„Straks gewoon naar een andere planeet Het jaar 2032 Sqruso's 007 MILIEUVERVUILING HOUDT VIJFDE KLAS 3ZEFSCH00L BEZIG stad PAGINA 5 WOENSDAG 11 APRIL 1973 We gaan van onze planeet de aarde, een kijkje nemen naar een andere planeet in het heelal. Die planeet waar we naar toe gaan, heeft de naam Sqruso. Na een tijdje gevlogen te hebben, danden we in het paleis van koning Strombolie. Hoe hij aan die naam Strombolie gekomen is zit zo: Nou is er op die planeet een spion. 007 genaamd, die onze planeet de aarde voortdurend bespionneert. Een tijdje geleden heeft die spion een vulkaan ontdekt. De naam daarvan is Strombolie. Uit die vulkaan komen nogal eens stenen en omdat koning Strombolie dat ook doet falleen met tanden) heeft het volk hem die naam gegeven. Opeens gaat er een grote paleisdeur open en agent 007 vliegt het paleis uit met zijn Ufo. Hij wil rapport uit brengen aan zijn koning, want hij heeft een nieuw woord ontdekt op onze planeet aarde. Het woord heet: „Milieuvervuiling". Als hij dat woord aan zijn koning vertelt pakt die het woordenboek: „Van Prisma tot en met Van Dale." Als hij het woordenboek heeft doorge lezen met behulp van zijn rikketikketakketakketik plang ploef (computer), heeft hij het woord niet kun nen vinden. Hij zegt tegen agent 007: „Ga op de pla neet aarde zoeken naar de betekenis van dat woord" Nou dat is geen gemakkelijk klusje voor 007, want hij heeft geen idee waar hij beginnen moet. Hij pakt zijn 008 is vliegende schotel) en gaat „hoopvol" op weg Als hij na 1.10 min. bij onze planeet aarde is aangekomen, ruikt hij iets vreemds. Hij gaat zoeken naar de oorzaak en ziet even later een hele grote pijp en ziet daar allemaal vreemde zwarte dingen uitko men „Dit is de oorzaak van de stank die ik geroken heb", en hij noteert in zijn 009 (is notitieboekje), dat de stank van de fabrieken van de mensen komt. Maar hij gaat verder zoeken naar het woord „Milieuvervui ling". Na een tijdje vliegen, komt hij over een brug en ziet daarbij allemaal troebel waterHier gaat hij ook naar de oorzaak zoeken en ziet een schip met MENSEN erop, die hun afval in het water gooien. Hij noteert iets in zijn 009 en gaat weer verder. Hij denkt dat hij wel iets zal vinden op het strand. Als hij aange komen is ziet hij één grote rotzooi. Een eindje verder ziet hij weer MENSEN die hun rotzooi weggooien. Hij denkt: „Die zijn de oorzaak van al die troep en er valt een dikke traan over zijn wangEn hij noteert weer iets verschrikkelijks in zijn 009 Na dit alles vliegt hij naar Den Haag naar het Binnenhof en hoort minister Biesheuvel praten: „Mijne heren ik ben tot de conclusie gekomen dat de milieuvervui ling niet zo door kan gaan." Bij dit woord luistert 007 aandachtig. „De mensen die hun afval maar weg gooien in de lucht, in het water en op de grond". 007 noteert in zijn 009: „Milieuvervuiling betekent dat de mensen hun eigen planeet vervuilen met hun eigen rot zooi." Na dit alles gehoord te hebben, gaat hij weer naar zijn eigen planeet en vertelt alles aan zijn ko ning. Als die alles gehoord heeft zegt hij: „Ik ga de aardbewoners niet helpen, want zij vervuilen hun eigen planeet." DIRK JAN Dirk Jan kreeg voor zijn opstel, dat hij instuurde naar de Leidse Courant, een dikke acht. We plaatsten het dan ook, samen met die van Peter. HANS ontwaakt 's morgens vröeg door zijn moeder die hem uit zijn bed roept. Het is erg koud want de ko- lenkachel staat niet aan om kolen te sparen. Een kolen- kachel in de 21e eeuw? vraag je je af. Ja, een kolenka- chel want al het aardgas van Nederland is óf op, óf verkocht aan het buitenland. En met kolen moet men ook al heel erg zuinig zijn. Nu gaat Hans eten. Ze eten met plastiken messen en vorken, om metaal te sparen. Kijk, daar gaat Hans naar school, 't Is wel een heel eind. maar hij moet toch lopen, want omdat er niet ge noeg ijzer meer is, zijn fietsen nu heel erg duur gewor den; om over benzine voor een schoolbus maar niet te praten. Op school is het ook al zo ouderwets; de kinde ren schrijven weer op leien, omdat het papier heel duur geworden is doordat de bossen platgebrand, om gehakt of vernietigd zijn door de vervuiling. „Jongens pakken jullie allemaal jullie taailei om het huiswerk na te kijken", zegt de meester. Maar Hans steekt zijn vinger omhoog en zegt: „Meneer ik kon mijn huis werk niet maken, omdat het bij ons niet waaide". „Maar hoe komt het dan dat de andere kinderen hun huiswerk wel gemaakt hebben? O ja, dat is waar ook, jullie huis staat niet zo gunstig voor de wind tussen die flats" (Je vraagt je misschien af, waarom de wind moet waaien om je huiswerk te kunnen maken. Dat zit zo, iedereen in die tijd heeft een windmolen op het dak die een dynamo in beweging brengt en dan gaat het licht aan in huis) „Meester" roept een jongetje plotse ling. „Je ziet de zon". En meteen breekt een oorverdo vend gejuich los„Vooruit dan maar' zegt de mees ter. „Jullie krijgen zonvrij. Het is dan ook een hele ge beurtenis, als de zon door onze grijze fabriekswolken schijnt". Enkele minuten later is er geen kip meer te zien op school. Hans rent meteen naar huis om het nieuws te gaan vertellen. Hij moet van zijn moeder nog even naar de waterboer om een paar flessen vers wa ter te halen, en daarna mag hij gaan spelen. PETER LEIDSE COURANT De heer Voorn temidden van zijn milieubewuste" klas. De leerlingen hadden op het gebied van vervuiling heel wat te zeggen, maar laten Rooskleurig" vonden zij de situatie overigens niet. getuige de vrolijke gezichten beslist de moed nog niet zakken. Morgen komt onze voorjaarsbijlage uit met een aantal artikelen die uiteraard betrekking hebben op het voor jaar, maar waarin het milieu centraal staat. Vandaag, op deze pagina, krijgt u alvast een voorproefje van die bijlage. Leerlingen van de Leidse St. Jozefschool geven daarin blijk, niet dezelfde fout te willen maken als de huidige generaties, sterker nog zij hebben hun buik al vol van de troep die er gemaakt is van ons zo dierbare milieu. Een tijdje geleden ontvingen wij van een leerling van de St. Jozefschool aan de Op- penheimstraat een opstel, dat specifiek handelde over milieu en de vervuiling daarvan. Het staat hier naast afgedrukt en was voor ons een reden om eens contact op te nemen met de leraar van de jon gen, de heer Voorn, die ons aanraadde beslist eens langs te komen, omdat zijn klas (vijfde) wel wat te vertellen had over dit on derwerp. Zo gezegd, zo ge daan en er kwam inder daad nogal wat los. Allereerst was dat, behalve het al genoemde opstel van Dirk-Jan, een ander bijzonder leuk werk stuk van Peter, wat wij u zeker niet willen onthouden (links af gedrukt) en verder een storm van reacties. De 10- en 11-jari- gen waren, nadat zij in een kring plaatsgenomen hadden, bijna niet meer te houden en hadden allen hun zegje klaar over het onderwerp wat hun nogal leek te raken. Mijn begin vraag „wat milieu nou eigenlijk wel was" bleek voor de vijfde klas een even domme, alswel simpel te beantwoorden vraag. „Gewoon, alles op deze wereld en er omheen", luidde het een stemmige antwoord. De klas ging zelf door met een specificatie van dit alles en kwam, ongevraagd, op het pro bleem van de vervuiling, want, daar ging het in feite toch om. Enkelen waren al bezig om al lerlei gruwelijke taferelen op te roepen, die ons te wachten zou den staan in de volgende eeuw, eer het probleem van „hoe staat het er momenteel mee" naar voren was gekomen. Maar dat was ook vrij snel opgelost met het antwoord „rot". Ande ren vonden dat het nog wel mee viel: eenstemmig was men het er over eens, dat er wat gebeu ren moest, omdat het zo niet langer kon doorgaan met de vervuiling. Maud stelde dat iedereen bij zich zelf maar eens moest beginnen en zij vond het bijvoorbeeld be langrijk om thuis geen rotzooi te maken en vooral geen troep op straat te gooien. Frans gaf daarentegen de fabrieken de schuld en toen liep het fout. De discussie liep zo hoog op, dat deze dreigde te verstikken in al lerlei smerige fabriekswolken, toen leraar Voorn ingreep en zijn leerlingen opdracht gaf eens wat te vertellen over het klassespel en het waterproject. „Het klasse-spel", zo legde Hans uit, „werd gespeeld door de hele klas, die daartoe in groe pen was verdeeld. Er was een actiegroep tegen de milieuver vuiling, een regering met minis ters en een groep van fabrieks directeuren. De actiegroep pro testeerde bij de regering over de toenemende vervuiling van het water en de lucht; de rege ring liet de fabrieksdirecteuren toen weten, dat zij, op eigen kosten, zuiveringsinstallaties moesten laten aanleggen en de fabrikanten eisten een bijdrage van de regering daarvoor. Er gebeurde toen niets, maar na een protest van de actiegroep werden de belastingen ver hoogd, zodat iedereen moest meebetalen". Leraar Voorn had natuurlijk zijn bijdrage geleverd maar de kin deren hadden teksten gemaakt èn. dat was natuurlijk het be langrijkste, er heel wat van be grepen. Dat bleek wel, toen er nog wat nader op dit spel werd ingegaan en men het van ver schillende kanten nog niet met elkaar eens bleek te zijn, of te willen worden. Ook hier wilde het kapitaal maar niet wijken voor de protesterenden, terwijl de regering duidelijk in een moeilijk parket zat. Men was klaarblijkelijk nog niet tot een bevredigende oplossing geko men, getuige het verschil van mening, dat er nog bestond, ter wijl het spel ruim een maand geleden gespeeld was. Stap voor stap, iedereen wilde toch wel aan het woord komen, werd er naar de toekomst ge werkt. Het plastic moet er in ie der geval uit, dacht het over grote debl van de klas, hoewel sommigen vonden dat dat prak tisch onmogelijk was, omdat er zovèèl van die grondstof ge maakt werd. Wat moet er dan gebeuren? Voor water en lucht zag men het wel zitten, hèt woord die middag was zuive ringsinstallaties, maar men kon het er, net als in het spel, niet gaan betalen. Peter stelde in ieder geval vast eens over worGen wie dat moest dat kwam ook in zijn opstel wel uit dat de toekomst er niet bepaald rooskleurig uitzag. Wie kwam er met een oplos sing? Het werd in ieder geval minder rumoerig toen dat ter sprake kwam. Eén van de mies- jes wist wel wat: „Maak bij ie dere stad een grote betonnen kuil, wel vijftig meter diep en honderd meter lang, en stort daar het huisvuil in". Het bleek geen duurzame oplossing, want wat moet je dan met de water en luchtverontreiniging. „Min der bleek- en afwasmiddelen ge bruiken", riep een aanstaarde huismoeder uit. Men voelde hier wel wat voor. ook al omdat men dit zelf in de hand zou kunnen hebben. Meester Voorn wees hun nog even op het waterproject en van alle kanten braken de bijvalskreten weer los. Het waterproject was inderdaad wel wat, want eenie der kon hierin zijn eigen steen tje bijdragen om vervuiling te gen te gaan, door selectief ge bruik van chemische middelen bij toilet en sanitair. „Ik heb mijn moeder al zover gekregen, dat zij geen gekleurd toiletpa pier meer gebruikt", vertelde één van de meisjes enthousiast, maar dat was natuurlijk nog maar het begin, wist zij zelf ook. Peter vond het allemaal blijkbaar te klein gedacht on wijdde wat verder uit in en over de toe komst: „Het beste zou maar zijn als we straks gewoon naar een andere planeet gaan en de rotzooi achter laten; leven In zwarte wolken en tussen stapels vuil Is ook niks waard". In de klas keek men enigszins vreemd op van deze stelling, maar be halve wat gemompel van „we komen er heus wel uit", wist men niet zo gauw een beter al ternatief te verzinnen. Een logische vraag leek „Wie doet er zelf al wat om te voor komen dat wij straks naar een andere planeet moeten?" Ze le ken er nog wat te jong voor en waren zich dat, onbewust, be wust, want, zei een meisje: „Wat kan je er aan doen? Na tuurlijk, Je moet eigenlijk bij Je zelf beginnen, maar de regering moet het grote werk doen", en zo verzeilden we weer in de problematiek van de zuiverings installaties en wie zal dat beta len? De bestaande wegen van vuilvernietiglng en verwerking bleken bij allen overbekend. Vuilnisbelten vond men niks, al dus de fraai geïllustreerde werkstukken, maar vuilverbran dingen en compostbedrijven mochten er wel zijn. Een aardi ge tekening in één van deze op stellen gaf duidelijk aan hoe men over de watervervulling dacht: er stond een visje afge beeld, dat op zijn rug liggend liet weten dat hij „verkwikt" Er kwamen trouwens wel meer geestige dingen naar voren in die werkstukken: Annemarie had, waarschijnlijk om het na geslacht erop te attenderen wat nu wel de drijfveer voor dit opstel en de oorzaak van de vervuiling was geweest, een aantal plastic vorkjes ingeplakt, terwijl Karin zelfs zover was gegaan om een paar knikkers in te plakken en toch maar vooral de schadelijkheid van glas te doen uitkomen. Maar tijdens het gesprek werd èr weinig gela chen, de zaak was voor de vijfde bepaald ernstig genoeg. Een op lossing leek nog niet in het ver schiet. hoewel men zich suf pie kerde: rotzooi, vervulling, fa brieken. plastic, regering, eigen bijdrage, alles ging nogmaals voorbij éér men tot de conclusie kwam, dat dit nou niet bepaald een probleem van niks was en een oplossing nu niet la minu te voor handen was. Eén ding kenmerkte de jeugdige Jozefschool-leerlingen: ondanks hun leeftijd Is dit „verontreinig de" probleem een serieuze zaak voor hen en hopelijk ziet deze en op de foto gelukkig nog enthousiaste generatie in, dat, het een kwestie vnn tijd is (voor het te laat Is). Als hun constructief denken van nu, la ter omgezet wordt In daden, zit het er In leder geval nog niet in, dat wij naar een andere pla neet hoeven en zodoende de rot zooi de rotzooi laten. AD VAN KAAM FOTO'S THEO RINGERS De kreet „Verbeter de wereld, begin bij jezelf", was een veelgehoorde in klas vijf van de Jozefschool. Maar ook daar moest men toegeven dat, zelfs dat kleine beetje moeite dikwijls teveel was. Er continu aan herinnerd te worden, zoals ook op deze foto gebeurt, moet helpen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 5