 km bui
ten Saigon werden uitgevoerd.
De verroeste wentelraampje£r
sluiten al jaren niet meer
rond de luchter maakt
zwerm muggen zich klaar voc
een duikvlucht. Op het venstertje
blad probeert een groene hagei
dis met wanhopige sprongetje^
de vrijheid terug te vinden.
De primitieve luchtkoelers diP'
nog zwaarder stampen dan
machines van een stoombi
hebben het binnenskamersgeft
vecht 'tegen de infiltrerende hit»]
tegolven al lang opgegeven. "*J
blazen veeleer als een lustelod
statussymbool.
Reeds de eerste nacht in Saigofc in
werd de Vietnamese vrede u re 1
mijn westerse euforie brutal feld,
weggerukt. Even na middel ou i
nacht drongen de doffe echo ale
van zwaar artilleriegeschut mij ump
hotelkamer binnen. DodelijkWige
paukeslagen in een concert va oem
nachtelijke stilte. Waar valle u gi
de doden? Hoeveel jonge mai rop,
nen worden vannacht weer voofen, i
bestemd om het leven op krul eren
ken te slijten? |je w
Een politiewagen komt mLj
loeiende sirene voorbijgeraas Dm
De stilte van het opgesloten Sa e p|(
gon is gebroken. Ze breekt ell Q
nacht. Ik bel Chi, de oude nach
bode, om nog een laatste whi en{a
key. Kan Sir niet slaPenj»daa
vraagt hij met een spottel
glimlachje. Hij heeft in de of
log twee zonen verloren. Chi J
al 73, maar komt nog e"rijge'
nacht voor een paar ..Ame!tn,gr
kaanse fooien" in Palace we
ken. Weeskinderen moeten
eten. Voor hij de deur weer ac
ter zich dichtsluit zegt Chi: „N
ver mind, Sir never mind.. P
En dan lacht hij in hoge kre*aarir
jes. »«rd.
Chi laat zich niet meer opschr rand
ken door wat artilleriegescli cht t
en is al lang uitgetreurd ofwdseli
het verlies van twee zonen. *nk d
zijn immers als helden gesti U po
ven en wat belangrijker is, Can p;
heeft elke dag zijn rijstsoei 0. Al
zijn mandje fruit en zijn pal B vroi
Amerikaanse sigaretten. Bcwaltrai.
dha was zelfs zo mild om b 'arde
af en toe nog erotisch geluk tel t<
gunnen in de armen van f >rd w
„jong" vriendinnetje. Wat wil )j j,a<j
nog meer in het leven? el ga)
HUGO CAM